Tegen Wilders? Inspiratie bij De Witte Roos
Reflectie
Wie verkiest Wilders, Thierry Baudet?
over Europa en natiestaatjes
Mensen
zeggen dat ze niet gehoord worden, dat ze vergeten zijn door de klassieke
partijen en dus stemmen ze voor figuren als Geert Wilders. Of ze vinden dat ze
teveel moeten geven, teveel belastingen, hun vrijheid, veiligheid, geborgenheid
en zelf achtergesteld worden. Er zijn er ook die vinden dat Nederland eerst
moet komen in de bekommernissen van de politici. Nou, nou, hoe zit het dan?
Wij
hadden 25 jaar geleden al het Vlaams belang, toen nog Blok geheten en dat kon
zich beroepen op een vrij uitgebreide steun in volkse en andere middens, want
ook ondernemers waren de partij genegen. Geert Wilders opereert alleen, zonder
leden, maar bereikt wel 2,5 miljoen Nederlanders, omdat ze niet blij zijn met
het beleid.
Maar
hoe terecht is die onvrede? Hoe terecht is het te klagen dat Nederland teveel
aan Brussel zou overlaten? Men neemt dat aan, maar ziet niet (meer) dat het
Europese systeem meer gepresteerd heeft dan 70 jaar geen oorlog, zeker voor
Nederland. De vraag is of we beter af zouden zijn zonder Europa en hoe het
leven in Nederland dan wel zou zijn, of in België? Dan moet men echt wel Europa
meer uitleggen.
Maar
iemand als Thierry Baudet verwijt intellectuelen en ander schoon volk dat ze
bang zijn voor het eigen huis, noemt het oikofobie, wat niet zo slecht gevonden
is. Decennialang kregen we te horen dat we onszelf allerlei te verwijten
hebben, van koloniale tijd over racisme tot uiteraard immense milieuvervuiling.
Intellectuelen hebben decennialang laten zien wat er allemaal mis is gegaan in
onze contreien en hoe we niet rationeel noch emotioneel intelligent met elkaar
zijn omgesprongen. Economisch en sociaal leven we in een dodenhuis en zo kan
elke weldenkende mens nog even doorgaan.
Maar
met Claudia de Breij kan ik me indenken dat het leven in onze hoek van het
Euraziatische continent best gaaf ingericht is, al zijn er in Nederland andere
problemen dan hier, andere voordelen ook dan wij hier hebben, maar het ontloopt
elkaar weinig en het is goed leven. Is het dan niet bedreigd? Dat is een
kwestie van belang, maar of Thierry Baudet en Jan Roos er een goed antwoord op
hebben, blijft nog maar de vraag. Laten we proberen na te gaan waarom er zoveel
pessimisme wordt gespuid?
In
1966-1967 ontstond rond Hans van Mierlo een nieuwe politieke club, D'66, die
zich bezorgd maakte over de gang van zaken in de politiek, de arrogantie van de
macht en men had de indruk dat politici niet om het milieu gaven. In Vlaanderen
begon op dat moment binnen de Volksunie, die niet alleen Vlaamsnationale
thema's aanhing, de gedachte te leven dat men om het milieu meer moest geven en
vervuiling tegengaan. In 1968 had er al een partijcongres plaats over
ecologische kwesties, nog voor de club van Rome met becijferde gevaren kwam
opzetten. Bovendien was de partij niet langer katholiek of vrijzinnig, maar
streefde men naar pluralisme, actief pluralisme. Het lukte de partij zo de
anderen aan het denken te zetten, de verzuiling aan te vallen en tegelijk te
streven naar een meer open politieke cultuur. Inspraak? Het werd inderdaad een
thema, maar goed, andere partijen vonden dat ze genoeg voeling hadden met wat
leefde in de samenleving en zo kon ook Hans van Mierlo met Jan Terlouw en
anderen het politieke moeras dat den Haag leek draineren en droogleggen. Maar
kon de partij ook de burgers inspireren? Het was een partij die nu eens goed
scoorde en dan weer voor bestuursdeelname diende te boeten.
Ik
wil niet afdingen op wat die mensen ondernamen noch op wat mensen als Hans
Wiegel en anderen, Van Agt bij CDA er tegenover hebben gezet, want dat valt
moeilijk tegen elkaar af te wegen. Het resultaat is wel geweest dat, mede onder
invloed van het neomarxisme de samenleving veranderde en dat opinies zijn gaan
schuiven. Het blijft opvallend, denk ik, dat men de vrije lucht die toen
ontstond in de loop van de jaren na de val van de Muur en het einde van de
Koude Oorlog geleidelijk weer heeft laten verdampen.
Intussen
werd Europa ook meer dan een landenbond en kreeg de Westbindung, waar Konrad
Adenauer naar gestreefd had, een bepalende rol in de Europese politiek. Ook
hier bleek, na Maastricht (1992) en vooral na de werkzaamheden van de Europese
Conventie de temperatuur op te lopen en de spanningen toe te nemen, omdat men
in sommige landen de uitbouw van een Europese politieke entiteit niet meer
accepteerden, omdat ze dachten dat het geld verkeerd besteed werd. Dat gebeurde
soms ook wel, vooral omdat lidstaten zelf verantwoordelijk voor het aanwenden
van de steunfondsen, zeker voor gebieden die sociaal achterop waren geraakt.
Moet
er Nederlands geld naar Gallicië in Spanje of naar Silezië (Polen)? Nederland
kan dit doen en overigens, het gaat altijd maar om beperkte afdrachten via de
BTW-inkomsten. Europa heft weinig of geen belastingen. Maar dat is niet het
grote probleem. Wel is het zo dat mensen de structuur van de EU niet voldoende
meekrijgen.
1.
Intergouvernementeel bestuur
2.
Communautair beleid
3.
Het rechtstreeks verkozen parlement
Het
niveau van de Raad van Staatshoofden en regeringsleiders bestuurt waar de
lidstaten het laatste woord over hebben en waar de samenwerking lidstatelijk is
georganiseerd.
De
Commissie behandelt het communautaire beleid, waar de regeringen soevereiniteit
over hebben afgestaan aan Europa en waar de commissie gezamenlijk over beslist.
Die Commissie is na het per referendum afgewezen verdrag van Rome in een nieuw
verdrag niet gereduceerd tot een werkbaar gremium, wellicht omdat men hier
handig de argwaan heeft uitgespeeld tegen Europa. Of Europa vogel- en
habitatrichtlijnen moet uitvaardigen? In de beste der werelden wellicht niet,
maar het is wel duidelijk dat het beleid het behoud van ecosystemen heeft
bevorderd, al gingen lidstaten wel eens verder dan de Commissie vroeg. Zo is er
in Vlaanderen eindeloos gesteggeld over het mestdecreet, met de bedoeling de
vervuiling van de landbouwgronden en oppervlaktewateren tegen te gaan.
Schengen?
Wie kan berekenen hoeveel het heeft gekost? Of opgebracht? Persoonlijk kan men
er profijt en tijdswinst uithalen, maar tegelijk is het zo dat het verdrag dat
de grenscontroles ophief tussen de lidstaten die er deel aan hadden de economie
een enorme duw naar groei heeft gegeven, zoals ook de Euro veel heeft mogelijk
gemaakt. De onzekerheid over de open grenzen kost dan ook veel en als Wilders
zegt dat de grenzen toe moeten, dan zal hij dat zijn kiezers duidelijk moeten
maken dat zij de verliezers zijn, want het zal wegen op investeringen en op de
kostprijs van goederen en diensten voor de eindgebruiker. De denkfout bij
Baudet en co? Dat de verschuiving van industriële bedrijven naar lageloonlanden
de enige verklaring zou zijn, maar vooral de technologische revolutie van de
afgelopen dertig jaren moet men hier in rekening brengen en ook de inbreng van
robots in de industrie heeft dus handwerk overbodig gemaakt. Ook Donald J.
Trump maakt blijkbaar die denkfout.
De
kritiek op de euro is vaak terecht, zoals het feit dat de lidstaten die de euro
als munt hebben geen rentebeleid meer kunnen voeren, maar precies Nederland en
België zijn de landen die al het langst hun rentebeleid en muntbeleid op de
D-mark hadden afgestemd en zo een stabiele koersverhouding hadden met de D-mark
en zo zonder veel schokken in de Euro konden stappen - België had en heeft wel
een groot tekort op de begroting en een grote schuldenlast meegenomen, die nu
nog niet is afgebouwd. Maar aan de andere kant, zal men echt klagen over die
Euro als men een Orval zit te drinken aan de oevers van de Ourthe?
Europa
vergde veel van ons, wij hebben wel wat te bieden, maar de balans is ook op
democratisch vlak nog zo kwaad niet. Alleen is het natuurlijk wel eens
nagelbijtend afwachten wat Brussel zal beslissen als het over de visvangst of
landbouwquota aankomt, maar kan Thierry Baudet stellen dat dit beleid het
platteland niet heeft ondersteund? Waarom zou Zeeland en dan vooral de streek
van Hulst en Aardenburg dan leeglopen - al komen er dan weer Vlamingen goedkope
bouwgrond of een oude hoeve zoeken. Dat verhaal van die open grenzen, dat lijkt
voor velen nog een moeilijke kwestie te zijn, maar is het wel zo nadelig voor
een open economie.
Is
er dan geen reden tot ongenoegen? Persoonlijk kan men vinden dat het leven niet
is wat men had verwacht, maar moet daarom het systeem op de schop en Europa
opgegeven, terwijl de geopolitieke kaarten er niet bepaald bemoedigend uitzien?
Ja, we blijken gegeerde landen van aankomst te zijn, maar mag dat verbazen, als
er in Afrika geen oplossingen komen voor de politieke instabiliteit, corruptie,
exploitatie van grondstoffen zonder dat de lokale bevolking er beter van wordt?
Of de oorlog in Syrië, het onvermogen met dank aan G.W. Busch en Tony Blair om
Irak opnieuw een leefbare staat te maken, is dat niet iets om over na te
denken? Politici als Tony Blair en David Cameron hebben verkiezingen gewonnen
op grond van niet altijd even eerlijke voorstellingen. De Britten dwongen
Europa in 2004 uit te breiden, met het oog op versnelde desintegratie. Nu zijn
de Britten - bijna - weg, maar moet Europa met Hongarije en Tsjechië verder, of
met Polen, waar nationalisme hoogtij viert. Hun plan gelukt? Dat valt nog te
bezien, want zelfs Polen wil de EU in steun tegen de grote buur.
Een
factor moet men dan ook noemen, iets waar mensen als Nigel Farage model voor
staat, dat is de rol van malafide media, zoals de club van die mijnheer
Murdoch, die een krant diende op te doeken, omdat de redactie er schandalige
praktijken op na heeft gehouden. De macht van een persgroep mag men niet
onderschatten, maar het publiek blijkt niet altijd zo volgzaam als deze
krantenbazen durven te dromen. Dat journalisten kwestie te berde brengen ligt
voor de hand, dat ze proberen de ware toedracht van bepaalde misstanden
onderzoeken en boven spitten is zeer wenselijk. Dat genuanceerde stemmen ook in
de media steeds meer vertrouwen verliezen, moet ons erg zorgen baren.
Ik
moet zeggen dat het me verbaasd dat zo
al wie iets ten gunste van Europa wil zeggen al a priori verdacht is en
waarschijnlijk geld zal krijgen van de EU om dat te zeggen. Wie de geschiedenis
van Europa en zeker van de laatste 200 jaar zal merken dat de negentiende eeuw
lang niet zo kwaad verliep, dat geleidelijk ook armen een beter leven kregen en
dat er pensioenen werden ingesteld. De bevolking groeide snel en ook de toegang
tot het onderwijs, ook middelbaar en hoger onderwijs nam toe. De Dertigjarige
oorlog heeft voor veel ellende gezorgd, maar na 1945 kende de democratie een
ongekende opgang in Europa en nam de welvaart onvoorstelbaar snel toe. Nu
merken we dat we niet meer met de auto zouden kunnen rijden, omdat er teveel
zijn. Maar anderzijds voelen we ons wel eens in knel genomen, want in naam van
de veiligheid worden we steeds meer gevolgd. Maar dat heeft te maken met de
idee dat veiligheid geen prijs heeft, terwijl dat, zoals prof. Paul Frissen
schrijft, een illusie is en nooit helemaal voldoening kan geven.
Europa
maakt wat mij betreft al goed 40 jaar deel uit van de horizon, ook al omdat
mijn vader de Europese gedachte was toegedaan. De moeilijkheid, zo leerde ik
van hem, was en is dat we politieke berekeningen van partijen en de uitkomsten
van beleid goed uit elkaar moeten houden. Of nog, je moet kritisch blijven,
maar dat staat enige loyauteit tegenover het beleid niet in de weg. Het is die
agenda die mensen als Baudet niet accepteren en zo hun achterban belazeren.
Natuurlijk moet men aan de ene kant oorlogsvluchtelingen opvangen, als ze
Europa binnenkomen, maar moet men er de raddraaiers uithalen, die hier een
kalifaat willen oprichten, maar ook moet men hen noodzakelijke ondersteuning
geven, zonder hen in de watten te leggen. Dat laatste gebeurt ook niet, maar
juist mensen als Wilders en Baudet vertellen hoe goed die nieuwkomers het wel
niet hebben. Zijn er nieuwkomers die ontgoocheld zijn, omdat de steun niet zo
royaal is, de meeste zijn al lang en breed verheugt dat ze geen vervolging of
bommen meer hoeven te vrezen. Sommige activisten vinden dat die nieuwkomers
onmiddellijk materieel alles moeten krijgen, maar dat vinden die nieuwkomers
zelf overdreven. Aan de andere kant, hen overleveren aan huisjesmelkers valt
evenmin aan te prijzen.
Kritiek
op Europa, op beleid inzake uitvoeren handelsovereenkomsten? Kan best en er is
ook wel eens reden toe. Maar dat men de Europese constructie over boord zou
zetten, omdat er teveel mis aan zou wezen, moet men toch wel bestrijden, want
negeert men wat Europa heeft gebracht. Nu mag het niet enkel angst wezen, dat
ons in beweging brengt, want dan houdt het geen stand. Ook kan men niet
aannemelijk maken dat Europa in verspreide slagorde opgewassen kan blijven
tegen de rest van de wereld. Maar is er meer: we kunnen nog maar moeilijk
alleen de verschillen oplijsten, want de gemene grond, de gemeenschappelijke
cultuur die lijkt vaak ondergesneeuwd.
Als je toppolitici uit onderscheiden landen hoort, dan zijn de prestaties van
hun land altijd ongezien en onverbeterlijk. Mark Rutte blinkt er net zo goed in
uit als Charles Michel en toch, de rol van de politiek kan men misschien maar
beter in perspectief zien met wat mensen doen. Als een land het goed of
behoorlijk doen dan hebben politieke beleidsdaden daar hun belang in maar
tegelijk is het aan de burgers te danken dat de economie draait en dat
bedrijven, zelfstandigen, mensen het goed doen.
Europa
heeft in dat succes ook een belang, maar het staat verder af van wat u en ik
doen, dan de burgemeester en toch, bepaalde opties die Europees genomen werden
hebben hun effect niet gemist. De vraag is nu of bijvoorbeeld het parlement
meer initiatiefrecht zou moeten hebben. Moet het parlement een "echt"
parlement worden? Het zal altijd wel een volksvertegenwoordiging sui generis
zijn en bovendien, het parlement kan niet zomaar wetten en regels voorstellen,
want dan moet telkens uitgezocht wordt of het niet strijdt met wat op andere
niveaus georganiseerd is geworden. De Commissie, die het communautaire beleid
voert, foro interno et foro externo maakte het mogelijk dat de markten meer geïntegreerd
gingen functioneren, door administratieve vereenvoudigingen. En moet de Raad
van Staatshoofden en regeringsleiders een andere functie krijgen? Dat
regeringsleiders thuis vertellen wat ze in Brussel hebben gedaan, zou al winst
opleveren. Maar men moet kunnen spreken in vertrouwen, dunkt mij.
In
de discussie over Europa vragen journalisten en critici soms wat er in de doos
zit voor gewone mensen. Wilders en co wijzen op de grote kost en de logge
machine, twee beweringen die niet met de werkelijkheid stroken, want het
Europese budget blijft bescheiden in verhouding tot het Europese BBP. Ook het
aantal Europese ambtenaren blijft bescheiden, want veel van het werk dient door
de nationale administraties gedaan worden. De weddes liggen hoog, zegt men,
omdat voorheen niemand graag naar Brussel kwam voor de job en hoge weddes, ook
voor ondersteunend personeel was behoorlijk aantrekkelijk.
Toch
zijn dat alles niet de wezenlijke kwesties, wel of we de afgelopen decennia in
dit Europa een goed, een beter leven hadden. Nu kan men zeggen dat de
globalisatie van de wereldeconomie - een pleonasme allicht - mensen aan Europa
verloren hebben, terwijl ze aan economische verschuivingen verloren. In sommige
regio's ging de omslag moeilijk, omdat de werknemers vooral in de zware
industrie waren opgeleid en omdat door ondernemers en banken geen toekomst werd
gezien. Jarenlange ondersteuningsprogramma's zoals voor delen van Henegouwen
hebben slechts gedeeltelijk soelaas gebracht, omdat men zich afhankelijk achtte
van de grote investeerders. Toch blijkt er een en ander in beweging te zijn
gekomen, dankzij de organisatie van industriezones en ambachtelijke gebieden,
maar ook omdat kleine ondernemingen kunnen ontwikkelen.
Dus
neen, Geert Wilders, Thierry Baudet en co, jullie vertellen onzin en doen
beroep op droeve emoties, maar vergeten wat Europa heeft gebracht. De rest
moeten we zelf doen, denk ik dan. Het is daarom van belang voor Europa, maar
ook voor politiek op nationaal en lokaal niveau dat politici niet zo
prestatiebelust zijn, maar zich bewust zijn van hun bijdrage aan het welzijn.
Politiek is er altijd en in complexe samenlevingen kan politiek nooit simpel
zijn. Maar tegelijk is politiek niet alles bepalend voor het maatschappelijke
wel en wee. Ook ondernemingen en instituties als banken en verzekeraars, maar
ook wij burgers hebben er deel aan, hoe graag men ons ook afschildert als
buitenstaanders of niet betrokken. Voor zover ik het debat over de drie
rapporten kon lezen over hoe Europa er beter aan toe zou zijn, als men een en
ander zou hervormen, waar tegen in te brengen valt dat men soms moet roeien met
de riemen die men heeft. Maar goed, Verhofstadt heeft meer van onze goede
vriend Frans Laarmans die kaas gaat verkopen maar zoveel met zijn kantoor bezig
is dat hij geen kopers vindt, dan van Don Quichot.
Tot
slot nog dit, want als er zoiets bestaat als de (Nederlandse) PVV, Partij voor
Vrijheid - zonder leden - of als iemand als Thierry Baudet meent dat we terug
onze eigen nationale boontjes moeten doppen - dat moet ook, maar in een context
van gedeelde soevereiniteit en samenwerking - dan gaan zij ook zover te stellen
dat andere opinies niet waarachtig zijn en maken zo het
democratische debat onmogelijk. Zij zouden in de vermaledijde tijd van
dictatuur en verdrukking in Europa, de tijd van Hitler en Stalin wellicht niet
veel te zeggen hebben gehad. Wat mij betreft mag Wilders zijn spel spelen, maar
ernstig kan ik het niet nemen, heb ik het nooit genomen. Europa, denk ik,
verdient beter, alleen, als ik naar de bijdragen van Hendrik Vos, professor aan
de Universiteit Gent in "Europakunde" kijk, dan krijg ik alleen
spelanalyses te zien, van hoe het strategospel gespeeld wordt in Warschau, Berlijn of Londen en uiteraard Brussel. Het
ontbreken van een dieper gaande informatie in de brede media over Europa, denk
ik, moet men echt betreuren.
Er
zijn evenwel in die tijd, de vermaledijde tijd, figuren geweest, zoals Johan
Huizinga Carl Jaspers of Hermann Hesse die het humanisme bleven uitdragen en
vele burgers die in alle eenvoud het hunne dachten van al die praatjesmakers.
Men wist gauw genoeg hoe bij manifesten zoals de boekverbranding of de
Reichskristallnacht de juiste figuranten in beeld werden genomen. De
boekverbranding was er niet minder barbaars om en de Reichskristallnacht niet
minder bloedig en niets of niemand ontziend. Ook mensen als Hannah Arendt gingen de strijd aan,
zoals ook Ruth Andreas-Friedrich, terwijl ook de jongeren die in 1942 hun
afgrijzen van het regime en strijd voor democratie hebben geventileerd in
pamfletten die ze in München en andere steden bij toonaangevende figuren hebben
gepost. Hun pleidooi voor democratie, voor de toekomst van Duitsland in Europa
kan ons blijven inspireren, ook al haalde het allemaal niet veel uit, of net
daarom. Europa en wij zijn het aan hen,
aan de vermoorde slachtoffers van operatie T-4 en aan de slachtoffers van de
Endlösung verplicht zelf na te denken en het niet over te laten aan
onverantwoordelijke zelfverklaarde leiders. Europa is meer dan leiderschap, wel
een gedragen belangengemeenschap en een culturele voedingsbodem.
Voor
de goede orde dit citaat uit het vijfde pamflet
Der imperialistische Machtgedanke muß, von welcher Seite er
auch kommen möge, für alle Zeit unschädlich gemacht werden. Ein einseitiger
preußischer Militarismus darf nie mehr zur Macht gelangen. Nur in großzügiger
Zusammenarbeit der europäischen Völker kann der Boden geschaffen werden, auf
welchem ein neuer Aufbau möglich sein wird. Jede zentralistische Gewalt, wie
sie der preußische Staat in Deutschland und Europa auszuüben versucht hat, muß
im Keime erstickt werden. Das kommende Deutschland kann nur föderalistisch
sein. Nur eine gesunde föderalistische Staatenordnung vermag heute noch das
geschwächte Europa mit neuem Leben zu erfüllen. Die Arbeiterschaft muß durch
einen vernünftigen Sozialismus aus ihrem Zustand niedrigster Sklaverei befreit
werden. Das Truggebilde der autarken Wirtschaft muß in Europa verschwinden.
Jedes Volk, jeder einzelne hat ein Recht auf die Güter der Welt!
Bart
Haers
Vertaling:
Het
imperialistische machtsdenken moet - van welke zijde het ook moge komen - voor
altijd onschadelijk gemaakt worden. Een eenzijdig Pruisisch militarisme mag
nooit meer aan de macht komen. Alleen als de Europese volkeren genereus
samenwerken kan de basis worden gelegd, waarop weer kan worden gebouwd. Elke
centralistische macht, zoals de Pruisische staat die in Duitsland en in Europa
heeft proberen uit te oefenen, moet in de kiem worden gesmoord. Het toekomstige
Duitsland kan uitsluitend federalistisch zijn. Vanaf nu kan alleen een gezonde
federalistische ordening van de staten het verzwakte Europa weer nieuw leven
inblazen. De arbeiders moeten door middel van een verstandig socialisme uit hun
toestand van vernederende slavernij worden bevrijd. Het drogbeeld van een
autarkische economie in Europa moet verdwijnen. Elk volk en elke individuele
burger heeft een recht op de goederen
van deze wereld.
De tekst roept dezer dagen vragen op, maar
men kan niet anders dan onder de indruk zijn van wat in januari 1943 werd
geschreven door studenten en een enkele prof. Dat mensen vandaag dat Europa nu
weer zien als probleem, kan alleen verontrusten. Of Europa beter politiek
georganiseerd kan worden, mag best ter discussie staan en machtsconcentratie
moet vermeden, maar dat is een discussie over het hoe van Europa, niet over het
voortbestaan van Europa.
Reacties
Een reactie posten