Legitieme erotisering


Dezer Dagen



De wereld als voorstelling & onvermogen
Zelfoverschatting van politici of de fatale staat[i]




Edgard Tytgat, Laatste pop.
Hoe denken we over een schilderij als dit: het
laatste moment van argeloosheid? onschuld?
collectie MSK Gent. Lucas
(Lukas - Art in Flanders VZW, foto Dominique Provost)
De wereld hangt niet af van ons voorstellingsvermogen hoorde ik Rebekka de Wit zeggen (in Berg en dal, Klara 18/2), die het van een dominee te horen kregen. De schepping in zeven dagen, dat ging haar voorstellingsvermogen te boven. Nu ja, de Big Bang kunnen we ons maar niet voorstelling, heb ik van natuurkundigen begrepen. Zelfs de conceptie kunnen we wel beschrijven, maar hoe het allemaal gebeurt, onttrekt zich aan ons voorstellingsvermogen. Een mooie gedachte, al zal ze sommigen kregelig stemmen.

Want geloven we niet graag dat de (wetenschappelijke) beschrijving van een fenomeen het hele eiereneten is, terwijl het slechts de beschrijving is, waar we ons verder niet zo heel veel van kunnen voorstellen. In het stuk over Darwin en Alexander von Humboldt had ik het over vulkanisme en afzettingen (van de zee of rivieren) als processen van landvorming, maar uiteraard is er ook de vorming van kalkrotsen door afzettingen van kalk van dode zeebeestjes. Het gaat om sedimentair gesteente, terwijl het om de neerslag gaat van kalkhoudende skeletjes. De wondere natuur, net wat u zegt. Maar kan u zich indenken over hoeveel miljoen jaar het gaat, nodig om dit soort sedimentgesteente te vormen? Of wist Goethe al, die met von Humboldt streed om de oorzaak over landvorming al dat dit soort sedimenten ook bestond. Als geologen en mijnexperten wisten ze uiteraard al een en ander. Hoe dan ook, voor ons voorstellingsvermogen overtreffen die processen ons voorstellingsvermogen, want zelfs als we het weten, blijft het in feite iets abstracts. Wie het wel kan, de verschillende facetten, de benodigde temperatuur van water, aanwezigheid van andere organismen, de tijd nodig voor het vormen van de gesteenten en dan, via obductie, het opduwen van de rotsen tot een gebergte dat boven de zee uitsteekt.

Dit gaat over natuurlijke fenomenen, maar zoals onder meer Ariane Bazan laat zien ligt dat op het menselijke vlak even anders, want misschien kan men sterke correlaties ontdekken, misschien zijn er ook processen waarbij oorzaak en gevolg best voorspelbaar blijken, maar mensen hebben altijd wel die ene eigenaardigheid dat ze iets anders doen dan de ander(en) verwacht(en). In de omgang tussen mensen bestaat de neiging wel dat mensen een soort machtspositie trachten op te bouwen, uit angst en onzekerheid, kan de ander daarin net geborgenheid en veiligheid vinden, maar het kan ook tot scherpe conflicten leiden. We kunnen ook van onszelf niet altijd voorspellen hoe we in bepaalde omstandigheden gaan reageren. Dat betekent dan wel niet dat we er geen controle over zouden hebben, dat we zelf ook omstandigheden mee kunnen creëren waarin die geborgenheid zich ontwikkelt zonder dat er sprake is van dominantie.

We zijn geen engelen, dat weet iedereen en toch willen we zo graag dat anderen zich zo gedragen dat we ervan op aankunnen, maar geven er ons dan geen rekenschap van de noodzaak zelf ook wel enigszins betrouwbaar, desnoods dus voorspelbaar te blijken. In onze omgang met anderen alleen maar egocentrisme ontwaren en dat wijten aan de evolutionaire biologie, maakt het natuurlijk allemaal wel iets makkelijker om verdragen als het fout gaat. Toch zou men zich kunnen afvragen of dat individualisme wel echt goed begrepen wordt. Een individu worden is voor een persoon van ongemeen groot belang, dat wil zeggen het bewustzijn ontwikkelen dat we zelf iets kunnen doen aan onze omstandigheden, want we zijn nooit alleen maar slachtoffer. Toch is het zo dat we ons genesteld hebben in die rol van slachtoffer, want dan hoeven we er zelf niet meer om te melden. Men zegt dat die visie links zou zijn of seculier, maar wellicht is ze vooral gemakzuchtig. Wie evenwel alle verantwoordelijkheid voor ongelukkige levensomstandigheden bij de persoon zelf legt, moet toch ook nog eens de bekende feiten bekijken. Het kan zijn dat een persoon werkelijk slachtoffer is, niets kon doen tegen machtsmisbruik in het gezin, op school of op het werk, maar nergens de steun vond om traumatische omstandigheden te doorstaan en veerkracht, résiliance, te ontwikkelen, om zichzelf boven die omstandigheden te plaatsen. Dat wil zeggen, zoals Ortega y Gasset ooit bedacht: ik ben ik plus de omstandigheden.

Waarom dit hier aan de orde komt in een stuk dat over de zelfoverschatting van politici moet gaan? Omdat precies de overheid, niet enkel politici maar een heel leger experten de laatste decennia de visie ontwikkeld heeft dat we elk lijden moeten oplossen en tegengaan. Emancipatie betekent ook, leid ik af uit de visie van Ariane Bazan, dat we in staat zijn het lijden dat ons kan overkomen te overstijgen, door te gaan desondanks. Wil men het lijden ten alle prijze uitroeien, dandreigen we, zoals zij aangeeft ook de legitieme erotisering van de samenleving onderuit gehaald worden. Die erotisering namelijk die voorkomt uit het feit dat mensen zich binnen ruime normen mogen kleden zoals zij dat verkiezen, als deel van hun persona en individualiteit, vrijheid dus. Natuurlijk zijn figuren als Dutroux of zelfs Weijnstein op het niveau van machtsmisbruik, waarbij de seksuele daden zelf deel zijn van dat grotere verhaal. Erotisering betekent niet per se dat men de ander als een object gaat beschouwen, al kan dat, zegt Basan, op zich niet zoveel kwaad. De ruimte tussen mensen kan vele invullingen krijgen en zoals de psychologe opmerkt, kan een erotiserende spanning net zo goed tot een fijn en toegewijd contact leiden, tijdelijk of voor langere duur.

Er botsen hier mens- en wereldbeelden, waarbij voor de een de ander, een ander nooit als object beschouwd mag worden. Reeds Kant had gesteld dat we als mensen andere mensen niet als een middel mogen hanteren en daar valt weinig tegen in te brengen. Maar als men iemand, die men toevallig ziet passeren, op een zomers strand, bewonderend of hunkerend met de blik volgen, terwijl de omstandigheden aangeven  dat nader contact zoeken echt niet kan. Dan houdt men het er even bij die persoon te zien als iets dat niet bereikt kan worden, een object. Nog eens, terecht stelt Bazan dat gedurende enkele decennia in het straatbeeld mensen, zeker vrouwen, jonge en niet zo jonge op een legitieme wijze zichzelf konden en mochten tonen, maar nu blijkt dat achterwege gelaten te worden, omdat men geen slachtoffer wil worden, zoals men dus onnodig lijden – elk lijden onnodig zijnde – moet vermijden en afwijzen, ook in het algemeen, zonder nog naar context en omstandigheden te kijken.

Noir, c’est noir. Johnny Halliday zong het, zoals het met smartlappen gaat, ging het over het einde van de hoop, het einde van iets, dat hij blijkbaar graag had gewenst. Als iemand een vonk laat overslaan, kan je er goed mee wegkomen, maar als de vlam een onblusbaar vuur doet oplaaien en je kan er verder niets mee, dan kan dat tot wanhoop leiden. Dat klopt allemaal, maar misschien kan je met die vonk toch iets, op een elegante manier.

In het ene mens- en wereldbeeld bestaan alleen subjecten en objecten, maar zoiets als intersubjectiviteit komt dan zelden in beeld. De ruimte, de leegte tussen u en mij kan zo worden opgevuld, dat het beiden aangenaam te moede is, of indien, dat het ook niet tot onheil leidt. Dat heet beschaving, Men heeft in de jaren dat Jan Wolkers en Provo, de anarchisten etc. de burgerlijke cultuur afwezen, ook vele stugge regels van etiquette afgewezen, waarna men vergat dat regels nodig zijn voor het mensenpark, maar die kan men zelf leren aanvoelen en hanteren. Wat we nu zien, waarbij mensen zonder vorm van proces worden afgeserveerd, ook als er niet aantoonbaar sprake is van trauma, alleen van vermeend onheus gedrag, zal men zich moeten afvragen of we nog vrijmoedig met elkaar kunnen omgaan. Stalken kan niet, maar toevalligheden een handje helpen, zolang het niet stoort, kan wel tot het verleidingsspel behoren. Dan komt de intersubjectiviteit in beeld komen, dat wat mensen van elkaar verlangen, van een blik tot een tongzoen en meer, dat wat ze delen, zouden kunnen delen en dat hoeft toch geen traumatische ervaring te worden, omdat hij vond dat ze zo een aardige boezem heeft en een prachtig decolleté? Maar het gaat niet enkel om heteroseksuele contacten, het gaat in wezen om vele vormen van contacten, zoals Bazan aangeeft.

De overheid moet de openbare orde bewaren en de veiligheid op straat garanderen. Het inperken, zoals bij sommige godsdiensten het geval is van een legitieme erotisering van het zelf, hoeft de overheid niet verder te stimuleren, want dat is wat dezer dagen het geval is. De redenen waarom mensen, vrouwen hoofddoeken moeten dragen, meisjes en vrouwen, is juist de afwijzing van het erotiserende van hun zijn. Het verlaagt die vrouwen tot objecten. Het zijn overigens niet alleen of zeker niet alleen politici die de moraalridders uithangen, maar velen onder ons, op sociale media, geven al te graag scherpe, afwijzen kritiek op mensen die iets te veel tonen. Dat meisje op de Olympische ijspiste, dat tijdens de korte Kür door een probleempje met de kleding haar borst liet zien, ongewild, voelde zich net niet zo verrast dat ze de rest van de Kür in de soep liet draaien, ze werden tweede… Het zou toch, dezer dagen geen probleem mogen vormen. We, vaak mannen zijn geobsedeerd door bloot en exhibitionisme, maar als het dan toevallig voorvalt, roept men schandaal. Zo hypocriet zijn we nooit geweest denk ik, zelfs niet de Victorianen. Kunstwerken op het net? Sommige platformen vinden dat het niet kan. De censuur komt dus niet enkel van de overheid.

Echter, de fatsoensnormen zijn in de media op een bijzonder hypocriete manier terug naar de situatie van voor de “summer of love” verschoven. Het gaat dan niet over contacten tussen mensen, maar dat men zichzelf nog nauwelijks mag tonen en blij zijn met het eigen lichaam. Meer nog, als wij heren van de schepping al eens een losse scharrel hebben dan zijn we kerels, als een vrouw erom bekend komt te staan dat ze wel eens met een (on)bekende vrijt en seks heeft, omdat ze het nu eenmaal wil en hij/zij stemt toe, dan is dat toch louter een particuliere zaak, waar niemand iets mee te maken heeft.

Politici en andere stemmen in de openbare ruimte, opinieboeren ook geven graag af op andere mensen en willen de boel onder controle houden. Een jonge lerares ergens in de VS zou volgens het Nieuwsblad ontslagen zijn omdat ze een leerling – 17 of 18 jaar oud – verleid hebben en misbruikt. Over de specifieke omstandigheden is verder niets bekend en doet blijkbaar niet ter zake. Zij zit in een machtspositie en mag hem niet in verwarring brengen. Wat als het omgekeerd was of hem en haar geen trauma bezorgt? Kan hij er niet een tot dan ontbrekende zelfverzekerdheid aan ontlenen? Natuurlijk moeten leraren en leerlingen best op een enigszins afstandelijke wijze met elkaar omgaan, maar als het anders loopt, is het daarom fout, a priori en zonder verder onderzoek. De tijd van de Salische wet lijkt wel terug: die daad leidt tot die bestraffing. Vandaag gaat het dus om de gedachte dat heldere regels alles kunnen oplossen en wie dit doet, zoals die lerares die is sowieso haar job kwijt. Moeten politici als wetgever nu juist niet betrachten dat de zaken besproken worden en dat professionaliteit er niet toe leidt dat mensen niet meer tot overdracht kunnen komen, in het onderwijs of anderszins.

Bij dat alles hebben we niet de gedachte geuit dat politici zelf geen morele standpunten mogen innemen (over het seksuele leven) omdat ze zelf ook wel eens zouden kunnen betrapt worden op iets dat op het oog niet helemaal koosjer is. Ten eerste moeten we juist, zeker voor onszelf tot morele oordelen kunnen en durven te komen, dat kan inhouden dat we het risico aanvaarden een blauwtje te lopen of dat we na de verleiding en het liefdesspel tot de conclusie komen dat het niet echt dat was wat we verwacht hadden. Oh ja, die verwachtingen? Bladen, boekskes, praatprogramma’s geven ons dagelijks aan hoeveel we wel niet mogen verwachten. Ten tweede is politiek bedrijven zelf, zoals economisch handelen een kwestie van morele richtsnoeren, voor zichzelf – en in feite geldt nog meer voor journalisten en opinieboeren. Iemand is niet door en door slecht als hij of zij door omstandigheden en ontmoetingen in een situatie zou belanden die anderen dan kunnen misbruiken, voor chantage. Het is precies omdat we ervan uitgaan dat bijna alle erotiserende contacten in de publieke sfeer vies en vuil, laakbaar zouden zijn, dat mensen chantabel worden. Seksuele handelingen, intimiteit en sensualiteit behoren tot ons arsenaal aan mogelijkheden om ons leven vorm te geven, waarbij we de mogelijkheid niet uitsluiten. Wat wel in het oog gehouden moet worden is of we daarmee iemand ongelukkig maken. Ja? Als een meisje op een zonovergoten terras voor mijn neus komt zitten met een pronte boezem, dan mag ik mij niet ongelukkig voelen, als ze mij compleet negeert, toch? Ongelukkig omdat men de ander de ontmoeting of samenwerking niet waardeert, erkent, vertrouwt. 

De zelfoverschatting van politici bestaat erin, zowel inzake het denken over mensen, als in hun eigen gedrag regels en leidraden hanteren die ze niet of nauwelijks toetsen. De wereld bestaat niet uit juiste en foute handelingen alleen. Er is niet enkel een grijsgebied, wel moet men erkennen dat men niet altijd het hele verhaal kan kennen en net wanneer mensen ertoe neigen een oordeel te kunnen vellen, zou men, tenzij het inderdaad traumatiserend blijkt, verkrachting en aanranding, zich wel kunnen inhouden. Vrouwen als Adriane Bazan geven mannen noch vrouwen een vrijbrief voor hufterig gedrag, wel de ruimte om toch de ander vrijmoedig en respectvol tegemoet te treden, waarbij we dus een gemeenschappelijke taal ter beschikking hebben om dat met elkaar te delen, wat kan en niet zonder, zonder een app die de betrekkingen vooraf vastlegt, het vullen van de tussenruimte en het ontwikkelen van een intersubjectief universum.

Wie absolute veiligheid en zekerheid wil, zal misschien ook wel eens gefopt kunnen zijn en iets moois missen. Kan men vooraf niet altijd de intenties inschatten – behalve als men van allerlei middelen gebruik maakt, drugs of verdovingsmiddelen – dan weet men naderhand wel of het goed aanvoelt, of het levensgevoel gesterkt wordt en meer dan dat aanvoelen, valt te vrezen, is er niet. Wie geleerd heeft de eigen gevoelens te wantrouwen, komt dan wel in een moeilijk parket terecht. Spreken over wat goed aanvoelt en dat overbrengen, kan mensen helpen, de ongewisheid van de situatie beter te vatten. Maar dit alles gebeurt toch niet voor de rechtbank of via een app.

Tot slot, Roman Polanski wordt nog altijd vervolgd voor de wel zeer intieme omgang met een meisje van dertien, wat uiteraard niet betaamt. Nu heeft dat meisje, intussen een vrouw van rond 50 zelf gezegd dat het moet afgelopen zijn, dat voor haar het verhaal afgesloten is; waarom zou de openbare aanklager hem nog altijd vervolgen? Omdat het wellicht geen klachtmisdrijf is. Maar intussen ziet men niet dat Polanski’s vrouw, Sharon Tate, werd 9 augustus 1969 vermoord door de Manson family, een sekte. Mij komt het vreemd voor dat ondanks het feit dat leeftijd van het meisje een en ander had moeten beletten dat hij haar iets aandeed, toch het voorafgaande verhaal niet in rekening werd gebracht. En ja, was Polanski ook niet een notoire rokkenjager met drie huwelijken… Als het leven zo eenvoudig was, had men geen rechters meer nodig. Het ontbreken van pogingen tot genuanceerd denken, wat men moeilijker kan opbrengen in verband met priesters die zich vergrepen aan jongens en meisjes of jonge vrouwen, maar soms was zo een jongen wel verliefd, was een vrouw wel bereid het leven te delen met een priester. Of celibaat een goede zaak is of integendeel verworpen moet worden, wat u en ik aannemen, doet dan niets ter zake.

De overheid moet het kader scheppen, waarin ook de zorg voor de mentale gezondheid van mensen kan opgenomen worden, wat in het geval van Kim De Gelder mis lijkt te zijn gegaan, wegens wachttijden en het ontbreken van personeel in de Geestelijke Gezondheidszorg wel voor problemen zorgt. Een psychose kan iedereen overkomen, kan mensen tot over de rand helpen, maar mits voldoende zorg en ondersteuning, ook van de omgeving kan daar veel goeds gedaan worden en dus veel onheil voorkomen worden. Alleen, net daar is ons voorstellingsvermogen bijzonder actief en denken we te weten hoe gevaarlijk dat allemaal wel niet is. In het Vlaams parlement werd een resolutie gestemd over de vraag isolatie van jongeren in de GGZ zo veel mogelijk te beperken, zonder tot een algemeen verbod over te gaan. In het debat bleek hoe sommige politici wel degelijk denken dat ze met een verbod alle problemen op kunnen lossen, terwijl anderen menen dat men toch moet vertrouwen op wat de sector zelf aan kennis, ervaringen bezit en aanwezig is als de nood tot isolatie zich voor zou doen, wat maar weinig politici zelf kunnen zeggen. Veel van wat politici willen regelen, blijkt noch te handhaven noch zinvol om bijvoorbeeld een gepaste therapeutische context te scheppen. Ze stellen zich voor dat iedereen er schande van spreekt als mensen in de GGZ gefixeerd worden en doorgaans tracht men dat te vermijden, maar hoeveel weten wij wat er in zo een stellingen aan de hand is en hoeveel inspanningen mensen leveren om het goed te doen?  Laat mensen die ertoe zijn opgeleid de ruimte, laat de samenleving de ruimte om mensen die over een oordeelsvermogen beschikken zelf doen wat moet en er is altijd nog de sociale controle. Als mensen die bedotten, dan is het aan het gerecht om alles te onderzoeken. Nu krijgen we de indruk dat we in een samenleving leven waar we niets meer zouden weten en niet buiten beeld van camera’s met elkaar kunnen overleggen en van alles delen. Voorzorgsprincipe, denken dat het altijd beter is te voorkomen dan te genezen, kan tot ongemak leiden, omdat mensen inderdaad niet altijd voorspelbaar blijken. Maar het gaat dan niet enkel om de kwalijke dingen, geweld, onheus gedrag. Ook ten goede kan men dingen doen die anderen niet verwachten. Oh ja, soms kan goed bedoeld kwaad aanrichten. Die ongewisheid is blijkbaar moordend.

Bart Haers  



[i] In “De Fatale staat” legt Paul Frissen, hoogleraar bestuurskunde uit hoe de staat, door alle mogelijke risico’s juridisch dicht te timmeren het leven en de pit uit de samenleving haalt en mensen de indruk geeft dat ze zelf niets meer vermogen om hun leven vorm te geven. Het gaat om een doorslaan van de balans tussen vrijheid en zelfbeschikking enerzijds, die de uitbouw van het eigen leven en het leven met anderen kan bevorderen en de zoektocht naar veiligheid door het uitbanen van risco’s. zie ook: http://kwestievanverwondering.blogspot.be/2013/10/populisten-en-tecnocraten-een-strijd.html
Op andere plaatsen refereerde ik ook aan dit essay over hoe ver de staat kan gaan alles, maar dan ook alles dicht te timmeren. Nog meer dan het Matthaeuseffect speelt dit streven van het beleid in de kaart van de middenklasse en de hogere bourgeoisie, omdat zij merken dat ze zich kunnen vrijkopen, door boetes als vrijbrief voor wangedrag te beschouwen. 

Reacties

Populaire posts