Verloren vertrouwen en de Las Vegas schietpartij
Reflectie
Macht een natuurramp
Reflecties over samenleving en politiek
Deze
week was het dus weer eens zover, een shooting in Las Vegas, Nevada, door een
man van 64 jaar die blijkbaar iets te vergelden had, een welstellend man,
miljonair en toch een terug getrokken mens. Hij is dood, we zullen het niet
meer horen of vernemen wat hem bezielde. De doden lagen op het festival
terrein, de NRA vindt dat mensen zich nog meer moeten bewapenen en de politici
durven niet te tornen aan die macht. Maar er is meer natuurlijk, want in Brugge
wordt een man door zijn buren financieel uitgekleed. Waarom: bomen zouden hen
hinderen, vrederechter volgt hun bezwaren. In totaal een vergoeding voor
geleden schade van 700.000 euro. Is dat ook niet buitenproportioneel?
Let
wel, ik heb over deze zaken alleen gehoord via mijn krant en stel me voor dat
het allemaal wel complexer zal zijn, tot ik tot de bedenking kwam dat er hier
meer in het spel is dan alleen maar een zaak, een voorval, met dramatische
gevolgen. Gaat het niet om een mensbeeld dat stilaan in ongerede is geraakt:
hoe gaan we om met de onvolkomenheden om ons heen en hoe trachten we er toch
iets van te bakken, van het leven? Over samenleven gaat het dan vaak in
zwevende bewoordingen of komen experten vertellen hoe we via mindfulness goed
zouden kunnen leven. Over machtsverhoudingen gaat het zelden. En ja, het ging
ook over alimentatiegeld en hoe dat door familierechtbanken en bemiddeling
berekend en bepaald wordt. Waar is de ratio? De emotie en vooral dus het omgaan
met macht en met onvolkomenheden? Nu zeggen we elkaar al decennia na, dat
emoties er weinig toe doen in economie of in de politiek, want niet rationeel,
maar emoties sturen vaker onze ratio aan dan we er ons bewust van zijn.
Laten
we wel wezen, het zijn verre van nieuwe vraagstukken, want sinds Plato en zijn
beminde vijanden, de sofisten, werden vele vragen in een andere tijd en cultuur
al gesteld. Nu we leven in een hoogtechnologische en tot spijt van wie het
benijdt in welvaart, al lijken mensen zich bezorgd te maken voor de toekomst en
vooral voor het lot dat hun kinderen en kleinkinderen beschoren zal zijn. Angst
voor de ongewisse toekomst, zo blijkt uit een Vlaams onderzoek lijkt veel
mensen beschoren, want komt er niet allemaal op ons af: de schande van de
vierhonderd (verkeersdoden, gewonden zijn niet zo interessant), maar het aantal
ongevallen daalt en volkomen controle valt moeilijk te realiseren; er komen
robots die zelfs de premier kunnen vervangen; er komen nieuwe ziekten op ons af
en oude herleven… De wereld gaat eraan en we kijken domweg toe. Die
machteloosheid wordt ons dagelijks in homeopathische doses toegediend, net
omdat men voortdurend oplossingen aandraagt met toeters en bellen voor
problemen die al te vaak efemeer blijken.
Kindjes
lijden aan stress, door te veel huiswerk, te weinig aandacht van de leraar of
vooral lerares en dienen daarvan ontlast. Alsof een gezonde stress niet het
leven kan kleuren: het moment dat ik besefte dat ik een zin kon lezen en dacht
te begrijpen waarover het ging, was een hoogtepunt, ik denk ergens halfweg het
eerste studiejaar. Maar het had me wel stress gekost, want al die letters leren
en hoe je ze moet uitspreken, hoe woorden betekenis kregen en dus uiteindelijk
een zin op het papier die betekenis kreeg. Naderhand heb ik geleerd dat bij het
leren van nieuwe talen het begrijpen van complexe inzichten ook een mooi moment
is. Er zij licht. Stress is er in het leven, zoals je wel eens ziet als een
muzikant op het podium moet en daar ons mag vergenoegen met zijn of haar
kunnen. Hun stress komt deels voort uit de wetenschap dat ze iets willen
brengen, maar vaak ook uit angst dat het niet geheel perfect zal zijn en dat ze
daarop afgerekend zullen worden. Natuurlijk is het niet leuk als er bij zo een
optreden uit angst om te falen niets gebeurt, maar als het goed is, kan een
kleine glijpartij niet de vreugde bederven. Maar we zijn hard in ons oordeel,
enfin, sommige toehoorders ergeren zich aan elke fouten, even een slag te laat
inzetten of een akkoord net missen terwijl het geheel best wel overtuigend
klinkt, de perfectie volstaat nauwelijks.
Ik heb
de indruk dat we niet altijd gaan luisteren voor het genoegen, maar om een
soort macht uit te oefenen om iemand neer te sabelen. De schoonheid van de
muziek of de impressie van een beeldhouwwerk, van een wetenschappelijk of
literair vertoog, het kan allemaal onderuit gehaald worden en vaak speelt
daarin macht en de neiging zich die te laten aanleunen. Hoe kan je een gedicht
beoordelen als je vooraf al wil weten of het van Hans Andreus of Lucebert is?
En dan nog, waarom zou je niet het ene en het andere naar waarde kunnen
schatten. Als mensen mij vragen of ik van The Beatles ben of The Stones, dan
vind ik dat een zinloze vraag. Waarom moeten we kiezen? Om iets mee te nemen
naar een onbewoond eiland? Dan neem ik vooral mijn herinneringen mee en
Vrijdag.
Het
gaat over macht ten aanzien van de dingen, van mensen en het geloof het zelf
bij het rechte eind te hebben, maar toch volstaat dat niet om het subliminale
geweld te vatten die in de samenleving leeft. Het gaat erom dat men beweert dat
je voor de vooruitgang moet zijn, ook als je niet weet waar die ons zal
brengen. Vooruitgangsgeloof zoals in de negentiende eeuw in de wetenschappen,
ook de sociologie beleefd werd, was inderdaad ook een machtsdroom, een fata
morgana want precies in sociale wetenschappen blijkt dat men niet ongestraft de
sprong kan maken van het onderzoek naar het handelen. Hoe mythisch het leven in
communes ook werd afgeschilderd, veel grote literaire werken heeft het niet
opgeleverd, heb ik de indruk, hoogstens kwam een televisiedetectieve eens met
een lijk in contact omdat er in een commune iets was mis gelopen. In welke mate
de commune leefbaar is, blijft altijd nog de vraag, want je kan niet volkomen
anarchistisch leven en geloven dat discipline iets voor kleinburgers is en
tegelijk geloven dat alle bezit gedeeld moet worden, ook het eigen lijf. Op
zich klonk dat prachtig, denk ik, voor wie toen leefden, maar duurzaam zijn
maar weinig communes gebleken, net omdat de macht in het systeem angstvallig op
de achtergrond werd gehouden. Tegelijk ziet men dat in organisaties waar de macht
duidelijk geregeld was en is, zoals abdijen, de verhoudingen ook door zin voor
verantwoordelijkheid getekend worden; waar de oprichters van een commune zich
verzetten tegen burgerlijke moraal en hypocrisie zijn ze vaak blind, vooral
charismatische figuren voor hun eigen invloed op het geheel, terwijl in zo een
abdij, de leden van de communiteit vaak in staat blijken de abt of prior binnen
krijtlijnen van betamelijkheid te houden. Telkens wanneer er toch iets mis
liep, ontstonden er nieuwe regels die de verhoudingen dienden op orde te
houden, opdat noch de abt noch de monniken er schade van zouden ondervinden.
Het
probleem met macht is dat sinds Michel Foucault in zijn geschriften betoogd
heeft dat macht altijd bedrieglijk is en dat woorden en dingen de werkelijke
macht kunnen verduisteren. Een eerste gevolg was dat mensen met macht er alles
aan deden te doen alsof geen macht hadden. Zeg maar Johan, tegen de directeur. Het
wantrouwen dat Foucault aan de dag legde was en is wel degelijk terecht, al kan
men dat niet zonder goede observaties veralgemenen, want er zijn situaties waar
geconstitueerde macht vanzelfsprekend is, zonder dat dit als verdrukkend wordt
ervaren. De ene reden kan zijn dat mensen zich dan vrij van zorg en
verantwoordelijkheid voelen, maar een betere is denkbaar, namelijk dat een
goede organisatie van de dingen toelaat dat mensen hun eigen ding doen.
Vergeten we niet dat sinds de 11de, 12de eeuw het recht
in Europa ontwikkeld werd op grond van de waarheidsvinding en dat men
godsgerichten in welke vorm dan ook als te willekeurig ging beschouwen. Met
andere woorden kan de studie van Foucault helpen bepaalde vormen van geweld en
macht te onderkennen zonder dat men daarom alles a priori moet wantrouwen.
Blind blijven voor slinkse wegen waarmee men macht vestigt kan erger zijn.
Andere
filosofen, zoals Max Weber, Walter Benjamin en Hannah Arendt hebben het hunne
ook bijgedragen en onze aandacht gericht op autoriteit en wat mensen voor
elkaar kunnen betekenen. Men kan Benjamin en Arendt, Weber ook verwijten dat ze
niet in een kastje of vakje onder te brengen vallen, het tegendeel is ook waar,
dat wil zeggen, dat ons denken door feiten en interpretaties gestuurd kan
worden, zonder daarom in voorzichtige of gemakzuchtige schema’s te vervallen.
Natuurlijk kunnen we ons beroepen op bekende data en inzichten, maar net als
het om psychologie gaat of het samenleven, valt er op vele van die theorieën
nog wel iets af te dingen.
Neem
nu de gedachte van velen die in de politiek stappen dat ze de wereld willen
veranderen, verbeteren. Het vergt al heel wat kennis om te weten waar het mis
gaat, om goede antwoorden te vinden valt er nog meer onder de loep te nemen.
Men is er nog niet in geslaagd mensen zomaar in de pas te doen lopen en zelfs
als het lijkt het lukken, ontstaat er vaak genoeg een moment dat zo iemand toch
uit de band springt. Dat kan creatief wezen, maar evengoed destructief,
autodestructief en gericht zijn op het
doen ophouden van de dingen. In het licht van de schietpartij van Las Vegas met
meer dan 50 doden en al die gewonden, waarvan we verder niets weten, kan het
dus zijn dat bij schutter veel is mis gegaan. Maar hij kan het ons niet meer
zeggen.
Dat
het te maken kan hebben met een totale onvrede met de samenleving, zou
verbazing moeten wekken, want er is veel verbeterd sinds het begin van de
twintigste eeuw en er zijn er nieuwe problemen gekomen. Maar macht zelf komt
vaak in verschillende vormen en staat nooit los van groepen en samenlevingen.
De voorstelling van de macht kan men niet objectief weergeven, of toch slechts
gedeeltelijk, want het hangt er maar vanaf of we voeling hebben met wat gaande
is. Voor historici zou precies de representatie van macht van gewicht moeten
zijn, wil men de organisatie van een samenleving begrijpen. Het bekende festijn
van de Fazant, aangericht door een bourgondische hertog vormt een presentatie
van de eigen glorie, maar dan binnen de kringen die ertoe doen. De Blijde
intochten van de hertogen van Brabant en de erkenning van de stedelijke rechten
bereikten alle poorters. Ook in geval van opstand en verzet spreken symbolen
van de zetelende macht aan, worden standbeelden omlaag gehaald en verdwijnen
symbolen van de macht, vaak slechts voor even of toch maar een paar decennia om
dan weer op te duiken, in andere vormen.
De
Vlaming, zo heet het, vertrouwt politici niet omdat ze niet doen wat ze
beloven. Maar hebben we echt wel zoveel beloftes nodig of de voorspiegeling van
een gouden tijd. Is de tijd niet gekomen dat onze verbeelding van de macht zich
niet langer op fantasmes van uniciteit en alomtegenwoordigheid richt, zoals men
dat doet wanneer men het over leiderschap heeft, terwijl men weet hoe moeilijk
het is om de complexe interferenties tussen mensen, groepen en binnen de
organisatie van de macht wel niet geworden zijn. Kan men wetgeving herschrijven
als algoritmes? Wellicht wel, maar hoe zal men dan de afwegingen van burgers,
bestuurders beschrijven? Ook als algoritmen, vanzelfsprekend, ook als het dan
een vertaling zou zijn van andere algoritmes, zodat men alles kan voorzien,
overzien en beheersen. De kleren van de keizer? De nieuwe, waarin de mens
ontleed is, gefileerd tot wat hij werkelijk zou wezen, een netwerk, maar zou
men dan beter weten hoe deze filosoof of gene kunstenaar leeft met zijn
beminden? Gaat hier om de vraag of we meer zijn dan de som van de delen? Zo ook
kan een samenleving, ook een complex netwerk meer zijn dan een som van al die
leden, zonder dat betekent dat mensen zich uitgeperst en onderdrukt voelen.
We
zouden ongelukkig zijn en bezorgd, maar wie rond kijkt en niet onder stolpen
leeft merkt dat er wel eens vreugde af te lezen van een gezicht, zomaar, ergens
in de winkelstraat, of op een niet al te druk strand. Want het is niet omdat
men mij vraagt: “bent u gelukkig?” dat ik een wildvreemde dat verhaal zou
vertellen, want antwoorden met een ja of een neen, gaat boven mijn macht. Hoe
kijkt u naar de toekomst? Tja, wat moet men een mens erop antwoorden als men
bijna dag na dag zegt dat wat we weten over het recente verleden weinig kan
aanleveren aan inzichten over de toekomst. Natuurlijk is er – sinds het Rapport
van Rome – voldoende aanleiding om bezorgd te zijn over de toenemende bevolking
op deze aarde, over het gebruik van grondstoffen, het misbruik van zoet water
en de luchtvervuiling. Maar sinds de jaren waarin het ecologisme ontstond is
iedereen die er even over nadacht overtuigd van het feit dat we een en ander
zullen moeten aanpassen. Edoch, de bevolkingsgroei neemt niet alleen toe door
toedoen van geboortes, maar ook omdat mensen langer leven – en dan blijkt dat
78 jaar biologisch niet ver van wat mensen kunnen bereiken zonder kinder- en
andere ziektes. De geboortegolven in Afrika en Azië, in landen als Brazilië
worden ook beter medisch begeleid en ook daar daalt de kraambedsterfte en
neonatale aandoeningen worden beter onderkend. De vooruitgang? Juist,
persoonlijke zegeningen die de samenleving en de wereldbevolking met zorgen
opzadelen, inzake duurzaamheid. Zouden daarom mensen doorslaan en menen dat ze
moeten helpen het probleem op te lossen?
Het is
maar dat we vaak te cartesiaans denken omdat dit helpt de indruk te hebben dat
we de zaken begrijpen en onder controle hebben. Het punt is dat we daarmee ook
de spontane interacties uit het oog verliezen en neen, een schietpartij van op
de 32ste etage van een hotel is geen spontane onderneming. Kon men
het voorkomen? Had men een camera op ’s mans huis gezet? Ook niet, want doen
mensen het nodige om onder de radar te blijven. Als iemand mij komt vertellen
niet in God te geloven, want dan zou al dat leed vergeefs zijn en een
almachtige die Auschwitz, kanker en dierenleed toelaat, dat kan men niet
ernstig nemen. Vergeet hij dan hijzelf ook wel eens nalatig kan zijn, arrogant
en wat al niet meer. Macht is geen illusie, op welke gronden en in welk
narratief ook gebracht. Zo een schutter, helpt die ook om het geloof in een
intersubjectieve waarheid te leven onderuit te halen, of is het net het gevolg
van de aanname dat we onnodige monden moeten wegwerken, aanhangers van Country
music?
Onder
meer Richard Sennett wees er in zijn essay “Respect” op dat elites komen en
gaan, maar er zal altijd een elite zijn die op de een of andere manier de zaken
bestiert. De kwestie is dat in een democratie de demarcatie tussen elite en “volk”
vervaagd hoort te zijn en onder meer de media maken er tegelijk een zaak van
dat de ongelijkheid teruggedrongen moet worden en in een moeite door heffen ze
mensen op het schild, zelfs kwaliteitskranten, die nauwelijks meer weten in te
brengen dan hun fraaie lijf te showen en graag vrank, maar niet vrij hun mondje
roeren. Gelijkheid nastreven betekent ook wel, denk ik, mensen die het niet verdienen
of maar beperkte verdienste hebben niet te zeer over het paard te tillen.
In
Nevada schoot een man met een pak wapens, gepimpt zomaar mensen neer, althans,
er valt geen motief te bespeuren. Country music heet de muziek van
conservatieve lui te zijn, maar soms is het aardig bij de tijd. Een schutter
die geen woorden meer heeft, schiet 59 mensen neer en dat schokt, maar na de
schok komt de vraag: de Amerikaanse gevangenissen zitten vol, veelal zwarten,
die ook wel daden hebben gepleegd die een straf verdienen, maar toch, zij deden
zoiets niet. De man is dood, onaanraakbaar, ongenaakbaar. Wat een erfenis. Daar
staat dus tegenover dat we in Vlaanderen waar zulke incidenten niet voorkomen,
al is het leven niet altijd veilig en kunnen er zich vele zaken voordien,
incidenten en erger. Toch leven we veiliger, hygiënischer en beter gevoed,
gekleed dan ooit, waarbij we ons ontbering niet kunnen voorstellen – de meesten
dan toch. Dat we ons zorgen maken belet misschien niet dat we gaan zorgen voor
die toekomst. Een eenvoudig parcours zal het niet zijn, maar dat is nu net wat
deze tijd zo beloftevol maakt.
Het
valt moeilijk te begrijpen waarom wij ons zo angstig voelen, vrezen voor lijden
dat we niet verdienen en voor leed dat anderen overkomt, waar we dan objectief menen
over te spreken. Een schutter heeft niets meer te zeggen, maar zijn gebaar moet
ons ertoe bewegen te erkennen dat het geweldmonopolie echt geen slechte idee is
en een veilige realiteit. Onze eisen evenwel zijn groter dan ooit, eisen aan
het leven en eisen aan de overheid en wat willen we dan doen. Geloven dat
politici te veel beloven, berekend tot op de cent, maar weinig waarmaken, gaat
voorbij aan het feit dat er veel goed geregeld is in de samenleving. En wat
voor verbetering vatbaar is, blijkt vaak zo technisch in de aanpak dat geen
journalist er wil aan beginnen het uit
te leggen. Anders gezegd, men kan er niet omheen dat politici vaak moeilijke
besluiten moeten nemen, zoals troepen sturen naar een ver land, Mali en dan nog
eens vergeten dat een soldaat genoeg en veilige wapens en munitie van node
heeft plus nog voldoende leeftocht en veilige onderkomens. Maar als het gaat om
onderwijs, dan ziet men hoe eindeloos gesproken wordt over studenten die het
niet halen, over leerlingen die afhaken, terwijl men best wel weet dat dit
proces niet van bovenaf geregeld kan worden. En ja, gelijke kansen zijn een
groot goed, maar zijn ze er dan niet, bij ons? Neen, zeggen experten, maar ze
vinden een opleiding Beroeps secondair onderwijs te min – voor zichzelf.
Daar
en op andere tijden, blijkt hoe vaak we sofismen hanteren. Bedrijven hebben de
opdracht jobs te scheppen, maar ze kunnen dat alleen doen in een veilig
juridisch kader, als ze niet tegen een bankroet willen aanlopen. Investeren is
een risico, mensen aanwerven en opleiden binnen het bedrijf vergt ook veel
middelen, maar als ik om me heen kijk, zie ik dat bedrijven daar inderdaad veel
voor over hebben. Dat een vergane glorie als Bombardier Brugge helemaal dreigt
te verdwijnen, is en blijft erg, maar het bedrijf heeft al lang het eigen hart
verloren, de eigen motor is al lang uitgebroken uit het bedrijf. Dat zorgt voor
onzekerheid maar als de media niet met evenveel aandacht kijken naar de
jobcreatie die er is, vrezen voor de flexibilisering van de arbeidsmarkt en dat
is nog iets anders dan de aandacht en voorkeur voor flexjobs, want voor een
aantal jobs merkt men dat er een behoorlijke krapte ontstaat.
In
wezen dus is de schietpartij in Nevada een Amerikaans probleem waarbij de
grondwet en vooral het Tweede Amendement aan de orde komen, maar daarover valt
geen consensus te bereiken. Intussen dient men artsen te zoeken die ook een
paar dagen per maand gratis willen werken omdat dertig miljoen mensen geen
begin van een ziekteverzekering krijgen. Het zit niet goed in elkaar en roept
ressentiment op bij Amerikanen die net wel voor zichzelf kunnen zorgen. In
Vlaanderen hebben we tal van opiniemakers die voortdurend klaagzangen
aanheffen, maar of het allemaal klopt, blijft een ander verhaal. Of we erin
slagen op dat collectieve vlak een gezamenlijk verhaal te vertellen waarbij we
de vele vragen van deze tijd aandachtig onderzoeken om tot goed over- en afgewogen
antwoorden komen en die ook argumenteren in de media, zou dat de ondergrondse
angst wellicht temperen. Op het individuele vlak is er veel welvaart, maar
mensen zijn bang dat ze de grip erop verliezen en op hun eigen leven, ook al
omdat men zichzelf zoveel oplegt te doen. De mogelijkheden voor een goed leven
en goed samenleven zijn er, maar we zijn slaaf van een agenda, niet per se de
eigen agenda.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten