Slechte tijden van alle tijden?
Dezer
Dagen
Geen rampspoed groot genoeg
over verval en afgang
Natuurlijk
kan men de aanslagen zoals in Barcelona, Nice, Londen, Brussel, Parijs en
Berlijn... niet negeren. Een uit de hand gelopen religie of een extreme vorm
van utopisch denken? Maar het fascineert ons wel, dat mensen zover willen gaan.
Zou dat alles epochemakend zijn, dan wel de globalisering van het economisch
systeem of de eenmaking van Europa?
Wie
zal ooit onze tijd en onze leefomgeving beschrijven als een tijd van melk en
honig? Het lijkt erop dat we in een tijd zouden leven van rampspoed, angst en onzekerheid. Zouden?
Voor velen is het duidelijk, want hoe zit het ook weer met de zo geprezen
waarden van onze cultuur, van de Verlichting? Staan die niet onvoorstelbaar
onder druk? Ik denk dat we die waarden te absoluut stellen en menen dat we
kunnen volstaan met ze te benoemen, want over de inhoud spreken, dat vergt
nogal wat. Bedenken we hoe we stilzwijgend het woord broederschap vervangen
hebben door het begrip solidariteit, terwijl beide termen semantisch toch niet
zo gemakkelijk met elkaar te verbinden vallen. Ik weet het wel, solidariteit
betekent dat we het leed van onze medemensen ernstig nemen en dat we vinden dat
de staat voor de minderbedeelden moet zorgen. Maar broederschap impliceert een
directe verbondenheid tussen mensen. Dan klopt het wel dat dit niet zo
eenvoudig te realiseren valt, want onze samenleving bestaat niet meer uit een
aantal clans die onderling en intern met elkaar verweven zijn. In de plaats
kwam de anonieme maatschappij, al duurde het wel enkele eeuwen voor we van de
clanstructuur zijn afgeraakt.
In
deze speelt ook de mobiliteit een belangwekkende rol, al is het niet duidelijk,
denk ik, hoe mensen zich bewogen in het landschap, zelfs niet ten tijde van het
Romeinse Rijk en bepaalde regio's dankzij een gunstig klimaat welvarend werden,
in het Noorden van Gallië floreerde de productie van varkensvlees... en toch
zien we niet goed hoe dat bijvoorbeeld demografisch uitpakte en wat vervolgens
de gevolgen waren voor de bereidheid van mensen om erop uit te trekken en
nieuwe nederzettingen uit te bouwen. De beruchte overstromingen van de kustvlakten,
Duinkerke I, II, III en IV, die bij nader onderzoek niet helemaal de toets van
de kritiek bleken te doorstaan, hadden als globaal fenomeen van verschuiven van
kustlijnen wel hun invloed op de bewoning. De omvang voor de transgressies werd
op basis van bodemonderzoek gerelativeerd, om niet te zeggen dat het proces
minder dramatisch zou verlopen zijn. Daar staat tegenover dat men vanaf de 11de
eeuw ernstig begonnen zou zijn de kustvlaktes in te polderen en nieuw land te
vormen, wat dan weer een gunstige invloed
gehad heeft op de bewoning van diezelfde kustvlakte. Het komt er dus op aan
goede aanwijzingen te hebben om te begrijpen hoe de bewoning van bepaalde
gebieden tot stand kwam. Maar alles wel beschouwd vormt dit volgens de
spraakmakende gemeente geen stof meer voor een documentaire of voor uitgebreide
aandacht in de geschreven pers.
Volgens
klimaatonderzoekers moet in 1315 een periode van opeenvolgende misoogsten
begonnen zijn als gevolg van langdurige zware regenval die aanhield tot 1317,
waardoor de voedselvoorziening in het gedrang kwam. In 1345 - 1348 kwam dan de
al te bekende pestepidemie, die in delen van Europa grote ravages aanrichtte.
Steden raakten ontvolkt, al is dat bijvoorbeeld voor het Rijnland, Lombardije
of Vlaanderen en Brabant niet direct duidelijk, althans het wordt niet zo gauw
vermeld in overzichtwerken. Niettemin, dat een epidemie als die van de jaren
1347 - 1350 grote invloed moet hebben
gehad, kan men moeilijk negeren, alleen, in die periode woedde ook de
Honderdjarige oorlog - die in verschillende fases van oorlogvoering en
relatieve vrede te verkavelen valt. We hebben voor wat Europa over de Rijn
aangaat ook niet altijd over betrouwbare bevolkingsregisters - dat fenomeen nam
in West-Vlaanderen een officiële aanvang voor rekening van de wereldlijke
overheid met het Eeuwig Edict van 1611[i] Maar
oorlogen zijn ook altijd beperkte volksverhuizingen en tot de Napoleontische
tijd betekent oorlog voor de getroffen gebieden vaak een voortdurend
brandschatten. De Dertigjarige oorlog heeft in het strijdgebied, Mecklenburg,
Vorpommern en Brandenburg grote gevolgen gehad, met ontvolking en verlaten van
het cultuurland als opvallende fenomenen. Ook de natuur kan parten spelen, maar
nog eens, we denken alles te weten over het middeleeuwse landschap, maar wie de
geschiedenis van het Schelde-estuarium bekijkt, merkt al gauw dat het niet
helemaal vanzelfsprekend was.
Conclusies
uit deze summiere schets? Dat we zelden goed zicht hebben op de rampspoed die
we in het verleden aantreffen. Met getallen en data proberen we ons een beeld
te vormen van wat er zich moet afgespeeld hebben, bijvoorbeeld op demografisch
terrein, maar dan nog zien we niet de molens verschijnen, de houtwallen tussen
velden en wat al niet meer. Ik herinner me nog dat we een stuk van Caesar
dienden te lezen en dat de leraar, een jezuïet uitlegde hoe de veldheer bij het
veroveren van het gebied van de Eburonen en andere stammen die we als Belgae
leerden kennen, gehinderd werd door hagen in de velden. Dia's van het Engelse
platteland en van oud cultuurlandschap, het land van Waas bijvoorbeeld, moesten
er ons attent op maken dat hier een uitgebreid landbouwareaal verondersteld
moest worden. Tegelijk schilderde Caesar die Nerviërs en zo af als barbaren,
die leefden van de jacht en de visvangst. Ik vond dat nog nogal
contradictorisch en kreeg vervolgens van de leraar geschiedenis een paar dagen
later uitleg over die voorstelling van zaken. Hij gaf me wel een paar artikelen over de
kwestie om het probleem beter te kunnen vatten[ii].
Nu
hebben we internet, Wikipedia en andere instrumenten, maar het probleem dat ik
toen had, blijft hetzelfde. Bovendien was mijn kennis van andere talen ook nog
eens beperkt. Later, tijdens mijn studie geschiedenis heb ik die kwestie
grondig behandeld gezien, waarbij steeds duidelijker werd dat een negeren van
de complexiteit van een situatie, of het nu ging om het lezen van epigrafische
bronnen uit Como dan wel een verhaal
over een moord in een Brugse grafelijke kerk, Sint-Donaas, telkens viel op dat
het resumeren van de bron veel liet verloren gaan. Oh ja, die oude Belgen
leefden van de landbouw, gebruikten ijzeren ploegen en jaagden of visten om hun
menu aan te vullen.
Bij
de lectuur van de opstellen van Jo Tollebeek viel het me wel op dat de man zich
in zijn opstellen over historiografie niet over detailstudies buigt, maar
vooral de grote syntheses onder de loep nam. De academische geschiedschrijving,
meldt hij ook en op goede grond, zou in de loop van de negentiende en
twintigste eeuw getuigen van toenemende acribie, wat echter bij het
wedersamenstellen van de context voor verlies zorgde. Zo kon de ene historicus
aan de hand van bronnen betogen dat de invloed van de kerk in de cultuur en
samenleving tussen de zesde en twaalfde eeuw in West-Europa slechts geleidelijk
toenam en dat de idee van een "Heidens middeleeuwen" niet minder
valabel was dan die van de "Christelijke middeleeuwen". Het is en
blijft wonderlijk dat we in het debat de implicaties van het begrip
"Heidense Middeleeuwen" in het publieke debat zelden uitgespeld
hebben gezien. Want als de kerk, kerken pas in de negentiende eeuw een grote
invloed kregen op de eigen gemeente, maar niet meer volledig konden samenvallen
met een samenleving of gemeenschap - in dorpen en parochies kon dit wel, op
grotere schaal niet meer - dan was dat omdat de indoctrinatie beter werkte.
Indoctrinatie?
Het hangt ervan af hoe men het bekijkt, maar tot het concilie van Trente
vaststelde dat de priesters beter opgeleid dienden te worden, beter ook
gecontroleerd op hun werkzaamheid, was een parochiepaap vaak aangewezen op een
beperkte kennis en op compromissen met de omgeving. Hoewel al in 1215, met het
Concilie van Lateranen (IV) deze problematiek was vastgesteld, kon een baccalaureus van de universiteit van
Leuven, een theologisch geschoold iemand nog in 1648 grote sier maken en zijn
celibaat grondig vergeten. Er werd een dossier geopend, de man ging op de
vlucht, naar Sluis, verleidde nog een non, maar hij wilde "niets dat
leeft". Was hij het type van de lapzwans, die gebruik en misbruikte maakte
van zijn ambt, of waren de beschuldigingen overtrokken en was er sprake van
wederzijdse instemming. Mensen blijven natuurlijk menselijk en de leer woog
voor sommigen te zwaar. In de negentiende en vroege Twintigste eeuw, zo begreep
ook Gerard Walschap, eerst in de roman "Adelaïde", kon de geestelijke
begeleiding van een frisse, gehuwde vrouw tot onheil leiden, omdat men haar
'huwelijksgeluk' verweet, omdat er niets gekomen was dat leefde, allicht. In
zijn bekende pamflet "Salut et Merci" (1955), legt hij uit hoe hij
met de geloofswaarheden niet meer kon leven en de waarden maar hypocriet vond. Maar
zijn afvallen van het geloof was dan al lang en breed afgerond tot zijn eigen
zielenrust.
Men
kan elke tijd en de middeleeuwen, maar ook dus de jaren dertig van de twintigste
eeuw als donkere tijden voorstellen, waar het licht van de ratio en het inzicht
minder zou hebben gestraald. De middeleeuwen duren te lang, men kent de hoogte-
en dieptepunten - beide zijn talrijk - en de geestelijke ontplooiing van die
lange era, zodat het wat vreemd is dat men de periode onder een noemer vatten
wil. Vaak hanteren we bewust een idee van zelfoverschatting: kijk eens hoe goed
wij het doen.
Bekijkt
men het interbellum, met de vele politieke peripetieën, dan valt het op dat
naast Hitler en Mussolini ook Stalin aan de macht was over en deel van Europa,
dat in Frankrijk een Volksfrontregering onder Léon Blum aantrad en dat in
verschillende landen nadat het ergste van de grote depressie was uitgezweet
betaald verlof werd ingevoerd en/of uitgebreid. Ik weet niet hoe mijn vader die
jaren beleefd heeft noch wat mijn grootouders ervan dachten. Op foto's bij de
KSA en op het boerenerf ziet hij er redelijk welgesteld uit, net als de rest
van de familie en ook mijn grootouders langs moeders zijde zagen er zelfs trots
uit, met hun eigen zaak in den Haan. We weten nooit wat vroegere generaties
concreet hebben beleefd van de grote geschiedenis. De oorlog sloeg overal diepe
wonden, verplichtte mensen tot keuzes, maar hoe of dat voor hen alleen maar ellende
betekende, is onduidelijk.
Het
boekje van Inge Scholl over haar broer en zus, Hans en Sofie Scholl en leden
van de groep De Witte Roos, die hun vreedzame verzet dienden te betalen met een
terechtstelling, na een schijnproces, laat ook zien dat de jonge Scholl, broer
en zus enige tijd diep in het nazisme, c.q. de Hitlerjeugd en de Bund Deutscher
Mädel hun plaats dachten te hebben gevonden, maar te eigengereid bleken en
uiteindelijk de club werden gezet. Hans Scholl werd in die periode ook
meegenomen door een katholiek reveil, dat zich op bijbellezing richtte. Voor
ons zou dat een droogpruim zijn. Maar na zijn diensttijd bij Stalingrad, als
arts in opleiding, wilde hij niet langer toekijken, net zo min als de anderen.
Joachim
Fest maakte zelfs geen deel van de HJ uit, omdat zijn vader in 1936 weigerde
lid te worden en zo zijn ambt als directeur van een gymnasium - toen een zeer
gewaardeerde en geziene functie - verloor. We kunnen natuurlijk niet op tegen
de vaststelling dat velen maar al te bereid waren mee te gaan met het regime,
uit overtuiging of opportunisme.
Natuurlijk
waren er mensen die bezorgd keken naar de gebeurtenissen in Italië, Oostenrijk,
Duitsland... Frankrijk en het UK, want dat de machtsgreep van Hitler en
Mussolini, de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland, na een lang proces van
destabilisering van de instellingen en de samenleving voor hoogspanning konden
zorgen, weten we ex post factum, maar hoe onvoorbereid Frankrijk en het UK
militair en politiek waren, blijkt bijvoorbeeld uit het merkwaardige verhaal
dat Churchill in 1940 met gelijkstemden in Frankrijk probeerde de politieke en
militaire macht van beide landen te versterken door een Unie te vormen - die er niet gekomen is. De
gebeurtenissen in mei en juni 1940 blijven te vaak gericht op het militaire
gebeuren, terwijl de keuzes van mensen als Paul Renaud en Winston Churchill
vooral als biografisch bekeken worden... alsof die geen grote maatschappelijke
betekenis zouden gehad hebben.
Wellicht
hebben we het lastig historische hoogte- of dieptepunten te zien in het kader
van grote verhalen, waarbij de situatie nu centraal staat, zonder oog te hebben
voor wat er zich maatschappelijk kan hebben voorgedaan. De bezetting van de
Ruhr door Frankrijk en België wordt door wel eens afgedaan als een fait divers,
maar in die periode probeerden Hitler en Ludendorff in München wel de macht te
verwerven. Dat mislukte, maar de grote stakingen in de Ruhr, gesteund door de
regering en door de staalbaronnen, droegen wel bij tot de bekende desastreuze
inflatie, die de Duitsers lang hebben genoopt een omzichtig financieel beheer
te voeren van de munt. De Grote Depressie van 1929 en volgende jaren maakte het
voor Duitsland moeilijk de herwonnen economische groei verder te zetten en de
toenemende werkeloosheid verergerde de politieke stabiliteit. Hitler werd min of
meer door objectieve bondgenoten in de zetel van de kanselier gemanoeuvreerd,
waarbij hij en zijn medestanders zich klaar maakten om de geboden macht ook
werkelijk te grijpen. Een van de mensen die Hitler achtervolgen liet was
burgemeester van Keulen en na de oorlog de eerste Kanselier van de nieuwe
Federale Republiek Duitsland, Konrad Adenauer. Hij werd door de Nazi's een paar
keer vervolgd en gevangen gezet maar hij zou dat alles overleven.
In
de krant viel te lezen:
Slechte
tijden zijn van alle tijden. In 1936
domineerden Mussolini en Hitler Europa, vadertje Stalin hield moedertje Rusland
onder de knoet en in de VS dreef de recessie miljoenen werklozen naar de
soepbedeling.
(DSL vrijdag 18 augustus 2018: interessant
artikel over een roman van Sinclair Lewis)
Nu, in 1936 was in Spanje en in Frankrijk het
Volksfront, linkse regeringen, aan de macht, al hielden die niet lang stand. De
crisis in de VS was door FDR, Franklin Delano Roosevelt met relatief succes
getemperd en de grootste ellende was terug, zoals ook bleek uit de
herverkiezing van Roosevelt. Wie hoorde ooit van Alf Landon, die toen de
verkiezingen verloor, ook door eigen afwezigheid in de campagne? Opgemerkt moet
worden dat in 1945 de economie in de VS sterk gegroeid was en dat die dus al
voor de oorlog een aanvang had genomen en de algemene welvaart ook toenam. John
Steinbeck reed met Charley door de VS in 1962 en liet de enorme veranderingen
in de Amerikaanse samenleving zien, maar ook, dunkt mij, hoe de samenleving
veranderen en mensen voor zichzelf geloven dat ze krek dezelfde zijn gebleven. Het
beeld van Steinbeck, heb ik altijd gevonden sinds ik het boek las, oogt minder
grimmig en verontrustend dan wat hij schreef in "De druiven van
gramschap". "Grapes of wrath", dat net in de periode van de Dust
Bowl - enerzijds het gevolg van langjarige droogte, anderzijds van een
grootschalige toepassing van mechanische landbouw, met grote, die gravende
ploegen, getrokken door krachtige tractoren - vorm kreeg, een ecologische ramp die de
Amerikaanse Midwest heeft getroffen tijdens de jaren 1930.
Onze
pogingen tijdvakken en epoches te vatten zijn vaak onbeholpen, maar vaker
misleidend omdat we alleen bepaalde argumenten en data in aanmerking nemen. De
VS zijn wat ze zijn, zou men kunnen zeggen, maar misschien gaat het om nog iets
anders, we merken pas achteraf, na de feiten wat er gaande is geweest. Natuurlijk
zal men de periode die we kennen als het Interbellum geen tijd van welvaart
noemen, want zelfs landen die niet bij de oorlog betrokken waren geweest hadden
af te rekenen met de gevolgen, zoals het uitvallen van Duitsland als motor van
de economie. De verhoudingen waren voor alle politici nieuw en men wist zich met
economische ontwikkelingen geen raad. De bemoeienissen van Walter Rathenau? De
politiek van Gustav Stresemann? Juist, het zijn vergeten details, maar die wel
mee de geschiedenis hebben gemaakt. Stresemann werkte samen met generaal Erich
Ludendorff die zich na zijn terugkeer uit Zweden zou verzetten tegen de uitvoering
van Versailles terwijl Stresemann die regelingen - getemperd door het verdrag
van Locarno in 1925 - wel voorstond. Voor ons land betekende Locarno ook het
einde van een weinig overzichtelijke politieke situatie. Feit is ook in het
geval van België een eenduidige benadering weinig verheldering brengt. Slechte
tijden zijn van alle tijden? Goede tijden even vaak. Niet iedereen beleeft zijn
of haar tijd op dezelfde wijze en met hetzelfde welbevinden.
Bart
Haers
[i]
Eeuwig edict, uitgevaardigd door Albrecht en Isabella, op voorstel van de
Geheime Raad, die er al sinds 1595 een aanvang mee hadden genomen en een poging
vormde gewoonterecht en positief recht beter op elkaar af te stemmen.
artikel XX.
Ende
gelijcker dickwils overcommen difficulteyten om te bethoonen den ouderdom, tydt
van houwelijck, ende doot van de persoonen, t'zy om promotie totte geestelijcke
orden, versieninghe van beneficiën, oft weerlijcke officiën, restitutiën in
integrum, ende andere ghelijcke saecken, hebben gheordineert ende ordineren by
desen aende schepenen ende andere wethouders, zoo wel van de steden als dorpen,
dat zy jaerlijcx lichten het dobbel gheautentiqueert tegen de registers van de
doopselen, houwelycken ende begraefenissen, die yeder pastoor der voorseyde
plaetsen zal ghehouden hebben van de ghene die geduerende t'voorseyde jaer in
zijn prochie zullen geschiet zijn, de welcke den voorseyden pastoor zal
ghehouden wesen hen te gheven, ende zullen zy daer van goede getrouwe
bewaernisse doen doen in heure archiven, willende daerenboven dat de wethouders
van de dorpen doen maecken een tweede dobbel van de voorseyde registeren, ende
t'zelve seynden inde greffie van de steden, bailliuwagiën, casselryen,
gouvernanciën ende andere hooghe bancken van hun ressort, om aldaer bewaerdt te
worden. Alles op arbitraele pene jegens de ghene die in ghebreke zullen blyven,
ordinerende voirts dat aende voorseyde registeren ende dobbele van dyen gants
ende gheheelijck worde gelooff ghegeven, zonder dat van noode zy aen partyen
eenigen voorderen thoon te doene.
[ii]
De
kwestie blijft ook nu boeiend en er verschijnen wel boeken en stukken over,
maar het blijft altijd een zoektocht. De Vlaamse overheid doet wel inspanningen
om het landschap archeologisch in kaart te brengen en rapporten kunnen ook ons
wel een paar aanwijzingen geven. https://onderzoeksbalans.onroerenderfgoed.be/book/export/html/2411
Reacties
Een reactie posten