Eurosceptici en -realisten slaan bal mis
Dezer
Dagen
Macron, Diependaele et Baudet…
Wie
het voor Europa en de instituties wil opnemen, krijgt dezer dagen wel wat
meewarige blikken te verduren, want het zou allemaal niet veel voorstellen en
de “natiestaten” uithollen. Wat Europa gebracht heeft, sinds 1950 is inderdaad
alleen maar een palmares, al zou men er beter niet lichtvaardig over heen
stappen, de vraag is wat kan Europa bieden voor de toekomst en hoe moet dat dan
aangepakt. Merk op dat wie de prestaties van het verleden die de EU kan laten
gelden geringschattend wegzet ook niet zo heel veel pijlen op de boog heeft, noch
voor het eigen land, noch voor de Europese statenbond.
De N-VA
komt anders wel uit een traditie waarin de Europese eenmaking met grote
aandacht werd gevolgd en waarbij men de baten graag breed uitsmeerde. Europa
bestaat sinds 1958 en sinds 2004 maken een aantal lidstaten deel uit van het
geheel die veertig jaar onder het juk van de Sovjet-Unie en de ideologische
verlamming van het communisme leefden. Spanje kende in 1975-1976 het einde van
de dictatuur en vanaf 1980 was er een stevig institutioneel en constitutioneel
kader. Catalonië heeft zich in die evolutie ingeschreven en kreeg net iets
minder dan Baskenland een eigen statuut. De Catalanen die streven naar
onafhankelijkheid claimen wel eens dat ze van een ander ras zijn, terwijl vanaf
de veertiende eeuw dit deel van het Iberische schiereiland geleidelijk meer in
het geheel van de staatstructuur werd opgenomen. Onder meer Alva zou een tijd
lang onderkoning van dit gebied worden, waartoe ook de Balearen behoorden,
omdat het voor Philips II niet goed mogelijk bleek de bestuurslijnen kort te
houden. Ik meen ook te weten dat de Catalanen 1714 herdenken, toen hun favoriet
voor de Spaanse troon het onderspit moest delven. Maar in wezen gaat het over
vragen voor de toekomst: kan Catalonië de burgers van dat gebiedsdeel een
betere toekomst geven dan wanneer het blijft deelnemen aan het Spaanse politieke
systeem? Madrid en Barcelona zijn de twee grootste steden van Spanje, beide
zijn voor het product van de grote migratiebewegingen in Spanje, die nu zover
zijn doorgedrongen dat delen van het platteland helemaal ontvolkt raken. Dat
geldt overigens ook voor andere landen in Europa. Het punt is dat de Catalanen
mogen streven naar onafhankelijkheid, maar dat het geen zin heeft te claimen
dat àlle Catalanen daarachter staat, tenzij men dan alleen de Catalanen die een
volledige kwartierstaat kunnen voorleggen, recht van spreken heeft. Vooral valt
op dat de regeringsleiders in Barcelona bijna allemaal met corruptie zijn
besmet. Goed, ook de PP, de Partido Popular heeft er mee af te rekenen en er
worden processen over gevoerd, onder meer in Valencia.
Deze
gedachte over Europa begin ik met een uitgebreide excursus over Catalonië en de
betrokkenheid van de N-VA daarbij, omdat Europa inderdaad aangewreven kan
worden dat de bestuurders lange tijd de complexe structuren en feitelijke,
maatschappelijke verscheidenheid hebben genegeerd. Nationalisme werd ook genegeerd
en voor sommigen geldt nog altijd dat nationalisme naar de gaskamers in Auschwitz
heeft geleid. Het is een vereenvoudiging der dingen, die ons niet verder helpt.
Auschwitz is net zo goed, zoals Adorno bedacht, een gevolg van de moderniteit
en de Endlösung past ook in een utopisch kader. Liberalen vergeten dat de
negentiende eeuw, toen de politieke beweging die men als liberalisme aanduidt,
in meerdere landen voet aan de grond kreeg en de regering in handen kregen nood
had nationalisme, omdat andere bindmiddelen, zoals de positie van de vorst of
zelfs van de kerk – horresco referens – die bindmiddelen leverden, voor de
elites. Tijdens die negentiende eeuw kreeg ook het “volk” meer belang en diende
men hen mee te nemen in het verhaal van de natiestaat. In België waren de
liberalen van 1848 georganiseerd in een partij en werd, met steun van de koning
een grote campagne opgezet om een Belgische nationalisme op te wekken, dat het
land een grotere legitimiteit diende te geven, onder meer tegen de Orangisten
die er nog waren, in. In de loop van de volgende eeuw verschenen in de steden
standbeelden en monumenten die dat verhaal uitdrukking gaven, tot en met Jan
Breydel en Pieter de Coninck toe, die nu bijna exclusief Vlaamse symbolen blijken.
Europa
heeft zich, ook in West-Europa over een raster van geschiedenis moeten leggen,
van oude nationale trots, waarnaar Thierry Baudet graag verwijst. Niet enkel
Mark Rutte, ook de voormalige premier Jood Den Uyl was alles behalve een
montere Europeaan, want hij wilde zijn socialistische programma uitrollen over
Nederland, zonder pottenkijkers uit Brussel. De deconfiture van Ruud Lubbers,
die maar geen hoog Europees mandaat kreeg, de discussies over Maastricht en de
twee referenda waarbij een meerderheid neen zegde tegen Europa hebben de
Nederlanders nogal afkerig gemaakt van de EU en toch, economisch plukken ze er
rijpe vruchten van.
Hoe
kunnen Matthias Diependaele van N-VA en Baudet van … tja, Partij Baudet, zo
hard fulmineren tegen Europa? Ze hebben nooit anders geweten dan dat er een Europees
parlement was, dat de Commissie er was en ook de regeringsleiders, die, naar
men mag aannemen, democratisch gelegitimeerd zijn. Ze hebben wellicht nooit
anders gekend dan de Schengenzone en ze zullen wellicht verrast zijn dat er
mensen nog weet van hebben dat Europa de BTW aan de lidstaten oplegde, in 1971,
dat wil zeggen, de commissie en de lidstaten kwamen tot de bevinding dat de
veelheid aan indirecte belastingen en accijnzen de handel noch de consument
niet ten goede kwamen. De BTW-verplichtingen waren voor zakenlui en handelaars
een administratief sterke vereenvoudiging, waardoor ze een hoop bedienden
overbodig zagen worden. Toch hoor ik zelden Europese topfiguren wijzen op deze
politieke ingreep van formaat.
Ook
het BTW-stelsel bleek fraudegevoelig, maar men kan het blijkbaar beter opsporen
dan toen er nog een veelheid van nationale regelingen bestond. Ook de
douaneverplichtingen werden door de EGKS en opvolgers steeds verder
vereenvoudigd, zodat er nu binnen de Schengenzone geen tolkantoren aan de grenzen
meer staan, laat staan dat ze bemand moeten worden. Moeten we het nog hebben
over het landbouwbeleid, waarover sommigen graag zeuren. Het bedrag aan
landbouw besteed ligt hoog, omdat er lange tijd voor de EU weinig of geen
andere grote bestedingsprogramma’s waren bedacht. Frankrijk profiteerde
bovenmatig veel, zegt men dan, maar overal in het oude Europa is de landbouw
tussen 1950 en nu, wat betrokken arbeid betreft gemarginaliseerd, in België
werkt nog hooguit 1 à 2 in de landbouw. De afgeleide industrieën zijn wel
belangrijker, zoals de verwerking van groenten en fruit, de slacht en
verwerking van het vlees en de voedingsindustrie in Nederland en België is niet
onbelangrijk.
Het
valt te betreuren dat er zo weinig over de toekomst voor de Europese burgers
wordt nagedacht, dat er maar met moeite een Europese agenda lijkt te bestaan,
die vooral het terrein voorbereid waarop burgers hun activiteiten kunnen
ontplooien. Gezien de positie van de VS,
de moeilijkheden van Poetin om zijn land economisch te laten floreren, de
machtsgreep van China, de grote migratiestromen in Afrika, heeft geen enkel
land in Europa, zelfs Duitsland niet, het vermogen soeverein in die
multipolaire ruimte zinvol te handel, Europa kan dat wel, als er voldoende eensgezindheid
is. Die komt tot stand binnen drie gremia, de Raad van Regeringsleiders, de
EU-Commissie en het EU-Parlement. De behandeling van bedrijven die aan fiscale
optimalisatie doen, werd de afgelopen bestuursperiodes met grote ijver ter hand
genomen en er werden grote spelers beboet, wat regeringen van lidstaten dan
weer voor het dilemma plaatst dat ze genoten/verleende belastingvoordelen
dienen terug te vorderen, waardoor de concurrentiepositie en het vertrouwen op
de helling komen te staan.
Europa
laat vaak genoeg zien, ondanks weeffouten, dat het heel wat belangwekkende
zaken, voor de burgers, heeft weten te regelen, zoals de vraag de hoge kosten
voor telecommunicatie in het buitenland, binnen de EU te regelen, de roamingkosten
dus. Toch slaagt Europa er niet in, valt vast te stellen de “hearts and minds”,
het vertrouwen en de steun van Europese burgers te winnen. Ooit gaf Matthias
Diependaele mij en een paar Canadese familieleden een rondleiding in het Europees
Parlement in Brussel, waar de dames zeer over te spreken waren. Hun kijk op
Europa en op de Europese regeringswijk pakte anders uit dan ik had verwacht,
was vooral positief en de heer Diependaele, toen medewerker van een N-VA MEP,
Frieda Brepoels was bevlogen in zijn uitleg over het bestel waar hij in werkte.
Wie de Europese eenmaking enigszins gevolgd heeft of beter er ook de aanvang
van heeft trachten te begrijpen, zal vaststellen dat de EU-realisten en -sceptici
in feite zichzelf als volksvertegenwoordigers niet vertrouwen.
De EU
is ontstaan als een antwoord op de Dertigjarige oorlog (1914 – 1945) en
betekende voor de regeringsleiders toen een grote omslag. Men kan overigens wel
bedenken dat de gedachte aan een verenigd Europa al tijdens het Interbellum
opgang maakte bij intellectuelen, maar er was nagenoeg geen land waar de
politici het aandurfden de wonden van WO I open te halen door openlijk met de
voormalige vijand samen te werken. In 1936 kwamen de kleine monarchieën van
Europa, België, Nederland en Denemarken met een gezamenlijk initiatief, dat
gezien de omstandigheden weinig indruk maakte. Toch begon men in Londen tijdens
de oorlog te werken aan een groter samenwerkingsverband. Sinds 1921 bestond de
Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en
de samenwerking met Nederland lag tijdens de oorlogsjaren ook voor de hand. Toch
heb ik de afgelopen jaren vooral kritische en afwijzende geluiden gehoord over
de BENELUX, terwijl het publiek er nauwelijks iets over hoorde. Journalisten,
mediaconcerns zijn niet langer geinteresseerd om dergelijke structuren onder de
aandacht te brengen, tenzij men schande kan spreken van een of ander feit, bij
uitstek de vermeende kosten ervan, terwijl men de baten nauwelijks in
overweging neemt.
Europa
hoeft geen nieuw Vaderland te worden, toch blijkt dat steeds meer mensen zich
Europeanen vinden, ook al staan ze koel tegenover de EU. Onze plaats in de
wereld is veranderd om demografische en economische redenen, zoveel is zeker en
daar kan iemand als Baudet niet mee overweg. Macron probeert wel eens boven
zijn gewicht te boksen, ten gronde kan ik zijn inspanningen om Europa opnieuw
vleugels te geven wel waarderen. Dat men niet zomaar landen een free lunch kan
geven als het over de begrotingstekorten gaat, ligt voor de hand, maar dat een
sterke eengemaakte financiële markt ook voordelen heeft, mag men dus niet
buiten beschouwing laten. U noch ik zullen daar direct of zelfs indirect
voordeel uit puren, maar het kan Europa een grotere slagkracht geven tegenover
andere economieën, waar we dan weer wel voordeel uit putten. Laat het overleg
beginnen, zou ik zeggen en dan durf ik hopen dat mediamensen er wel iets over
zullen brengen, niet een paar weerhaakjes, maar het verloop van de
onderhandelingen.
Ook op
het vlak van militaire samenwerking is er veel aan gelegen dat Europa de
gezamenlijke en gedeelde soevereiniteit ter harte neemt. Nu durft geen
regeringsleider Europa de instrumenten in handen te geven om een Europese
Defensie Unie op te bouwen. Ik weet dat in 1954 een poging daartoe door toedoen
van de Fransen is gekapseisd – neen, niet De Gaulle, want die leefde als een
landjonker teruggetrokken in Colombay-les-deux-Eglises. Het is nuttig en nodig
dat ook wij burgers, die onze veiligheid verdedigd willen zien, Europa en onze
eigen leiders daarover aanspreken. Dat de SP-a zo heftig ging zwaaien met een
controversieel stuk over de mogelijke verlenging van de levensduur van de F 16
blijft mij nog steeds verbazen.
Is
Europa Neo-liberaal? Ik zou het niet weten, want was het niet Jacques Delors
die als Commissievoorzitter de Eenheidsakte erdoor kreeg en daarom zowel het
vrije verkeer van goederen, diensten en personen wilde realiseren, naast het
verpletterende werk van de marktinstrumenten, c.q. de productnormen, die de
vrije markt dienden te schragen. We kennen de verhalen over het Duitse Reinheitsgebot
omtrent het brouwen van bier, het Franse gedoe rond de eigenheid van onder meer
Camembert en de Belgische ontsteltenis dat chocolade anders mocht bereid worden
dan men hier pleegt te doen tot genoegen van de chocolade minnende burgers.
Neoliberalisme zou op dat vlak nooit zoveel werk gemaakt hebben van
productnormen als basis van de marktwerking, waarbij men dan weer kon spotten
over de kromming van bananen of rechte komkommers. Neoliberalen zouden de markt
zelf hebben laten spreken en wie het goedkoopst de beste producten of zelfs ersatz
kan bieden, wint het pleit. Dat heeft Europa niet toegestaan, lijkt mij.
Thierry
Baudet verwijst graag naar geschiedenis, maar is daar doorgaans slordig in.
Bovendien drukt hij op een onvoorstelbaar kortzichtige wijze zijn pessimisme
uit. Kan je met een uitdrukking als oikofobie nog wel een iets aanvangen,
waarbij hij politici, journalisten en intellectuelen aanwrijft dat ze alles
overhebben voor mensen uit andere culturen, dan is zijn toekomstvisie ronduit negatief:
“alleen met mij wordt het weer beter, want het partijkartel heeft alles naar de
verdoemenis geholpen” verklaart hij om de haverklap. Zou het? Dan moet Baudet
maar eens aantonen hoe of hij de evolutie de afgelopen decennia, sinds vader
Drees op andere sporen had kunnen zetten en er voor de burgers evenveel welvaart
uit had kunnen puren? Juist, dat bewijs kan niemand leveren, omdat we het
verleden niet kunnen overdoen. De afgelopen vijftig jaar is de
levensverwachting in Nederland en Europa toegenomen tot ongekende hoogtes,
terwijl in Rusland de levensverwachting onder de Sovjet-Unie en later niet die
sprong heeft gemaakt. De sociale voorzieningen staan in een aantal opzichten
onder druk, de eisen van burgers, patiënten en hun nabestaanden zijn immers ook
hoger geworden en de geneeskunde vermag steeds meer…
Europa
heeft in het algemeen een aantal ontwikkelingen versterkt, heeft moeten toezien
hoe staten vochten om hun staalfabrieken en scheepswerven in leven te houden,
wat niet altijd houdbaar bleek. Tegelijk heeft de technische en technologische
vooruitgang heel wat nieuwe ondernemingen doen oprichten en nam de koopkracht
toe, niet altijd zonder slag of stoot, stakingen onder meer. Macron probeert
als eerste president in Frankrijk volhardend hervormingen van de arbeidsmarkt,
het openbaar ambt en de spoorwegen door te voeren en dat neemt men hem niet in
dank af, terwijl de leiders van de vakbonden, vooral de CGT niet aan hun
achterban vertellen dat als de liberalisering van de spoorwegen doorgevoerd
wordt, de SNCF wellicht niet leefbaar zal blijken, wegens de zware loonkosten.
In België geldt hetzelfde voor de NMBS, terwijl in Nederland de liberalisering
niet per se verbetering van de dienstverlening heeft gebracht. In feite
beletten vakbonden in België dat de NMBS het aanbod kan uitbreiden en dus, in theorie,
het scheppen van nieuwe banen. In theorie omdat ook bij de spoorwegen de
technologische revolutie en de technische vooruitgang niet buiten de deur
gehouden kunnen worden. Toch zijn de huidige structuren niet berekend op de
vraag van onder meer milieuorganisaties om mensen van de auto in de trein te
krijgen. Ook inzake het onderhoud van sporen, wissels en de treinstellen zien
we dat er gedurende decennia niet altijd
gekeken is naar de noodzakelijke investeringen en inzet van personeel, maar
diende de maatschappij om mensen een jobke te geven. Europa heeft die aanpak op
verschillende manier ingetoomd, maar fouten bleken niet zomaar ongedaan te
kunnen worden gemaakt.
Het
politieke kader dat Europa biedt en zowel op economisch als cultureel vlak heel
wat in beweging bracht, mist, zoals Leo Tindemans al in 1976 vaststelde, brede
steun bij het publiek. Als men uiteraard breed uitmeet hoe de EU zou falen,
zoals ook de Britse media deden voor het referendum omtrent de Brexit, kan men
dat maar moeilijk vermijden. Toch moet men niet alleen de Murdoch-media euvel duiden
dat ze eenzijdig berichten over Europa, want ook kwaliteitsmedia laten het soms
hangen en spelen mee in het populistische orkest. Uiteraard moet Europa op de
kleintjes letten, maar wie legt ons, het publiek uit, dat het budget van Europa
bepaald beperkt blijft en dat er wel goede dingen ondernomen werden, naast de
onvermijdelijke missers. Het ontbreken van bevlogenheid, het ontberen van een
visie kan men niet alleen politici aanwrijven, moeten we onszelf ook
aanrekenen. Wat dan volgt, heeft niet zozeer met Europa te maken, maar met wat
we politiek noemen en hoe dat functioneert. Macht en tegenmacht, verwachtingen
van burgers, inzet ook van burgers en nog heel wat meer. Europa staat niet ver
af van de burgers, het wordt doorgaans zonder meer aangenomen dat het zo is.
Terwijl zelfs het landbouwbeleid ons aanbelangt, onder meer omdat het onze
landschappen vorm geeft, de waterkwaliteit bepaalt en nog zo een paar dingen.
De baten van Europa? Tel ze dan eens uit en wees verbaasd.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten