Alva, De IJzeren Hertog



Recensie


Fernando Alvarez de Toledo,
Hertog van Alva



Bijschrift toevoegen
Henry Kamen. Alva, een biografie. Oorspronkelijke titel: The Duke of Alba. Nederlandse vertaling Mireille Vroege. Houtekiet 2004, 271 pp. prijs: niet meer verkrijgbaar. aangewezen: 19,95 €

Uit de geschiedenislessen op school onthouden we dat Alva de Raad van Beroerten instelde en de financiering van zijn leger verzekerde met de Tiende Penning, wat bestuurlijk goed gezien was, ook voor de burgers, want zo zouden er minder plunderingen en oproeren van onbetaalde huurlingen plaats hebben. Maar Alva overtrad de bestaande rechten van de Staten en de Staten-Generaal die hun rechten  inzake belastingheffingen niet lieten fnuiken.  Wat Alva deed in de Nederlanden kwam neer op het negeren van alle gebruikelijke verhoudingen tussen de Soeverein, Filips II en de Nederlanden. Een biografie van de generaal lezen, lijkt dan ook maar een kleine moeite. Veel werken over de man en zijn werken bestaan er nu eenmaal niet. Bovendien, hoe kan men proberen een evenwichtig beeld te brengen van een man die al in zijn tijd en zeker door zijn ingrijpen in de Nederlanden, in Vlaanderen als uitzonderlijk, zelfs onnodig wreed te boek stond.

Over Alva, zegt men mij, moet men zoveel niet weten, want hij was een wrede tiran, terwijl hij vooral in naam van de keizer en vooral de koning, Filips II handelde, in Vlaanderen, Napels en Portugal, waar hij overleden is. Het is niet zo dat Alva hier zomaar aangeland is en dat hij louter in opdracht handelde. Alva was in Spanje een van de Rijksgroten en had een stevig netwerk aan het hof en in de raderen van de macht. Hij werd geboren in de juiste familie, was nauw verbonden met de hoge Castiliaanse adel en kwam al vroeg aan het hof van Keizer Karel.

Alva, Ferdinand Alvarez de Toledo y Pimentel, hertog van Alva en hof houdend in Alva de Tormes, werd in 1507 geboren in Piedrahita in Avila en zou de grote generaal worden die Spanje heeft gehad. Meestal waren de militaire bewindvoerders over de Spaanse legers mensen uit Italië, Alva zelf voerde wel oorlog, maar zocht niet zozeer militaire roem, wel efficiënte uit- en aanvallen die de tegenstander uit het lood sloegen. Henry Kamen legt er doorheen het boek de nadruk op dat Alva in bestuurszaken vaker dan nodig simpele machtspolitiek promootte, eerder dan compromis en vergelijk na te streven. Met zijn grootvader reisde hij in het gevolg van de keizer in 1520 naar Engeland, naar Vlaanderen en Duitsland en leerde er zijn talen, vooral het Duits. Binnen het gevolg van de Keizer vormde de omgeving van Fadrique Alvarez de Toledo zelf een hofhouding op zich en bracht hij met zijn interesse voor de Vlaamse kunst de jonge Fernando het nodige aan cultuur bij.

Wij kennen de man vooral als gouwdegen in de Nederlanden, waarbij men er graag een zootje van maakt: het noorden bleef langer katholiek dan het zuiden, Vlaanderen en Brabant, waar het Calvinisme grote aantrekkingskracht uitoefende in bestuurlijke kringen. Echter, ook in Vlaanderen en Brabant was de religie voor de elite niet de hoofdzaak, maar de bestuurlijke inbreuken vanwege Alva en vanwege Koning Filips. Goed om weten is echter dat toen Ferdinand naar Vlaanderen kwam met zijn grootvader en de keizer had hij kennis gemaakt met de hoge Nederlandse adel, zoals Willem van Oranje, met Egmont en Horne, met Momtmorency, Montigny, kortom, de families die in Mechelen en Brussel de dienst uitmaakten. Met Egmont zou Alva nog als krijgsbroeder een aantal oorlogen voeren. Wie zich enigszins met de gebeurtenissen in de Nederlanden inleest, merkt hoe de escalatie van het geweld tijdens de ambtsperiode van de generaal zich pas aan het einde van de periode voordeed, hoewel Alva algauw twee maatregelen nam, de oprichting van de Raad van Beroerten en het invoeren van de 10de penning als nieuwe belasting bleek men in de Nederlanden de confrontatie niet te zoeken.

Nu schrijft de auteur niet zo heel veel over de Beeldenstorm, terwijl over de betekenis ervan wel gespeculeerd kan worden en de invloed niet onderschat, maar het was het werk dat voor regeringsverantwoordelijken gemakkelijk als crimineel weggezet kon worden. De hele discussie over de politiek in Vlaanderen - de Nederlanden - was voor de koning een zwaar wegende kwestie. Had de keizer nog nagedacht over het loslaten van de Bourgondische landen, dan was het wel een toponderdeel gebleven van het koninkrijk. De moeilijkheid voor de keizer, meer nog voor zijn zoon de koning was de wijze waarop de landelijke elite in de Nederlanden deel kon blijven hebben aan het bestuur en dat niet langer aan "vreemdelingen" als Granvelle, die uit Franche Comté kwam, de hoogste ambten werden toebedeeld. Nu is het historisch opvallend dat vele vorsten in de Nederlanden, in Europa, kozen voor clerici om hoge ambten te bekleden, want behalve het feit dat ze zelf geen dynastieke plannen konden koestern - als deel van netwerken waren ze fundamenteel deel van het kluwen van intriges. Behoorde Granvelle tot de kring van Alva, dan was de plaats van Granvelle in Brussel voor Alva ook een steunpunt om zijn macht vast te houden. Aan de top stond evenwel de halfzus van de koning, Margaretha van Parma, oftewel van Oostenrijk, buitenechtelijke dochter van Karel V, die een uiterst verzorgde opvoeding die bij de stand van haar vader hoorde - bastaarden werden door hoge adellijke families meestal snel in de familie opgenomen. Ook Alva had in zijn gevolg zo een bastaardzoon die hem vooral bijstond als het over bureaucratische en diplomatieke aangelegenheden ging. Fadrique, de erfgenaam zou het met zijn huwelijken zichzelf en zijn vader lastig maken, ook na de oorlog die Fadrique en de hertog in de Nederlanden hadden gevoerd.

De benadering van leven en werken van de hertog van Alva laat toe goed te zien hoe voor onze gewesten de handelingen desastreus moeten geweest zijn. De handelsconnecties en politieke structuren werden door de aanpak onderuit gehaald  en de militaire optie hen door Alva opgedrongen noopte het land en de leiders, die er sinds generaties hun rol vervulden, tot het werven van huursoldaten en joeg hen op hoge kosten. De terechtstellingen van figuren als Egmont en Horne, naast vele andere was voor het weefsel van ambtelijke en militaire adel nefast, maar ook de burgers voelden het aan den lijve, met dank aan de raad van Beroerten terwijl de functionarissen niet langer vertrouwd werden. Door zijn (simpele) soldatenlogica verergerde de situatie zeker van 1570 af omdat de Prins van Oranje wel moest optreden om de belangen van de adel te verdedigen; Willem was echter niet zozeer gebeten door religieuze rancune als wel verbeten omdat Alva de facto de oude voorrechten en het gewoonterecht aan zijn laars lapte. Had de prins in 1555 nog van nabij de troonsafstand in Brussel door de keizer geassisteerd, dan verloor hij door de politiek van Alva zijn aanspraken op titels en functies.

In het verhaal van de Spaanse Gouden eeuw speelde de familie Toledo een belangwekkende rol, ook al omdat zoveel van de leden in verschillende geledingen van het bestuur in Castillië, Napels en Sicilië, de vloten en uiteraard de landlegers. Filips II kreeg te maken met een grote rivaliteit tussen deze familie, Alva dus en de familie Eboli die tot en met de betrekkingen met de pausen hun invloed lieten voelen, terwijl de koning vaak de twee grote clans tegen elkaar uitspeelde en tegelijk het beste van twee werelden wist te verzoenen. Al 30 jaar geleden drong het tot een breder publiek door dat Filips II weliswaar geen groots koning was, maar dat de propaganda tegen hem, niet enkel in de Nederlanden maar ook daarbuiten wel heel ongenadig was geweest. De keuze voor Alva als landvoogd om hem naar de Nederlanden te sturen en hem quasi de vrije hand te geven, had hij niet geheel in eigen hand, omdat bijvoorbeeld de houding van de adel in de Nederlanden, met meervoudige bezoeken aan Madrid en andere plaatsen waar het hof zetelde,  om vooral de zaken van de elite te vrijwaren. Toch wilde men  een tolerant beleid voeren inzake religie, wat in Madrid op verdeeldheid werd onthaald. Dat vond Alva onvoorstelbaar en hij maande de koning aan de religieuze politiek net aan te scherpen, terwijl in Vlaanderen de aanhang van Lutherse en Calvinistische christenen niet in te perken bleek.

Toen Alva langs de bekende Spaanse Weg, van Marseille tot Franche Comté en zo naar de Nederlanden met 10.000 man soldaten Brussel bereikte, had hij de ontstekingsmechanismen van een grote opstand op scherp gesteld. Elke vorm van compromis werd afgewezen terwijl een koning, zo vonden de redacteuren van het Plakkaat van Verlatinghe, waarin door de griffier en jurist van de Staten-Generaal Jan van Asseliers het principe van het recht op opstand wanneer de vorst weigert de vrijheden van de staten waarover hij gesteld is te respecteren, had ingeroepen, juist aan die rechten gebonden was. Dat Plakkaat kwam er in 1581, maar was een gevolg van de harde repressie en de militaire aanpak door Alva. Henry Kamen laat overtuigend zien dat de generaal zijn leven lang afstand hield van politici en er alleen maar grote minachting voor had. Evenzeer, zo blijkt, vond de nogal arrogante man dat hij niet naar nonsens van onbevoegden hoefde te luisteren. Dat hij voormalige wapenbroeders liet aanhouden en terechtstellen, Egmont en Hoorne zorgde in Europa voor consternatie en liet aan propagandisten van de Vlaamse Zaak - tegenover Filips II - veel ruimte om Castilië en de koning, maar vooral Alva een uiterst negatieve reputatie te bezorgen.

Voor zover ik het kan overzien, hebben we, sprekend of schrijvend over Alva zelden voor ogen hoe elders in Europa de godsdienstige politiek van vorsten en de bereidheid van Calvinisten en Lutheranen, Wederdopers de situatie op scherp zette. In Frankrijk beleefde men in 1572 in de nacht van 23 op 24 augustus de zogenaamde Bartholomeusnacht, waarin te Parijs tot 2000 protestantse edelen door katholieken over de kling werden gejaagd - in verschillende golven zouden daarna buiten Parijs nog 5000, soms gewaagd men van meer dan 20.000 Hugenoten die afgeslacht werden. In het Keizerrijk was men tot een consensus gekomen dat accepteren dat men geen overeenstemming over religie kon bereiken beter was dan bittere oorlog en hanteerde men het principe dat de prins bepaalde wat de religie in zijn vorstendom zou zijn. In 1618 zou die politiek ook falen... Iemand als Willem van Oranje die in Dillenburg een familie-erfgoed en veilig onderkomen had, was lang onwillig zich religieus te bekennen tot het protestantisme. Alva was de mening toegedaan, zo blijkt uit deze biografie dat zwakheid afgestraft wordt en dat zowel de institutionele situatie van de Nederlanden, waar de koning niet altijd veel in de pap te brokken had - al helemaal niet over belastingen - als de religieuze scheurmakers een welverdiende les dienden te krijgen.

Het gevolg kennen we, menen we te kennen, maar de wijze waarop Fadrique van Alva, de zoon in Zuthphen, Naarden en Haarlem te werk zijn gegaan, met massamoorden, terechtstellingen zonder rechtszitting of hoe men het noemen wilde, maakte het voor de Nederlandse Staten en Staten-Generaal - tot 1585 hadden Vlaanderen en Brabant er een grote stem in het kapittel, duidelijk dat ze van de Spaanse kroon geen herziening van het beleid dienden te verwachten. De escalatie van de strijd was een ramp voor de bevolking in de Nederlanden het opgebouwde vermogen zou snel naar het Noorden vertrekken, waar de katholieken lang in de meerderheid waren in de vroedschappen van steden als Amsterdam en Rotterdam. Men kan dus alleen maar vaststellen dat de Spaanse kroon en Alva, vooral die laatste alleen maar een politiek en militair doel voor ogen hadden, terwijl er met Margareta van Parma nog kans was op een vreedzaam vergelijk. De geschiedenis schrijven op basis van "Wat als..." heeft zeker in het geval van Alva en diens drijven in de Nederlanden en in Madrid weinig zin.

Vergeten we gemakkelijk hoe bloedig de godsdienstoorlogen in Frankrijk verliepen, waar religie en politieke macht evenzeer verweven waren als in de Nederlanden, dan moeten we Alva wel begrijpen als hij stelt dat de politiek van Spanje te zeer op de Turkse aanvallen op Italië, Spanje en de Westelijke Middellandse zeekusten gericht waren, terwijl het gevaar voor verlies aan macht en invloed als gevolg van de godsdiensttroebelen in de Nederlanden en Duitsland, Frankrijk ook, minstens zo bedreigend waren. Overigens, hoe de hoven in Europa ondanks persisterende wederzijdse irritatie met elkaar verbonden waren, blijkt uit een visite van Alva aan de Franse koningin-Moeder, Catherina de Medicis in Bayonne, 1565, die de tolerantie als instrument hanteerde om de verdere verslechtering van de situatie tegen te gaan, terwijl Alva tegen alle tolerantie in wenste te gaan. Wellicht, zo lezen we, had Alva, die behalve een veldheer ook wel meer dan behoorlijk geschoold was, geen gevoel voor religieuze vrijheid en vrijheid van geweten. Hij stond zelf aan de top van een krachtige clan binnen het koninkrijk en bij een laatste gesprek met Filips, net voor zijn dood in 1582 kon hij nog stellen dat hij weliswaar vaak tegen de wensen en inzichten van de koning was ingegaan, maar altijd ten dienste van de koning zijn bezwaren had ingeslikt als het op handelen aankwam.

Het nadeel van een biografie blijft altijd, zegt men, dat men maar een partij en stem leert kennen, terwijl Henry Kamen nu net de verschillende pionnen, lopers en torens op het schaakbord, op de schaakborden beschrijft en toelicht. Ook de eindeloze briefwisseling van de hertog komt uitgebreid aan bod, wat gezien de afstanden die deze vorsten en prinsen te overbruggen hadden, wel van belang was in het diplomatieke en politieke gebeuren van die tijd. We zien het hof van Filips II functioneren, al komen uiteraard vooral gebeurtenissen aan de orde die van direct belang voor de Hertog waren, maar net omwille van diens positie als hoofd van een uitgebreide familie met leden in alle geledingen van bestuur, leger en vloten, was er weinig dat hem niet aanbelangde.

  Het zou moeilijk zijn, zo lezen we in de slotbeschouwingen, van Alva een fraaier portret te schetsen dan wat de auteur ons te bieden heeft, want hij was wie hij was en was in een aantal opzichten zeker succesvol, machtig en ondanks zijn arrogantie ook betrouwbaar. Maar wellicht heeft zijn politiek in de Nederlanden en de wreedheden van de Raad van Beroerten, die een 12.000 dossiers werden geopend en 1000 mensen de doodstraf kregen, op enkele jaren tijd, van 1566 tot 1573 en waar vooral veel mensen verbannen werden en have en goed verloren wegens verbeurdverklaring,  niet enkel voor de Nederlanden gevolgen gehad. De harde hand in een politiek zeer ontwikkeld gebied, zo laat ook Henry Kamen verstaan had niet enkel voor Vlaanderen - in de ruimste en toenmalige betekenis - funeste gevolgen, ook voor de Spaanse koning zelf was door zijn optreden de hoop vervlogen op een vreedzame regeling van de kwesties die al enkele jaren door de adel, vorstendommen en steden werden opgeworpen. Vergeten we toch maar niet dat toen Alva voor het eerst naar de Nederlanden kwam, met zijn grootvader en de Keizer Brugge nog behoorlijk welvarend was en Antwerpen als een economische tijger uit de sloffen schoot. Toen in 1582 Alva stierf, was Antwerpen nog altijd een machtige stad, maar de sluiting van de Schelde, na 1585 zou de stad fnuiken als economisch centrum. De economische migratie van 200.000 Vlamingen en Brabanders naar Holland en Zeeland zorgde voor een stevige aderlating in het Zuiden, zoveel is zeker en vooral geschoolde lieden konden in Holland, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, maar ook in kleinere steden snel carrière maken. Vooral de handel zou van 1598 van Holland en de Republiek een succesverhaal maken, waar ook weer mensen uit het Zuiden mee de kennis en de vaardigheden hebben aangedragen.

Wat Alva vernietigde, was evenwel niet helemaal verloren, wat men er naderhand ook van heeft willen maken. De zeventiende eeuw, was de ongelukseeuw, heet het. In 1565 - 1566 hield Filips II voortdurend overleg over de zaken in Vlaanderen en in een beroemde instructie 'uit het bos van Segovia (Valsain) - gaf hij Margareta, zijn halfzus opdracht tot een hardere politiek en tegen religieuze tolerantie. Een Augustijner monnik speelde in die besluitvorming een belangwekkende rol, Lorenzo de Villavicencio een opvallende rol. Ook de figuur van Granvelle en diens broer kunnen we niet onvermeld laten, maar het zou de recensie overbelasten, zodat er zich nog wel stof aandient voor een reflectie over politiek in de Nederlanden ten tijde van Filips II.

Deze biografie vond ik zoveel jaar geleden in een goede boekhandel in Brugge, Raaklijn. Ik heb het toen gelezen, met aandacht en enige verwondering. Het viel op dat Knack noch de Standaard toen enige interesse hadden voor een biografie over deze toch epochemakende figuur. De afgelopen weken heb ik dit boek opnieuw doorgenomen en ben ik tot het inzicht gekomen dat we ons ook wel eens over minder befaamde figuren in de geschiedenis moeten buigen. Henry Kamen bevestigt het beeld, uiteraard, maar hij laat ook zien hoe Alva in de positie kwam dat hij kon aanrichten wat hij heeft aangericht in de Nederlanden, Portugal en indirect in Italië. Zoals Granvelle, pas kabinetschef in Madrid voor Filips I het schreef:

"Hij (Alva) was een groot man, maar ik zou willen dat hij nooit een voet in de Nederlanden had gezet."

Wij kunnen daar niet veel aan veranderen, het is geschiedenis. Wel kan het ons opmerkzaam maken voor lieden die ervan overtuigd zijn dat ze het best geplaatst zijn om zaken te regelen, zonder een inspanning te doen de tegenstander als tegenpartij te zien en niet als uitschot.

Bart Haers






  



Reacties

Populaire posts