Transparantie en wat we niet willen weten
Dezer
Dagen
Arcana Imperii
Uitwijzingsbeleid onderzocht
De
Standaard deed onderzoek naar de praktijk van de gedwongen uitwijzingen van
illegalen en hoe mensen op vluchten naar hun land van herkomst of naar het land
van eerste asielaanvraag behandeld werden. De journalistieke en dus
informatieve betekenis van dit onderzoek kan men best hoog inschatten. De
andere kant van de medaille is ook wel duidelijk: willen wij, burgers dat
weten? Of zouden we er toch aandacht voor moeten opbrengen.
Transparantie
is een deugd die we graag de overheid toeschrijven en kranten waken erover dat
er over heikele kwesties duidelijkheid kan komen, wat ook in een moeite toelaat
al te dolle complottheorieën uit de lucht te halen. Toch stelt men vast dat we,
het volk, het niet willen dat mensen
hier illegaal verblijven, liefst zouden we al die bedelaars niet zien in onze
straten en de ellende van de vlucht zonder einde, daar willen we niet van
weten, behalve als het een mooi romantisch einde krijgt. Helaas heeft het leven
niet voor iedereen een happy end in petto, vaak wel een beter bestaan.
De
overheid probeert de orde en de rust te bewaren, de wetgeving te handhaven, ook
op het terrein van de vluchtelingen en de economische migratie. We vinden dat
okay, want dan komen onze levensomstandigheden niet in het gedrang en die
enkele activisten, denken we dan, die het opnemen voor soms rechteloze mensen,
die doen maar, zolang ze de rust niet verstoren.
Toen
die jonge vrouw Semira Adamu de dood bleek te hebben gevonden door handelingen
van het escorte, ging er bij velen een schok door het lichaam: hoe kunnen we
hier nu wel mee omgaan? Ik kan u niet meer zeggen waarover ik geschokt was, die
dood in uitvoering van een opdracht, de reactie van Lieven de Cauter die de
regering aanviel omdat ze had toegelaten dat dit incident plaats had, of over
prof. Vermeersch die vond dat die uitzettingen moeten kunnen onder strikte
voorwaarden. Mensenrechten zijn in zekere mate positieve rechten, maar zoals we
stilaan zou men moeten weten zijn die vaak nodig om mensen tot ontplooiing te
laten komen, maar kunnen ze ook betuttelend blijken.
Verder
is er het probleem dat de migranten die nu naar ons toekomen niet komen via de
Red Star Lines, in tweede of derde klasse, maar wel door mensensmokkelaars of
-handelaars over de Bosporus, de Middellandse Zee of door Rusland naar Zweden
reizend. Dat geeft al aan dat er van een legale immigratie voor deze mensen
geen sprake kan zijn. Men bepleit daarom wel eens een systeem van green cards,
waarmee men een ticket kan winnen. De migratie organiseren en proberen aan de
bron de wonde te stelpen, die van uitzichtloze armoede, of beter, die van een
perspectiefloos leven in een corrupt land met falend bestuur, blijkt dan weer een geopolitiek vraagstuk. Ook moeten
we onder ogen zien dat de demografische evolutie in delen van Afrika van dien
aard is, dat er altijd een grote druk uitgeoefend wordt op het economische
bestel, dat niet altijd aan iedereen perspectieven kan bieden. Oorlogen,
falende staten en mensen met verwachtingen: de uitweg naar het rijke Noorden
ligt open, maar de risico's zijn groot.
Wij
van onze kant vinden dat we recht hebben op stabiliteit en zijn wel bereid geld
op te halen voor Vredeseilanden, 11.11.11 of Broederlijk delen, maar zien die
vluchtelingen om velerlei redenen liever niet komen. Begrijpen we nog hoe
moeilijk het kan zijn in een uitzichtloze situatie te berusten, want dat is wat
er gaande is: mensen zoeken een beter levenslot en wie zal hen tegenhouden?
Het
recht op migratie wordt uiteraard door vele landen ingeperkt, meestal door
inreismodaliteiten vast te leggen, omdat die overheden kostbare systemen van
sociale zekerheid en andere voorzieningen te beheren hebben en wij vinden dat
we er recht op hebben. Uiteraard ben ik het met die gedachte eens, maar dan
moet ik de paradox onderkennen dat ik die vluchtelingen begrijp en zelfs humaan
behandeld wil zien, maar ook dat het eigen kostbare en fragiele bestel er niet
mag onder leiden.
Nu
kan men op grond van de economische theorieën ook wel verwachten dat
bevolkingsgroei op termijn de economische groei zal ondersteunen, op voorwaarde
dat de bijkomende zielen ook iets gaan bijdragen. Hier begint het
contraproductieve discours van beide zijden ten volle het beleid in de wielen
te rijden. Pleiten voor open grenzen en voor humane opvang is best okay, maar
vervolgens voortdurend overheden en burgers in de maag stompen met negatieve
aspecten van opvang en integratie roept bij de tegenstanders een onbestemde
walging op: kan het nooit goed genoeg zijn? Moeten zij onze sociale woningen
innemen? Helemaal terecht is het niet, maar tegelijk, het voelt aan alsof eigen
mensen daardoor minder (positieve) rechten genieten. Ook van jobs wordt gedacht
dat het een zero sum game zou zijn, terwijl jobs, banen scheppen het gevolg is
van al dan niet gunstige investeringsomstandigheden. Als men ziet hoe de
nachtwinkels in handen zijn gekomen van een gemeenschap van inwijkelingen, die
's nachts willen werken en waarvan ik niet kan zeggen hoeveel zij eraan
verdienen, met andere woorden of het wel een rendabele onderneming is, dan ben
ik blij als ik later op de avond nog eens toevallig iets nodig heb en dan bij
zo een Pakistaan of Benghali terecht kan.
Het
probleem van economische vluchtelingen blijft de hypocrisie: zouden wij hier
blijven als er geen professionele of andere perspectieven waren voor een goed leven?
Maar welke voorwaarden moet vervuld zijn opdat die vluchtelingen hier kunnen
gedijen? Ook daar botsen de opinies, want voor sommigen zijn de vluchtelingen,
ook de economische de "sauvages nobles" van Rousseau en moet men hen
het voordeel van de twijfel geven. Echter, zijn wij echt wel tuk op de komst
van zoveel nobele mensen uit andere regio's? Weinig mensen geloven dat deze
mensen slecht van inborst zijn, maar zoals ik eens hoorde van een Servische
vluchteling in Brussel, voelen zij zich ook gerechtigd op een goed bestaan en
zijn ze gehard door hun bestaan onder Tito en later tijdens de oorlogen. Ook
het clanverband kan hen helpen, waarbij dus de voorstanders van open grenzen en
van snelle en onvoorwaardelijke integratie - onvoorwaardelijk van onze kant -
negeren dat wij samenlevingsverbanden die ons maffieus lijken niet willen. Voor
voetballers en rijke immigranten met obscure achtergronden werden in het
verleden al eens sluipwegen opgezet om hen versneld te naturaliseren, maar dat
is lang niet altijd goed gelopen.
Komt
dus weer die vraag: wat doen we met mensen die hier komen en die overduidelijk
niet aan criteria voldoen die bij wet en bij (multilaterale) verdragen, de
conventie(s) van Genève zijn vastgelegd, opdat mensen asiel kunnen krijgen en
een kans krijgen een menswaardig bestaan op te bouwen. We kunnen ze uitzetten of doen alsof, met een bevel binnen
vijf of x dagen het grondgebied te verlaten. Wat dan niet gebeurt. Dus moet de
overheid zorgen dat het wel lukt, met soms tragische verhalen van jongeren die
hier al enige tijd leven, soms geboren zijn en door de gebrekkige opvolging van
de procedures zeer lang konden blijven, soms illegaal. Gebrekkige opvolging?
Het is inderdaad niet het hele verhaal, maar toch, het is het verhaal van de
advocaten die zich ten volle inzetten en procedures stapelen, overvraagde
colleges van ambtelijke of justitiële aard die hun apostille moeten hechten aan
aanvragen en vervolgens de overdracht van data. Jongeren worden dan uit hun
school en omgeving gehaald waar ze net wel gedijen, waar ze bouwen aan een goed
leven hier en dus ook in zekere zin geen risico op overlast vormen, wel iets
kunnen bijdragen, ook aan de economische groei.
Na
Köln vorig jaar waar, waar illegale jongemannen, zo zegt men toch honderden
vrouwen zouden hebben bepoteld of ronduit verkracht op het drukke plein rond de
Dom en het Hauptbanhoff, verweet men de Duitse politie dat ze over het gebeuren
hadden gelogen. Nu, een jaar later is er gebleken dat er maar een beperkt
aantal daders ook vervolgd kon worden. Maar het is ook nog de vraag of we weten
wie al die daders waren. Voor sommigen was het duidelijk: jongemannen die in de
stroom vluchtelingen waren meegedreven en zo hartelijk door Merkel opgevangen.
In werkelijkheid waren de daders blijkbaar in meerderheid illegaal in Duitsland
verblijvende Marokkanen, die de stroom dankbaar zijn gevolgd of zelfs al langer
in Duitsland verbleven. Ook Duitsland heeft problemen met de uitzetting van
illegale inwijkelingen. Marokko, Algerije en Tunesië willen die lastpakken ook
niet terug.
Dus
sturen we al tijden ongewenste personen terug naar het land van herkomst,
waarbij vaak administratieve klippen genomen moeten worden. Maar goed, de
administratieve molens mogen dan langzaam draaien, door allerlei politieke
contacten en afspraken draait de molen uiteindelijk toch. Wat moeten wij
burgers dan met de informatie over mogelijk onrechtmatige handelingen van
politie en agenten van particuliere veiligheidsondernemingen? De politie doet
wat moet, alle juridische procedures zijn doorlopen, de uitzetting moet. Lex,
dura lex sed lex. Of moeten we toch begrijpen dat als de overheid mensen moet
uitzetten, dat dit niet altijd zomaar gaat, omdat die mensen zich kunnen
verzetten. Hoe zou uzelf zijn? Zou u zich laten wegslepen?
Het
is dus okay dat de krant De Standaard probeert aan de weet te komen hoe die
repatriëring in het werk gaat, hoe en of er sprake is van fouten of van
gevaarlijke omstandigheden. Daar kan men niets op tegen hebben, maar men kan
ook bedenken dat niet iedereen die vindt dat deze mensen het land en Europa uit
moeten gezet worden wil weten hoe het eraan toegaat. Men kan dit ook een
verzuim vinden of bedrijfsblindheid, maar het kan ook gaan in hoofde van
burgers om arcana imperii: we weten dat dit moet gebeuren en dat het niet
altijd goedschiks kan gebeuren. Dus moeten we de interne keuken niet kennen.
Het is voor een burger een opmerkelijke positie, maar ik denk dat we die
houding wel vaker aannemen.
Het
zit zo met deze vorm van staatsgeheimen, dat het vaak om zaken gaat waarvan men
weet dat het gebeurt, zonder dat we daar verder veel over willen nadenken. Komt
er dan een rampzalig bericht over een jonge vrouw die sterft bij zo een
uitzetting, dan schrikt men op, scherpt de regels aan en laat het vervolgens
rusten, tot een nieuw beleid de omvang van het gebeuren laat zien en ook
mogelijke misstanden. Opnieuw ontwaken? Niet iedereen is ertoe bereid. En toch
gaat het om een radicale vraag: hoe humaan willen wij dat onze overheid
optreedt? Een standaardantwoord is er niet. Zal men een gezin met kinderen in
een vliegtuig zetten met uitgewezen drugsdealers? met pedofielen? Waarom wijst
men dat gezin uit? Soms blijken een paar leden niet zuiver op de graat en
moeten ze terug naar Kosovo, terwijl andere hier aardig gedijen. Als we
standaardantwoorden willen, dan zullen we toch moeten weten dat er moeilijke
gevallen zijn.
Paul
Frissen schreef zijn boek over transparantie, omdat hij vond dat er wel eens
overdreven gehamerd wordt op transparantie, waarbij het beleid gekneveld dreigt
te worden en niet meer kan doen wat er van die overheid verwacht wordt, de
vrijheid van burgers garanderen. Hij meent dat de democratische rechtsstaat
niet gediend is van een overheid die alles op tafel gooit, want dan zou daar zo
misbruik van gemaakt kunnen worden dat mensen hun autonomie en vrijheid
verliezen. Hij zal wel niet bedoelen dat we misstanden moeten toelaten en
onmenselijke behandeling gedogen van mensen die uitgewezen worden en ook
daadwerkelijk terug gebracht.
De
artikelen over die uitzettingen zijn niet bepaald hartverwarmend en toch, zo
lijkt het, weten we dat het niet anders kan. De artikelen geven ook aan hoe
moeilijk het is om werkelijkheid openheid van zaken te geven, wil men de rust
in de samenleving bewaren? Hoeveel mensen worden er ten onrechte uitgezet? Wie
zal het zeggen. De hele situatie van migratie is sinds de Balkanoorlogen (1992
en later) erg veranderd, de globalisatie heeft voor nieuwe verhoudingen gezorgd
en mensen zoeken lotsverbetering. Hier oefent de krant dus haar taak uit de
overheid te controleren in de afwikkeling van beleid. In een aantal opzichten
worden wij daaraan medeplichtig, of we willen of niet. Mocht er niemand over
spreken, dan zouden we dat niet pikken. Goed dat de wet op openbaarheid van
bestuur er is, maar het blijkt niet altijd mogelijk volledige openheid van
zaken te geven, omdat de administratieve verwerking, lees: verslagen,
processen-verbaal ontbreken. De krant oefende het recht op informatie in het
kader van de wet op de openbaarheid van bestuur ten volle uit, met de
noodzakelijke passage via de Raad van State. Het geeft ons de kans, als burgers
te begrijpen, dat we niet altijd gelukkig zijn met die informatie, maar dat we
tegelijk willen dat het gebeurt. Dat is ook een aspect van burgerschap.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten