Heel Vlaanderen steunt Catalonië. Werkelijk?
Reflectie
Wettelijkheid, legitimiteit en de Catalaanse projectie
Madrid
versus “Het Catalaanse Volk”? Het valt op dat men nogal gemakkelijk spreekt
over wat “De Catalaan” zou willen, terwijl de bevolking van Catalonië lang niet
zo homogeen is als men zou willen. En dan zijn er nog historische referenties,
zoals 1714, toen Catalonië volgens de spraakmakende stemmen ingelijfd werd bij
Spanje. Tegelijk zien we dat Catalonië het voorstelt alsof Rajoy niet de
regeringsleider is, maar een opvolger van Franco. Men zegt dat Madrid, de
Spaanse regering niet handelt binnen de legitimiteit en de rechtsstaat zou
verkrachten. Ho maar, zo klinkt het wel erg straf. Kan men echter in dit Europa
van 2017 beweren dat de Spaanse instituties niet beantwoorden aan de
grondslagen van een democratische rechtsstaat? Wie handelt hier legitiem? De
stem van burgers die in Catalonië wonen, maar niet van afscheiding willen
weten, werd nauwelijks gehoord.
Laten
we duidelijk zijn, we verdedigen het recht op opstand, dat is immers de
grondslag van de Opstand in de Nederlanden en het Plakkaat van Verlating,
waarmee de Spaanse Koning van zijn zeggenschap over de Nederlanden vervallen
werd verklaard. In Catalonië verwijst men wel eens naar die opstand, maar er
zijn fundamentele verschillen, onder meer omdat er intussen bijna 500 jaar
overheen is gegaan. Regeringen dienen de vrijheden van alle burgers te bewaken
en minderheden mogen niet op grond van het meerderheidsbeginsel van rechten
gespeend te blijven. Dit is een complexe materie en het is aan rechters, niet
aan politici om na te gaan of daar inbreuken tegen begaan worden door
overheden.
In
1714 eindigde de Spaanse Successieoorlog, na de bekrachtiging van de Vrede van
Utrecht en werd een Bourbon koning van Spanje, maar die kon geen koning meer
worden in Frankrijk. Het was een complexe compromisvrede, waarbij
onder meer Menorca, een eiland van de Balearen aan Engeland toeviel, net als
Gibraltar. Het lot van Catalonië kan men dus niet als bijzonder voorstellen.
Van “verdrukking” kan men in de termen van toen niet spreken. Bedenk dat
intussen in Vlaanderen en Brabant een opstand smeulde, omdat Keizer Karel VI en
zijn bestuur de belastingen wilden verhogen en ook in Brussel werden de
privilegies van de ambachten aangetast. Frans Anneessens zou in 1719 terecht
gesteld worden. Van opstand en onderdrukking gesproken.
De
referenties aan Franco zijn even doldwaas als de eeuwige “reductio ad Hitlerum”,
waarbij alles en iedereen gelinkt wordt aan posities in de beruchte jaren 1930.
Men kan overigens de Burgeroorlog, van 1936 tot 1939 niet zien als een inbreuk
op een constitutioneel kader, want Spanje verkeerde sinds 1815, toen Wellington
een einde had gemaakt aan de Franse bezetting door Napoleontische troepen, in
een permanente sfeer van crisis, met enkele uitzonderlijke momenten, toen
begaafde politici erin slaagden de rust te herstellen en de modernisering van
Spanje op de sporen te zetten. Maar figuren als Primo de Rivera slaagden er
niet in blijvende legitimiteit te verwerven, mensen als Miguel de Unanumo verzetten
zich zowel tegen de volksfrontregering als tegen de militaire leiders, Franco
op kop.
De
Spaanse geschiedenis tijdens het Interbellum is op zijn best gewelddadig en
onoverzichtelijk te noemen, waarbij niemand bereid bleek de rede te laten
zegevieren, laat staan een begin van een compromis te vinden. Het ging om
gewelddaden en om een zeer hard discours. De wettelijkheid en
grondwettelijkheid werd genegeerd.
Het
statuut van Catalonië van 2006 werd niet geheel afgewezen, twee elementen
werden wel ongrondwettelijk geacht door het hooggerechtshof, de bilaterale verhouding
tussen Madrid, de centrale regering en Catalonië en het instellen van een eigen
justitieel apparaat en recht. Hoe dat statuut tot stand gekomen is, wordt
zelden besproken net zo min als het feit dat de legitimiteit van het Spaanse
gerecht ernstig wordt genomen. Men kan zich vragen stellen over het discours
dat Catalanen die streven naar onafhankelijkheid voeren en dat niet altijd door
de feiten gestaafd wordt.
In
Vlaanderen is men wel zeer begaan met Catalonië, waarbij men het handhaven van
de wettelijkheid vanwege de Spaanse regering en het Spaanse gerecht niet
ernstig meent te moeten nemen. Evenmin geeft men er zich rekenschap van dat
Madrid, de hoofdstad en regio, net als Barcelona de afgelopen zeventig jaar
smeltkroezen werden en dat beide grootsteden zich ontwikkeld hebben in
economische zin. Merk op dat in 1980 Madrid als regio het kneusje was en
niemand met het verarmde gewest wou samenwerken. 37 jaar later is Madrid als
grootstad en als economische pool best aardig op gang gekomen.
Men
zegt dat Madrid, de regering, het parlement de zaken te voortvarend en
overhaast zou aanpakken en dictatoriaal zou uitvoering geven aan besluiten,
zonder bereidheid tot dialoog. Echter, Spanje is een complexe staatkundige
structuur en Catalonië, dat blijkens weerkaarten groter zou zijn dan het Catalonië
zoals het nu institutioneel is vastgelegd heeft al bij al ook aardig veel
autonomie. Bovendien is de grote wens van Catalonië dat het net als Baskenland van
een “Financiële Ausgleich” bevrijd zou worden. Baskenland draagt geen
belastingen af aan Madrid, maar ontvangt wel middelen, onder meer voor
onderwijs en gezondheidszorg. Toch bleef de Spaanse staatsschuld lang rond de
60 % hangen, wat wel een succes mag heten, ondanks de crisis van de huizenmarkt
in 2008 en volgende jaren. Toch bedraagt de staatsschuld nu ongeveer 99 %.
Bedrijven
die lang de Catalaanse politiek minstens lippendienst bewezen hebben zoals
banken en andere, het gasbedrijf Gaz Natural het zekere voor het onzekere nemen
en zich buiten Barcelona vestigen. Ook kleine bedrijven verplaatsen hun
maatschappelijke zetel. De risico’s een grote markt te verliezen, de toegang
ook tot de Europese markt en de voordelen van Schengen wegen hierin door. Die
bedrijfsleiders zouden hebben gezwegen om dat er aardig wat druk op hen werd
uitgeoefend.
Men
zegt dat Manolo Rajoy te obstinaat bezig is en elke dialoog weigert. Maar een
regering legt de eed af op de grondwet die te handhaven en te beschermen net
als het grondgebied. Een stemming in het Catalaanse parlement over de wetten
die het intussen beroemde referendum van 1 oktober 2017 op gang zou brengen
werd in de Vlaamse pers nauwelijks besproken, onder meer het feit dat de
oppositie nauwelijks aan het woord kon komen, bleef in de kwaliteitsmedia
onbesproken. De stemverhoudingen werden zelfs niet wereldkundig gemaakt.
Ik
begrijp deze obsessie met Catalonië niet en nog minder de vooringenomenheid
jegens Madrid. Sinds de dood van Franco is het land veranderd, werd een
grondwet geschreven en in 1978 aanvaard. Na de mislukte staatsgreep in 1981,
waarbij de koning garant bleek te staan voor de handhaving van de parlementaire
democratie en de rechtsstaat, dacht ik dat men Spanje als een staat gelden kan
waar de rule of law heerst en als lid van de EG, nu de EU heeft Spanje
overigens al die garanties voor het handhaven van de legitimiteit onderschreven
die zijn opgenomen in de akten en verdragen en door het Spaanse parlement
werden geratificeerd. Kan men dan, zoals de laatste weken in Vlaanderen – en nauwelijks
ergens anders in Europa – het geval is de legitimiteit van de handelingen van
de Spaanse regering zonder argumenten in vraag stellen. Of je hebt een grondwet
en leeft die na of je hebt alleen willekeur. Het (hoog-)gerechtshof is dan de
garant voor de naleving door overheden en burgers van de grondrechten. Ik heb
nog niet een Duitser de legitimiteit van Karlsruhe in twijfel horen trekken,
wel werden sommige arresten in vraag gesteld, door de eerste groep die AfD (Alternative
für Deutschland) oprichtten, om de EU-politiek van weerwerk te voorzien.
Men
stelt met het grootste gemak dat de overheid geen geweld mag gebruiken.
Uiteraard zou het niet moeten hoeven, maar ten eerste hoort het wel zo te zijn
dat als de wet op grote schaal overtreden wordt de politie de wet en de orde
zal handhaven. Het monopolie op geweld ligt bij de overheid in een rechtsstaat.
Het is nogal wat dat men Spanje, Madrid die kwalificatie ontzegt. Was het
handhaven van de orde met geweld in Catalonië, voor het oog van de media
overdreven? Men zegt mij dat dit zo was aan de ene zijde, maar bij voorstanders
van het behoud van Catalonië in het Spaanse staatsbestel meent men dat de
regering terecht de handhaving van het verbod – wegens niet conform met de
Spaanse wet en grondwet - heeft
georganiseerd en ja, dan vallen er rake klappen. Ik denk aan de betogingen in
de Voer en de wijze waarop de toenmalige Rijkswacht de wandelaars aanpakte. De
Catalaanse partijen die de onafhankelijkheid nastreven stellen zich in deze als
slachtoffers voor, maar zijn ze ook niet handelende partij in deze.
Onder
meer Pablo Iglesias stelt zich op achter de Catalaanse regering en activisten,
met een zekere voorkeur voor de CUP, Candidatura d’Unitat Popular, een communistisch
geinspireerde partij. Ook Basken, die zelf geweld gebruikten tegen Basken en de
Spaanse bevolking en regering steunen nu de Catalaanse independisten. Men kan
zich afvragen wie ermee gebaat is. De ETA bleef ook nadat Baskenland in 1978
een financieel gunstig statuut kreeg aanslagen plegen, wat Spaanse burgers nog
steeds hoog zit. Maar ook dat ontgaat Vlaamse enthousiastelingen. Bij deze kan
men ook bedenken waarom bewegingen als ETA in een welvarende regio hun
aanslagen plegen en hoe lastig het was de bevolking tegen dat geweld te
mobiliseren. Rekrutering van het juiste personeel, dat vooral op de achtergrond
actief was. In de Vlaamse pers heb ik zelden gelezen dat bedrijven aangemaand
werden op tijd een aardig bedrag als belastingen te betalen, terwijl het om
vormen van afpersing ging. In Vlaanderen hebben bedrijven meegewerkt aan de
Vernederlandsing van de Vlaamse samenleving, waarbij we onmiddellijk aan Lieven
Gevaert denken, maar ook de brouwers, bakkers, koekenbakkers hebben ook hun
bijdrage geleverd, onder meer via turnverenigingen en het amateurtheater. Het
waren niet allemaal bazen Gansendonck.
Cui
Prodest? Wie heeft baat bij dat streven naar onafhankelijkheid in deze tijd,
waar Europa zich in een nieuwe wereldorde nauwelijks een plaats kan handhaven
en waar de uitdagingen op vele gebieden onze aandacht vergen. Nu moet men niet
alsof het devies “Eenheid in Verscheidenheid” dat de EU voert zou betekenen dat
al die regio’s, volkeren, culturen niet bestaan en dus niet een zekere
eigenheid hebben. Maar er zijn, in West-Europa maar weinig regio’s die cultureel
of taalkundig homogeen mogen heten. Welvarend zijn is vaak niet zomaar terug te
voeren tot wat de politiek in de dagelijkse praktijk weet te realiseren, het is
vaak een samengaan van culturele, politieke en ethische opvattingen, die mee de
welvaart schragen. Sommige streken waren welvarend als gevolg van hun
geografische ligging en bodemschatten, maar konden de omslag van het
post-industriële tijdperk, waar de zware industrie, van machinebouw tot
spoorwegen en scheepsbouw dominant was naar een tijdperk van diensten en een
meer technologische maakindustrie niet maken. Wallonië en Noord-Frankrijk en
delen van Engeland en Wales zijn er voorbeelden van. De problemen hadden ook te
maken met de machtsverhoudingen, sociale en politieke, die een openheid voor
verandering en vernieuwing halsstarrig tegen hebben willen houden. In welke
mate Catalonië die omslag heeft kunnen maken is mij niet duidelijk omdat het
zelden het voorwerp van analyses is geweest. Het feit dat de onzekerheid over
de verhouding tussen Catalonië, eens onafhankelijk, tegenover Europa en de Euro
zorgt voor onrust, die men bij de analyses over de politieke strijd, vanuit
Vlaanderen zelfs niet in rekening brengt, verbaast me zeer.
Moeten
we het dan nog hebben over de mogelijkheid dat Catalonië, eens onafhankelijk mee
geregeerd zou worden door een partij die het naasten van particuliere eigendom
op het programma heeft staan? Kan een Vlaamse partij, kan de Vlaamse Beweging,
in essentie burgerlijk en kapitalistisch, zich daarmee vereenzelvigen? Een
vreemd bondgenootschap, waarvan we de beweegredenen niet begrijpen. Er is
sprake van een zekere romantiek, maar kan een men een onafhankelijkheidsstreven
anno 2017 dat klaarblijkelijk de welvaart in het gedrang brengt van een regio,
die er prat op gaat de beste inzake economisch maar ook inzake corruptie - van
Spanje te zijn? Maar is de Catalaanse samenleving wel homogeen, zoals de
uitdrukking “de Catalanen willen” ons wil doen geloven. Ook dat is een vraag
die men zich moet stellen: streeft men naar een inclusief nationalisme, etnisch
separatisme? Dat is niet wat ik aan de Vlaamse Beweging had toegedicht. Wat
beweegt die Catalanen die zonder voorbehoud onafhankelijkheid nastreven? Moeten
we echt hun principiële houding waarderen?
Men
zegt tot slot dat Europa opnieuw aan geloofwaardigheid verliest omdat men Rajoy
niet tot de orde roept. Dat komt mij, op grond van wat ik nu weet wel
bedenkelijk voor: Spanje is een soevereine lidstaat en organiseert op
democratische wijze de eenheid van het land. De Catalaanse regering en een deel
van het parlement roept voortdurend dat zij democratisch handelen, maar zonder
de kleine fractie van CUP hebben ze geen meerderheid. Onafhankelijkheid
nastreven is legitiem, maar men moet ook in rekening brengen dat men de
minderheid, die de main stream niet
volgt, niet zonder meer kan dwingen mee
te gaan, zoals tijdens de achttiende eeuw wel kon gebeuren, zoals de
Sovjet-Unie deed tegenover de satellieten in Midden-Europa. Wie dus de beweging
in Litouwen voor onafhankelijkheid na de val van het communisme in 1991
vergelijkt met wat nu in Spanje gaande is, moet misschien toch even het oordeel
opschorten.
Wat
mij dus zeer bezighoudt is niet zozeer de gebeurtenissen in Barcelona en
Catalonië, maar de wijze waarop men in Vlaanderen elke uitspraak van de zijde
van de onafhankelijkheidspartij voor lief neemt en niet bereid is tot enige
kritiek en analyse. Is Catalonië werkelijk verdrukt? Als men dat zegt, zal het
wel waar zijn, zeker. Ik kan het niet weten, maar zolang de rule of law van kracht
blijft en het statuut van Catalonië, vastgelegd in de grondwet van 1978 en de
uitbreidingen die er in 2006 gekomen zijn, wat men nu voortdurend negeert, onder
ogen neemt, lijkt dat dus moeilijk te handhaven. Doet overigens Catalonië voldoende
inzake onderwijs? Ik vernam het lang gewoon was dat kaderleden van bedrijven
zonder problemen naar Barcelona vertrokken als hen dat gevraagd werd, maar
sinds in het onderwijs het Spaans nog maximaal 4 uur per week mag aangeleerd
worden, blijkt dat problematisch. Catalonië was inderdaad een groeipool in
Spanje, zoals Madrid dat na 1980 werd, waarbij de beide regio’s voor een veel
groter gebied leidinggevend en stimulerend werkten, zodat men kan zeggen dat
het economische achterland van Catalonië ongeveer 23 miljoen mensen bereikte –
het is een statistische veronderstelling: 46 miljoen inwoners en twee
grootsteden -, terwijl dat achterland voor een onafhankelijk Catalonië wellicht
minder zou gaan betekenen.
Tot
slot moet men, vanuit Vlaanderen, toch inderdaad begrijpen dat
onafhankelijkheid nastreven wel nobel mag heten, maar de Belgische situatie is
absoluut niet vergelijkbaar met de Spaanse. In België begon de Vlaamse Beweging
al vrij vlug na de onafhankelijkheid in 1830 en in 1840 was er al een eerste
petitionnement – Vlaanderen leverde toen al een meerderheid van de bevolking,
maar het cijnskiesrecht weerspiegelde die verhouding pas min of meer na 1893. In
1856 werd de Grievencommissie opgericht die actief was tot 1859. Reeds in 1856
was er het verslag van Jan Jacob de Laet
die in 1876 een taalwet over het Nederlands in de administratie erdoor kreeg.
Men moet Vlamingen de geschiedenis van de Vlaamse Beweging niet bijbrengen,
hoorde ik nog onlangs, maar ik heb er mijn twijfels over. Dat men de
grondwetsherziening van 1970 een onvoldragen stuk noemt, waarbij Jean-Pierre
Rondas terecht gewaagt van het monster Grendel, de grendelgrondwet neemt niet
weg dat gegeven de omstandigheden toen de grote stap voorwaarts wel
gerealiseerd werd. Hetzelfde gold voor de staatshervormingen van 1980, 1988 en
het Sint-Michielsakkoorden. Onvoldragen waren ze zeker, maar ook werden zaken
gerealiseerd waar Vlaamse politici voortvarend en overtuigend mee zijn omgegaan,
ten bate van de samenleving.
Ik
verwijs uitgebreid naar de trage evolutie die België schijnbaar kende, omdat
men moet vaststellen dat bijvoorbeeld de taalwetten die Frans van Cauwelaert
erdoor wist te krijgen tussen 1927 en 1932 nog nauwelijks ter sprake komen,
want verworven en evident. Het hele traject dat werd afgelegd sinds J.J. de
Laet, George en Anton Bergmann, kanunnik David en Jan Frans Willems de
taalstrijd aanvingen, hebben velen zich daarvoor ingezet, in het verenigingsleven,
aan scholen en universiteiten en in het bedrijfsleven; er werden successen
geboekt, maar ook mensen gebroodroofd, lang voor de repressie tegen het
Activisme en de Collaboratie, ook daarna nog. Het is geen strijd geweest die
vanzelf gewonnen werd. De Vlaamse regering die we nu kennen was voor mensen als
Hugo Verriest en zelfs Aloïs Gerlo een verre droom. Het was en blijft een
indrukwekkend traject dat werd afgelegd, maar voor mijn generatie en voor de
volgende lijkt het allemaal zo evident, zo onbegrijpelijk ook dat een patron in
gebroken Gents met zijn arbeiders sprak en nauwelijks wist wat er leefde in de
samenleving – al zal een goede patron daar nu net wel oog voor gehad hebben.
Dat wij intussen talen bleven leren – voor zover onderwijshervormers ook dat
niet onmogelijk maken – en open bleven voor wat in de landen om ons heen
gebeurt, te beleven valt, dus ook in Spanje, in Catalonië heeft met die
beweging van taalstrijd en volksverheffing te maken. Dat nu lijkt me in
Catalonië minder het geval dan wenselijk zou zijn. Het nastreven van
onafhankelijkheid, soevereiniteit is legitiem, maar wat als dit tot verarming
en verschraling aanleiding zou geven? Mag men voorbij gaan aan het feit dat de
concepten wellicht door de nieuwe situatie, politiek, economisch, cultureel gewijzigd
zijn. Homogeniteit van een bevolking nastreven is even bedenkelijk als
gelijkheid willen realiseren. Het feit dat een filosoof als Fernando Savater
heftig reageert op het onafhankelijkheidsstreven in een open brief aan …
Commissievoorzitter Juncker[i],
bleef hier in Vlaanderen onopgemerkt. Fernando wie? Juist, ach, soms kan ik het
niet onderdrukken die bedenking te maken: arm Vlaanderen.
Bart
Haers
[i] Deze
open Brief aan Jean-Claude Juncker, voorzitter van de EU-Commissie, kreeg ik
toegestuurd en bezorgde ik aan de hoofdredacteur van DS, maar die heeft er
niets mee gedaan. Toch kent de redactie de filosoof, die inderdaad niet a
priori als een continentaal filosoof kan gelden, noch als een existentialist of
post-modernist. Zijn boeken, gepubliceerd bij Bijlevelt krijgen vanzelfsprekend
geen weerklank bij DS.
http://m.libertaddigital.com/espana/2017/10/03/savater-san-gil-rosa-diez-pagaza-y-gorriaran-desmontan-las-mentiras-separatistas-ante-la-ue-1276606943/
Reacties
Een reactie posten