Illiberalisme en historische claims



Reflectie



De slagkracht van historische claims
Over Alexander de Grote en Poolse aangelegenheden




Wladyslaw Sikorski (1881-1943) was de leider van de
Poolse regering in ballingschap in London. Hij stierf in
Gibraltar in duisere omstandigheden, Het kwam Stalin goed uit
en voor de Britten zorgde hij voor kopzorgen omdat hij
zich tegen Stalin onverzoenlijk opstelde; Het is een 'detail'
uit de Poolse geschiedenis waar we heel weinig over weten;
maar ook niet horen. Er was overigens ook een Poolse
regering in Moskou. 
In Griekenland poken links en vooral rechts de Macedonische vlam op: elke vorm van Macedonische aanspraken op Alexander en zelfs op Griekenland, worden afgewezen en al zeker het irredentisme, de idee dat een staat niet enkel de eigen burgers politiek structureert maar ook namens alle (vermeende) medeburgers die door het lot niet het voorrecht hebben in het eigen land te wonen. Dat kan leiden tot grensconflicten en erger. WO I is onder meer mogelijk geworden omdat de Serviërs hun eigen irredentisme niet konden noch wilden intomen. Polen is een ander verhaal, maar ook daar spelen historische reminiscenties een opvallende rol.

Geschiedschrijving inzetten om de eigen politieke claims te staven en te steunen, zich beroepen op grootsheid van weleer, op de macht van ooit, kan men inderdaad wel historisch staven, maar doorgaans ontstaat een brokkelige plak, korst van feiten en gebeurtenissen, zonder andere samenhang dan het verhaal dat men nodig heeft om te mobiliseren. Geschiedschrijving kan inderdaad uitlopen op enge, nationalistische gevoelens, vaak opgetrokken uit haat en woede, ook als daar historisch weinig reden toe is. De geschiedschrijving in Vlaanderen, zeker de academische kwam goed op gang met mensen als Paul Fredericq, Henri Pirenne, François-Léopold Ganshof, Hans van Werveke, de Gentse historische school dus. De “Histoire de la Belgique” van Pirenne is uiteraard gedateerd omdat zijn opvolgers vele van zijn bevindingen nuanceerden en bijstelden, onder meer door gedreven micro-onderzoek of door thema’s die hij had aangereikt verder uit te werken. Waarom bijvoorbeeld kenden de Zuidelijke Nederlanden zovele stedelijke centra en kan men ook niet voorbij aan de smalle steden, die leefden onder de rook van centra als Gent of Brugge, Antwerpen of Brussel? Het antwoord op die vraag moet men onder meer zoeken in economische factoren, maar ook dat zal niet volstaan, want er waren politieke mogelijkheden en culturele ontwikkelingen, die ook nog eens op elkaar inhaakten en elkaar versterkten. Pirenne heeft de ontwikkelingen in het oude graafschap Vlaanderen van de11de tot de 16de eeuw beschreven en tot nu kan men weinig redenen aandragen waarom die benadering plots niet met de toenmalige werkelijkheid zou stroken. Nu kreeg Pirenne nogal wat weerstand van een jongere vakgenoot in Londen, Pieter Geyl die de geschiedschrijving zelf van Pirenne niet kon weerleggen, doch bleef doorgaan op het feit dat elke poging om een geschiedenis van België te schrijven nogal ijdel is, want het land bestond noch bestaat. Nu ja, het land bestaat dan wel uit twee politieke systemen die elkaar op het federale niveau ontmoeten, maar de Vlamingen lezen nog nauwelijks de Franstalige pers noch kijken ze vaak naar RTBf… Ook ziet men weinig doorstromen van het culturele leven in Franstalig België naar Vlaanderen, het omgekeerde lijkt opvallend genoeg wel redelijk persisterend voor te komen. Geyl heeft de Vlaamse Beweging geen dienst bewezen door zo op Pirenne af te geven, want diens, Pirennes, historische visie bracht meer over- en inzicht in de ontwikkelingen.

Toch zal men in Vlaanderen en in de Vlaamse Beweging zelden mensen vinden die begrijpen dat Geyl geen alternatief had voor de onderzoeksresultaten die Pirenne kon voorleggen. De ontwikkeling van de steden, de intensieve landbouw, de landwinning via de polderbesturen, het waren allemaal zaken die het graafschap Vlaanderen maakten tot een topregio in Europa, zoals ook Luik een bijzondere ontwikkeling kende, die weliswaar buiten het strikte kader van de Nederlanden leek te vallen maar toch wel een analoge ontwikkeling kende, waarbij de macht van de vorsten een tegenmacht vonden in steden en burgerlijke bestuurders. Geyl kon dat niet negeren en toch, in de Vlaamse Beweging merkt men weinig animo om de inzichten van Pirenne over de vroege ontwikkelingen in de Nederlanden te accepteren, terwijl die positief uitvielen en lieten, laten zien hoe deze regio in het toenmalige Europa wel degelijk een rol te spelen had en hoe allianties met deze of gene kroon voor welvaart en al eens voor oorlog konden zorgen. Moet men dan geen vragen stellen? Het historisch onderzoek na Pirenne heeft vooral nieuwe bronnen ontsloten en er de resultaten van gewogen. Fredericq, Van Werveke en Ganshof waren de Vlaamse Beweging en de “Hogeschoolkwestie”, de strijd voor de Vernederlandsing van de Universiteit Gent wel degelijk genegen. Historische claims op gebieden, bracht Pirenne niet, al vroeg men Ganshof in 1919 bij de onderhandelingen na WO I mee de claim van argumenten te voorzien om Palestina in de wacht te slepen voor België.

Men kan dus niet om de monumentale geschiedschrijving sinds Pirenne heen, en toch blijft men het voorstellen of de man een heel ander verhaal vertelde. Pieter Geyl, met zijn “geschiedenis van de Nederlandse stam” probeerde wel de gedachte ingang te doen vinden dat men vooral naar de inherente samenhang van de geschiedenis in die regio’s moet kijken, pleitend voor een Groot-Nederland, in wezen vond Pieter Geyl dat zijn Vlaamse vrienden het allemaal niet goed begrepen en dat kan wel kloppen, vanuit zijn benadering bekeken. De reacties op de uitverkiezing van het Plakkaat van Verlatinghe tot pronkstuk van Nederland  vanwege onder meer Marc Reynebeau liet alvast zien dat men niet behoorlijk over een historisch gebeuren kan schrijven, als men het idee a priori wil koppelen aan een nationalistisch streven. Het Plakkaat is niet nieuw in 1581 maar bouwt precies verder op argumenten die bij vroegere machtsconflicten tussen vorst en land werden ontwikkeld. Ideeën over de vorstelijke opdracht in precies de vrij soevereine vorstendommen Vlaanderen en Brabant, Holland-Zeeland ook, met bestuurspraktijken die de rol van de vorst sterk uitholden, bestonden inderdaad al voor Filips koning werd, maar doen niets af aan de drastische keuze die men maakte. De bijkomende verwijzingen naar die vroegere disputaties veranderen daar niets aan. Niets staat Reynebeau in de weg om dat dan allemaal eens goed uit te leggen, in een reeks artikelen, maar hij verkiest ervoor de Vlaamse Beweging af te doen als een kleinburgerlijke beweging zonder historische betekenis.

Het is deze gedachte die men ook in verband met het Grieks-Macedonische conflict kan onderzoeken: hoe kan men refereren aan een geschiedenis van 2300 jaar geleden, aan Philips van Macedonië en Alexander de Grote om nu te gaan redetwisten over de grondwet van de (voormalige) republiek Macedonië en aan de andere kant Griekenland die Macedonië in Griekenland als het enige echte beschouwen wil en vooral het (geprojecteerd) irredentisme van Macedonië wil aanpakken. Griekenland heeft al economische problemen in overvloed, zodat de keuze zich nog eens met de Macedonische kwestie te moeien wel blijk moet geven van irrationele drijfveren.

Kan men wel vermijden dat er in het politieke emoties meespelen, aangezien we als personen ook niet om onze, soms ongemakkelijke emoties heen kunnen. Politieke emoties? Haat, woede, ressentiment… zeer zeker ook spelen die emoties een rol, hoe droevig het ook kan uitpakken, want zij die ze koesteren blijken vaak minder goed af, net omdat men blijft steken bij ressentimenten en woede, waar men vergeet wat die samenleving voor ons kan betekenen. De Griekse animositeit dateert niet van gisteren, de laatste fase beslaat 25 jaar, sinds Macedonië zich losmaakte van de toenmalige republiek Joegoslavië en er discussie ontstond over de naam van de nieuwe onafhankelijke republiek en de Griekse provincie. Rationeel gezien kan men die animositeit niet vatten, begrijpend dat mensen en gemeenschappen zich wel moeten definiëren als een eenheid en dan kan het helpen externe vijanden aan te duiden. Vanouds staan Grieken en Turken tegenover elkaar, maar de houding tegenover de Zuidelijke Balkan valt voor ons moeilijker te vatten, want we weten hoogstens dat Griekenland in 1823 onafhankelijk werd na zware strijd – zegt men – en dat er tussen 1967 en 1974 een kolonelsregime aan de macht geweest is. Tijdens WO II voerden de Duitsers oorlog op de Middellandse Zee tegen de Britten vanuit Griekenland en was het verzet dat er actief was, communistisch gezind. De garanties voor het voortbestaan van Griekenland na WO II in het Westerse blok, vergde dat het land niet bij de Russische invloedssfeer ingelijfd werd. Politiek gaf dat wel aanleiding tot bevroren conflicten en niet uitgesproken verhoudingen.
De voorrechten van reders en van de kerk, de beschermde beroepen en het “spoils system”, waarbij een nieuwe meerderheid eigen ambtenaren aanstelt, maar anders dan in de VS blijven de oude ambtenaren zitten, het zijn de specifieke tekortkomingen van het Griekse staatsapparaat. Het verduidelijkt verhoudingen maar het laat niet toe dat ambtenaren politiek neutraal kunnen handelen. Het voordeel is dat politici keuzes maken en dat ambtenaren hun functie naar best vermogen vervullen en de wetgeving uitvoering geven, zonder dat ze in principe de minister of staatssecretaris beter of minder goed gaan dienen: men is ambtenaar van de staat. Het was natuurlijk wel zo dat ook in dit land  ambtenaren bevriende politici en partijen genegen bleken, maar de tendens werd in de loop van de jaren wel zeer getemperd, al zal dat nog wel eens voorkomen. Griekenland had op dat vlak, zo kan men ook lezen bij Francis Fukuyama in “de oorsprong van de politieke orde” een disfunctioneel en de vele kritiek aan het adres van de oude partijen was terecht, maar ook Tsipras diende te onderkennen dat er veel niet ingericht was zoals het zou kunnen. Toch is dat geen issue in de krant(en). In wezen interesseren maar weinig mensen zich voor de oorzaken van de Griekse deconfiture.

Polen vormt dan weer een ander verhaal, waarvan we de voorgeschiedenis met moeite kunnen vatten, van de grote bloei, toen Polen zich uitstrekte van de Baltische Zee tot de Zwarte Zee en economisch en cultureel hoge ogen gooide. Toch weegt ook daar de geschiedenis van het land en de beeldvorming van wat Polen zou moeten zijn in hoofde van PiS, waarbij men, zoals in Hongarije het liberalisme als een dwaling voorstelt. Voor Polen, dat zeer katholiek was en uit die katholieke samenhorigheid de energie putte om tegen de communisten in opstand te komen – al moet men ook vaststellen dat het niet enkel een katholieke aangelegenheid was, lijkt de keuze voor reactionaire politieke inzichten voor de hand te liggen. Solidarnosc was iets uit de vroege jaren, toen men bij ons de slogan gedachteloos overnam. Men koesterde sympathie voor Lech Walesa, maar zegde zelf links te zijn. De landen in Oost-Europa hebben bijzondere ervaringen achter de rug, die ons onbekend zijn. Bovendien kennen we vaak wel mensen als Tomas Masaryk of Vaclav Havel, die in verzet kwam als toneelauteur tegen het regime, maar na zijn dood opgevolgd werd door politici die vooral ressentiment koesteren, dat ze nu op Europa projecteren; de gedachte altijd geknecht geweest zijn kan toch niet zo vreemd zijn – in Vlaanderen kennen we daar ook wat van – maar toch, in de benadering van het eigen verleden en de vormgeving van de toekomst, laat men geloven dat vrijheid schadelijk is, dat men beroep moet doen op normen en waarden, traditionele waarden wel te verstaan. Het illeberalisme, zoals men het noemt wil wel de democratie, maar niet de liberale waarden en toch, denk ik, vrees ik dat er wel mensen iets in zien, maar dat noch Polen noch Tsjecho-Slowakije – nu twee onafhankelijke lidstaten van de EU – noch Hongarije  de voordelen van de moderne samenleving erkennen, valt moeilijk hard te maken en dus ook moet men zich afvragen waarom in een land als Polen de partij van de reactie zoveel steun krijgt, dan zal men toch dieper moeten graven dan we nu doorgaans meekrijgen.

Het lijkt verklarend sterk als men zegt dat de kerk een grote greep heeft en had op de Polen en wie in Krakau rondliep zag in het park de grote verering voor paus Johannes-Paulus II. Men ziet ook het grote plein en in de drank- en eetgelegenheden meisjes van plezier wachten op klanten. De samenleving veranderde na de val het de Sovjet-Unie, vele Polen - hoeveel? - vonden emplooi in het Westen, bij aannemers en als klusjesman, ook vrouwen trokken naar het Westen, kwamen naar ons en keerden later terug, regelmatig terug. Hun leefwereld veranderde door hun werkzame verblijf hier. Alleen is niet duidelijk of zij een invloed hebben op de opinievorming en dan moet men zich nog afvragen of ze inderdaad het oude Polen verkiezen boven een moderne samenleving. Men kan het electorale succes van de PiS niet zomaar verklaren, lijkt mij, want noch sociaal-economische omstandigheden[i] kunnen de keuze voor een reactionaire partij verklaren noch vond ik cultuurpsychologische observaties die de hang naar een hervonden verleden en wellicht angst voor vrijheid (van anderen) afdoende beschrijven.

Het is natuurlijk niet zo dat men zomaar de moderniteit afwijst, dat men geen economische politiek voert of dat men een op medisch vlak geen vooruitgang wil boeken, het succes van Jaroslaw Kaczynski was deels te danken aan de vliegramp bij Smolensk in 2010 toen Lech, Kaczynski, broer van, met 95 andere passagiers, allemaal leden van de regering en administratie, die in Katyn de massamoord op meer dan 22000 Poolse militairen, politici en intellectuelen in 1940 zouden herdenken, nu Rusland de verantwoordelijkheid ervan eindelijk erkend had. Decennia lang werd het gebeuren toegeschreven aan de Nazi’s, die pas een jaar later bij Katyn kwamen en dus onmogelijk de daders konden zijn.

Veertig jaar communistisch bestel waren niet genoeg om mensen af te schrikken van autoritair staatsgezag, zo blijkt en wij kijken niet begrijpend toe. Het vraagt dus meer onderzoek, voorbij clichés, als we willen begrijpen waarom politici als Jaroslaw Kaczynski en Victor Orban de liberale grondslagen van de democratie de wacht aanzeggen en ronduit in discredit brengen. Kan een democratisch bestel functioneren zonder die liberale ideeën? Het antwoord zou neen zijn, denken we, maar hoe zeker zijn we daarvan?

Zelf denk ik dat men vaak te eenzijdig de aandacht vestigt op de verkiezingen, die vrij en eerlijk, dus geheim moeten georganiseerd worden, dat wil zeggen, niemand wordt geacht te antwoorden op de vraag van overheidswege voor wie men gestemd heeft. Die vrije verkiezingen zelf gaan uit van de liberale gedachte dat men vrij moet zijn in het stemhokje zijn of haar stem uit te brengen, zonder dwang dus of angst voor represailles. Dat refereert aan de rechtsstaat die we niet altijd voldoende aandacht besteden, ook niet in het onderwijs en in de media. De rechtsstaat werd ontwikkeld, met onvolkomenheden in geschriften tijdens de achttiende eeuw en voorheen, maar is nooit af. In het concept van de rechtsstaat moet de vervolger, het Openbaar Ministerie de schuld aantonen als er een misdrijf is gepleegd en kunnen bepaalde zaken, zoals vrijheid van opinie niet zomaar vervolgd worden, ook als die de staat en de regering onwelkom zijn. Iedereen is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Eigendom is onaantastbaar, tenzij via ingewikkelde procedures en kan dus niet naar willekeur genaast worden. De rechter die de overtuigingsstukken moet beoordelen mag geen onderscheid maken bij de beoordeling naar gelang de personen die voor hem verschijnen meer of minder aanzien hebben.

Het klinkt alles zeer bekend in de oren en toch, als we naar de kritiek ten aanzien van de Poolse regering en president kijken, dan lijkt het wel eens dat we iets bijzonders zouden eisen, waartoe de Polen niet in staat zouden zijn. Intellectueel weten de regeringsleiders wel degelijk waar het over gaat, gelijkheid voor de rechtbank lijkt hen niet adequaat en de onafhankelijkheid van de rechters ten aanzien van de regering lijkt overbodig en zelfs hinderlijk. Alle garanties die in de Poolse instituties waren aangebracht om de rechtsstaat zoveel als mogelijk te realiseren werden door de regering in twee jaar ontmanteld. Het Hoogste gerechtshof werd anders samengesteld door een nieuwe pensioenleeftijd in te voeren en ook de raad die de rechters moet aanstellen werd dichter bij de regering getrokken.

Toch kwam er straatprotest tegen de hervormingen van de rechtsstaat maar daar kregen we slechts oppervlakkige informatie over mee, terwijl het wel nuttig is aan de weet te komen wie er allemaal deelneemt aan dat protest en hoe dat verloopt. Het viel me toen op hoe weinig we geven om de Poolse burgers en de toekomst van Polen. Hoe gewrongen de geschiedenis van Polen ook is, het is een belangrijke lidstaat van de EU en ze hebben natuurlijk wel wat te verliezen mochten ze uit de Unie gezet worden, maar misschien zal Poetin dan proberen ook hen te paaien. Echter, de onverschilligheid naar wat het beleid doet met het land wordt slechts getemperd door de vrees dat het eens echt fout zou kunnen gaan in Warschau of beter de gevolgen daarvan voor de EU. Onze horizon als Europeanen blijft aan de Westoever van de Elbe haken, ten Oosten blijft het politiek en soms ook cultureel een niemandsland voor onze bestuurders en redacteuren van nieuwsbladen.

Ook in Polen spelen nationalistische overtuiging en blijft een dito zelfbeeld de discussie belemmeren over wat nu het beste is voor het land en voor de burgers. Polen kende en kent een grote vernieuwing van de infrastructuur, er komen nieuwe bedrijven en mensen die enige tijd hier hebben gewerkt en gespaard, beginnen aldaar eigen bedrijven. Echter, waar vindt men bruikbare data, tenzij bij Eurostat.

Polen kent een doorgedreven en persisterende groei, zodat, zoals een artikel schrijft de bevolking tevreden zou zijn. Waarom dan kiezen voor de PiS? Ik tast in het duister en dat is wellicht een vreemde vaststelling voor iemand die iets wil schrijven over historische claims, maar net dat punt vormt mee de kern van het probleem. Om te begrijpen waarom Grieken zo hard inbeuken op de aanspraken van Macedonië en waarom in Polen de regeringspartij in 2015 nog 35 % van de ondervraagden bij een opinieonderzoek achter zich kreeg, is dat wel bijzonder. Wat voor Recht, welke rechtvaardigheid willen zij hersteld zien? Ethische kwesties als rechten voor homo’s, abortus.. het is allemaal mooi om daarover de Polen de les te lezen, maar ten gronde blijft de aanhang van de reactionaire partij overtuigend groot. Dat verklaren vergt diepgaand onderzoek en vervolgens, indien wenselijk, een strategische keuze. Zal dreigen met straffen tegen de Poolse regering niet oude demonen wekken? Of moet men kijken, als burgerbewegingen naar wat leeft in Polen om de democraten en liberalen te steunen? Wat de Grieken willen in verband met Macedonië zal een heikel punt blijven, maar om in Polen de democratische, liberale partijen wind onder de vleugels te geven, zal men ook niet zo gauw een oplossing vinden, maar de zaken blauwblauw laten helpt evenmin. Historische claims geven aan politieke doelen een stempel van urgentie en legitimiteit, maar kunnen tegelijk de economische ontwikkelingen in de weg staan. De Vlaamse beweging heeft de economische groei net ondersteund, wat links wel eens vergeet, zoals de oprichting van het VEV in 1926 die groei verder ondersteunde. Het ergerlijke van het illiberalisme van Orban en co zit in de aanname dat ze beter de groei kunnen ondersteunen door het waarmerk van het liberalisme, het vrije ondernemerschap on hold te zetten. De risico’s op willekeur vanwege de staat is een ander gevaar. Hoeveel corruptie zou er in het Polen van Joreslaw Kaczynski of het Hongarije van Orban zijn[ii].

Bart Haers  






[i] Polen kent al vele jaren een behoorlijke economische groei en is een netto ontvanger van Europese steun. Toch richt de regering graag het vuur op Brussel, de goede economische situatie op eigen conto schrijven. Zie ook: http://www.poleninbeeld.nl/maatschappij/economie/de-economie-polen/
[ii] Om zich een idee te vormen: https://www.businessinsider.nl/dit-zijn-de-11-meest-corrupte-landen-in-de-ontwikkelde-wereld-en-ja-griekenland-en-italie-scoren-hoog/

Reacties

Populaire posts