la guerre des sexes?
Reflectie
Zonder schroom en toch preuts
Van
een tepel op de buis gaat een hele natie over elkaar om er schande van te
spreken, van een beetje boertig gedrag ligt men niet wakker, toch wil men dat
mensen zich juist gedragen en vooral als dader geen aanstoot geven. Terwijl
anderzijds bladen, media en sociale media van alles in de aanbieding hebben en
je in het dagelijkse leven ook wel tijdig aan je grief kan komen, zonder
anderen te moeten begluren of tegen hun wil te moeten dwingen tot
exhibitionisme of voyeurisme. Toch is het begrijpelijk dat omwille van de
ongenadige commentaren op al die fora mensen zich meer gaan bedekken. En jawel,
de grote modehuizen komen weer met minirokjes aanzetten en de diepe decolleté
is ook al terug van nooit weg geweest.
Wat
gaande is? Mannen die graag zichzelf bewezen zien, kunnen niet gauw genoeg
scoren, nemen de tijd niet voor een warme verleiding – als de andere er open
voor staat – en nemen wat ze in de aanbieding hebben. Het gaat zelfs vaker niet
dan wel over seks of warme gevoelens, zoveel zal wel duidelijk zijn, maar men
maakt op die manier alles verdacht en vies. De moeilijkheid is dat heel wat
gecommercialiseerd werd, terwijl anderzijds de ervaringen en (goede) gevoelens
gebanaliseerd werden. Er werd zelden zo vaak over seks gesproken, maar even
zelden als nu ging het zo vaak over wat er mis gaat. Machtige figuren
aanvaarden geen neen, heet het dan. Maar wat hebben wij daarmee te maken? De
kwestie is dat de werkvloer veranderde en dat mannen en vrouwen denken vrijer
te kunnen staan en om te gaan met hun libido, maar ook weten dat ze door de
sociale controle en misschien ook wel pestgedrag hun situatie schade kunnen
toebrengen. Seks wordt in deze situatie ook een ruilmiddel, zoals het voor het
verwerven van posities altijd al een ruilmiddel blijkt te zijn geweest. Iemand
als Jeanne Poisson, madame de Pompadour, die zelf wel eens iemand aanbracht
voor haar Louis XV.
Schaamteloze
heren en dames heb ik altijd wel aan het werk gezien, vriendelijke dames en
heren die zich weten in te houden en toch momenten van intens genot kennen ook.
Machtswellust en wellust gaan nogal vaak samen en in de media worden mensen die
domweg hun job doen als “schermgezicht” algauw als halve goden afgeschilderd.
Dat doet hen geen goed en stilt hun honger naar jobvoldoening niet. Maar het
zijn mediamensen die elkaar ophemelen en denken dat wij zomaar volgen. Meer
nog, ze roemen zichzelf, want ze zijn toch zo gewoon gebleven. Wie er evenwel
een droom van heeft gemaakt op die fora te schitteren, zal zich een weg moeten
zoeken, eventueel vechten tegen concurrenten en bondgenoten vinden in de strijd
voor de roem en de zegepraal. Mensen als Bart de Pauw, die helemaal op eigen
kracht, zo leek het altijd, een grote faam verwierf als programmaker terwijl er
af en toe wel eens wat kaf tussen zat, leven wellicht ook op een wolkje. Maar
goed, creativiteit blijft iets dat we niet altijd in de hand hebben en soms
loopt het niet goed.
Blijft
natuurlijk de vraag of Hilde van Mieghem bij Thomas Vanderveken iedereen
bereikte met haar verhaal. Ongewenste intimiteiten zijn voor de betrokkene al
pijnlijk, verkrachting vergt veel moed om er zich overheen te zetten. In die
zin kan ik de vele stemmen die ons bereiken wel begrijpen, van vrouwen die
vertellen hoe ze in hun eer en eerbaarheid zijn aangerand, maar zoals Van
Mieghem zegde, dat doet niets af aan wat sensualiteit en seksualiteit ook kan
zijn. Het blijft ondragelijk dat het plezier er zo wordt van vergald door
risico’s die vrouwen soms lopen.
Het
punt is dat we ons niet mogen verleiden tot de gedachte dat mensen elkaar maar
al te graag verscheuren of dat we engelen zouden zijn. De menselijke
ambivalentie, waarbij we nu eens zelf iets achter de mouwen hebben en in andere
omstandigheden komen we dan weer charmant en vriendelijk, vredelievend en
begrijpend uit de hoek. Zou het zo zijn dat sommige mensen de weelde van het
succes niet kunnen verdragen zonder zichzelf te verliezen, dan zullen anderen,
met minder succes ook niet altijd zonder meer nobele wilden mogen heten.
Moet
elke man niet erkennen dat er een moment is geweest waarop hij iemand die het
niet wilde te na is gekomen? Velen zullen zich met mij niet gemakkelijk zo een moment
(willen) herinneren, want ofwel voel je dan achteraf schaamte of denk je gewoon
dat er niets aan de hand was. Toenadering zoeken wordt overigens door die hele
beweging van verklaringen niet in vraag gesteld, maar wel het feit dat zelfs
duidelijke signalen van afwijzing niet begrepen worden. Een neen mag een neen
zijn, wij houden nu eenmaal van weerstrevende vrouwen, toch?
In
omgevingen waar veel lichamelijk contact voor de hand ligt en waar
machtsverhoudingen spelen, ziet men dat duidelijke afspraken en een zekere
sociale controle zelden aanwezig zijn, want zeker als een alfamannetje de boel
bestiert, zijn er genoeg die in diens gunst willen staan. Zelfs al lang en
breed van de apenrots verdreven, blijven we graag wel eens de knusse band van
de samenhorigheid aanhalen, ook als niet iedereen daarvan geniet.
Toen
DSK, de Managing Director van het IMF beschuldigd werd van ongewenste
intimiteiten met een kamermeisje in een hotel, werd al vlug een reden gevonden
om geen verder vervolg te geven aan het proces. Het was de openbare aanklager
die haar in discredit bracht, met de melding dat ze een (illegale?)
vluchtelinge was en gelogen had over haar identiteit. Het valt me nog steeds op
dat er nog in de VS noch hier toen stemmen zijn opgegaan om die vrouw te steunen.
Enfin, er zijn wel wat dingen gezegd, maar het hele verhaal werd in die zin
vergeten, dat DSK als dader toch slachtoffer kon worden.
In
welke wereld leven wij, vragen mensen zich wel eens af, enigszins hypocriet,
want hoewel we zelf denken ruimdenkend te zijn, weten we maar al te goed, dat
we nergens komen, als we niet erkennen dat emancipatie van vrouwen en hun
prestaties nieuwe spanningsvelden opleveren op de werkvloer en in het sociale
verkeer. Hoe zit het met de toenemende onzekerheid van mannen? Hoever mogen
vrouwen gaan in hun vrijpostigheden zonder dat wij hen zouden beschouwen als
laaghangend fruit, als gemakkelijke prooien? Met andere woorden, als vrouwen
even vrijpostig met hun charmes uitpakken als mannen met hun gestes, hoe
reageren we dan? Denigrerend, minachtend, terwijl ze gewoon ook graag wel eens
flirten zonder daarom direct verder te gaan.
De
paradigmaverschuiving is aan de hand, maar het gevolg lijkt te zijn dat we niet
goed meer weten hoe we ontspannen en vrijmoedig met elkaar kunnen omgaan,
zonder dat dit tot gebrek aan respect hoeft te leiden. Waar de kerk ons vroeger
ten overvloede waarschuwde voor zondige gedachten, laat staan handelingen, dan
bleef het binnen dat mensbeeld vaak zo dat vrouwen nog altijd als passieve
wezens beschouwd werden, hetzij op een hoge troon gezet, hetzij beschouwd als
gemakkelijke prooien. Nochtans schreef Pietro Aretino al in de zestiende eeuw
een boek vol dialogen, “zes dagen”, waarin hij een moeder en een courtisane
laat discussiëren over wat de best geschikte toekomst zou zijn voor haar
dochter, als maagd, in een klooster, als echtgenote of als prostituee. De
uitkomst? Het is al lood om oud ijzer, want ze zal altijd de hufterigheid van
mannen, bisschoppen, abten, hertogen en handelslui of van iedereen moeten
ondergaan. Je kan dus maar beter van die hufterigheid profiteren. Als moeder en
dochter gaan praten over die toekomst, is het beeld, namelijk het leven als
escorte, als luxeprostituee en beter nog als courtisane. Het boek leest
inderdaad als een cataloog van ondeugden, waarbij de mannen bruten zijn en de
vrouwen sluwe wezens die zich weten te bedienen van de mannelijke lusten. Ook
Chaucer in zijn Canterbury tales en Boccaccio in de Decamarone laten zien dat
vrouwen niet altijd de dupe zijn, maar ook dat het wel eens kan dat beiden er
gelijkelijk genot aan hebben.
De
seksuele revolutie van de jaren zestig en zeventig lijkt evenwel goed en wel
achter de rug, zonder dat zekere verworvenheden ingang hebben gevonden of
verworven mogen heten. De rol van sociale media in het verspreiden van beelden
en laatdunkende commentaren zorgt voor een nieuwe preutsheid, zoals voordien al
met het bekend raken van HIV en Aids de zorg voor bescherming tegen die
aandoeningen al een eerste forse domper of de feestvreugde was geweest. Toch
kan men zich afvragen of er niet ook een vergissing in het spel was: we dachten
vrijmoedig met elkaar te kunnen omgaan, maar vrouwen vonden dat ze zelf mochten
kiezen met wie en hoe. De bouwvakker of de passant, die fluit naar een mooi
meisje, dat was tegelijk lomp en toch een vorm van vrijheid die beschaafde lui
zich niet lieten aanleunen, maar bij recepties en andere feestelijke
gelegenheden kwamen er andere vormen van vrijmoedigheid aan de orde.
Soms
is het boeiend om als buitenstaander bij een partijtje aanwezig te zijn en te
zien hoe mensen met elkaar omgaan, openlijk en vooral minder openlijk, waarbij
men achteraf wel eens hoort hoe goed het allemaal verlopen was, even vaak dat
de ene de andere niet echt gelukkig had gemaakt. Waar het aan lag? Vrouwen
vertellen dat niet altijd, waardoor wij niet weten wat hen dan wel op de lever
ligt, bruutheid of onkunde, gebrek aan respect wellicht. Een neen negeren zou
men kunnen beschouwen als een vorm van ongepast gedrag en toch leerde ik al
vroeg dat je dat vooral moet doen als je aan je trekken wil komen. Beter is het
een neen te vermijden en er toch vooral genoegen aan te hebben.
Nu
goed, zou het Weinstein en co echt om de seks te doen zijn? Of is de seks,
zoals we die in deze gevallen gepresenteerd zien van ongelukkige aard omdat er
niet echt (intiem) contact is? Ik zou het niet weten, ik ben geen Weinstein,
maar besef wel dat je zo een vrouw of meisje maar een keertje bij de luren kan
nemen. Dat heet hen niet te deren. Maar zouden vrouwen echt zo weinig met
elkaar inzitten dat ze er niet met elkaar over spreken? Dat valt te
betwijfelen, maar de concurrentie op de werkvloer was voor vrouwen ook lang een
kwestie van overleven en winsten pakken, zodat ze altijd wel collega’s voor wie
ze het hadden inlichten, maar lang niet iedereen. Al bij al kan men gemakkelijk
voor dat alles de ogen sluiten en doen alsof die hoge omes die de laatste jaren
de revue passeren als notoire schuinsmarcheerders die nooit voldaan blijken,
zelf te beklagen zijn en dat vrouwen hen om allerlei redenen graag ter wille
zijn. De kans is groot dat we dan niet begrijpen dat de vrouwen zelf geen prooi
meer willen zijn maar gewoon zelf hun keuzes maken, zonder daarom als seuten,
blauwkousen of muurblompjes naar het gebeuren hoeven te kijken. Ze willen niet
langer gebruikt worden en daar valt weinig tegen in te brengen, dunkt mij. Dat
zal betekenen dat we zelf, als heren van de schepping niet langer prerogatieven
in te brengen hebben. Wat dat betekent? Dat je beter moet zijn in het verleiden
en tegelijk ook en vooral meer respect aan de dag leggen. De liefde bedrijven
hoeft niet iets vies of schunnigs te hebben, maar dat lukt niet als het
tegelijk een kwestie van macht en overmacht is.
Overigens,
wij mannen denken altijd dat wij de zaak op gang brengen, maar worden soms
aardig bij de neus en soms om de tuin geleid. Maar vrouwen die een man subtiel
verleiden, dat zien we in wezen nog niet zitten en vrouwen, meisjes die niet zo
subtiel te werk gaan, verslijten wij al gauw voor flirterig of sletterig. Zou het?
Het laat ons toe elke vorm van respect terzijde te schuiven. Maar, bedenk ik me
dan, wie leidt echt als het op dansen aankomt, bij de Tango of de Wals? Het
lijkt er altijd op dat wij mannen leiden, maar eens op de dansvloer merk je dat
het wel eens net anders aan toe gaat en het is er niet minder prettig om.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten