Misverstand omtrent de Heerser
Recensie
Hoe “De Heerser” ontstond
Leven en werken van Niccolo Machiavelli
Erica
Benner. Als een Vos. Machiavelli’s
levenslange zoektocht naar vrijheid. Oorspronkelijke titel: Like a fox. Machiavelli in his world. Uitgeverij Atheneum
2018. Vertaling: Arian Verheij. 431 pp Prijs:
29,99
Wie spreekt
er niet over “Il Principe” om in een goed gezelschap enige indruk te maken?
Toch ziet het boek er bij nader toezien eerder uit als een vorstenspiegel,
waarbij enkele aansporingen ook ons kunnen aanbelangen, eerder dan als het
vademecum voor de doortrapte absolute vorst, zoals men hem, de heerser volgens
Niccolo Machiavelli tijden lang graag heeft voorgesteld. De kerk zette dit en
andere werken in 1598 op de index van verboden boeken, maar niet om die reden,
wel omdat Macchiavelli er blijk van gaf niet te veel om kerkelijke autoriteit
te geven. Hij was eerder seculier dan men dat doorgaans denkt voor mogelijk te
kunnen houden. De auteur van “de heerser” was geen lid van de Florentijnse
elite, maar had er wel behoorlijk gemakkelijk toegang toe. Tijd dus om eens
beter om ons heen te kijken. Toch heet het dat de man vooral de heerschappij
centraal stelde, terwijl hijzelf net andere wegen zocht, voor een heel eigen
doel, de vestiging van een waarachtige republiek.
Machiavelli
leefde in een tijd dat Italië intern verdeeld was en dat verschillende
grootmachten, de Franse koningen, Charles, Louis en François streefden naar
macht over het gebied, waarbij het streven van de paus om meer wereldlijke
macht zeker niet van ambitie en middelen gespeend is. Erica Benner begint haar verhaal
bij Bernardo Machiavelli, de vader, die zich graag inlaat met de klassieken en
op zeker ogenblik een opdracht krijgt een index te maken bij een uitgave van Livius.
Bernardo is niet rijk, maar bezit enkele hoeven waarvan hij de pacht ontvangt
en dan stelt hij zich ten dienste van derden om juridische diensten verlenen. Een
politiek ambt kan hij niet bekleden omdat hij een aantal moeilijk te delgen
schulden heeft geërfd en in het toenmalige Firenze mocht men dan geen ambten
bekleden. Het is me niet geheel duidelijk en ook de auteur tast in het duister
over de oorzaken van de schuldenlast die op hem en zijn zonen zal blijven
rusten, maar suggereert wel dat de Medici hem bij wijze van gijzeling die
belastingschulden opgelegd hebben omdat hij de neef was van Giralomo
Machiavelli.
Het is
ook de tijd van Cosimo en vooral Lorenzo di Medici, die zich als eerste burger
van de stad als vorsten gedragen maar proberen de schijn op te houden van een
republiek, waarbij niemand zich boven de anderen kan plaatsen. De macht van
Lorenzo il magnifico berust op een nieuwe vorm van feodale trouw, al kan men er
ook een vorm van maffieuze politiek in zien, waarbij de trouw aan de chef, aan
de eerste burger belangrijker is dan goed bestuur en die werd afgekocht. Lorenzo
di Medici kennen we als een prachtlievende figuur, maar hij ondergraaft de
republiek, de wetten en de trouw van de Florentijnse samenleving. Niccolo
Machiavelli groeit op in een tijd waar de macht van Lorenzo nog altijd onbetwistbaar
lijkt, maar waar in de republiek niet meer naar behoren functioneren kan. Dat
zorgt voor weerstand en wanneer een andere invloedrijke Florentijn het erop
aanlegt de Medici aan de kant te schuiven, lukt het hen nog de posities te
vrijwaren. Maar de vroege dood van Lorenzo di Medici zorgt voor onenigheid over
welke vorm de herstelde republiek moet aannemen. Niccolo zal hier in zijn
latere leven vaak over terugdenken, want het is niet voldoende macht te hebben,
om ook goed te besturen.
Een
van de mooiste overwegingen in het boek gaat over de vraag of het voldoende is
dat het lot ons macht in handen zou spelen, lees: zonder dat we er zelf
verdienste aan hebben. De rol van de Fortuin, het (gunstige) lot zorgt er voor
Machiavelli voor dat men niet goed weet om te gaan met die plotse weelde. Anderzijds,
het leven in de stad en republiek is niet enkel een zaak van de patriciërs,
maar ook van het volk, waarmee Niccolo Machiavelli duidelijk een nieuwe koers
uitzet, want geheel zijn carrière lang zal hij op die patriciërs botsen die net
beletten om zijn ideeën te realiseren. Net Giralomo had zich verzet tegen de
regeling dat plebejers niet meer zo gemakkelijk toegang zouden krijgen tot de
hogere ambten in de republiek. Angst van het patriciaat jegens het plebs neemt
toe en verhindert goede militaire oplossingen.
Die doelstellingen
komen onder meer voort uit de vaststelling van de ambtenaar, Tweede Kanselier
en secretaris van de Tien, die merkt dat de steden in Italië zelf geen
inspanningen doen om de eigen externe veiligheid te verzekeren, maar zich verlaten
op condottiere en huurlingenlegers, die hun inzet afstemmen op de gage die ze
krijgen. De ambtenaar merkt dat de bestuurders van de stad in het Palazzo della
Signoria weinig animo aan de dag leggen om het de stad te laten verdedigen door
milities, gerekruteerd bij het platteland en in de stad; vooral dat laatste lag moeilijk, want de patriciërs
vreesden dat de plebejers zich van hun wapens zouden bedienen om zich tegen hen
te keren. De tijdgenoten van Machiavelli zagen dat onderscheid tussen volk en
elite als een spiegel van de oude Romeinse samenleving, zo lijkt het wel, maar
trokken er niet dezelfde conclusies uit. De Medici’s zouden onder meer het
gebouw van de Grote Raad, de volksvergadering laten afbreken in 1513, nadat ze
de macht heroverden. Niccolo di Bernardo zal de voorliefde van zijn vader voor
Livius overnemen en er uitgebreide commentaren bij schrijven, met het oog op
een commentaar bij de gebeurtenissen van zijn dagen. Erica Benner weeft
doorheen haar biografie voortdurend referenties aan Livius en aan de zich
ontwikkelende visie van Niccolo over dat werk en zijn eigen tijd.
Niet
zonder reden krijgen we in deze biografie nogal wat details mee over de reizen die
Machiavelli in dienst van Florence maakte, maar minstens zo belangrijk is de
aandacht voor het leerproces, waarbij de visie van zijn vader ongetwijfeld
meespeelde. Een neef van Bernardo, Giralomo Machiavelli had zich ten tijde van
Cosimo verzet tegen de steeds verder uitdijende uitsluiting van het plebs in
het bestuur van de republiek. Giralomo werd in ballingschap gestuurd maar weigerde
zich aan de strafbepaling te houden en werd uiteindelijk opgepakt toen hij bezig
was met een complot tegen Cosimo de Medici. Een succesvol verzet, zelfs tegen
een ronduit corrupt bestel lukt niet, aldus Niccolo als je niet over een
stevige achterban beschikt, maar hoe verwerf je die? Niet door buiten beeld te
blijven, maar ook niet door halsbrekende toeren uit te halen – Aleksej Navalny
blijkt dat goed begrepen te hebben, want voor zijn protest zoekt en vindt hij
steun bij vooral jongere medeburgers. Is het toevallig dat het de broeder
Dominicaan Giralomo Savonarola wel lukt de
republiek of beter de Eerste man onderuit te halen? Hij had steun verworven in
de stad door zijn preken, die bij aanvang zeer zeker rustig en sereen klonken
en pas later aanleiding gaven tot een autodafé. Pas toen die religieuze
razernij uitgewoed was, kon men een nieuwe republiek stichten zonder de familie
de Medici, of beter, even kwam Piero nog aan het hoofd, maar het lukte niet
meer. Alleen, zo meende Niccolo Machiavelli, zou men niet zomaar holderdebolder
een republikeins staatsbestel moeten willen opzetten, want dan weegt ofwel de wraak
te zeer door of de hebzucht. In feite bood de republiek van 1498 niet voldoende
voorwaarden om de kinderziekten op te lossen, want de jonge Machiavelli
ondervond dat de heren in de Signoria maar weinig moed betoonden om de
beschikbare middelen in te zetten, onder meer tegen de Paus, de Fransen, Cesare
Borgia, zoon van de toenmalige Paus.
Wie
het kluwen overziet waarin de Tweede Kanselier en secretaris van de
tienmanschap van militair bestuur terecht komt, met vele partijen die allemaal
hun deuntje in te brengen hebben beseft dat je niet zomaar met hoge heren aan
tafel gaat zitten. Vernedering is wel eens zijn deel, omdat hij geen
ambassadeur in optima forma is, maar tegelijk slaagt hij er toch in gesloten
deuren open te wrikken en belangwekkende rapporten aan zijn oversten in de
Signoria te bezorgen. Zijn raadgevingen klinken soms arrogant, maar zijn dienst
betreft niet de heren van de Signoria, noch de elite van de stadsstaat, wel
Italië en de mogelijkheden om af te komen van al die onzalige interventies door
Charles VIII, Louis XII en François Ier zonder de rol van Habsburg,
Karel V te vergeten. Italië zelf en dan vooral het Noorden is verdeeld, want
hoewel Florence heerst over Toscane, kan het niet voorbij aan de aanspraken van
Milaan, de paus en Venetië op delen van het land; intussen is de republiek
militair niet in staat ernstig weerwerk te bieden tegen al die krachten en
geeft het ongezien veel geld uit aan huurlingen, waarop overigens ook de Franse
koningen beroep doen, net als Karel V, zoals zijn voorvaderen deden, de hertogen
van Bourgondië. Niccolo Machiavelli gelooft niet in de mogelijkheden van
huurlingen, maar bepleit de vorming van een (nationale) militie, voor de
Republiek en bij uitbreiding voor Italië om al die vreemde heren weg te jagen.
Omdat
hij weet dat arrogantie hem weinig zal opleveren zal hij een manier zoeken om
hoge heren, met wie het moeilijk kersen eten is, toch aan te spreken, door de volgens
Erica Benner typische Florentijnse gewoonte van ambiguïteit verder te verfijnen.
Hij schrijft in zijn rapporten aan de Signoria wel eens onverbloemd hoe de
zaken ervoor staan voor Cesare Borgia, Catherina Sforza en Louis XII, maar
tegelijk zal hij zich ervoor hoeden ernstige vermaningen aan de bestuurders te
richten. Toch krijgen ze ook die moeilijke boodschappen op hun bord. Hoewel hij
maar matig betaald wordt, in overweging nemende dat hij toch wel zeer delicate
ondernemingen tot een goed einde weet te brengen krijgt hij niet altijd
voldoende middelen om het allemaal voor elkaar te krijgen. Bedenken we dat hij
naar het hof van Louis XII moet reizen te paard of per muildier, dat dit hof
zich verplaatst doorheen Frankrijk en dat hij zich ook nog eens presentabel
moet uitdossen, dan begrijpen we zijn jammerklachten. Ook het feit dat hij geen
gevolmachtigd ambassadeur kan zijn, maakt het soms moeilijk verworven posities
voor Florence hard te maken in verdragen. Nu ja, die verdragen zijn niet altijd
het perkament waard waarop ze geschreven staan, maar voor de pauselijke kanselarijen
noch voor koningen en andere, Italiaanse vorsten maakt dat veel uit.
Verre
van een nihilist of cynicus, blijkt Niccolo Machiavelli zich tot een zekere
mate van filosofische reflectie te hebben ontwikkeld, waarbij hij weet dat hij
met azijn geen bijen of wespen vangt. Erica Benner ontwikkelt de these dat de
secretaris zich al eens van tweestemmigheid bedient om zich uit te drukken,
waarbij dus een these vervolgens door kanttekeningen niet alleen genuanceerd
worden, maar ook gewoon ontkracht. Machiavelli schrijft in twee stemmen, als
hij over de Heerser schrijft, , waarbij straffe uitspraken vervolgens van tafel
geveegd worden. In de Discorsi, zijn onderzoek van de eerste 10 boeken van Titus
Livius, waarin hij de aard van het bestuur in het oude Rome belicht, vooral de
overgang van Koningschap naar Republiek interesseerde hem daarbij, krijgen voor
hem actuele dingetjes de volle aandacht, maar hij kan dat maar door juist via
Livius erover na te denken. De kwestie van de eigen bewapening krijgt aandacht,
waarbij hij zich de ruimte veroorloofd om straffe opmerkingen te maken over de
praktijk van tijdgenoten-heersers en wat volgens hem wenselijk is.
In die
tweevoudige benadering, een straffe uitspraak over doel en middelen, krijgt
vervolgens een tegenwerping, zoals Machiavelli begreep dat men over het
handelen van vorsten wel met de praktijk vrede moet nemen, maar dat het geweld,
de graaizucht en de wreedheid nergens voor nodig zijn, want integendeel, de
vorst die niet bestuurt op grond van wetten, lijkt dan wel vrij om te doen wat
hem goeddunkt, in wezen dient hij zelfs niet zichzelf, laat staan de stad, de
republiek. In het boek van Erica Benner vormt die discussie de hoofmoot, waarbij
ze wel degelijk uitlegt dat Machiavelli die praktijken onder ogen zag, wat zijn
werkelijkheidszin onderstreept. Het is van belang om daarbij onder ogen te zien
dat noch Bernardo noch Niccolo Machiavelli tot de elite van de Republiek
behoorden, maar dat Niccolo er wel degelijk toegang toe had, niet enkel omwille
van zijn job van secretaris en vooral emissaris naar verschillende hoven en
legerkampen.
Het is
daarom wenselijk dat we de chaotische toestanden in het toenmalige
Midden-Italië en bij uitbreiding de concurrentieslag tussen de Franse koningen
en de Habsburgers goed onder ogen zien. De inzet is deels de erfopvolging in
het Koninkrijk der beide Siciliën, zeg maar Zuid-Italië en het eiland Sicilië,
waarbij op de achtergrond de ambities van Suleyman de Prachtlievende aan de
orde komt. Ook de inbreng van de pausen en hun nageslacht, van de Borgia’s tot de
Medici-pausen mag hierbij niet over het hoofd gezien worden. Firenze die een
paar eeuwen lang een machtige speler was gespeeld was door het optreden van
Cosimo en Lorenzo de Medici van een republiek stilletjes omgevormd tot een
vorstendom, waarbij we ons ervoor moeten hoeden de stad als enkel maar een stad
te zien, want zoals Brugge en Gent in die tijd beheerste Firenze een behoorlijk
uitgebreid gebied tussen het hertogdom Milaan en de Pauselijke staat. De strijd
om Pisa, de haven van Firenze werd zwaar bevochten en ook in de Romagna in het
Noorden van de Florentijnse invloedsfeer werd strijd geleverd, want ook de
hertogen van Milaan wilden hun territorium uitbreidden en zelf beter worden van
een groter eenmaking van Italië. Dan zwijgen we nog over de pausenzoon Cesare
Borgia.
In die
context kan men begrijpen dat Machiavelli betrokken was tijdens de periode 1498
tot 1512 bij de oprichting van een militie, samengesteld of gerekruteerd op Toscaanse
platteland, in de dorpen en stadjes rondom, waarbij altijd weer praktische bezwaren
en legitieme verwachtingen dienden in- en opgelost te worden. Het geloof van
Machiavelli in soldaten die voor hun eigen grond en familie vechten in plaats
van te vechten voor wat grijpstuivers, blijft hij ook na zijn terugkeer in de
genade van familie de Medici trouw, al is de paus even benauwd door de
gedachten dat de Romeinen over wapens zouden beschikken. De interne veiligheid
zou bedreigd kunnen worden met het oog op een betere verdediging tegen
buitenlandse machten.
Een
ander facet in het denken van Machiavelli is de gedachte dat wanneer je eigen
stad bedreigd wordt door twee machtige tegenstanders die elkaar bevechten, je
partij moet kiezen, zeer duidelijk en zonder voorbehoud noch bijgedachten over
coalities met derden achter de rug van de vriend om. Hier zien we de tacticus
wijken voor de strateeg, die begrijpt dat trouweloosheid en listigheid even kan
lonen, maar finaal met verlies aan vertrouwen wordt bekocht. En wat is meer
waard dan het besef het vertrouwen van anderen te genieten? In die zin zien we
dat Niccolo Machiavelli tegenover Cesare Borgia een positie innemen die we van
buitenaf als weinig moedig of zelfbewust kunnen omschrijven, maar die wel getuigt
van het inzicht dat Borgia niet bij machte is de grote weldaden die hem in de
schoot geworpen werden, vanwege de Paus en vanwege de Franse koning, te
vrijwaren voor zichzelf, net omdat hij niet zelf voor die macht heeft moeten
vechten.
Wie
gezegend is door de fortuin kan zich wel gelukkig prijzen, lezen we, maar gauw
gewonnen is snel geronnen, want die geschenken beklijven niet. Borgia gaat ten onder
aan zijn eigen onbetrouwbaarheid en hoewel hij meent het bij het rechte eind te
hebben, zelf altijd rechtmatig te handelen en dus tijdelijke onkans te wijten
is aan de listigheid en sluwheid van anderen, slaagt Borgia er niet in een
werkelijke band met zijn ondergeschikten en zijn steden aan te gaan.
Nu,
doorgaans leert men op school en via Wikipedia dat Cesare Borgia voor Niccolo
Machiavelli de ideale vorst zou zijn geweest, maar mijn lectuur van de Heerser,
zo rond 1984, bracht me ertoe die lectuur te betwijfelen, maar in vele
gesprekken bleek men altijd geneigd de consensus te volgen, terwijl het boek “De
heerser” inderdaad laat zien dat Niccolo schrijft “dat er niets op Cesare
Borgia aan te merken valt”, maar vervolgens zal de denker Machiavelli een hoop kanttekeningen
maken bij het bewind van Cesare Borgia. Om maar te zeggen, we moeten toch wel
goed (leren) lezen. Machiavelli schreef overigens in zijn ambtsberichten hoe
moeizaam de man de werkelijkheid om hem heen kon vatten en dat hij voortdurend
zichzelf beter voordeed dan hij was. De maanden die Machiavelli aan het hof van
Borgia in opdracht van de Signoria verbleef en waar hij met de hofhouding en de
omgeving van de man, die afhankelijk was van zijn vader, paus Alexander VI en
van zijn bondgenoot de Franse koning Louis XII kennis maakte, begreep dat Cesare
Borgia nooit goede grondslagen voor een gedragen beleid kon leggen, alleen al
omdat hij zijn tegenstanders zonder pardon of zonder goede argumenten, laat
staan een proces liet doden, vermoorden; zelfs zijn hondstrouwe luitenant
Ramiro di Lorca liet hij onthoofden omdat hij zo dacht zijn eigen wreedheden
jegens de bevolking te kunnen afschuiven op zijn militaire gouverneur.
Wat we
uit de biografie van Erica Benner lezen, sterkt mij in de overtuiging na
lectuur van de Discorsi en van “Il Principe” dat de man beter ingevoerd was in
het klassieke denken, ook de Griekse filosofen, dan men ons wil voorhouden. In
zijn tijd werden auteurs niet gedragen door de gedachte van de vrijheid van
meningsuiting en elke machthebber kon hem zo in de gevangenis werpen, wat hem
in 1513 te beurt valt. 22 dagen zal hij in de gevangenis doorbrengen, tot Giovanni
de Medici als Leo X paus wordt en politieke vijanden amnestie verleent. Firenze
is niet langer een republiek en de familie heerst in Firenze en in Rome. Weldra
zal Karel V, in navolging van Ferdinand van Aragon zijn Italiaanse zaken
behartigen en ook op de pauskeuze greep krijgen.
De
biografie van Erica Benner berust op aandachtige lectuur van ambtsberichten, briefwisseling
en de werken van Niccolo Machiavelli en op een aandachtige analyse van de
toenmalige verhoudingen in Italië, toen er van eenheid nog lang geen sprake
was. Met haar kan de lezer besluiten dat de geldende lectuur van “Il Principe”
wel heel eenduidig is en men kan veronderstellen dat maar weinig mensen het
werk echt hebben gelezen. Machiavelli is geen idealist, in die zin dat hij weet
dat mensen niet echt maakbaar zijn, maar hij wil gesteund door zijn leermeesters,
oude Romeinse filosofen en schrijvers, naast de Grieken, die met dank aan Marsilio
Ficino weer toegankelijk geworden zijn, wel meer doen dan alleen maar nadenken
over goed bestuur en over het belang van goede wetten, dus ook a priori een
grondwet, waaraan vorsten zich te houden zouden moeten hebben. Voor een man die
vele jaren uitgesloten leek van de functies die hij veertien jaar had uitgeoefend,
blijkt hij uiteindelijk wel bijzonder veerkrachtig en werkt hij via
briefwisseling en nieuwe werken aan een nieuw bestaan. Het lukt hem zelfs
opnieuw voor de nieuwe de Medici aan de slag te gaan.
Als
reflectie over hoe de geschiedenis op het denken van een mens invloed kan uitoefenen,
hoort deze biografie best op menig nachtkastje te liggen, maar vooral om gelezen
te worden. Machiavelli kan niet zomaar zeggen wat hij denkt wat de vorst moet
doen, want het zou haast ongeloofwaardig klinken. Toch legt hij de moed aan de
dag zijn meesters te dienen, te pas en vooral ten onpas van wat van belang is
voor de republiek, niet voor zichzelf. Ook na zijn gevangenschap, foltering in
de prijs inbegrepen, blijft Niccolo Machiavelli zich voor de publieke zaak
inzetten, onder meer via gesprekken en krijgt hij faam omwille van een blijspel,
die hem ook bij de Paus in een gunstig daglicht doet komen te staan.
Hoe
zit het met die vossen? Voor Machiavelli heb je aan de ene kant de vos die we
in de natuur aantreffen of net niet (want hij of zij weet zich wel goed buiten
beeld te houden) en de literaire vos, de sluwe en geslepen, wrede uitvreter die
alleen voor zichzelf gaat. Hijzelf acht zich wendbaar, voorzichtig en toch wel
eerlijk ten opzichte van anderen, de natuurlijke vos; lieden als Borgia, Alexander
VI en anderen blijken dan weer meer weg te hebben van de literaire vos. Of de
vertaler er goed aan deed Machiavelli voor te stellen als iemand die streeft
naar vrijheid. Uit het boek blijkt wel dat Machiavelli de sociale verhoudingen
en de politieke uitdrukking ervan een hinderpaal vindt om Florence, Firenze en
bij uitbreiding Italië een betere toekomst te geven. De persoonlijke vrijheid
vond hij merkwaardig genoeg tijdens zijn tocht door de woestijn, nadat hij
ontslagen was als Tweede Kanselier en secretaris van de Negen, want toen bleek
hoe groot zijn veerkracht was. De auteur, Erica Benner geeft goede argumenten,
zie het notenapparaat, zodat men zich wel afvragen moet hoe het komt dat we van
Machiavelli slechts een zin onthouden hebben? Hij was vrijer ondanks zijn
bescheiden positie en kon tegelijk de moed opbrengen zijn oversten de mantel
uit te vegen. Maar hij stond wel zeer
voor de Republiek, in optima forma, zonder op één enkele sterke man of leider
te vertrouwen of zich aan hem over te leveren, wel integendeel, want betogend
dat een leider goed kan zijn, een goed meerledig bestuur geeft meer kans op
goede besluitvorming en een visie op langere termijn. In die zin liep
Machiavelli vooruit op de denkers van de Verlichting.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten