Wie ben ik? Ik en mijn omstandigheden
Reflectie
Ik ben ik en
mijn
omstandigheden
Iedereen
kent "de opstand der horden", maar wie heeft het gelezen en klopt het
wel dat het een cultuurpessimistische oefening moet heten? Via andere wegen
ontdekte ik dat José Ortega y Gasset wel eens een interessante visie kan hebben
ontwikkeld, al werd me nooit duidelijk wat het allemaal zou behelzen.
De
aanleiding voor deze reflectie? Het feit dat zoveel mensen graag gaan schelden
op God en Klein Pierke, zonder dat ze zich ervan hebben vergewist of ze over
voldoende feitenkennis beschikken. De echo van Nietzsche klinkt zo door: de
veel te velen maken het zichzelf en anderen zo moeilijk omdat ze voortdurend
staan te schreeuwen op marktplaatsen, de sociale media. Nu moet ik wel zeggen
dat lang niet iedereen zich inlaat met schreeuwen en vindt men wel eens
interessante inzichten op al die fora. Maar dat er geschreeuwd wordt, kan
niemand ontkennen.
Nu
ligt het voor de hand dat mensen boos zijn omdat ze zich niet goed in hun vel
voelen, maar klopt dat wel? Want zou het niet zo wezen dat mensen gewoon eens gaan
schreeuwen en schelden omdat ze zich in hun dagelijkse leven bij voorkeur
keurig gedragen en dan is schreeuwen over de borsten van een model echt wel
gemakkelijk en lekker hypocriet. Die borsten waren nauwelijks te zien, maar de
verpakking liet ze wel heel goed uitkomen en de snoeper vond dat ze net iets te
klein waren en dus begon hij het modehuis en het model uit te schelden. Het
lucht op, allicht, zoals Jan De Wilde zong.
Het
gaat, als we goed toekijken vaak om een oordeelsvermogen dat abstractie maakt
van de werkelijkheid en dus, ja, een gebrek aan bereidheid de werkelijkheid
zelf te zien. Mensen zijn woest op May en de conservatieven, waar ik me wel
iets bij kan voorstellen, omdat de regeringen van Cameron en May weliswaar
zwaar dienden te besparen, maar ze hebben er geen project van gemaakt, dat
uiteindelijk de staat de kans gaf zich te ontwikkelen tot een basis waarop
mensen hun eigen leven kunnen organiseren. De woede om de brandende toren kan
men begrijpen, maar te vrezen valt dat er na een juridisch afvinken van de
verantwoordelijken niemand echt in de beklaagdenbank zal terecht komen. Want
wie zal er echt verantwoordelijk zijn? Degene die de goedkope
isolatiematerialen liet bevestigen? Degene die weigerde watersproeiers te
installeren of de regering die kortte op de uitgaven voor sociale woningbouw?
Het
is maar een van de voorbeelden waar men zich boos kan blijven maken, maar de
verdeling van bevoegdheden maakt het moeilijk de verantwoordelijke aan te
duiden. In Franstalig België merkt nu een implosie van een politieke macht die
een eeuw of wat alle touwtjes in handen had en er niet in slaagde de dynamische
krachten in de samenleving hun ding te laten doen. Links en Rechts bereiken
namelijk doorgaans hetzelfde, ongeacht de ideologische verschillen: eens men
macht heeft wordt het zaak de samenleving te controleren en als er mooie dingen
gebeuren, dan vaak ondanks het beleid. Hier moet men wel de correctie
aanbrengen dat de overheid, in Vlaanderen meer dan in Wallonië allerlei taken
aan het werkveld over te hebben gelaten en zo kon het middenveld inzake
onderwijs, gezondheidszorg en levenskwaliteit veel bereiken. Maar het
middenveld hanteert de dode hand en dat betekent dat de opbouw van macht groter
werd dan nodig om het eigen sociale programma uit te voeren.
De
afgelopen jaren hoort men nog weinig over zelfbeschikking, behalve als het over
Abortus en Euthanasie gaat en dat zou toch moeten opvallen. Het tegendeel is
het geval, want we vinden het zo te zien normaal dat mensen de touwtjes in handen
van experten geven en zichzelf niet meer het hoofd hoeven te breken of ze wel
genoeg eten, drinken en of het gezond genoeg is. Waar ik en velen met mij
opgroeiden met de idee dat we graag moeten leven en vooral dat we het zelf vorm
mogen geven, gaat men vandaag te rade bij 1003 experten, die ons kunnen
vertellen hoe we dit of dat deelfacet goed kunnen organiseren, maar of er nog
enige samenhang in zit?
Daarom
is een gedachte van José Ortega y Gasset best het overwegen waard: Ik ben ik
plus mijn omstandigheden. Die omstandigheden, daar willen we graag komaf mee
maken, want we willen vrijheid begrijpen als een onafhankelijk zijn van de
omstandigheden die mijn/uw leven bepalen. Dat kan lange tijd goed gaan, maar
als er een scheur komt in het canvas, dan wordt het wel heel lastig. De
omstandigheden van persoonlijke aard willen we zeker niet erkennen en dat kan
gevaarlijke vormen aannemen of belachelijke. Je moet daarom niet nalaten een en
ander te doen omdat je er niet steengoed in bent, maar wel kan je dan enige
bescheidenheid aan de dag leggen.
Wat
die omstandigheden aangaat, sommige mensen hebben het echt niet onder de markt,
zijn blind, doof of gedeeltelijk verlamd. Dan zijn we onmiddellijk klaar, want
dat is erg. Andere mensen hebben eerder verborgen gebreken en toch weten zij
dat het leven hen niet alles cadeau zal doen. Toch verhindert dat niet gelukkig
te leven, met het besef dat het niet evident is. De hordemens van Ortega y
Gasset heeft niet vermogen gelukkig te zijn met de omstandigheden omdat hij of
zij meent dat de perfectie zoals die aangeprezen wordt nauwelijks goed genoeg
is. De vraag is of we het werkelijk kunnen realiseren, die perfectie en of die
werkelijk wenselijk is voor iedereen. Wie zichzelf en de eigen omstandigheden
voor lief neemt bevestigt namelijk de eigen individualiteit, wat het hordedier
niet kan opbrengen, ook al omdat dit vaak uitmondt in een afzien van
zelfkennis. Wie de discussies over de Brexit volgde, merkte dat de sprekers er
niet in slaagden de Britse werkelijkheid, een verloren imperium, een verloren
industriële glansperiode en een gebrekkig onderwijs voor een meerderheid van de
scholieren en studenten in kaart te brengen. Let wel, dit geldt zowel voor wie
de Brexit bepleitte als voor wie in de EU wilde blijven.
Dat
komt inderdaad omdat men weliswaar op BBC veel programma's over oude meubels,
tuinen en huizen maakt, maar nog nauwelijks aandacht besteedt aan bijvoorbeeld
de Fabian Society, die vanaf 1884 het Britse socialisme, dat reformistisch
wilde zijn, vorm gaf en zich boog over sociale vraagstukken. Ook de groep rond
Virginia Woolf, de Bloomsberry groep verdient om vele redenen aandacht, net als
het werk van intellectuelen als John Maynard Keynes, Aldous Huxley en tal van
anderen. Want zou in dit bestek niet passend zijn slechts enkele grote namen te
noemen en te denken daarmee de zaak afgehandeld te hebben. Ik moet overigens
vaststellen dat ik wel Burgess ken en George Bernard Shaw, Arthur Koestler en
uiteraard J.R.R. Tolkien, maar voor velen is dat geen intellectueel het
vermelden waard, terwijl de man als talenvirtuoos mij veel heeft bijgebracht
over taalverandering en een visie op geschiedenis, die weliswaar ongewoon, toch
het klassieke denken over menselijk handelen van vraagtekens voorzien heeft.
Nu,
zou het echt mogelijk zijn dat alles in het onderwijs aan de orde te laten
komen, dan is wat er nu in het Britse onderwijs centraal staat Christal
Pallace, WO I en WO II en verder... veel leegte. De overheid organiseert de
historische blindheid door op die manier kinderen jaar na jaar te vervelen,
zonder hen een uitgebreide historische kennis bij te brengen en ook hier hebben
links en rechts elkaar nauwelijks iets in de weg te leggen, maar het hordedier,
zoals Ortega y Gasset het beschrijft, blijkt nu net verstoken te zijn van
historische kennis en inzichten. Wat die kunnen opleveren en of het nuttig is,
moet niet ter zake doen, wel dat mensen begrijpen dat bijvoorbeeld het UK in
1976 beroep diende te doen op financiële ondersteuning van het IMF omdat de
hele begroting een zootje was en het land de verplichtingen niet meer kon
voldoen. Sinds het UK deel uitmaakt is het land wel degelijk opnieuw redelijk
welvarend en hebben mensen meer kansen op een goed leven, al blijven er velen
verstoken van echte kansen. Of zou men geen aandacht besteden aan de tijd van
Oliver Cromwell? Aan de Glorious Revolution en zovele andere kwesties meer kan
men wel degelijk veel opsteken over de Human Condition en hoe omstandigheden en
de plots verandering daarin mensen plots een onvoorstelbaar groot aantal kansen
geven kan. Helaas krijgen we al te vaak geschiedenis geserveerd vanuit een
ideologische invalshoek en dan nog zo dat u noch ik het merken, tenzij we goed
gaan toekijken wie ons iets vertellen wil. Soms kan ideologische bevlogenheid
ook wel weer interessant zijn, zoals het werk van Tony Judt laat zien. Feit is
dat die inzichten geen grote verspreiding kennen. Of zou Thomas More met zijn
Utopia al geanticipeerd hebben op het hordedier, door aan te geven dat in
Utopia de mensen geacht werden te studeren, zowel geschiedenis als filosofie.
Vandaag
zeggen filosofen wel eens dat er een soort gebruiksfilosofie voor dummy's
bestaat, waar de grote kwesties heel eenvoudig gepresenteerd worden. Deels
klopt dat, maar zijn die filosofen die zich te goed achten hun inzichten ook
buiten de muren van de universiteit als verhelderend licht te laten schijnen
dan niet zelf verantwoordelijk voor het feit dat mensen er geen moer van
begrijpen zouden. Want is het werkelijk zo, dat mensen zonder zich intens met
filosofie in te laten niet een eigen visie ontwikkelen kunnen, die men als wijs
en verstandig kan duiden? Ik denk dat dit wel degelijk het geval is en dat niet
elke 'gewone man" of dito vrouw ook echt zo gewoon zou wezen. Zij kennen
hun omstandigheden en weten wat hen goed kan doen of anderszins. Die wijsheid
is iets wat dezer dagen niet overal te vinden is, toch zeker niet bij mensen
die in de media komen. Mag men een kind verkiezen dat zelf doof zal zijn omdat
men zelf doof is? Zo kwam de vraag, maar blijkbaar had de persoon in deze
betrokken gezegd dat ze een kind met dat gen dat ook bij haar doofheid
veroorzaakt niet zou laten wegselecteren. Het gaat dus om bevruchting in vitro en
controle voor het inplanten, maar de ethische vraag roept vele vragen op. Als
zij nu zegt, het hoeft niet negatief geselecteerd te worden is dat iets anders
dan "bij voorkeur een doof kindje". Nu is het sowieso boeiend te zien
dat mensen met een kinderwens bij wie het niet op natuurlijke manier kan,
geholpen worden door een IVF-centrum. Dat men ook nog eens kan gaan selecteren
op bepaalde kenmerken, lijkt evenzeer een vooruitgang, maar hoe gaan we
selecteren, zonder ethisch in een moeilijk parket te geraken.
Natuurlijk,
men kan altijd menen dat elke verbetering aan het genoom een verbetering is en
dus maar moet, terwijl men niet eens weet hoe zo een persoon zal opgroeien.
Want de omstandigheden dragen bij aan de persoonlijkheidsontwikkeling. Dat ziet
men gemakkelijk over het hoofd als men ervan uitgaat dat het genoom
allesbepalend is en de omstandigheden nogal weinig wegen. Aan de andere kant,
bij analyses over het onderwijs ziet men dan weer dat de omstandigheden net
zeer veel gewicht krijgen en de achterstelling blijkt doorgaans het gevolg aan
de opleiding van de moeders, ook als die er alles aan doen om hun kinderen te
laten emanciperen. Maar erg veel steun krijgen ze daarbij niet, want men gaat
precies vaak uit van die omstandigheden om kinderen naar het beroepsonderwijs
te sturen, al kunnen ze beter. Denk nu maar niet dat al die ouders het daarmee
eens zijn, want er wordt aardig wat over gesteggeld, alleen halen die verhalen
de media niet.
Als
de omstandigheden van belang zijn, dan hoeft men, volgens José Ortega y Gasset
niet alles te zetten op het optimaliseren van die omstandigheden, maar juist
met die omstandigheden om te gaan. Want die omstandigheden zijn niet altijd
ideaal, maar hoeveel mensen hebben desondanks niet een goed leven gehad. Zo
ziet men ook dat men in het onderwijs meent dat de 21ste eeuw andere skills van
mensen zou vergen dan die welke gevergd werden toen de vorige eeuw jong was -
en in oorlog. Een complete misvatting, want men moet nog altijd kritisch en
autonoom leren denken, wil men niet door slaapwandelaars meegesleept worden.
Een misvatting ook dat men geen inzicht verwerven moet in talen, want het helpt
iets af te weten van zinsbouw, van syntaxis dus en hoe men woorden kan
aanpassen aan het gebruik in de zin.
Men
zegt mij dat het onderwijs te weinig bijdraagt aan de emancipatie van meisjes,
maar die doen het net beter dan jongens in het onderwijs, onder meer omdat ze
vaak volgzamer zijn en meer gedisciplineerd in het onderwijs. Het is maar de
vraag of het allemaal klopt, want ook meisjes kunnen rebels blijken en
anderzijds, jongens aanspreken op hun gebrek aan inzet, haalt wellicht niet
voldoende uit. Maar ja, zegt een lerares mij, de ouders vinden dat de lessen wiskunde
te moeilijk zijn. Ho maar. Wie kan dan nog een ernstig gesprek aangaan. Over
tien jaar zal dat mannetje wellicht denken dat hij terecht wiskunde
veronachtzaamd heeft, maar de methodes om wiskundige vraagstukken op te lossen,
zijn wellicht belangrijker dan het kennen van een of andere stelling. Dat maakt
er deel van uit. In elk geval, de omstandigheden zijn zo dat jongeren de indruk
krijgen dat het niet meer hoeft, de finesses onder de knie krijgen.
We
zijn ook wat de omstandigheden met zich meebrengen en dus is het van belang dat
men jongeren de kans geeft zich te ontplooien, maar ook te ontdekken waarin hij
of zij goed is. De uitspraak van José Ortega y Gasset leidt er ook toe dat we
ons niet verschuilen achter omstandigheden, er geen excuses in zoeken, maar wel
erkennen dat de omstandigheden waren en zijn wat ze geweest zijn en ons gevormd
hebben. Doen alsof we niet met omstandigheden af te rekenen hebben of er
dankbaar om mogen zijn, maakt onze oriëntatie precair en twijfelachtig.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten