Abu Jahjah en Recht op opstand
Dezer Dagen
Het recht op opstand
van bezette en onderdrukte
volkeren?
Gedenk de Beeldenstorm (1566),
het Plakkaat
van Verlatinghe en de Geuzen
Weer
een rel rond de heer Abu Jahjah en hij mag niet meer schrijven in DS als
columnist. Spijtig voor hem, maar daar gaat het niet om. Hij sprak over het
recht op opstand en daar kan een zinnig mens niets tegen hebben, want anders
leefden we wellicht nog onder de Spaanse knoet. Correct is dat niet, want
wellicht hadden andere factoren de macht van Spanje beknot en na Philips II
kwam er zelfs een twaalfjarig bestand. En dus moeten we dat recht op opstand
goed onder ogen zien. In een democratie hebben we geen wapens nodig, het woord
en de staking kunnen veel in beweging brengen of zichzelf ontkrachten.
Toen
de verhoudingen in de Nederlanden door het toenemende aantal mensen dat zich
bekende tot allerlei heterodoxe, niet katholieke overtuigingen en Karel V maar
vooral Philips II vonden dat zij het als christelijke koningen aan zichzelf en
de kerk verplicht waren de eenheid te bewaren kwamen in de (Zuidelijke)
Nederlanden de ergernis van de kleine luiden en de woede van de adel en
stedelijke patriciërs samen. Via allerlei teksten en officiële adressen,
pamfletten en stellingnames het recht op opstand - dat uit de oudheid stamt -
in duidelijke bewoordingen een publieke overtuiging[i].
In de Republiek der Verenigde Provinciën zou dat recht weer ingeperkt worden,
maar dat is de andere kant van de medaille is dat de zittende macht zich mag
verdedigen en beide menen, moet maar eens aannemen dat ze zelf wel zullen
oordelen over de middelen en dus het geweld dat ze inzetten. Het recht op
opstand erkennen betekent nog niet dat het hier en nu nodig zou wezen, want in
een democratische rechtsstaat wordt de macht van de machthebber vanzelf door de
grondwet en de wetgeving ingeperkt en staan rechtscolleges in principe in voor
het handhaven van die wetgeving. Merk echter op dat in nieuwe democratie, zoals
in Polen, maar ook Hongarije de neiging van verkozen machthebbers die macht ook
zo absoluut mogelijk te hanteren en de remmen die de grondwet en andere
wetgeving bieden te verkrachten. Ook het hoogste rechtscollege werd in Polen
onder curatele geplaatst. Europa, maar vooral de Polen dienen hier waakzaam te
zijn en geven daar ook blijk van.
Welke
middelen zijn toegestaan? Mahatma Ghandi, ook Mohandas Karamchand Ghandi, dominee
Martin Luther King en Nelson Mandela hebben op enig moment en vasthoudend
gekozen voor geweldloos verzet. Malcolm X en anderen vonden dat als praten niet
helpt, de wapens moeten spreken. Zelf vond ik het verzet van de Witte Roos het
overdenken waard, al bleef het zonder directe gunstige gevolgen en ging men ook
niet verder dan het verspreiden van behartigenswaardige pamfletten.
Het recht op opstand is iets anders dan wat er
bijvoorbeeld ook in de Republiek der Verenigde Provinciën wel eens voorviel,
dat in steden als Delft of Amsterdam groepen mensen de huizen van de machtige
regenten aanvielen, omdat er honger was of te weinig werk. Broodrellen, zoals
er, als men het wel bekijkt, ook in de vroege 20ste eeuw nog wel eens voorkwamen,
zoals het aardappeloproer in februari 1917, blijken niet voor veel verandering
te hebben gezorgd. In 1886 verhinderde de politie dat een spelletje
palingtrekken op de Lindengracht - toen nog niet gedempt - doorging;
palingtrekken is zoiets als ganzenrijden: een paling werd aan een touw gebonden
die boven de gracht gespannen was en van op bootjes probeerde men de paling van
het touw te trekken, maar alen zijn notoir glibberig. De overheid en de elite
vond die folklore maar niets en wreed, het volk hechtte eraan en dus kwam het
tot rellen in Amsterdam, waaruit bleek dat de sociale en culturele kloof zich
nog steeds kon manifesteren. In welke mate dit incident laat zien dat er sprake
is van uitdiepen van die kloof valt moeilijk te beoordelen, zonder de bronnen
uit die tijd goed te onderzoeken en na te gaan wat er later is gebeurd. Dat er
een sociaal-culturele kloof bestond, valt altijd wel ergens te bespeuren, dat
die kloof het streven van de ene naar sociale promotie moeilijker maakt en de
ander angstig voor indringers, ligt voor de hand, maar gaat voorbij aan het
feit dat mensen niet met dezelfde kansen aan het leven beginnen. Tegelijk zal
men ook niet ontkennen dat de samenleving in de late 19de eeuw grondige
wijzigingen onderging net omdat de verwachtingen van grote groepen, de zich
vormende middenklasse waartoe ook de beter betaalde arbeiders behoorden meer
door kansen werden ondersteund dan voordien.
Vandaag
zien we dat in onze samenleving de kloof binnen de autochtone gemeenschappen
minder uitgesproken is, maar nog altijd wel aan het licht kan komen, terwijl er
een instroom is gekomen van immigranten, die voor nieuwe verschillen heeft
gezorgd. Dat zorgt dan weer voor nieuw ongenoegen, onbehagen, dat aan beide
zijden ook wel gevoed wordt, door de houding van de tegenstanders, door
leidende stemmen in de eigen gemeenschap. Waarom zegde Erdogan dat Turkse
mensen zich vooral niet teveel zouden integreren, laat staan onze culturele
waarden en inzichten overnemen, assimileren dus? Omdat hij aan geassimileerde
Turkse burgers in de diaspora geen steun meer heeft. Maar die uitspraak zette
dan weer anderen op het spoor om die Turken als een vijfde colonne af te
schilderen.
Opstand,
grootschalig geweld, rellen en betogingen komen niet zomaar tot stand en
spontane opstanden hebben zelden succes, tenzij ze gekaapt worden door mannen
met plannen. Men beschouwt de Syriëstrijders als gevaarlijk en daar moet weinig
aan toegevoegd worden. Het punt is evenwel dat slechts kleine groepen mensen
zich daartoe geroepen voelen en dat zij doorgaans onder de radar kunnen
blijven. De integratie van de anderen en hun verwachting hier een beter leven
te kunnen dan in Syrië, de voordelen van de goed georganiseerde samenleving
houdt hen tegen. Het zijn overigens autochtonen die dezer dagen de revolutie
afkondigen, zoals Donald Trump, Geert Wilders, maar hun maatschappijbeeld lijkt
vooralsnog vooral nergens op. Ze zijn op sommige punten sociaal, op andere
wreed en blind voor onbedoelde neveneffecten, of beter, ze nemen die op de koop
toe.
Hun
fanatisme in het afwijzen van het status quo, onze samenleving zoals ze nu
functioneert en waarin mensen hun ding doorgaans met veel genoegen kunnen doen,
al dreigen er overal gevaren, verschilt in wezen niet veel van wat bijvoorbeeld
groen doet, dat mensen voortdurend voorhoudt wat we zouden moeten doen,
vegetariër worden of veganist, de auto laten staan en in de kosmopolitische
stad met de eigen parochie de eigen voortreffelijkheid vieren.
Maar
in Israël ligt dat even anders, waarbij ik niet voor het gemak even voorbij ga
aan de volkenrechterlijke omschrijving van terreurdaden. Het fanatisme van
Hamas, de foute keuzes van de PLO en de ronduit hypocriete positie van de
Arabische Liga en de afzonderlijke lidstaten, moet toch ook wel eens op tafel
komen. Israël heeft vele problemen, maar de wijze waarop de staat Israël ook
weigert bij te dragen aan een tweestatenoplossing en de staat blijft nieuwe
kolonies gedogen of steunen, maakt het voor de burgers allemaal zeer lastig om
een normaal leven te leiden. Ik zal het recht op zelfverdediging van de staat
Israël en van de Israëlische samenleving niet ontkennen, want het is zelfs een
plicht voor elke staat. Waar het op aan komt? Dat beide partijen, in feite zijn
er veel meer, maar dus Israël en de Palestijnen hebben sinds 1948 telkens weer
oorlogen gevoerd en strijders ingezet om elkaar te dwingen tot toegevingen. Wat
de Palestijnen deden en doen ontbeert in wezen aan een uitgesproken plan, aan
bereidheid middelen in te zetten en voor de burgers een betere toekomst
mogelijk maken.
Nelson
Mandela weigerde op zeker ogenblik nog wapens in te zetten omdat hij begreep
dat hij zo nergens bondgenoten zou vinden om Zuid-Afrika en de blanke regering
en bevolking tot toegevingen te leiden. Zijn strijd zonder wapens werd een
succes, maar zijn partij heeft naderhand niet geweten hoe ze op een zinvolle
manier met de macht kon omgaan. De corruptie en het feit dat de armoede hardnekkig
bleef en de kloof tussen arm en rijk niet afnam, blijft in het licht van de
inzichten van Mandela verbazend en intriest.
Michel
Eyquem de Montaigne leefde in een verbazend gewelddadige tijd en vond dat men
vooral tegen wreedheid wreedaardig hoort te zijn, maar tegelijk ernaar streven
niet voor extreme oplossingen te gaan, die niemand vooruithelpen en leiden tot
wreedheden als het uitmoorden van hele dorpen en het verkrachten van vrouwen en
mishandelen van kinderen. Maar als burgemeester van Bordeaux diende hij de
vrede, rust en orde te bewaren. In deze tijden wordt aan die waarden ook wel de
hand gehouden, maar men heeft het vooral over de technologische middelen en
ordediensten om die vrede, rust en orde te bewaren, waarbij men er steeds meer
vanuit gaat dat burgers net niet op die orde en rust gesteld zouden zijn.
Jongeman
zijn rond 1977, dat betekende dat men regelmatig sprak over terrorisme, ook van
de PLO, maar vooral van de Baader-Meinhof Groep, de RAF[ii],
de Brigate Rosse en Action Directe in Frankrijk. Verder had je in Baskenland de
ETA en in Noord-Ierland het IRA. Het blijft mij verwonderen dat velen die tijd
vergeten lijken of niet meer beseffen hoeveel leed het IRA heeft veroorzaakt,
maar ook de Ulster royalists, die met de steun van Londen hun positie wisten te
behouden gedurende lange tijd, zodat de regio in een spiraal van armoede terecht
kwam. Deze vormen van revolte, door kleine groepjes, met steun van een kring
van ideologische medestanders die de strijd zelf aan zich lieten voorbijgaan,
maar wel eens hand- en spandiensten verleenden, heeft de periode 1968 2000
gekenmerkt, maar het animo voor de gewapende strijd van communistisch
geïnspireerde groepjes smolt weg als sneeuw voor de zon, onder meer omdat de
Sovjet-Unie verdween. Nu steunt Moskou naar men zegt uiterst rechts.
Het
recht op opstand moet men niet in twijfel trekken, wat dan wel? Oordelen of het
doel behartigenswaardig is en of de middelen die men inzet, het leed dat men
ook aan de eigen mensen toebrengt wel de moeite waard zijn. De
beroepsrevolutionair hoeft over dat laatste uiteraard niet na te denken, maar
wie politieke macht nastreeft voor de eigen mensen, zal toch best eens nagaan
of men zo geen nieuwe conflicten aanwakkert of in het leven roept. Montaigne
wilde zich ver houden van een veile hofhouding, maar nam wel opdrachten op zich
ten behoeve van het algemeen. Zijn vriend, Etienne de la Boétie, schreef over
"la servitude volontaire", waarmee die zich verzette tegen het
koningschap. Door zijn opdrachten aan te nemen en door zich in te zetten voor
Bordeaux, toonde Montaigne zich een burger en civil servant eerste klasse. Toch
merken we in de lauwe interesse voor het boek van Alexander Roose in de media
vooral een gebrek aan aandacht voor het belang van burgerschap, voor een
republikeins burgerschap.
Albert
Camus schreef mooie novelles en romans, onder meer "Loin des hommes",
maar hij dacht ook na, vanuit zijn afwijzing van het communisme en wellicht ook
van de geest die heerste in de Franse communistische kringen, over het begrip
"l'homme révolté" en hij betoogde dat men de verontwaardiging die tot
opstandigheid kan leiden best kan onderschrijven, maar dat vervolgens de blinde
dadendrang de opstandige mens zelf tot een dictatoriale opvatting van het eigen
gelijk zal brengen. Wie de revolutie predikt en vrijheid belooft, komt gauw
genoeg uit bij het opzeggen van de democratische vrijheden, drukpers en opinie
op de eerste plaats. In "Zorn und Zeit" bracht Sloterdijk zijn
inzichten over de te kanaliseren woede in de samenleving aan de orde, waarbij
hij meent dat mensen wel leerden hun woede op te sparen, maar eens moet het
eruit. Met Andreas Baader hebben vele van de Syriëstrijders gemeen dat ze uit
de (kleine) criminaliteit overstapten naar een woedebank.
De
krant De Standaard zegt haar columnist de wacht aan, maar doet daarmee net wat
zovele anderen gewild. Ik lees Abu Jahjah lang niet altijd, maar ik denk toch
dat het argument dat hij de aanslag in Jeruzalem met een vrachtwagen had
goedgekeurd en dat voor hem de Palestijnen niet teveel moeten kijken naar de
middelen, wel het noodzakelijke moeten doen, snijdt geen hout, want de Libanese
intellectueel zegt dat al jaren, al of niet omfloerst. Etienne Vermeersch ziet
in de uitspraak van Abu Jahjah dat men voor de strijd de noodzakelijke middelen
moet inzetten maar is dat niet precies de these van iemand als de Isreëlische
premier of van Assad. Als het al een sofisme is, dan een dat ook dictators en
in het nauw gedreven regeringsleiders graag hanteren. Overigens, noodzakelijke
middelen betekent dat men altijd nog een versnelling hoger kan gaan, om de
macht te behouden of te veroveren en dus is efficiëntie een kwestie van het winnen
van zowel de wapenwedloop als van de bereidheid die volkomen in te zetten. Een
sofisme was de uitspraak van Abu Jahjah dan ook niet, maar een uiting van een
winnaarsmentaliteit. Het is ook de reden waarom ik voor het vrije westen geen
reden tot opstand zie: het is een recht maar pas als ultimum redemium in te
zetten en dus met het nodige voorbehoud.
Ergo,
ik denk dat iedereen het recht heeft om in opstand te komen, maar dat dit
wellicht niet altijd de beste manier is om politieke en maatschappelijke doelen
te bereiken. De technocratisch gevoerde strijd tegen armoede is zo een
voorbeeld van hoe anderen hun verontwaardiging inzetten. Of de strijd tegen
racisme. Ik begrijp perfect dat mensen beweren dat ze in Vlaanderen veel
racisme aantreffen, maar stel me de vraag of die mensen wel goed kijken. Als
bange blanke man van net over de vijftig mag ik dat natuurlijk niet zeggen,
maar ik kan uit dat beetje levenservaring wel opmaken dat we nu veel minder
goor racisme merken dan toen ik tijdens mijn collegejaren wel eens zag hoe een
buschauffeur een jonge Afrikaanse dame van de bus wilde zetten. Nu zitten
mensen van alle kleuren op de bussen van de Lijn en op de trein en gebeurt er
niets noemenswaardig, in elk geval geen accidenten of incidenten.
Montaigne,
Camus, zij leerden mij dat we ons wel af en toe verontwaardigd weten, maar dat
de aanpak en benadering niet altijd even duidelijk voor ons liggen. Het pad van
de revolutie pakt meestal autodestructief uit, het pad van veile
onderworpenheid loopt ook niet goed af. Israël zal het nog moeilijker krijgen om
haar bestaansrecht aanvaard te zien, niet bij mij, maar bij velen die vinden
Israël onrechtmatig handelt in de bezette gebieden, zonder ander doel dan een
voldongen feit te creëren. Dat Israëlische burgers in Jaffa bestookt worden met
raketten? Het land is zo klein, dat men er in een wip doorheen is, zeker met
het wapentuig dat dezer dagen ter beschikking is van Hamas, voor zover ze nog
geldschieters vinden. Abu Jahjah claimt dus een legitieme optie, het is de
mijne niet, maar men moet niet doen alsof mensen altijd de beste ideeën hebben,
of het goed voorhebben met hun vijanden. Hugo de Groot legde de basis voor het
volkerenrecht en dat verdient groot respect en vooral werkelijke aandacht. Maar
precies het volkerenrecht kan men niet los zien van geopolitieke verhoudingen,
het is maar afdwingbaar als strijdende partijen dat willen en als men voldoende
macht in het geding kan brengen, dus eventueel de strijd wil aangaan om het af
te dwingen. Sorry, maar Europa schiet op dat vlak tekort en vooral links heeft
sinds de rakettenkwestie het probleem van het gebrek aan militaire macht
vanwege Europa altijd genegeerd, wel grote principes verkondigd. Ik pleit niet
voor een offensieve militaire macht, maar zoals Kant en Herder voor een
militair realisme om de vrede te bewerkstelligen en te behouden. Zou iemand in
een goed functionerende staat waar die man of vrouw zijn of haar zaken goed op
orde heeft en zich omringd weet door betrouwbare mensen in opstand moeten
komen?
Bart
Haers
[i]
Het
recht op opstand en daarmee verbonden tiranicde, de moord op de tiran of
onrechtvaardige vorst bestond zowel in het oude China als in de Griekse en
Romeinse wereld. Het gaat dan wel om tirannen die hun macht inzetten tegen hun
bevolking, niet om een dynast die een familielid ombrengt om zelf koning te
worden, al kunnen daar ook nog wel goede argumenten voor gevonden worden.
Augustinus en vooral Thomas van Aquino vonden dat het recht op opstand en op de
rechtvaardige oorlog erkend moeten worden, anders zou men gedogen dat een
onrechtmatig en wreed bestuur in het zadel bleven en eindeloos slachtoffers
maken. Dan moet men als burger(s) zijn/haar en hun plicht doen. De middelen
mogen dan niet erger zijn dan de kwaal en naderhand dient men te verhinderen
zelf dictatoriaal op te treden. Daarom kan dit recht niet zo eenvoudig in een
grondwet opgenomen worden, maar in de Duitse grondwet kan men dat wel lezen; Gegen jeden, der es
unternimmt, diese Ordnung zu beseitigen, haben alle Deutschen das Recht zum
Widerstand, wenn andere Abhilfe nicht möglich ist. (Artikel 20§4)
Reacties
Een reactie posten