Slechte tijden van alle tijden?


Dezer Dagen


Geen rampspoed groot genoeg
over verval en afgang


Zelfs tijdens de oorlog (WO I)en tijden van
oorlog kon Adenauer zowel plannen maken
vooor nieuwe Rijnbruggen in de stad en
kon na WO I met de Britse bezettingstroepen
samenwerken. Na WO II vonden de Britten
die Keulen in hun bezettingszone hadden,
vertrouwden hem niet. Toch zou Adenauer de
Britten overtroeven en Bondskanselier worden,
maar ook dienden ze bij aanvang van de Koude
Oorlog op Duitsland, het Westen te vertrouwen...
Raak er maar eens wijs uit. 
Natuurlijk kan men de aanslagen zoals in Barcelona, Nice, Londen, Brussel, Parijs en Berlijn... niet negeren. Een uit de hand gelopen religie of een extreme vorm van utopisch denken? Maar het fascineert ons wel, dat mensen zover willen gaan. Zou dat alles epochemakend zijn, dan wel de globalisering van het economisch systeem of de eenmaking van Europa?

Wie zal ooit onze tijd en onze leefomgeving beschrijven als een tijd van melk en honig? Het lijkt erop dat we in een tijd zouden leven van rampspoed, angst en onzekerheid. Zouden? Voor velen is het duidelijk, want hoe zit het ook weer met de zo geprezen waarden van onze cultuur, van de Verlichting? Staan die niet onvoorstelbaar onder druk? Ik denk dat we die waarden te absoluut stellen en menen dat we kunnen volstaan met ze te benoemen, want over de inhoud spreken, dat vergt nogal wat. Bedenken we hoe we stilzwijgend het woord broederschap vervangen hebben door het begrip solidariteit, terwijl beide termen semantisch toch niet zo gemakkelijk met elkaar te verbinden vallen. Ik weet het wel, solidariteit betekent dat we het leed van onze medemensen ernstig nemen en dat we vinden dat de staat voor de minderbedeelden moet zorgen. Maar broederschap impliceert een directe verbondenheid tussen mensen. Dan klopt het wel dat dit niet zo eenvoudig te realiseren valt, want onze samenleving bestaat niet meer uit een aantal clans die onderling en intern met elkaar verweven zijn. In de plaats kwam de anonieme maatschappij, al duurde het wel enkele eeuwen voor we van de clanstructuur zijn afgeraakt.

In deze speelt ook de mobiliteit een belangwekkende rol, al is het niet duidelijk, denk ik, hoe mensen zich bewogen in het landschap, zelfs niet ten tijde van het Romeinse Rijk en bepaalde regio's dankzij een gunstig klimaat welvarend werden, in het Noorden van Gallië floreerde de productie van varkensvlees... en toch zien we niet goed hoe dat bijvoorbeeld demografisch uitpakte en wat vervolgens de gevolgen waren voor de bereidheid van mensen om erop uit te trekken en nieuwe nederzettingen uit te bouwen. De beruchte overstromingen van de kustvlakten, Duinkerke I, II, III en IV, die bij nader onderzoek niet helemaal de toets van de kritiek bleken te doorstaan, hadden als globaal fenomeen van verschuiven van kustlijnen wel hun invloed op de bewoning. De omvang voor de transgressies werd op basis van bodemonderzoek gerelativeerd, om niet te zeggen dat het proces minder dramatisch zou verlopen zijn. Daar staat tegenover dat men vanaf de 11de eeuw ernstig begonnen zou zijn de kustvlaktes in te polderen en nieuw land te vormen, wat dan weer een gunstige invloed gehad heeft op de bewoning van diezelfde kustvlakte. Het komt er dus op aan goede aanwijzingen te hebben om te begrijpen hoe de bewoning van bepaalde gebieden tot stand kwam. Maar alles wel beschouwd vormt dit volgens de spraakmakende gemeente geen stof meer voor een documentaire of voor uitgebreide aandacht in de geschreven pers.

Volgens klimaatonderzoekers moet in 1315 een periode van opeenvolgende misoogsten begonnen zijn als gevolg van langdurige zware regenval die aanhield tot 1317, waardoor de voedselvoorziening in het gedrang kwam. In 1345 - 1348 kwam dan de al te bekende pestepidemie, die in delen van Europa grote ravages aanrichtte. Steden raakten ontvolkt, al is dat bijvoorbeeld voor het Rijnland, Lombardije of Vlaanderen en Brabant niet direct duidelijk, althans het wordt niet zo gauw vermeld in overzichtwerken. Niettemin, dat een epidemie als die van de jaren 1347 - 1350  grote invloed moet hebben gehad, kan men moeilijk negeren, alleen, in die periode woedde ook de Honderdjarige oorlog - die in verschillende fases van oorlogvoering en relatieve vrede te verkavelen valt. We hebben voor wat Europa over de Rijn aangaat ook niet altijd over betrouwbare bevolkingsregisters - dat fenomeen nam in West-Vlaanderen een officiële aanvang voor rekening van de wereldlijke overheid met het Eeuwig Edict van 1611[i] Maar oorlogen zijn ook altijd beperkte volksverhuizingen en tot de Napoleontische tijd betekent oorlog voor de getroffen gebieden vaak een voortdurend brandschatten. De Dertigjarige oorlog heeft in het strijdgebied, Mecklenburg, Vorpommern en Brandenburg grote gevolgen gehad, met ontvolking en verlaten van het cultuurland als opvallende fenomenen. Ook de natuur kan parten spelen, maar nog eens, we denken alles te weten over het middeleeuwse landschap, maar wie de geschiedenis van het Schelde-estuarium bekijkt, merkt al gauw dat het niet helemaal vanzelfsprekend was.

Conclusies uit deze summiere schets? Dat we zelden goed zicht hebben op de rampspoed die we in het verleden aantreffen. Met getallen en data proberen we ons een beeld te vormen van wat er zich moet afgespeeld hebben, bijvoorbeeld op demografisch terrein, maar dan nog zien we niet de molens verschijnen, de houtwallen tussen velden en wat al niet meer. Ik herinner me nog dat we een stuk van Caesar dienden te lezen en dat de leraar, een jezuïet uitlegde hoe de veldheer bij het veroveren van het gebied van de Eburonen en andere stammen die we als Belgae leerden kennen, gehinderd werd door hagen in de velden. Dia's van het Engelse platteland en van oud cultuurlandschap, het land van Waas bijvoorbeeld, moesten er ons attent op maken dat hier een uitgebreid landbouwareaal verondersteld moest worden. Tegelijk schilderde Caesar die Nerviërs en zo af als barbaren, die leefden van de jacht en de visvangst. Ik vond dat nog nogal contradictorisch en kreeg vervolgens van de leraar geschiedenis een paar dagen later uitleg over die voorstelling van zaken.  Hij gaf me wel een paar artikelen over de kwestie om het probleem beter te kunnen vatten[ii].

Nu hebben we internet, Wikipedia en andere instrumenten, maar het probleem dat ik toen had, blijft hetzelfde. Bovendien was mijn kennis van andere talen ook nog eens beperkt. Later, tijdens mijn studie geschiedenis heb ik die kwestie grondig behandeld gezien, waarbij steeds duidelijker werd dat een negeren van de complexiteit van een situatie, of het nu ging om het lezen van epigrafische bronnen uit Como dan wel een  verhaal over een moord in een Brugse grafelijke kerk, Sint-Donaas, telkens viel op dat het resumeren van de bron veel liet verloren gaan. Oh ja, die oude Belgen leefden van de landbouw, gebruikten ijzeren ploegen en jaagden of visten om hun menu aan te vullen.

Bij de lectuur van de opstellen van Jo Tollebeek viel het me wel op dat de man zich in zijn opstellen over historiografie niet over detailstudies buigt, maar vooral de grote syntheses onder de loep nam. De academische geschiedschrijving, meldt hij ook en op goede grond, zou in de loop van de negentiende en twintigste eeuw getuigen van toenemende acribie, wat echter bij het wedersamenstellen van de context voor verlies zorgde. Zo kon de ene historicus aan de hand van bronnen betogen dat de invloed van de kerk in de cultuur en samenleving tussen de zesde en twaalfde eeuw in West-Europa slechts geleidelijk toenam en dat de idee van een "Heidens middeleeuwen" niet minder valabel was dan die van de "Christelijke middeleeuwen". Het is en blijft wonderlijk dat we in het debat de implicaties van het begrip "Heidense Middeleeuwen" in het publieke debat zelden uitgespeld hebben gezien. Want als de kerk, kerken pas in de negentiende eeuw een grote invloed kregen op de eigen gemeente, maar niet meer volledig konden samenvallen met een samenleving of gemeenschap - in dorpen en parochies kon dit wel, op grotere schaal niet meer - dan was dat omdat de indoctrinatie beter werkte.

Indoctrinatie? Het hangt ervan af hoe men het bekijkt, maar tot het concilie van Trente vaststelde dat de priesters beter opgeleid dienden te worden, beter ook gecontroleerd op hun werkzaamheid, was een parochiepaap vaak aangewezen op een beperkte kennis en op compromissen met de omgeving. Hoewel al in 1215, met het Concilie van Lateranen (IV) deze problematiek was vastgesteld, kon  een baccalaureus van de universiteit van Leuven, een theologisch geschoold iemand nog in 1648 grote sier maken en zijn celibaat grondig vergeten. Er werd een dossier geopend, de man ging op de vlucht, naar Sluis, verleidde nog een non, maar hij wilde "niets dat leeft". Was hij het type van de lapzwans, die gebruik en misbruikte maakte van zijn ambt, of waren de beschuldigingen overtrokken en was er sprake van wederzijdse instemming. Mensen blijven natuurlijk menselijk en de leer woog voor sommigen te zwaar. In de negentiende en vroege Twintigste eeuw, zo begreep ook Gerard Walschap, eerst in de roman "Adelaïde", kon de geestelijke begeleiding van een frisse, gehuwde vrouw tot onheil leiden, omdat men haar 'huwelijksgeluk' verweet, omdat er niets gekomen was dat leefde, allicht. In zijn bekende pamflet "Salut et Merci" (1955), legt hij uit hoe hij met de geloofswaarheden niet meer kon leven en de waarden maar hypocriet vond. Maar zijn afvallen van het geloof was dan al lang en breed afgerond tot zijn eigen zielenrust.

Men kan elke tijd en de middeleeuwen, maar ook dus de jaren dertig van de twintigste eeuw als donkere tijden voorstellen, waar het licht van de ratio en het inzicht minder zou hebben gestraald. De middeleeuwen duren te lang, men kent de hoogte- en dieptepunten - beide zijn talrijk - en de geestelijke ontplooiing van die lange era, zodat het wat vreemd is dat men de periode onder een noemer vatten wil. Vaak hanteren we bewust een idee van zelfoverschatting: kijk eens hoe goed wij het doen.

Bekijkt men het interbellum, met de vele politieke peripetieën, dan valt het op dat naast Hitler en Mussolini ook Stalin aan de macht was over en deel van Europa, dat in Frankrijk een Volksfrontregering onder Léon Blum aantrad en dat in verschillende landen nadat het ergste van de grote depressie was uitgezweet betaald verlof werd ingevoerd en/of uitgebreid. Ik weet niet hoe mijn vader die jaren beleefd heeft noch wat mijn grootouders ervan dachten. Op foto's bij de KSA en op het boerenerf ziet hij er redelijk welgesteld uit, net als de rest van de familie en ook mijn grootouders langs moeders zijde zagen er zelfs trots uit, met hun eigen zaak in den Haan. We weten nooit wat vroegere generaties concreet hebben beleefd van de grote geschiedenis. De oorlog sloeg overal diepe wonden, verplichtte mensen tot keuzes, maar hoe of dat voor hen alleen maar ellende betekende, is onduidelijk.

Het boekje van Inge Scholl over haar broer en zus, Hans en Sofie Scholl en leden van de groep De Witte Roos, die hun vreedzame verzet dienden te betalen met een terechtstelling, na een schijnproces, laat ook zien dat de jonge Scholl, broer en zus enige tijd diep in het nazisme, c.q. de Hitlerjeugd en de Bund Deutscher Mädel hun plaats dachten te hebben gevonden, maar te eigengereid bleken en uiteindelijk de club werden gezet. Hans Scholl werd in die periode ook meegenomen door een katholiek reveil, dat zich op bijbellezing richtte. Voor ons zou dat een droogpruim zijn. Maar na zijn diensttijd bij Stalingrad, als arts in opleiding, wilde hij niet langer toekijken, net zo min als de anderen.

Joachim Fest maakte zelfs geen deel van de HJ uit, omdat zijn vader in 1936 weigerde lid te worden en zo zijn ambt als directeur van een gymnasium - toen een zeer gewaardeerde en geziene functie - verloor. We kunnen natuurlijk niet op tegen de vaststelling dat velen maar al te bereid waren mee te gaan met het regime, uit overtuiging of opportunisme.

Natuurlijk waren er mensen die bezorgd keken naar de gebeurtenissen in Italië, Oostenrijk, Duitsland... Frankrijk en het UK, want dat de machtsgreep van Hitler en Mussolini, de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland, na een lang proces van destabilisering van de instellingen en de samenleving voor hoogspanning konden zorgen, weten we ex post factum, maar hoe onvoorbereid Frankrijk en het UK militair en politiek waren, blijkt bijvoorbeeld uit het merkwaardige verhaal dat Churchill in 1940 met gelijkstemden in Frankrijk probeerde de politieke en militaire macht van beide landen te versterken door een Unie  te vormen - die er niet gekomen is. De gebeurtenissen in mei en juni 1940 blijven te vaak gericht op het militaire gebeuren, terwijl de keuzes van mensen als Paul Renaud en Winston Churchill vooral als biografisch bekeken worden... alsof die geen grote maatschappelijke betekenis zouden gehad hebben.
                                                                                                          
Wellicht hebben we het lastig historische hoogte- of dieptepunten te zien in het kader van grote verhalen, waarbij de situatie nu centraal staat, zonder oog te hebben voor wat er zich maatschappelijk kan hebben voorgedaan. De bezetting van de Ruhr door Frankrijk en België wordt door wel eens afgedaan als een fait divers, maar in die periode probeerden Hitler en Ludendorff in München wel de macht te verwerven. Dat mislukte, maar de grote stakingen in de Ruhr, gesteund door de regering en door de staalbaronnen, droegen wel bij tot de bekende desastreuze inflatie, die de Duitsers lang hebben genoopt een omzichtig financieel beheer te voeren van de munt. De Grote Depressie van 1929 en volgende jaren maakte het voor Duitsland moeilijk de herwonnen economische groei verder te zetten en de toenemende werkeloosheid verergerde de politieke stabiliteit. Hitler werd min of meer door objectieve bondgenoten in de zetel van de kanselier gemanoeuvreerd, waarbij hij en zijn medestanders zich klaar maakten om de geboden macht ook werkelijk te grijpen. Een van de mensen die Hitler achtervolgen liet was burgemeester van Keulen en na de oorlog de eerste Kanselier van de nieuwe Federale Republiek Duitsland, Konrad Adenauer. Hij werd door de Nazi's een paar keer vervolgd en gevangen gezet maar hij zou dat alles overleven.

In de krant viel te lezen:

Slechte tijden zijn van alle tijden.  In 1936 domineerden Mussolini en Hitler Europa, vadertje Stalin hield moedertje Rusland onder de knoet en in de VS dreef de recessie miljoenen werklozen naar de soepbedeling.
(DSL vrijdag 18 augustus 2018: interessant artikel over een roman van Sinclair Lewis)

 Nu, in 1936 was in Spanje en in Frankrijk het Volksfront, linkse regeringen, aan de macht, al hielden die niet lang stand. De crisis in de VS was door FDR, Franklin Delano Roosevelt met relatief succes getemperd en de grootste ellende was terug, zoals ook bleek uit de herverkiezing van Roosevelt. Wie hoorde ooit van Alf Landon, die toen de verkiezingen verloor, ook door eigen afwezigheid in de campagne? Opgemerkt moet worden dat in 1945 de economie in de VS sterk gegroeid was en dat die dus al voor de oorlog een aanvang had genomen en de algemene welvaart ook toenam. John Steinbeck reed met Charley door de VS in 1962 en liet de enorme veranderingen in de Amerikaanse samenleving zien, maar ook, dunkt mij, hoe de samenleving veranderen en mensen voor zichzelf geloven dat ze krek dezelfde zijn gebleven. Het beeld van Steinbeck, heb ik altijd gevonden sinds ik het boek las, oogt minder grimmig en verontrustend dan wat hij schreef in "De druiven van gramschap". "Grapes of wrath", dat net in de periode van de Dust Bowl - enerzijds het gevolg van langjarige droogte, anderzijds van een grootschalige toepassing van mechanische landbouw, met grote, die gravende ploegen, getrokken door krachtige tractoren -  vorm kreeg, een ecologische ramp die de Amerikaanse Midwest heeft getroffen tijdens de jaren 1930.

Onze pogingen tijdvakken en epoches te vatten zijn vaak onbeholpen, maar vaker misleidend omdat we alleen bepaalde argumenten en data in aanmerking nemen. De VS zijn wat ze zijn, zou men kunnen zeggen, maar misschien gaat het om nog iets anders, we merken pas achteraf, na de feiten wat er gaande is geweest. Natuurlijk zal men de periode die we kennen als het Interbellum geen tijd van welvaart noemen, want zelfs landen die niet bij de oorlog betrokken waren geweest hadden af te rekenen met de gevolgen, zoals het uitvallen van Duitsland als motor van de economie. De verhoudingen waren voor alle politici nieuw en men wist zich met economische ontwikkelingen geen raad. De bemoeienissen van Walter Rathenau? De politiek van Gustav Stresemann? Juist, het zijn vergeten details, maar die wel mee de geschiedenis hebben gemaakt. Stresemann werkte samen met generaal Erich Ludendorff die zich na zijn terugkeer uit Zweden zou verzetten tegen de uitvoering van Versailles terwijl Stresemann die regelingen - getemperd door het verdrag van Locarno in 1925 - wel voorstond. Voor ons land betekende Locarno ook het einde van een weinig overzichtelijke politieke situatie. Feit is ook in het geval van België een eenduidige benadering weinig verheldering brengt. Slechte tijden zijn van alle tijden? Goede tijden even vaak. Niet iedereen beleeft zijn of haar tijd op dezelfde wijze en met hetzelfde welbevinden.

Bart Haers   









[i] Eeuwig edict, uitgevaardigd door Albrecht en Isabella, op voorstel van de Geheime Raad, die er al sinds 1595 een aanvang mee hadden genomen en een poging vormde gewoonterecht en positief recht beter op elkaar af te stemmen.

artikel XX.
Ende gelijcker dickwils overcommen difficulteyten om te bethoonen den ouderdom, tydt van houwelijck, ende doot van de persoonen, t'zy om promotie totte geestelijcke orden, versieninghe van beneficiën, oft weerlijcke officiën, restitutiën in integrum, ende andere ghelijcke saecken, hebben gheordineert ende ordineren by desen aende schepenen ende andere wethouders, zoo wel van de steden als dorpen, dat zy jaerlijcx lichten het dobbel gheautentiqueert tegen de registers van de doopselen, houwelycken ende begraefenissen, die yeder pastoor der voorseyde plaetsen zal ghehouden hebben van de ghene die geduerende t'voorseyde jaer in zijn prochie zullen geschiet zijn, de welcke den voorseyden pastoor zal ghehouden wesen hen te gheven, ende zullen zy daer van goede getrouwe bewaernisse doen doen in heure archiven, willende daerenboven dat de wethouders van de dorpen doen maecken een tweede dobbel van de voorseyde registeren, ende t'zelve seynden inde greffie van de steden, bailliuwagiën, casselryen, gouvernanciën ende andere hooghe bancken van hun ressort, om aldaer bewaerdt te worden. Alles op arbitraele pene jegens de ghene die in ghebreke zullen blyven, ordinerende voirts dat aende voorseyde registeren ende dobbele van dyen gants ende gheheelijck worde gelooff ghegeven, zonder dat van noode zy aen partyen eenigen voorderen thoon te doene.

[ii] De kwestie blijft ook nu boeiend en er verschijnen wel boeken en stukken over, maar het blijft altijd een zoektocht. De Vlaamse overheid doet wel inspanningen om het landschap archeologisch in kaart te brengen en rapporten kunnen ook ons wel een paar aanwijzingen geven. https://onderzoeksbalans.onroerenderfgoed.be/book/export/html/2411

Reacties

Populaire posts