blame and schame?
Kritiek
Schuldbewust is ie niet
De ene
filosoof zegt dat schuld, verantwoordelijkheid en vrijheid niet bestaan. De
andere, Ignaas Devisch zoekt naar een manier om het vrije verkeer in de
publieke ruimte te redden en dus ook de grenzen van aangenaam verkeer onder
mensen te redden van voortdurende bedachtzaamheid en zelfs argwaan, want er zou
iemand een grens kunnen overschrijden. De poging van Ignaas Devisch is ook
hierom interessant dat in een tijd waarin het juiste en het foute scherp worden
onderscheiden, waarbij men zelfs huiverig staat tegenover grijstinten terwijl
net dat des mensen is, men goed vertrouwen helemaal onder schoffelt, net wat
Devisch van gewicht blijkt te achten.
Stout
zijn deugt niet, weten we al langer, maar er bestond een systeem, conventie en
etiquette dat verhinderde dat ongepaste dingen zouden gebeuren, al bleek dat
niet altijd te werken. Vrouwen die de usances van de kastelen beu raakten,
zochten bij de tuinman of de houtvester hun genoegen, want hun echtgenoot was
te braaf, te conventioneel. Waarom leest men in de media vaak over deze of gene
dat het een ideale schoonzoon zou zijn – wat is dan de ideale schoondochter,
want daar horen we zelden over – terwijl het alleen maar een gladjakker blijkt,
soms een gladjanus maar evengoed niet zo braaf als ie eruit ziet. Juist, voor
gewiekste meiden durven we ook al eens bewondering te hebben, maar als het
tegenvalt, krijgt zo eentje er al gauw minder aardige benamingen voor
aangesmeerd. Terecht of niet, van vrouwen verwachten we nog altijd dat zij er
braaf en zedig uitzien en zich tegelijk al eens durven laten kennen als iets
stouter, maar met mate.
Wie in
machtsposities zit, heet het, maakt ongepast gebruik van de verhoudingen om aan
zijn trekken te komen, maar al te vaak blijkt hij na verloop van tijd toch de
dupe, want men kan niet goed een groep leiding geven als men een of meer
personen voorkeursposities geeft. Tegelijk zien we dat de roep om meer ethiek
in het personeelsbeleid – ook al een oude wensdroom – vaak gepaard gaat met
nieuwe regels, terwijl ethiek en deontologie niet altijd sporen. Bovendien, we
hanteren wel graag het excuus dat wat niet verboden is wel toegestaan moet
zijn. De regelmanie om ongewenste situaties te voorkomen, geven dan weer macht
aan derden, die er zich hun voordeel mee kunnen doen.
Zou
het werkelijk zo zijn dat al die mannen op de werkvloer op rooftocht zijn en
vrouwen zich dag na dag belaagd voelen? In sommige organisaties kan men zich
dat wel eens indenken, omdat er geen remmen meer zitten op wat mensen zich
gezegd willen hebben. Ik herinner me een CEO van een voormalig staatsbedrijf,
Belgacom met name, die zich niets liet gezegd zijn en uiteindelijk de laan werd
uitgestuurd, zonder dat hij de moeite nam begrijpelijk te maken dat hij zich
aan hoogmoed had bezondigd, want aan de heisa lag een fout advies van zijn
experten ten gronde. Die mochten dus ook opstappen, terwijl zij zo te zien
vooral een voor hem wenselijk advies hadden gegeven. In de media is het hele
verhaal als een soap behandeld en wij, buitenstaanders weten niet (meer) wie te
geloven. Overigens, zou dat ook moeten, want wat er gebeurt in bestuursgremia
blijft uiteraard best binnenskamers en er is geen huishoudelijk reglement waar
dat niet vermeld staat.
Sommigen
menen dat de VRT te snel heeft gehandeld, anderen menen dat het de enige
uitkomst was. Nu is Bart de Pauw een schermgezicht en kent iedereen hem al
jaren. De VRT wou geen voorwerp van controverse worden en is het dat bij
uitstek geworden, omdat vrienden van de man het voor hem opnemen, terwijl
anderen menen dat die vrouwen niet zonder reden klacht hebben ingediend. De
historie eindigt nu in een rechtszaak, tenzij het Parket het allemaal wat licht
vindt wegen. Daarmee zou niets opgelost zijn, zegt men dan, maar ook een
rechtszaak zou niet zo heel oplossen, noch voor de betrokkenen, noch voor de
VRT.
Gegeven
het feit dat die dames geen einde wilden maken aan de samenwerking met de
sterperformer, had men toch in alle discretie een bemiddeling kunnen overwegen,
waarbij de confrontatie voor Bart de Pauw wellicht ook niet eenvoudig ware
geweest. In een open huis, besef ik ook wel, had er wel iemand lucht kunnen
krijgen van de ‘manoeuvres’ in een achterkamer, maar nu kan het zowel voor die
dames als voor De Pauw wel heel zuur opbreken. Hoe zo een overleg er dan uit
moet zien, wat het resultaat kan zijn? Dat die mensen zich opnieuw veilig
voelen in de samenwerking met de regisseur en dat de regisseur een middel, weg
vindt om zijn testosteron in toom te houden. Zelfbeheersing en discipline?
Marli Huijer heeft er een boeiend essay over geschreven, terwijl ook Trudy
Dehue wellicht raad had kunnen schaffen, hoe zo een gesprek had kunnen plaats
hebben. Het doel is dan niet Bart de Pauw te sparen, want zo een directe
confrontatie zou er wel diep in hebben gesneden. Maar hij zou met evenveel
goesting zijn shows hebben kunnen brengen op tv tot vreugde van iedereen. En
die dames? Die hadden dan pas een middel in handen om hem in toom te houden. Zo een overleg kan helpen de woede te transiteren, om te zetten in bedachtzaamheid, zonder grensoverschrijdend gedrag voor lief te nemen, zoals Martha Nussbaum beschrijft.
Grensoverschrijdend
gedrag komt er niet vanzelf, komt wellicht met het succes en het gevoel dat men
er niet op aangesproken zal worden. In die zin kan de aanbeveling van Ignaas
Devisch wel onze interesse wekken, namelijk dat wie zich geïntimideerd weet en
aangesproken wordt op een ontoelaatbare wijze, met toespelingen, eventueel via
sms, kan klacht indienen. Maar het vervolg lijkt me niet duidelijk: wat moet
men aanvangen met die klacht? Ontslag, strafklacht indienen, wat niet is
gebeurd. Dan lijkt het me net zo nuttig verder te gaan en zoals hoger geschetst
een ernstige bemiddeling op poten te zetten, waarbij volstrekte discretie van
belang is, maar waar men zich binnen het gesprek ter bemiddeling niet hoeft in
te houden.
Het
engagement gaat evenwel niet alleen over discretie, maar ook over de vraag hoe
men eventuele wraak en vergelding kan uitsluiten. Uit de excuses die de
betrokkene ons al liet toekomen via de media, lijkt dat niet zo ondenkbaar en
dan heeft het hele proces geen betekenis. Hier botsen we op een probleem van
onze samenleving, onze tijd, want het is bijzonder moeilijk om een fout te
bekennen, juristen waarschuwen ervoor, al zijn er dan weer mensen die aan dat
schuldgevoel ten onder gaan, omdat ze het niet meer kunnen uiten. Wie een
dodelijk ongeval veroorzaakt en het overleeft, kan vaak niet toegeven teveel te
hebben gedronken of gewoon onverantwoordelijk te hebben gereden. De slachtoffers
krijgen te maken met iemand die – zoals journalisten dan schrijven – alles behalve
schuldinzicht ten toon spreidt. Hoe zou dat moeten? Sommige mensen durven
daarentegen hun huis niet meer uit en gaan zichzelf van schuld overtuigen, die
misschien ook net iets te ver gaat. Maar als men ‘sorry’ zegt, hechten mensen
er niet altijd geloof meer aan, omdat het zo gratuit lijkt.
Rechtszittingen
zijn in principe openbaar – behoudens in het jeugdrecht – maar misschien zal
men in de loop van zo een procedure voor de politierechtbank een moment
mogelijk te maken, waarin een dader met de slachtoffers tot een gesprek kunnen
komen, niet om de straf te ontkomen, maar via bemiddeling de dader de kans te
geven zijn of haar verantwoordelijkheid te erkennen en begrijpelijk te maken
dat het aangerichte leed hem of haar werkelijk raakt. Nog eens, dat verandert
weinig aan het oordeel van de politierechtbank, maar kan wellicht voor
slachtoffers en daders een nieuwe situatie scheppen. Blijkt zo een dader niet
bereid tot een gesprek en tot erkenning van de verantwoordelijkheid, dan kan de
rechtbank bezwarende omstandigheden in rekening brengen.
Verkeersdoden
en slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag, intimidatie, pestgedrag etc.
liggen niet zo dicht bij elkaar, maar het is duidelijk dat de aanpak van de
Openbare Omroep weinig zoden aan de dijk gezet heeft, al helemaal niet voor de
slachtoffers, die nu met het risico moeten leven dat hun naam toch in de media komt
en dat ze van het wereldje niet zo gemakkelijk meer het vertrouwen zullen
krijgen. Dan is een discreet maar vooral alles behalve vrijblijvend overleg
nodig, dat voor de betrokkene, de dader wel degelijk tot engagementen moet
leiden. Zijn leven beteren? Dat klinkt zo schoolmeesterachtig en kan hem nog
altijd enige ruimte bieden. Net als Ignaas Devisch wil de vrije ruimte, die de
publieke ruimte hoort te zijn vrijwaren van overdreven terughoudendheid, maar
dan zal men in de procedure ook een niet juridische oplossing inschalen om dat
proces van schuldaanvaarding mogelijk te maken. Omdat dit niet onder de
schijnwerpers kan van de media, is discretie en inzet van node. Inderdaad, de
publieke sfeer kan een mijnenveld zijn, waarbij we niet altijd weten waar we
zelf terecht komen.
De
gedachte komt voort uit een mooi uitgewerkt argument in ‘Het empathisch teveel’
van de hand van Ignaas Devisch over menselijke ambivalentie. We zijn niet
blijvend en alles verandert, dat wist Heraclitus al, maar veranderingen kunnen
uit noodzaak voortkomen, waarbij de gedachte dat alles een zaak is van oorzaak
en gevolg, terwijl ons handelen contingent is, niet noodzakelijk. Men kan
evenwel niet beweren, zo blijkt dat mensen niet uit de band van
noodzakelijkheden kunnen stappen, want we zijn contingente wezens en anders dan
in de natuurkunde kan men niet om de vaststelling heen dat we in een
contingentielogica denken en handelen en dus dat dingen niet noodzakelijkerwijs
gebeuren. We zijn dan ook ambigue wezens, die zowel tot kwade wil in staat zijn
als het goede kunnen nastreven, zonder dat we overigens zeker of uit het goede
niet ook kwaad kan voortkomen; soms kan men ondanks kwade intenties toch iets
voortbrengen dat als goed wordt voorgesteld.
Zowel
macho’s die menen dat ze gerechtigd zijn om hun genoegens te vinden met of
tegen de zin van een ander, als mensen die vinden dat elke toenadering
vanzelfsprekend getuigt van kwalijke intenties, overdrijven schromelijk. Maar
aanvaarden dat er natuurlijke affiniteiten zouden zijn, dat men niet terstond
bemind kan worden, vallen voor iemand, kan al helpen hinderlijk gedrag terzijde
te schuiven. Toch zal geen regelgeving kunnen vermijden dat relaties tussen
mensen die elkaar niet door uitverkiezing ontmoeten, maar door het lot, toeval,
omstandigheden, vaak in een grijze zone kunnen komen, waarbij zielsverwantschappen
mensen weldoend kunnen beïnvloeden, zonder dat dit anderen zou hinderen.
Kunnen
we eraan ontkomen dat relaties niet vanzelfsprekend ontstaan en dat na de
wederzijdse coup de foudre, er zich wel eens donderwolken kunnen aandienen,
omdat we elkaar moeten leren kennen en begrijpen, als we daar al toe bereid
zijn? De technologie waarover we beschikken maakt het niet meer nodig ergens
aan het bushokje te gaan wachten om een glimp op te vangen van het voorwerp van
je wensen, zoals dat dertig, veertig jaar geleden wel nog nodig was, of om
briefjes te bezorgen. Tegelijk is het zo dat je toen met sociale controle te
maken kon krijgen en ongepast gedrag werd snel opgemerkt en ook wel een
afgestraft. Vandaag laten we ons leiden door de voordelen van technologie,
waarbij het sturen van berichtjes nauwelijks nog inspanningen vraagt. Alleen,
we kunnen overdrijven. Seksueel grensoverschrijdend gedrag onder jongeren
kwalijk noemen, kan zowel de jongens als de meisjes in een nog steviger
verkramping brengen dan ooit in de tijd van de gescheiden scholen het geval
was. Merken we tot slot op dat bijna al de gevallen die nu breed de media
bereiken en via twitter het publiek bereiken over oudere, succesvolle mannen
gaat, die om allerlei redenen er niet in slagen op een ordentelijke manier met
hun libido om kunnen. Zij kunnen op meerdere manieren hun welbevinden
verzekeren en toch lijken ze gebeten om het onmogelijke te bereiken. Overigens,
wie digitale nieuwsbrieven ontvangt van kranten, merkt wel eens hoe laatdunkend
menselijk gedrag bejegend wordt, ook als het alleen maar goed bedoeld is.
Denken
we aan “les liaisons dangereuses” van Pierre Choderlos de Laclos, een schets
van hoe een zelfingenomen man allerlei reputaties vernietigd om er zelf beter
van te worden, van zijn macht te genieten. We kennen de film(s) beter dan de
brievenroman, waardoor de scherpte van de taal en vooral, denk ik, de
aanwezigheid van mededogenloosheid ons ontgaat. Het valt op dat men dezer dagen
relaties wil, zekerheden wil en dat dus ongewisheden, humeuren en zo geen
plaats mogen hebben. Alles moet gesmeerd verlopen, terwijl relaties tussen
mensen geen speeltuin of rozentuin blijken, zonder dat we daar zelf het onze
toe bijdragen.
Mag
men inderdaad van personen met macht terughoudendheid verwachten, dan geldt evengoed dat zij mensen
zijn en niet vrij van ambiguïteit, mannen zijn dus altijd ook bereid de
avonturen te zoeken, vooral als de verveling gaat toeslaan en de ene wordt dan
president, de ander gaat zich een harem zoeken. We kunnen dat anders wel
begrijpen, zou een snoodaard kunnen bedenken, want wat moet men met al die
vrijheid die prestige, macht en middelen aanbieden. Hoeveel mannen en vrouwen
zijn niet onder de indruk van hun baas of van een icoon? Hoeveel mensen
verwachten niet dat ze iets kunnen bereiken, als ze zich wat coulant opstellen.
Van het ene kan het andere komen, weet iedereen. Het hoeft niet, maar de
huidige aanpak, “blame and shame” ontlokt excuses, maar geen reflectie op het
eigen gedrag. Ook kan men zich afvragen hoe talrijk de Weinsteins zijn die er
in Hollywood rondlopen? Juist, er zijn er nog, maar bij gebrek aan bewijs
gedragen de meeste mensen zich vrij correct.
Er is
evenwel meer aan de hand, omdat de verhoudingen de afgelopen kwart eeuw grondig
veranderd blijken en vrouwen terecht vragen dat ze gerespecteerd worden. Dat
gebeurt ook, maar blijven altijd mensen die zich laten gaan en die niet worden
tegengehouden, uit angst voor verwijten en beledigingen. Ik denk dat goede
verhoudingen nog altijd mogelijk zijn, meer misschien dan vroeger, toen de
samenleving nog onversneden patriarchaal in elkaar zat. Of we met regels,
straffen en uitsluiting verder zullen komen, blijft nog maar de vraag. Ethiek
opleggen brengt hoogstens welgemeende hypocrisie, maar zal weinig opleveren.
Ethisch handelen, dat doen we zelf, waarbij missen en gissen ook mogelijk zijn.
Men is bang dat er fouten gemaakt
worden, maar zoals Bernard Mandeville overdacht, een samenleving zonder
schurken, kleine en grotere, zou wel eens stil kunnen vallen. De fabel van de
bijen in deze context, lijkt niet oirbaar, maar we kunnen nooit zeker zijn van
de intenties van anderen, zelfs niet van onze eigen goede bedoelingen. Daarom
kan het geen kwaad eigen tekortschieten te erkennen, zonder zich daarbij over
de mogelijke gevoelens van anderen neerbuigend te tonen. Alleen, schuld zou
niet bestaan.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten