Waarom we wreedheid toch aanvaarden
Dialoog
Over de wreedheid en
hoe die
te bestrijden
In
andere tijden brachten auteurs graag hun redeneringen over in de vorm van
dialogen of symposia, om een bepaalde gedachte te ontwikkelen. Michel Eyquem
de Montaigne overdacht in zijn essays hoe men tegen wreed gedrag op dient te
treden en het antwoord was helder: wreedaardig, maar alleen dan. Hij schreef dat na de
Sint-Bartolomeusnacht, 1572 en men kan die moordpartij op Hugenoten best een
terroristische aanslag buiten alle denkbare proporties noemen. Het was niet de
staat, noch de stad Parijs die vijanden van de staat aanvielen, het was een
groep katholieken die de macht niet wilden overlaten aan de protestanten binnen
de adel en bij de "grande commerce". Pas met Henri IV en het Edict
van Nantes zou men een modus vivendi vinden. In onze tijd en van alle tijden is
wreedheid, in het politieke domein en in anderszins, in de particuliere sfeer
dus.
Lothario:
Ik dacht altijd dat we in staat waren onze gemoedsgesteltenis te temperen en
dat wie al eens over de schreef gaat, dat doet om het niet anders meer kan,
maar met dat terrorisme, ligt het wellicht anders.
Bénedicte: Je weet toch dat Jago, die alweer aan het ronselen is voor
zijn autoritair project - al klinkt het uit zijn mond zo welluidend, welwillend
en empathisch - meent dat niemand over zich heen moet laten lopen en dat je
wraak moet nemen als je belaagd bent geworden. Hij heeft het geweten, maar
houdt nooit af, want stil zitten of over zichzelf nadenken, is hem niet
gegeven.
Lothario:
Ik weet het maar al te goed, maar je hebt een goede advocaat nodig gehad, die
zijn confrater kon klem pleiten door te bewijzen dat Jago jou niet wilde - hij
wist dat je niet voor ondergeschiktheid geschikt of bereid bent - wel hij vond
je te zelfstandig en vooral te ijdel. Na de vrijspraak die je kreeg, kwamen
veel mensen je gelukwensen, ook mannen, maar ze begrepen niet dat je gehandeld
had omdat je wist dat hij zou blijven doorgaan met kleineren, niet enkel jij
had wel wat te incasseren, maar elke vrouw in zijn omgeving was nooit zijn
achting waard. Zelfs manspersonen weten dat het kwaad kersen eten is met hem.
Bénedicte:
Ach, achteraf was het vooral veel geschreeuw en weinig wol, maar goed, we
hebben hem toen zien vertrekken naar Petersburg, daarna Moskou. Wat hij er
uitvreet? Zoals altijd, mensen ronselen voor duistere zaken.
Lothario:
hoe komt hij dan in jou omgeving terecht, want ook je ouders waren op zijn
zachtst gezegd eerder nobel en bezig met het opwekken van jongeren het beste
uit zichzelf te halen, maar ook te kijken naar hoe het gaat met anderen, om
eventuele noden stilletjes te delgen?
Bénedicte:
Jago was een van hen, zoals jij wel zal weten, want jullie zaten ook in de
woensdagschool, waar we echt met Latijn en Grieks bezig mochten zijn maar ook
met andere faculteiten, waardoor we van alles meekregen, wat we in het
reguliere onderwijs onvoldoende aangeboden kregen. Mijn vader was hoogleraar,
ook jou moeder werkte mee en een oudere jezuïet onderhield ons over filosofie
en geschiedenis. Toen ik aan de unief kwam, zegde iemand mij dat ik al te
geleerd was en veel te mooi sprak, om goed te zijn. Doch, anderen raakten door
jou of door mij of anderen van de groep gefascineerd, want we waanden ons niet
boven hen verheven, maar Jago begon toen al, in de faculteit economie zijn manipulatieve
spel te spelen. Hij bleef echter onze woensdagavonden bezoeken waar we dan zelf
een salon hielden, waar ook de actualiteit aan de orde kwam. Op donderdagnacht
was ik nergens te vinden tenzij op de dansvloeren in en rond de Blandijn. De ene
avond de vlotte ernst, de andere de extase van het dansen.
Lothario:
dat herinner ik me al te goed, maar ik was niet zo een danser en was eerder
geneigd tot sporten en zwammen. Nu goed, laat Jago maar rusten of beter, zijn
spelletjes spelen...
Bénedicte:
Beste Lothario, toch maak ik me zorgen, want die man slaagt er zelfs in achter
de schermen mee in het politieke bedrijf, hier maar ook elders contacten te
leggen. Bovendien voedt hij een economisch denken dat mensen in de waan laat dat
hij of zij alleen kan winnen als de anderen verliezen. Je weet dat hij een
doctoraat in de bedrijfseconomie haalde, zij het met de nodige controverse,
omdat hij modellen uit de psychologie wist in te zetten om mensen meer te laten
werken dan ze fysiek of mentaal van nature kunnen opbrengen. Hij
vertegenwoordigt een mens- en wereldbeeld dat zich beroept op evolutionaire
psychologie en die meent dat het gebruik van middelen om beter te presteren
niet uit den boze zijn. Hij bracht een bloeiend bedrijf ten gronde, omdat hij
met zijn agressieve veroveringstactiek de financiële middelen uitputte. Op een
of ander moment heb ik als consultant de brokstukken moeten lijmen en heb met
anderen het oorspronkelijke bedrijf op de rails gekregen en enkele andere
opnieuw afgesplitst. Jago stond te kijken en schreef in kranten en bladen dat
mijn inspanningen umsonst zouden blijken. Alleen de veroveraar heeft gelijk.
Lothario:
Geluk was er ook bij gemoeid, of beter, het leek geluk, maar je bent toen ook
wel diep moeten gaan, om niet enkel het werk aan te kunnen, maar ook het
psychologische geweld, dat je aantrof in het complex van bedrijven te temperen.
Ik herinner me dat je ons bedrijf, HR-consultancy vroeg om te helpen het model
te keren. Ik begreep werkelijk je vraag niet, zozeer was ik meegegaan met die
benaderingen dat ik dacht dat HR, Human Resources Management, enkel dat kon
zijn, de menselijke inbreng maximaliseren zodat het bedrijf optimaal kon
werken. Echter, nadat je me had laten deelnemen met de HR-staf van het bedrijf
en hun praktijken onder ogen had genomen, begreep ik waarom je zo scherp uit de
hoek kwam.
Bénedicte:
het bedrijf als OCMW? Dat wilden ze niet, maar dat is nooit mijn opzet geweest,
maar de intimidaties, de manipulaties, onverwachte ontslagen en blindheid voor
schone verhaaltjes van gladde jongens en meisjes - waardoor die HR-mensen zelf
slachtoffer werden van hun eigen benadering - hebben we geleidelijk kunnen
keren. De familiale aandeelhouders hebben drie jaar van schudden en beven
meegemaakt, maar ze hebben tijdig beseft dat ze alles al lang en breed kwijt
waren, voor ik als interim-CEO te hulp geroepen werd.
Vijf
jaar lang heb ik er gewerkt, nu ben ik opgenomen in de Raad van Bestuur en kan
ik mee denken over de strategie voor de toekomst. Het bedrijf groeit weer,
tegen ieders verwachtingen in...
Lothario:
... en werd je manager van het jaar. Mooie bekroning maar je was wel de eerste
om de onderscheiding openlijk te weigeren. Je had vooraf alle interviews
geweigerd, want er was te vroeg een persbericht uitgegaan en toch ben je
gegaan, met een speech die velen hogelijk heeft verrast.
Ik
wist niet dat je het zou brengen, zo publiek en op dat forum, maar je had me
intussen al lang wegen getoond die een ander bedrijfsklimaat mogelijk maken om
juist op het vlak van personeelsbeleid de mogelijkheden van duurzaam beleid vorm
te geven. Toen je begon met "I never promised you a rosegarden", maar
wel hoopte je die te kunnen aanleggen, was de crème de la crème van het
bedrijfsleven...
Bénedicte:
je hebt me nu wel genoeg lof toe gezwaaid, Lothario, dat hoeft niet, wel weet
ik te waarderen dat je bepaalde inzichten ter harte neemt en in je eigen
praktijk aan de orde stelt. Daarom denk ik dat het goed zou zijn als we onze
woensdagavonden opnieuw zouden instellen, want soms voel ik me inderdaad nogal
een roepende in de woestijn. Wat die onderscheiding betreft, ik wilde inderdaad
de aandacht vestigen op een aantal problemen in de bedrijfsvoering en de
opvattingen over deugdelijke bedrijfsvoering, corporate gouvernance, met al die
deontologische rimram, want elk normaal gesprek daarover loopt vast in
detailkwesties. Sommige filosofen menen dat je - zoals Descartes het stelde -
een probleem tot zijn essentiële onderdelen moet herleiden en die oplossen om
dan aan het eind... nieuwe problemen op te splitsen. Goed, ook Adam Smith had
het ook over arbeidsspecialisatie, maar a) men vergeet na de nuttige en
efficiënte afzondering van deelproblemen de zaak opnieuw als een geheel te
bekijken en b) mensen zijn nooit alleen maar specialist, al steken we ons daar
graag achter weg. Een derde probleem van het bedrijfsleven is de onderliggende
wreedheid van het meritocratische beginsel, waar, zoals de Amerikaanse
socioloog Sennett op wees, het doen van dingen om ze goed uit te voeren, op de
achtergrond is geraakt.
Lothario:
Je kan toch niet beweren dat we elke verzuchting van elke werknemer m/v moeten
invoelen en er een antwoord op verzinnen?
Bénedicte:
Geenszins, maar je lijkt m'n oma wel, die als zaakvoerster in de lingeriewinkel
met vier of meisjes werkte, terwijl ze ook nog een productieatelier had en
altijd weer afgaf op die jonge vrouwen en meisjes dat ze onbetrouwbaar waren.
Die meisjes zelf vonden haar ook giftig, een vilein vel. Toen ik met mijn volle
achttien er ging werken op zaterdagen, leerde ik inderdaad zien dat mijn oma in
de winkel een andere vrouw was dan degene die ik kende van de familiebezoeken.
Mijn moeder vertelde me in die tijd dat ze blij was dat ze had mogen studeren
en zo kon ontsnappen. Maar ze had nog met haar oma gewerkt, die vaak rijke
dames ontving in een totaal ander soort bedrijf, met veel hand- en kantwerk.
Mijn oma heeft gemerkt, toe zij in die zaak kwam dat sommige meisjes al eens
wat zijde of tuf meenamen en dat ze dat in een boekje schreven. Haar moeder,
mijn overgrootmoeder betaalde hen ook redelijk en het bedrijf maakte winst, dat
moest ook want die vrouw was oorlogsweduwe. Zij had na WO I een voordeel, zij
mocht in zaken blijven, want ze had tijdens de oorlog de familiezaak van haar
man met veel kunst- en vliegwerk het bedrijf van corsetterie en zo in stand
weten te houden. Mijn oma had echter niet die band meer met dat personeel en
toen ze jonge meisjes in dienst nam om het nieuwe ondergoed te gaan maken, net
voor de oorlog reeds begonnen door haar ouders, maar zij maakte er, met de hulp
van jonge medewerksters, die begonnen waren als stiksters, proefondervindelijk
betere modellen voor te bedenken, waarbij ze haar gezeten klandizie op
donderdagavonden, eens per seizoen collecties liet zien. Dat was haar creatieve
kant. Haar despotische kant heeft ze pas leren onder ogen zien toen mijn moeder
haar kritisch van antwoord diende, want er was geen aanleiding om scherp tegen
het personeel op te treden en, vond mijn ma, standsverschillen zijn niet aan de
orde.
Ik
ben er toen op mijn beurt in gegaan,
toen mijn oma dacht te stoppen met productie, want de confectielingerie leek
het allemaal over te nemen. Toen ik met een meisje in de winkel eens, na het
sluiten naar de stukken keek die door klanten in de kleedhokjes of bij de betaaltoog
achter waren blijven rondslingeren, te ordenen, begonnen we er enkele van te
passen en dat zat allemaal niet goed. Mijn oma kwam binnen met vlammende ogen
en vond dat we zo snel mogelijk... maandag zou ze een inventaris laten maken.
Toen kwam ik ook met kritiek, maar om de een of andere reden kon ze het wel
hebben. Ik vroeg haar waarom ze het oude atelier liet verkommeren. Vrouwen
hebben graag lingerie die hen lekker zit en waarmee ze in bepaalde situaties
hun voordeel kunnen doen.
Beste
Lothario, dit soort discussies heeft mijn halve studietijd gekost maar ik kreeg
veel gedaan en zo, denk ik, werd ik de manager die ik ben. Ik wist dat mijn oma
despotisch kon worden als ze de indruk kreeg dat ze het allemaal niet meer
behappen kon en ze had ergens een sluimerende idee voelde opkomen dat personeel
niet deugen kan. Je begrijpt, dat je personeel je ook niet gaat
vertrouwen. In de loop van de tien jaar
dat ik het bedrijf eerst met en dan namens mijn grootmoeder heb geleid, heb ik
veel geleerd, spontaan, intuïtief en onder meer leren praten met die meisjes,
maar ook met leveranciers. Wij kochten dure merken in, maar produceerden ook
eigen modellen, onder meer voor mensen die zich niet comfortabel voelden met
wat zelfs die dure merken in de aanbieding hadden. Toen mijn oma stierf was
bepaald dat ik de winkel, het atelier en het handelsfonds zou erven, andere
eigendommen gingen naar dochters en een zoon, die al lang in de VS met film en
fotografie goed geld had verdient en me liet weten dat hij, wegens geen
kinderen had, de erfenis - na betaling van alles wat hij aan belastingen op te
brengen had aan mij zou schenken.
Lothario:
toen ben je voor een maand naar de VS gegaan, naar Pacific Palisades en ontdekt
wat alleen je moeder mocht weten, dat je oom met een stevige man samenleefde en
dat hij dus gay was, zonder dat zijn omgeving daar veel om gaf, California dus.
Je hebt me verteld dat je daar voor jezelf ook een ontdekking deed, net omdat
de lucht er vrij was, omdat mensen vonden dat je anderen je normen niet kan
opleggen. Het gaat er niet enkel om, schreef je in een roemrucht artikel, dat
je anderen geen schade toebracht, maar dat het om sharing ging, waarbij je
spottend opmerkte dat delen voor Vlaamse lezers aan de nonnenschool zou doen
denken.
Bénedicte:
Na mijn terugkeer heb ik het hele bedrijf omgevormd tot een vennootschap en ben
ik met die meisjes van toen aandeelhoudster, maar we hebben, met enige moeite
ook de nieuwe meisjes een aandeelhouderschap kunnen aanbieden, maar iedereen
zij hen dat ze misbruikt werden en de belastingen deden moeilijk. Lothario, het
was een uitmuntende leerschool, maar via Duitse contacten en een goede advocate
hebben we het systeem kunnen vorm geven. Maar toen was het plots een Duits
bedrijf naar Duits recht, met zetel in Maria-Laach, waar ik een mooi landhuis
heb gekocht. Oh ja, ik ontdekte wat ik al wist, dat ik voor meisjes meer voel
dan voor jongens, maar het was voor mij geen punt. Toen ik de vrouw van mijn
leven tegenkwam, werd het wel een probleem, waar ik wreedheid mocht ervaren,
overigens ook van harentwege.
Zij
wilde me doen zingen, chanteren, want ik had aan de universiteit een reputatie
en ook in de samenleving kreeg ik enige faam en op zekere dag vond ze dat ze
mijn geheim te gelde mocht maken. Nu, hoe dom kan je zijn, al voor ik openlijk
vertelde dat ik lesbische ben - al is dat niet geheel mijn ik - wisten mensen
van ons samenleven en kon ik het me veroorloven met haar aan het publieke leven
deel te nemen. Eigenaardig genoeg begonnen mensen er pas aanstoot aan te nemen
toen het meer ingeburgerd raakte, homoseksualiteit, lesbische liefde. Wellicht
heeft dat te maken met het feit dat voorheen vele filters van discretie het
voor derden moeilijk viel een blik in zo een huishouden te werpen. Mijn ouders
hebben me overigens nooit enig verwijt gemaakt, maar ja, ik leefde dan ook
volgens principes en inzichten die zij ons hadden bijgebracht.
Lothario:
hoe jij haar dan wandelen hebt gestuurd, tijdens een groot feest in het kasteel
van Laarne, heb ik eerst ook wel niet gezien als een daad van moed en
zelfopoffering. Ze had je een paar dagen voordien met een meisje verlaten en
had de uitnodiging meegenomen die je haar had gegeven - de spanningen waren er
al -, maar je had wellicht gedacht, dat ze niet zou komen.
Bénedicte:
dat wist ik zeer zeker, want ze wilde mijn reputatie breken als beschaafde
vrouw, als erudiet en kundig mens, ze wilde me, beste Lothario, sociaal
vermoorden en dat had ik ook wel voorzien. Ze had van mij een vermogen geëist
en had ook al bij de rechter een verzoekschrift ingediend. Dus op de dag van
het feest had ik een bedrijfsdetective ingehuurd om haar gangen op het feest na
te gaan, wat van begin af aan niet zo moeilijk was. Om kort te gaan, ik wist
perfect wanneer ze haar scène ging maken en mocht niet voorbereid zijn, op het
oog.
Het
belangrijkste, denk ik nu nog, blijft dat ik haar zonder mezelf in het geding
te brengen heb weten af te poeieren en de rest van het feest in alle
gemoedsrust heb kunnen meevieren. De rechtsgang heeft ze stopgezet. Toen pas
heb ik haar laten weten dat ze tien procent zou krijgen, bij wijze van
dankzegging voor de mooie jaren die we samen hebben beleefd. Ze had niet de
moed die te weigeren maar verloor ook elke zin om mij het leven verder zuur te
maken. Wel vertelde iemand mij dat ook ik vilein kan zijn.
Lothario:
Als man van de HR bewonder ik zeer hoe je zelfs op dat vlak een oplossing vond
die anders in een blinde oorlog had kunnen uitlopen, maar veel mensen krijgen
ook niet de kans om zo te leren omgaan met anderen?
Bénedicte:
Lothario, dat is deels waar, vooral echter een begoocheling, want nemen we
eenmaal aan dat mensen wreed zijn voor elkaar, dan ligt het voor de hand dat we
zelf ook wreed mogen zijn, soms zelf moeten, willen we ons succes en geluk
bereiken. Succes halen doet deugt, laten we daar geen doekjes om winden, zoals
het zalig is te leven in de zekerheid dat je niet weet wat je moet kiezen, uit
eten gaan bij een van onze vermaarde restaurants of gewoon zelf in de keuken
iets in elkaar te draaien en met anderen te delen. Gezellig? Ach, we gebruiken
vaak woorden, maar kunnen ons niet altijd onderdompelen in die zee van harmonie
en welbevinden. Zelfs dan, zoals mijn jonge, nieuwe, vriendin eens liet blijken -
volkomen ongewild, zich niet bewust van wat ze aanrichtte - kan dat gedoe van na-ijver
en afgunst de kop opsteken.
De
bom ontplofte toen de gasten vertrokken waren of naar hun logeerkamer waren
gegaan en we nog even met ons tweetjes in de tuin zaten en ze plots vond dat ik
wel veel aandacht had besteed aan een vriendin van jaren, je kent haar ook
Lothario, die geenszins met vrouwenliefde uitstaans heeft, enfin, ze is niet
alleen getrouwd, maar beleeft aan die liefde alles wat ze verlangt, zoals ze me
die avond vertelde. Maar toen ze aangekomen was, had ze laten blijken dat ze me
in de loop van de avond iets te melden had. Ik had een kwartier of wat
geluisterd en gepraat en we hadden afgespraak gemaakt om een paar dagen samen
te lunchen. Mijn vriendinnetje vond dat ik haar ontrouw was en dat nog eens
openlijk ook.
Nu
hou ik al niet van conversaties die over niets gaan en vooral veel wind
produceren al kan ik wel graag een mens te woord staan die veel esprit aan de
dag weet te leggen, grappig, onderhoudend... maar zo een lange avond, min of
meer voorzien, leent zich ook wel eens tot een meer diepgaand gesprek, zeker
met mensen die je al jaren kent en waardeert. Ik vond mijn jonge vriendin
arrogant, astrant, was niet geheel aangenaam verrast door die vlaag van
jaloezie, maar tegelijk denk ik, moet je ook de andere ruimte geven. Maar plots
werd ze boos, heel erg boos en dat had ik niet voorzien. Een uur later vertrok
ze met haar motor naar een hotel enkele km verder en berichtte me drie uur
later dat het haar speet, zo rond 6 uur in de ochtend. Ik zegde dat ik te voet
daarheen zou wandelen en hoopte haar tegemoet te zien komen. De reden van de
woede was uiteraard dat ze bang was en dat ze dacht recht te hebben op zoveel
geluk.
Lothario:
ja, zoals je eens vertelde over hoe je Goethe had begrepen. Weet je, Bénedicte,
ik heb al vaker van mensen gehoord hoe ze denken dat jij alleen denkt, niet
voelt, terwijl ik weet dat je tot meer bereid bent, maar dat je toch vindt dat
mensen elkaar ook dienen te steunen en dat je ook toch wel eens egoïst mag
zijn. Je zegt dan op seminaries, dat we wensen dat de ander voorspelbaar zou
zijn, terwijl niemand dat al voor zichzelf kan opbrengen. In Davos pleiten voor
zelfkennis en dat wie macht heeft voor de eigen karakterzwaktes oog moeten
hebben omdat we anders bedrijven en zelfs staten ten gronde kunnen richten, was
een staaltje waar de pers zich geen blijf mee wist. Toen een filosoof je hele
betoog belachelijk maakte in de krant, stelde je hem een publiek debat voor,
maar daar heeft hij voor bedankt. Toen hij daarna op televisie hetzelfde deed,
vroeg jij je af waarom jij niet werd uitgenodigd om je verhaal te doen, maar
daar was geen tijd voor gevonden.
Bénedicte:
intussen hebben we gezien hoe die filosoof door een doctorande beschuldigd is
geworden van grensoverschrijdend gedrag en aanmatigende houding tegenover haar
wetenschappelijk onderzoek. Je weet, ik vond het onderzoek te belangrijk om te
moeten zien dat ze zou afhaken. Ze zet nu haar onderzoek voort in mijn
onderzoeksgroep met middelen die komen van enkele vrienden zoals jij. Ik denk
dat ik er een eigen onderzoeksgroep van ga maken, buiten de universiteit, want
daar valt het allemaal toch maar op een koude steen.
Sommige
mensen pleiten voor diversiteit en willen tegelijk gelijkheid nastreven; zij
vergen van elkaar een blind intellectueel comformisme en willen tegelijk
origineel zijn, zo origineel dat ze niet meer weten wat ze werkelijk denken.
Hun strijd speelt zich af in een arena, waar met begrippen gegoocheld wordt en
elke transparantie zoek blijkt. Verwijzingen naar bronnen, naar andere literatuur
laten een information bias zien, die
stuitend wordt, maar vooral het aanzien van het denken in het gedrang brengt.
Gelukkig zijn er ook andere stemmen die menen dat Darwin alle verdienste
toekomt te hebben bloot gelegd hoe soorten ontstaan en zich ontwikkelen, maar
weten dat hijzelf voor de consequenties van de vaststellingen beducht was. Zij
bedienen zich, de evolutionair biologen, van dezelfde aanmatigende
interpretaties van Darwin als de sociaal-darwinsiten een eeuw geleden; zo
werken ze mee aan het cultiveren van de wreedheid.
Lothario:
Hoever sta je nu met je boek?
Bénedicte:
ik zou denken: ander onderwerp graag, maar je hebt gelijk, op een dag zal
ik die denkbeelden toch eens moeten bundelen en weten dat tal van recensenten
en wetenschappers me zullen afbranden. Wellicht zal het wel anderen aansporen
die gratuite aannames te gaan onderzoeken. We willen leven en inderdaad,
soorten en binnen de soorten exemplaren die zich het beste hebben aangepast aan
de omstandigheden, zullen overleven. Maar Darwin kon wel bevroeden hoe complex
het menselijke brein is, hij kende de theologische discussies over de
menselijke vrijheid beter dan wie ook en wilde zelf niet zomaar aanstichter
zijn van onheil door zijn denken publiek te maken zonder meer. Hij is ook met
terechte eer bedacht, maar bleef daar opvallend schuchter bij.
Jan
de Laender, intussen alweer een vergeten "Schöngeist" volgens sommige
collegae van hem dus, heeft over het denken van Darwin interessante bedenkingen
gebracht, net als hij het duistere van de mens heeft verkend, kwam ook tot de
(stuitende) conclusie dat in mensen een gelukkig vaak onaangeroerd reservoir
aan potentiële wreedheid schuilt. Ik heb onlangs nog een artikel gelezen van de
man en bedenk me dat het oh zo weinig weerklank heeft gekregen. Nu goed, zijn
bedenkingen over menselijke wreedheid laat wel zien dat we vooraf niet kunnen
voorspellen of we zelf wel wreed zullen handelen, dan wel wegkijken of
integendeel tegen het geweld en de wreedheid zullen ingaan. Je zou dus kunnen
stellen dat de onderzoeker geen resultaat haalde, maar het tegendeel kan ook
met argumenten betoogd worden, dat precies zijn onderzoek moet aantonen dat we
als mensen in het normale leven zelden tot extreme wreedheden komen dan wel overgaan omdat de omstandigheden zich niet aandienen. Voor wat IS en terreurstrijders
aangaat, zou men dus aan de hand van zijn werk leerzame conclusies kunnen
trekken, wat ook voor het deradicaliseringsprogramma functioneel zou kunnen blijken.
Maar vraag me nog niet wat dat betekenen zou.
Toch
denk ik dat Jan de Laender, als hij niet voortijdig was gestorven ook onderzoek
had kunnen aanvatten over wreedheid binnen de eigen kring, die niet altijd als
zodanig herkend wordt, omdat we het als ongelukkige daden beschouwen, niet als
onmenselijke wreedheid.
Lothario:
Ik denk wel vaak terug aan een discussie die we hadden aan zee, waar ook Jan de
Laender aanwezig bij was, en waar je net over die kwestie wilde nadenken:
waarom denken ondernemers en bedrijfsvoerders wel eens dat ze hard moeten zijn
voor hun personeel? Zou wreedheid hen echt beter doen presteren? Ik heb Jan de
Laender toen horen stellen dat je zo een bedrijf waar een impliciete cultuur
van wreedheid leeft, ook als een eenheid van de SS kan zien en dat de
wisselwerking tussen personeel en baas er aanleiding toe kan geven dat zij,
zoals Molotov, zelfs hun eigen vrouw zouden opofferen om zelf te overleven.
Ik
denk, na jaren in de HR consultant te zijn geweest, met enkele bescheiden
successen, dat een bedrijfsleider doorgaans denkt dat je hem of haar zal
steunen in een nog strakker en strikter bestuur, korte lijnen, voortdurende
controle en vooral hem of haar legitimeren om de bully uit te hangen. Slechts
als de vraag komt hoe de verhoudingen binnen een eenheid genormaliseerd kunnen
worden, merk ik dat zij hun eigen functioneren in vraag zijn gaan stellen.
"You 're fired". Ze hebben het zo vaak gezegd, met enig genoegen, dat
ze merken dat ze finaal de beste krachten hebben verjaagd en willen de
bedrijfscultuur veranderen. Maar als het alleen om exploitatieprocessen
wijzigen gaat, loopt het zo weer mis. Zo een bedrijfsleider durf ik wel eens
naar een psychiater sturen en dan blijkt dat deze mensen niet-pathologische
vormen van psychopatisch gedrag aan de dag leggen, maar dat ze nooit de
praktijken van hun collegae en zichzelf in vraag hebben gesteld. De macht zelf
blijkt de brandstof te zijn. Pas recent ben ik je andere punt van belang gaan
vinden, waarom komen die mensen er niet toe, als een personeelslid onderuit
gaat of zelfs suïcide pleegt zichzelf in vraag te stellen en zelfs geen begin
van schuldvragen stellen.
Bénedicte:
Beste Lothario, ik ben blij dat ik je eindelijk kon overtuigen de vragen in een
ander perspectief te bekijken: waarom vinden machtsmisbruikers dat ze zich
alleen maar vergist hebben, niet dat ze moreel in de fout zijn gegaan? In onze
cultuur is dat een onzinnige vraag, ik weet het, die vraag heeft alle zin
verloren aangezien we ervan uitgaan gerechtigd te zijn ons geluk na te streven,
met alle rationele middelen. Thomas Sedlacek, die ik leerde kende via een blog,
bracht me terug bij de les en bij mijn grootmoeder, die goed was voor haar
kinderen en kleinkinderen, die mensen in nood hielp, maar met haar personeel
alleen vanuit machtsverhoudingen kon denken. Ze was geen dr. Yekill en Mr. Hyde
en toch, de omstandigheden in de winkel en het atelier wist ze wel af te
scheiden van haar rol als echtgenote en moeder, tot verdriet van haar moeder en
van haar kroost.
Bij
haar overlijden was mijn moeder minder in tranen dan haar twee zussen. Haar broer was niet komen opdagen omdat de fax die we hem hadden gestuurd niet
was aangekomen. Pas na de begrafenis en een lastig telefonisch gesprek, was hij
op de hoogte geraakt. Het heeft hem pijn en de woede van de argwaan gekost om
te begrijpen dat zijn apparaat al drie dagen buiten werking was geweest, zonder
dat hij het had gemerkt. Hij kwam naar Gent, ging naar Campo Santo, waar ze bij
haar moeder en man begraven werd en vertelde daarna aan mijn moeder dat ze die
dubbelheid jegens hem aan de dag gaan leggen was toen ze gemerkt had dat hij
wel graag met de meisjes in de winkel over lingerie sprak, maar dat niet deed
als een man. Dat hoorde ik dan pas weer van hem en van mijn moeder, toen ik in Pacific
Palisades had verbleven. Begrijp je, hier zijn geen eeuwige wetten, geen
universele onontkoombare waarheden in geding. Dat geloof echter is wijd
verbreid en negeert, zoals wel vaker het belang van de omstandigheden: Ik ben
ik plus mijn omstandigheden. Dat stelde José Ortega y Gasset, maar de uitspraak
blijft duister tenzij men beseft dat het contingente er nu net toe doet. Over
die nieuwe president van de VS wil ik het nog wel eens hebben, maar van belang
is dat we onvoldoende nagaan hoe we met mensen en met onszelf omgaan. Ach, over
liefde wil ik het geenszins hebben, maar dat we ons niet betrokken voelen bij
personen die we zelf ernstig leed hebben aangedaan en tegelijk als eerste
opspringen om een of andere terreurdaad af te schilderen als de opperste vorm
van wreedheid, vind ik wreed.
Lothario:
Die gedachte kan ik delen, maar ik denk dat indien iemand nadat de daden van
Dutroux aan het licht waren gekomen, de schouders had opgehaald en gezegd had:
tjeetje, wat had je gewild, als iedereen op radio en televisie en in de omgang
zegt dat je recht hebt op genot en dat alle middelen geoorloofd zijn - voor
zover ze rationeel zouden zijn - om dat genot te bereiken, dat je recht hebt op
zoveel orgasmes in je leven en zoveel per jaar, maand, week, dan moet je toch
al gek zijn niet op zoek te gaan naar middelen om dat te doen; Dutroux was
extreem en hij nam meisjes in gijzeling, liet ze verhongeren, maar hij deed,
zeggen zo een mensen, wat hen ingefluisterd is geworden, wat eenieder
voortdurend gezegd wordt. We zijn tegenover onze medemensen als wolven, maar
tegelijk willen we zelf dat alles niet aan den lijve meemaken. Of moet het over
Max Stirner gaan, die "Der Einzige und seinen Eigentum", een boek dat
weinigen en kennen en zij die enige idee van hebben, willen het er liever niet
over hebben.
Benedicte:
Dat is ongeveer waarover ik loop na te denken, maar nu wordt het laat en ik wil
morgen nog een en ander doen. Je kent de weg in dit huis en je hebt je intussen
een eigen kamer weten te veroveren, maar goed, er is plaats genoeg. Denk niet
teveel aan de wreedheid en weet dat het leven ook goed en genadig kan zijn,
maar dan zullen we ons wel moeten oefenen in wat men het leven van een schone
ziel kan noemen, al vinden velen dat nu eens de puurste vorm van vrouwelijke
tederheid. Enfin, waarom het weer uitgerekend vrouwelijk zou moeten zijn, moet
ik nog onderzoeken. Maar wel aantrekkelijk vond ik dat Goethe in haar een
niet-piëtistisch aanvaarden van god en menselijkheid, zonder moraal of dogma
van buitenaf opgelegd zag, die toch vooral om mensen gaf, werkelijk gaf. Ik
weet niet of het werkelijk mogelijk is, maar als we iets aan het feit willen
doen dat de mens geacht wordt wreedheid van anderen jegens derden normaal te
vinden, dan zullen we ook die mogelijkheden best eens grondig onderzoeken. Nu,
Michel de Montaigne kan men ook als voorbeeld aandragen van iemand die probeert
de normale wreedheid des mensen in de samenleving verre van zich te houden,
maar wel te strijden tegen de intentionele wreedheid, die hij ongenadig wilde
aanpakken.
b
Art
Reacties
Een reactie posten