Eurosceptici en -realisten slaan bal mis



Dezer Dagen




Macron, Diependaele et Baudet…



Hendrik Brugmans, (1906-1997) ererector van het
Europacollege te Brugge was ook de bezieler van
lang vergeten Brugmanskringen, waar over
Europees federalimse openlijk werd gesproken.
Dezer dagen is het F-woord een vloek voor velen.
Wellicht zullen de omstandigheden ons tot meer
,nuance aanzetten en doen begrijpen dat we zonder
een gerespecteerde Unie onze welvaart in het geding
zien komen. Dezer dagen zijn er nog weinig
pleitbezorgers als Brugmans, die jongeren
zelfs maar willen informeren. 
Wie het voor Europa en de instituties wil opnemen, krijgt dezer dagen wel wat meewarige blikken te verduren, want het zou allemaal niet veel voorstellen en de “natiestaten” uithollen. Wat Europa gebracht heeft, sinds 1950 is inderdaad alleen maar een palmares, al zou men er beter niet lichtvaardig over heen stappen, de vraag is wat kan Europa bieden voor de toekomst en hoe moet dat dan aangepakt. Merk op dat wie de prestaties van het verleden die de EU kan laten gelden geringschattend wegzet ook niet zo heel veel pijlen op de boog heeft, noch voor het eigen land, noch voor de Europese statenbond.

De N-VA komt anders wel uit een traditie waarin de Europese eenmaking met grote aandacht werd gevolgd en waarbij men de baten graag breed uitsmeerde. Europa bestaat sinds 1958 en sinds 2004 maken een aantal lidstaten deel uit van het geheel die veertig jaar onder het juk van de Sovjet-Unie en de ideologische verlamming van het communisme leefden. Spanje kende in 1975-1976 het einde van de dictatuur en vanaf 1980 was er een stevig institutioneel en constitutioneel kader. Catalonië heeft zich in die evolutie ingeschreven en kreeg net iets minder dan Baskenland een eigen statuut. De Catalanen die streven naar onafhankelijkheid claimen wel eens dat ze van een ander ras zijn, terwijl vanaf de veertiende eeuw dit deel van het Iberische schiereiland geleidelijk meer in het geheel van de staatstructuur werd opgenomen. Onder meer Alva zou een tijd lang onderkoning van dit gebied worden, waartoe ook de Balearen behoorden, omdat het voor Philips II niet goed mogelijk bleek de bestuurslijnen kort te houden. Ik meen ook te weten dat de Catalanen 1714 herdenken, toen hun favoriet voor de Spaanse troon het onderspit moest delven. Maar in wezen gaat het over vragen voor de toekomst: kan Catalonië de burgers van dat gebiedsdeel een betere toekomst geven dan wanneer het blijft deelnemen aan het Spaanse politieke systeem? Madrid en Barcelona zijn de twee grootste steden van Spanje, beide zijn voor het product van de grote migratiebewegingen in Spanje, die nu zover zijn doorgedrongen dat delen van het platteland helemaal ontvolkt raken. Dat geldt overigens ook voor andere landen in Europa. Het punt is dat de Catalanen mogen streven naar onafhankelijkheid, maar dat het geen zin heeft te claimen dat àlle Catalanen daarachter staat, tenzij men dan alleen de Catalanen die een volledige kwartierstaat kunnen voorleggen, recht van spreken heeft. Vooral valt op dat de regeringsleiders in Barcelona bijna allemaal met corruptie zijn besmet. Goed, ook de PP, de Partido Popular heeft er mee af te rekenen en er worden processen over gevoerd, onder meer in Valencia.

Deze gedachte over Europa begin ik met een uitgebreide excursus over Catalonië en de betrokkenheid van de N-VA daarbij, omdat Europa inderdaad aangewreven kan worden dat de bestuurders lange tijd de complexe structuren en feitelijke, maatschappelijke verscheidenheid hebben genegeerd. Nationalisme werd ook genegeerd en voor sommigen geldt nog altijd dat nationalisme naar de gaskamers in Auschwitz heeft geleid. Het is een vereenvoudiging der dingen, die ons niet verder helpt. Auschwitz is net zo goed, zoals Adorno bedacht, een gevolg van de moderniteit en de Endlösung past ook in een utopisch kader. Liberalen vergeten dat de negentiende eeuw, toen de politieke beweging die men als liberalisme aanduidt, in meerdere landen voet aan de grond kreeg en de regering in handen kregen nood had nationalisme, omdat andere bindmiddelen, zoals de positie van de vorst of zelfs van de kerk – horresco referens – die bindmiddelen leverden, voor de elites. Tijdens die negentiende eeuw kreeg ook het “volk” meer belang en diende men hen mee te nemen in het verhaal van de natiestaat. In België waren de liberalen van 1848 georganiseerd in een partij en werd, met steun van de koning een grote campagne opgezet om een Belgische nationalisme op te wekken, dat het land een grotere legitimiteit diende te geven, onder meer tegen de Orangisten die er nog waren, in. In de loop van de volgende eeuw verschenen in de steden standbeelden en monumenten die dat verhaal uitdrukking gaven, tot en met Jan Breydel en Pieter de Coninck toe, die nu bijna exclusief Vlaamse symbolen blijken.

Europa heeft zich, ook in West-Europa over een raster van geschiedenis moeten leggen, van oude nationale trots, waarnaar Thierry Baudet graag verwijst. Niet enkel Mark Rutte, ook de voormalige premier Jood Den Uyl was alles behalve een montere Europeaan, want hij wilde zijn socialistische programma uitrollen over Nederland, zonder pottenkijkers uit Brussel. De deconfiture van Ruud Lubbers, die maar geen hoog Europees mandaat kreeg, de discussies over Maastricht en de twee referenda waarbij een meerderheid neen zegde tegen Europa hebben de Nederlanders nogal afkerig gemaakt van de EU en toch, economisch plukken ze er rijpe vruchten van.

Hoe kunnen Matthias Diependaele van N-VA en Baudet van … tja, Partij Baudet, zo hard fulmineren tegen Europa? Ze hebben nooit anders geweten dan dat er een Europees parlement was, dat de Commissie er was en ook de regeringsleiders, die, naar men mag aannemen, democratisch gelegitimeerd zijn. Ze hebben wellicht nooit anders gekend dan de Schengenzone en ze zullen wellicht verrast zijn dat er mensen nog weet van hebben dat Europa de BTW aan de lidstaten oplegde, in 1971, dat wil zeggen, de commissie en de lidstaten kwamen tot de bevinding dat de veelheid aan indirecte belastingen en accijnzen de handel noch de consument niet ten goede kwamen. De BTW-verplichtingen waren voor zakenlui en handelaars een administratief sterke vereenvoudiging, waardoor ze een hoop bedienden overbodig zagen worden. Toch hoor ik zelden Europese topfiguren wijzen op deze politieke ingreep van formaat.

Ook het BTW-stelsel bleek fraudegevoelig, maar men kan het blijkbaar beter opsporen dan toen er nog een veelheid van nationale regelingen bestond. Ook de douaneverplichtingen werden door de EGKS en opvolgers steeds verder vereenvoudigd, zodat er nu binnen de Schengenzone geen tolkantoren aan de grenzen meer staan, laat staan dat ze bemand moeten worden. Moeten we het nog hebben over het landbouwbeleid, waarover sommigen graag zeuren. Het bedrag aan landbouw besteed ligt hoog, omdat er lange tijd voor de EU weinig of geen andere grote bestedingsprogramma’s waren bedacht. Frankrijk profiteerde bovenmatig veel, zegt men dan, maar overal in het oude Europa is de landbouw tussen 1950 en nu, wat betrokken arbeid betreft gemarginaliseerd, in België werkt nog hooguit 1 à 2 in de landbouw. De afgeleide industrieën zijn wel belangrijker, zoals de verwerking van groenten en fruit, de slacht en verwerking van het vlees en de voedingsindustrie in Nederland en België is niet onbelangrijk.

Het valt te betreuren dat er zo weinig over de toekomst voor de Europese burgers wordt nagedacht, dat er maar met moeite een Europese agenda lijkt te bestaan, die vooral het terrein voorbereid waarop burgers hun activiteiten kunnen ontplooien.  Gezien de positie van de VS, de moeilijkheden van Poetin om zijn land economisch te laten floreren, de machtsgreep van China, de grote migratiestromen in Afrika, heeft geen enkel land in Europa, zelfs Duitsland niet, het vermogen soeverein in die multipolaire ruimte zinvol te handel, Europa kan dat wel, als er voldoende eensgezindheid is. Die komt tot stand binnen drie gremia, de Raad van Regeringsleiders, de EU-Commissie en het EU-Parlement. De behandeling van bedrijven die aan fiscale optimalisatie doen, werd de afgelopen bestuursperiodes met grote ijver ter hand genomen en er werden grote spelers beboet, wat regeringen van lidstaten dan weer voor het dilemma plaatst dat ze genoten/verleende belastingvoordelen dienen terug te vorderen, waardoor de concurrentiepositie en het vertrouwen op de helling komen te staan.  

Europa laat vaak genoeg zien, ondanks weeffouten, dat het heel wat belangwekkende zaken, voor de burgers, heeft weten te regelen, zoals de vraag de hoge kosten voor telecommunicatie in het buitenland, binnen de EU te regelen, de roamingkosten dus. Toch slaagt Europa er niet in, valt vast te stellen de “hearts and minds”, het vertrouwen en de steun van Europese burgers te winnen. Ooit gaf Matthias Diependaele mij en een paar Canadese familieleden een rondleiding in het Europees Parlement in Brussel, waar de dames zeer over te spreken waren. Hun kijk op Europa en op de Europese regeringswijk pakte anders uit dan ik had verwacht, was vooral positief en de heer Diependaele, toen medewerker van een N-VA MEP, Frieda Brepoels was bevlogen in zijn uitleg over het bestel waar hij in werkte. Wie de Europese eenmaking enigszins gevolgd heeft of beter er ook de aanvang van heeft trachten te begrijpen, zal vaststellen dat de EU-realisten en -sceptici in feite zichzelf als volksvertegenwoordigers niet vertrouwen.

De EU is ontstaan als een antwoord op de Dertigjarige oorlog (1914 – 1945) en betekende voor de regeringsleiders toen een grote omslag. Men kan overigens wel bedenken dat de gedachte aan een verenigd Europa al tijdens het Interbellum opgang maakte bij intellectuelen, maar er was nagenoeg geen land waar de politici het aandurfden de wonden van WO I open te halen door openlijk met de voormalige vijand samen te werken. In 1936 kwamen de kleine monarchieën van Europa, België, Nederland en Denemarken met een gezamenlijk initiatief, dat gezien de omstandigheden weinig indruk maakte. Toch begon men in Londen tijdens de oorlog te werken aan een groter samenwerkingsverband. Sinds 1921 bestond de Belgisch-Luxemburgse  Economische Unie en de samenwerking met Nederland lag tijdens de oorlogsjaren ook voor de hand. Toch heb ik de afgelopen jaren vooral kritische en afwijzende geluiden gehoord over de BENELUX, terwijl het publiek er nauwelijks iets over hoorde. Journalisten, mediaconcerns zijn niet langer geinteresseerd om dergelijke structuren onder de aandacht te brengen, tenzij men schande kan spreken van een of ander feit, bij uitstek de vermeende kosten ervan, terwijl men de baten nauwelijks in overweging neemt.

Europa hoeft geen nieuw Vaderland te worden, toch blijkt dat steeds meer mensen zich Europeanen vinden, ook al staan ze koel tegenover de EU. Onze plaats in de wereld is veranderd om demografische en economische redenen, zoveel is zeker en daar kan iemand als Baudet niet mee overweg. Macron probeert wel eens boven zijn gewicht te boksen, ten gronde kan ik zijn inspanningen om Europa opnieuw vleugels te geven wel waarderen. Dat men niet zomaar landen een free lunch kan geven als het over de begrotingstekorten gaat, ligt voor de hand, maar dat een sterke eengemaakte financiële markt ook voordelen heeft, mag men dus niet buiten beschouwing laten. U noch ik zullen daar direct of zelfs indirect voordeel uit puren, maar het kan Europa een grotere slagkracht geven tegenover andere economieën, waar we dan weer wel voordeel uit putten. Laat het overleg beginnen, zou ik zeggen en dan durf ik hopen dat mediamensen er wel iets over zullen brengen, niet een paar weerhaakjes, maar het verloop van de onderhandelingen.

Ook op het vlak van militaire samenwerking is er veel aan gelegen dat Europa de gezamenlijke en gedeelde soevereiniteit ter harte neemt. Nu durft geen regeringsleider Europa de instrumenten in handen te geven om een Europese Defensie Unie op te bouwen. Ik weet dat in 1954 een poging daartoe door toedoen van de Fransen is gekapseisd – neen, niet De Gaulle, want die leefde als een landjonker teruggetrokken in Colombay-les-deux-Eglises. Het is nuttig en nodig dat ook wij burgers, die onze veiligheid verdedigd willen zien, Europa en onze eigen leiders daarover aanspreken. Dat de SP-a zo heftig ging zwaaien met een controversieel stuk over de mogelijke verlenging van de levensduur van de F 16 blijft mij nog steeds verbazen.

Is Europa Neo-liberaal? Ik zou het niet weten, want was het niet Jacques Delors die als Commissievoorzitter de Eenheidsakte erdoor kreeg en daarom zowel het vrije verkeer van goederen, diensten en personen wilde realiseren, naast het verpletterende werk van de marktinstrumenten, c.q. de productnormen, die de vrije markt dienden te schragen. We kennen de verhalen over het Duitse Reinheitsgebot omtrent het brouwen van bier, het Franse gedoe rond de eigenheid van onder meer Camembert en de Belgische ontsteltenis dat chocolade anders mocht bereid worden dan men hier pleegt te doen tot genoegen van de chocolade minnende burgers. Neoliberalisme zou op dat vlak nooit zoveel werk gemaakt hebben van productnormen als basis van de marktwerking, waarbij men dan weer kon spotten over de kromming van bananen of rechte komkommers. Neoliberalen zouden de markt zelf hebben laten spreken en wie het goedkoopst de beste producten of zelfs ersatz kan bieden, wint het pleit. Dat heeft Europa niet toegestaan, lijkt mij.

Thierry Baudet verwijst graag naar geschiedenis, maar is daar doorgaans slordig in. Bovendien drukt hij op een onvoorstelbaar kortzichtige wijze zijn pessimisme uit. Kan je met een uitdrukking als oikofobie nog wel een iets aanvangen, waarbij hij politici, journalisten en intellectuelen aanwrijft dat ze alles overhebben voor mensen uit andere culturen, dan is zijn toekomstvisie ronduit negatief: “alleen met mij wordt het weer beter, want het partijkartel heeft alles naar de verdoemenis geholpen” verklaart hij om de haverklap. Zou het? Dan moet Baudet maar eens aantonen hoe of hij de evolutie de afgelopen decennia, sinds vader Drees op andere sporen had kunnen zetten en er voor de burgers evenveel welvaart uit had kunnen puren? Juist, dat bewijs kan niemand leveren, omdat we het verleden niet kunnen overdoen. De afgelopen vijftig jaar is de levensverwachting in Nederland en Europa toegenomen tot ongekende hoogtes, terwijl in Rusland de levensverwachting onder de Sovjet-Unie en later niet die sprong heeft gemaakt. De sociale voorzieningen staan in een aantal opzichten onder druk, de eisen van burgers, patiënten en hun nabestaanden zijn immers ook hoger geworden en de geneeskunde vermag steeds meer…

Europa heeft in het algemeen een aantal ontwikkelingen versterkt, heeft moeten toezien hoe staten vochten om hun staalfabrieken en scheepswerven in leven te houden, wat niet altijd houdbaar bleek. Tegelijk heeft de technische en technologische vooruitgang heel wat nieuwe ondernemingen doen oprichten en nam de koopkracht toe, niet altijd zonder slag of stoot, stakingen onder meer. Macron probeert als eerste president in Frankrijk volhardend hervormingen van de arbeidsmarkt, het openbaar ambt en de spoorwegen door te voeren en dat neemt men hem niet in dank af, terwijl de leiders van de vakbonden, vooral de CGT niet aan hun achterban vertellen dat als de liberalisering van de spoorwegen doorgevoerd wordt, de SNCF wellicht niet leefbaar zal blijken, wegens de zware loonkosten. In België geldt hetzelfde voor de NMBS, terwijl in Nederland de liberalisering niet per se verbetering van de dienstverlening heeft gebracht. In feite beletten vakbonden in België dat de NMBS het aanbod kan uitbreiden en dus, in theorie, het scheppen van nieuwe banen. In theorie omdat ook bij de spoorwegen de technologische revolutie en de technische vooruitgang niet buiten de deur gehouden kunnen worden. Toch zijn de huidige structuren niet berekend op de vraag van onder meer milieuorganisaties om mensen van de auto in de trein te krijgen. Ook inzake het onderhoud van sporen, wissels en de treinstellen zien we dat er  gedurende decennia niet altijd gekeken is naar de noodzakelijke investeringen en inzet van personeel, maar diende de maatschappij om mensen een jobke te geven. Europa heeft die aanpak op verschillende manier ingetoomd, maar fouten bleken niet zomaar ongedaan te kunnen worden gemaakt.

Het politieke kader dat Europa biedt en zowel op economisch als cultureel vlak heel wat in beweging bracht, mist, zoals Leo Tindemans al in 1976 vaststelde, brede steun bij het publiek. Als men uiteraard breed uitmeet hoe de EU zou falen, zoals ook de Britse media deden voor het referendum omtrent de Brexit, kan men dat maar moeilijk vermijden. Toch moet men niet alleen de Murdoch-media euvel duiden dat ze eenzijdig berichten over Europa, want ook kwaliteitsmedia laten het soms hangen en spelen mee in het populistische orkest. Uiteraard moet Europa op de kleintjes letten, maar wie legt ons, het publiek uit, dat het budget van Europa bepaald beperkt blijft en dat er wel goede dingen ondernomen werden, naast de onvermijdelijke missers. Het ontbreken van bevlogenheid, het ontberen van een visie kan men niet alleen politici aanwrijven, moeten we onszelf ook aanrekenen. Wat dan volgt, heeft niet zozeer met Europa te maken, maar met wat we politiek noemen en hoe dat functioneert. Macht en tegenmacht, verwachtingen van burgers, inzet ook van burgers en nog heel wat meer. Europa staat niet ver af van de burgers, het wordt doorgaans zonder meer aangenomen dat het zo is. Terwijl zelfs het landbouwbeleid ons aanbelangt, onder meer omdat het onze landschappen vorm geeft, de waterkwaliteit bepaalt en nog zo een paar dingen. De baten van Europa? Tel ze dan eens uit en wees verbaasd.


Bart Haers


Reacties

Populaire posts