Homo Deus: in de greep van algoritmen
Recensie
Organische algoritmen en
Machines
Yuval
Noah Harari, Homo Deus. Een kleine
geschiedenis van de toekomst. Vertaling: Inge Pieters. Thomasrap.nl. 2017.
444 pp. 24,99 €
Yuval Noah Harari schreef een
nieuwe versie van “Die Untergang des Abendlandes”, waarbij hij inderdaad de
risico’s die we lopen als we niet meer aandacht besteden aan en zorg dragen
voor wat de nieuwe technologieën, voor wat die kunnen betekenen voor het
humanisme als de levensbeschouwing van de Westerse intelligentsia. Nu men
doende blijkt via grootscheeps onderzoek en op grond van big data, dataïsme,
mensen te screenen, studenten om preventief met behandelingen aankomende
depressies te bestrijden, zelfdoding te voorkomen, zal men de vragen die in
Homo Deus aan bod komen vooral ernstig nemen, want de auteur brengt ons een
prikkelend toekomstbeeld.
Het is
geen disclaimer wanneer de auteur stelt dat hij de evoluties die gaande zijn en
die hij zoals anderen observeert probeert te extrapolleren. Hij wil ook geen
dystopie aanbieden maar lezers ertoe bewegen de vele parameters die hij
aandraagt te onderzoeken en na te denken over wat men er mee kan aanvangen.
Daarbij legt hij veel nadruk op het mensbeeld dat we nu nog wel hanteren en vroeger
hanteerden en dat nu op de helling komt te staan. Zo is een persoon geen
individu, want dat zou betekenen dat we een inherent consistent systeem zouden
vormen dat niet verder in deelsystemen kan opgedeeld worden. Nu denk ik wel dat
we al een paar honderd jaar weten dat de mens inderdaad niet zomaar coherent is
en al helemaal niet geneigd is vrij van contradicties in het leven te staan.
Niettemin is het wel opvallend dat in actuele debatten die gedachte dat ons
bewustzijn niet enkel complex is, maar ook nog eens niet uitzonderlijk, want
alle zoogdieren hebben wellicht een impliciet bewustzijn, al betekent nog niet dat
ze tot (onze) taalvaardigheden in staat zijn, waarbij dan weer opgemerkt moet
worden dat sommige mensen meer taalvaardig zijn dan andere. Yuval Harari
verwijst in een later hoofdstuk over bewustzijnstoestanden van onder andere
walvissen, die een eigen taal hanteren. Maar het gaat erom dat onze taal niet
het enige domein is, waarvan Yuval Harari meent dat de wetenschap het
uitzonderlijke of eigene – aan de mens – niet kan blijven onderschrijven.
Zijn
onderzoek gaat dan ook over de vraag hoe de wetenschappelijke traditie die
ontstaan is in het spoor van de Verlichting de verworvenheden van de
Verlichting zelf, het humanisme op de helling zetten. Geneeskunde, neurologie
in het bijzonder, maar ook evolutionaire biologie en psychologie blijken de
kwalificaties van het specimen homo sapiens onderuit te halen: vrije wil? Niet
te bespeuren. Autonomie? Waar zou die vandaan moeten komen? De individualiteit
bespraken we al even, maar ook de betekenis van het zijn, in de wereld geworpen
zijn van een persoon komt op losse schroeven te staan. Waar de Aufklärung en de
Verklaring van de Rechten van de Mens elke mens een eigen waardigheid
toekennen, zou het best wel eens kunnen dat de verdere ontwikkeling van
inzichten over het systeem dat we zijn, organische algoritmen dus, ons verder
zullen afhelpen van de illusie dat we uniek en waardevol zijn. De Lumières,
zoals Diderot en Voltaire vonden dat we niet teveel op God moeten rekenen,
Diderot meende dat die God weinig betekenen kan, niet bestaan kan. Voltaire had
er ook weinig mee, maar vond dat lui die er niet zonder kunnen ook niet dat
comfort mag ontzeggen.
Het
kan niet genegeerd worden dat de wetenschappelijke ontwikkelingen in de
filosofie hun weerslag vinden zoals het feit dat een filosoof als Jan
Verplaetse van die gedachte zijn onderzoek gemaakt heeft en inderdaad ontkent
dat er zoiets als vrije wil of verantwoordelijkheid zou bestaan. Is dat dan een
inbreuk op het humanisme? De filosoof lijkt er zelf geen hard hoofd in te
hebben, want hij zegt zich te baseren op wetenschappelijk onderzoek. Nu stelt
Yuval Harari vast dat dit wetenschappelijke bevindingen zijn die opgeld doen,
maar hij laat ons in het ongewisse of die inzichten ook echt gestaafd worden
dan wel of de tegenwerpingen van andere wetenschappers valabel zouden zijn.
Want stellen dat we ons brein zijn, zoals onder meer Dick Swaab betoogt wordt
door andere neurologen in vraag gesteld want het brein staat niet los van het
lichaam – dat dualisme herhalen blijft bizar - en wie het betoog volgt dat we
in Homo Deus aangeboden krijgen, merkt ook dat als we het brein als een
algoritme beschouwen, er ook nog eens deelalgoritmen aan te bouwen zijn, die
bijvoorbeeld de ervaring enerzijds weergeven en een andere het verhalende ik,
waardoor het brein zelf een veelheid van systemen en algoritmen blijkt te zijn.
Wat we
te lezen krijgen is hallucinant, want we zouden zomaar in de greep kunnen komen
van de eigenaren van krachtige algoritmen en van terradatabanken. Big data is
een gevaar, heet het al enige tijd, maar het zou pas problematisch worden als
een bedrijf, een ontwikkelaar van algoritmen ons beter zouden kennen dan wijzelf
onszelf ook maar bij benadering kunnen kennen. De stelling klinkt boud, maar
heeft ook verstrekkende gevolgen. Nu zien we ook wel in, velen toch, dat het
handig kan zijn als onze levensgeschiedenis mooi nageplozen kan worden, waarbij
er nog weinig kans bestaat het op te leuken. Het kan ons toelaten onze kennis uit
te breiden, maar het bestaan van een computerschaakspel dat beter zou presteren
dan wijzelf, zou door oefening ons eigen eindspel kunnen optimaliseren. In het
boek Homo Deus wordt datzelfde individu, dat dus afgeserveerd wordt, ook nog
eens voorgesteld als machteloos tegenover de grote spelers, zoals GAfA oftewel “the
four”, zouden, wat op zich een moeilijk te beargumenteren positie is, want
mensen koesteren dan misschien wel illusies over hun autonomie, maar als ze
weigeren nog mee te doen, zal men dat wel merken.
Het
blijft intussen wel zo dat het voorkomen van (psychisch) leed en het schuldig
verklaren wie er niet genoeg aan doet, ook een deductie is van een der waarden
van de Verlichting: Lijden, onnodig lijden voorkomen. Ongevallen? Voorkomen.
Veiligheid boven alles. De bestuurskundige Paul Frissen meent dat de staat op
die manier ver over de eigen bevoegdheden heen dreigt te stappen en dat het
voor de staat zelf en in het bijzonder het vertrouwen tussen burgers en
overheid nefast kan uitpakken. Ook transparantie komt dan in beeld, want er
bestaat zoiets als arcana imperii, aldus Paul Frissen, maar ook burgers hebben
recht op hun persoonlijke levenssfeer en eigen geheimen.
Men
kan het essay, betoog van Yuval Harari niet naast zich neerleggen, ook als
enkele proposities ons vreemd of zelfs onaanvaardbaar voorkomen, want hij laat
uitgebreid een benadering zien, waarin het humanisme aan zichzelf ten onder
gaat. Zullen we ons volledig laten inpakken door bedrijven en/of overheden die
over al te veel middelen, algoritmen beschikken, die ons kunnen helpen, maar
vooral mensen tot nutteloosheid en waardeloosheid veroordelen. De omgang met
niet-organische algoritmen, die het haast even goed of zelfs beter doen dan
mensen, ook als berekenaars van risico’s bij verzekeringen of als juristen die
als referendaris over een geval alle precedenten moeten samenrapen.
De
macht van de algoritmen kunnen we beter niet ridiculiseren, maar het zal dan de
vraag zijn hoe we er als mensheid mee omgaan, want hier zal het hanteren van
grenzen of van een Chinese fire wall wellicht niet tegen bestand zijn, waarbij
bedacht kan worden dat China met Alibaba een “Amazon” heeft gerealiseerd dat
nog veel meer macht kan verwerven dan het Amerikaanse bedrijf. Kan men echter
met al die data echt tot meer inzicht in het handelen van willekeurige
consumenten komen? Waarschijnlijk zal dat lukken. Wie bij Delhaize een
klantenkaart heeft en die wordt nu ook via lezing geactiveerd, kan dus bedenken
dat Delhaize weet wat we lusten, maar als ik stelselmatig mijn goesting in
patisserie voldoe bij de warme bakkers, dan heb ik dus een uitweg voor die ene
goeste gevonden, waar de big data-eigenaren niet bij kunnen, tenzij ik
natuurlijk ook betaal met de bankkaart. Dan komen de gegevens tot bij dezelfde
partijen, langs een andere weg. Daarom ook is de gedachte dat men betalingen met
cash geld moet afschaffen een gevaarlijke stap in de richting van massale
controle. Het doel zou zijn dat men illegale praktijken, criminele handelingen
zo in de kiem kan smoren, maar via andere systemen slagen die er wel in aan het oog van de wet te ontkomen.
Huval
Harari stelt ons voor een belangwekkende vraag, namelijk hoe we het liberale
gedachtengoed, dat mij nog altijd comfortabel voorkomt, wel opgewassen zal zijn
tegen de macht van algoritmen, die ons ook wel eens toelaten beslissingen aan
anderen over te laten. Marli Huijer schreef in “discipline in tijden van
overvloed” over hoe belangrijk en nuttig het kan zijn dat we ons via
hulpmiddelen kunnen houden aan bepaalde goede vuistregels. Ook de voorstanders
van e-health vinden dat een goed en bruikbaar devies, maar mensen zijn er niet
om zich aan een systeem te onderwerpen, dachten filosofen als Michel Foucault
en Albert Camus, maar dat blijken we nu glansrijk vergeten. Overigens blijkt
het altijd weer paradoxale gegeven op te duiken dat we van de overheid geen
nudging of heftiger vorm van inmenging verdragen, terwijl we minder kritisch
naar bedrijven kijken, zodat we gegevens graag delen via facebook die de
overheid niet mag weten. Wellicht geloven we (nog) dat die bedrijven er geen
misbruik van zullen maken. Het basisvertrouwen in de samenleving wordt dan ook
danig op de proef gesteld, ondanks het bestaan van bijvoorbeeld de
privacy-commissie, die er is gekomen op grond van internationale verdragen.
De
beelden van mensen die nergens meer voor dienen, onderwijs dat overbodig wordt
omdat de machines zelflerend worden en zodat het denkbaar is dat over dertig,
veertig jaar geen ingenieurs meer nodig zijn om de boel aan de praat te houden,
kunnen dan dystopisch zijn, in het hele doordenken van de gedachte dat mensen
de grote idealen van de Verlichting, zelfbeschikking, gelukkig zijn en gespeend
van miserie, c.q. honger door oorlog, misoogsten en lijden door ziekte of voortijdig
sterven gerealiseerd werden, draagt er wel toe bij dat we andere gunstige
uitkomsten niet meer volgen. De afgelopen dertig jaar werden die fragiele
kanten van ons bestaan aangepakt en lijden hoeft niet meer. Overigens, een
oorlog zou dezer dagen ofwel even wreed en slepend kunnen zijn, zoals in Syrië
en Irak bewezen wordt, wellicht met een enkele lichtflits afgelopen kunnen
zijn. Honger wordt al bij al steeds beter bestreden, behalve waar staten falen.
Maar voor de Europese mens en voor mensen in delen van Azië, Amerika en
Australië blijkt een gouden eeuw aan de gang te zijn, waar we maar niet genoeg
van krijgen, maar waar we ook nauwelijks om geven. De factoren van het
welslagen van het menselijke avontuur voor steeds meer mensen, blijken ons
nauwelijks te beroeren en Vooruitgang wordt dan wel vaak bestreden, anderen
menen dat we niet snel genoeg van onze munten en bankbiljetten afstand kunnen
doen.
Politiek
gaat terug ergens over en het is daar waar Yuval Harari laat zien dat er nog
een nieuw strijdtoneel voor ons ligt, een nieuwe arena, waar de waarde van de
persoon, van elk individu opnieuw onder druk komt te staan en vormen van
dienstbaarheid afgedwongen lijken te worden. Altijd in naam van grotere
veiligheid, snellere en goedkopere bevrediging van onze genoegens, jawel, ook
de seksuele, - tot 70 % van mannelijke ondervraagden zouden met een goed
gemaakte robot seks willen hebben -
zodat lastige omgang met vervelende exen van de baan zijn. Maar goed,
die onderzoeken worden wel al te vaak gevoerd in een zeer beperkte staalname,
studenten psychologie in Amerikaanse universiteiten. Andere realiteiten worden
dus niet onderzocht – en vrede zouden we onszelf dus inschakelen in een
systeem, in systemen waar we zelf geen vat meer op hebben. Zouden we ons echt
zo lijdzaam laten insluiten en knevelen door big data en algoritmen? De auteur
zegt niet dat zijn voorstelling van zaken boven elke twijfel verheven is, want
hij blijkt bepaalde wetenschappelijke aannames ook niet geheel ernstig te nemen
of te onderschrijven. Die robot is natuurlijk een niet-organische logaritme
maar zou het even moeten doen als natuurlijke algoritmen, mensen dus – enfin
voor wie zich niet aan geslachtsgemeenschap met dieren committeren wil – maar hoe
zal men de soepele heupen van de geliefde kunnen nabouwen, als die vaak werken
als delen van het autonoom zenuwstelsel, dat dus niet via feedback met het
brein zelf op de impulsen ingaat. Ons lichaam is inderdaad een complex geheel,
met deelsystemen en tot nog toe zag ik geen robots die echt met organische
algoritmen kunnen wedijveren. Kunnen programma’s romans schrijven? Wellicht zal
dat lukken en er wordt al langer muziek geprogrammeerd, zonder veel creatieve
inbreng van componisten en tekstschrijvers. Maar hoe groot is het publiek dat
er plat voor gaat?
Wat
hij wel niet laten kan is ons aan het twijfelen brengen over onze aannames dat
vooruitgang altijd ten goede zal keren voor ons en dat we ons best goed zullen
voelen als anderen zich met zeer aanklampend met onze gezondheid zullen
inlaten. De vraag die meer dan suggestief aan de orde komt is hoe we met
technologie en wetenschappelijke vooruitgang zullen omgaan. Hierbij hoort ook
een debat over macht van bedrijven, van voedingsgiganten tot databeheerders
over de grenzen van hun activiteiten. Mensenrechten zullen ook meer en meer
afgedwongen moeten worden van gigantische spelers met veel macht. Het gaat er
niet om, zoals een einzelgänger als Unabomber meende te doen, met zijn kennis
van hogere wiskunde, het systeem de rug toe te keren en onderzoekers en
beheerders van het systeem in aanbouw aan te pakken. Toch kunnen we niet
vertrouwen op de welwillendheid van ondernemers die over systemen beschikken,
zoals Google en andere. Individuele actie kan romantisch lijken, maar het zou
goed zijn, als economen de moed opbrengen hun eigen aannames over de homo
economicus en andere onder ogen nemen, zoals Tomas Sedlacek deed.
Het is
historici gegeven door te denken op evoluties die ze over langere termijn
telkens weer zien opduiken. Hoe gemakkelijk de toekomst er voor onze
voorvaderen er ook uitzag, rond 1517, ze konden toch niet voorspellen dat er
zich omwentelingen aan het voltrekken waren, die de Europese samenleving
grondig door elkaar zou schudden. Karel V bevroedde dat Luther aanpakken
wellicht nodig zou zijn, al weet ik niet of raadgevers hem het verhaal van
Johannes Hus hadden gedaan. Toch zou Filips II met de ketterijen hebben willen
afrekenen en tegelijk grote brokken van de nieuwe wereld bij zijn rijk voegend.
De welvaart in Spanje raakte niet echt goed verdeeld, maar het Holland van de
Gouden eeuw kwam wel verder. Maar intussen stonden ook de Turken voor de
poorten van Wenen en diende men zich af te vragen hoe men de Balkan al dan niet
aan de Turken zou overlaten, die er overigens telkenjare jongens en meisjes
lieten ontvoeren naar Istanboel om er hun leger, administratie en harems mee te
bevolken. Hier moeten we dus vaststellen dat voorspelbaarheid niet altijd
gemakkelijk was, al hoopten mensen dat ze zonder veel ellende konden opgroeien,
kinderen verwekken, goed leven en in vrede sterven. Dat bleek evenwel altijd
weer buiten allerlei waarden gerekend. De vraag is of en hoe we dezer dagen met
de ongekende rekenkracht van databanken en algoritmen zullen omgaan. Toch zien
we ook dat bijvoorbeeld politici heel graag zien dat alles gesmeerd verloopt,
dat er geen problemen zijn, al hebben ze die wel eens nodig om hun eigen
uitmuntendheid aan te tonen.
Wat
Yuval Noah Harari voorstelt lijkt wel degelijk op een “Ondergang van het
Avondland” want hij laat zien hoe we de grondslagen van dat Avondland, het
humanisme op de helling zetten, door te gemakkelijk ruim baan te geven aan
bedrijven, die met hogere wiskunde ons bestaan inderdaad van nieuw comfort
voorzien. Zijn verhaal vertoont evenwel niet de dreigende toon die Oskar
Spengler wel in de aanbieding had, al denk ik dat we meer op onze hoede moeten
zijn voor wat gaande is, dan we geredelijk aannemen. Het zal dus moeten gaan
over de grondslagen van het humanisme, de verdeling van macht, prestige en onze
bejegening van succes. Daarom beveel ik u graag “Homo Deus” aan, al was het
maar om de tijd te nemen om onze actuele omgang met de condition humaine te
bekijken.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten