Hoe Haat Trump drijft
Kritiek
Gronden voor pessimisme?
Trump, de waarheid, de haat en het ego
Men kan dezer dagen niet onbezorgd
door het leven gaan, heet het, want Europa vindt geen oplossingen voor
maatschappelijke kwesties, in de VS worden de instellingen onder druk gezet en
overal buiten die Atlantische Ruimte maken dictators – zelfs gelegitimeerd door
verkiezingen – het mooie weer. Wat is er gaande en is er voldoende grond voor
pessimisme. Of kunnen we anders omspringen met onze bezorgdheid?
Europa
heeft het moeilijk om oplossingen te vinden voor het migratie- en
vluchtelingenvraagstuk. Men zweert slag om slinger met de Waarden van de
Verlichting de zaak uit te kunnen klaren, maar de waarden van de Verlichting,
hoe benoemen we die? Aude Sapere! Dat betekent: durf te denken en dan weten we,
anders dan Cartesius dat de uitkomst niet bij voorbaat vastligt. De twijfel
leidde René Descartes naar een nieuwe zekerheid. Immanuel Kant gaf ons
richtlijnen voor het denken of beter, zo wil men het lezen, want op de keeper
beschouwt begreep net Kant dat het niet zo eenvoudig is in het dagelijkse leven
alle feitjes te vatten, laat staan onder controle te houden. De Verlichting hield
onder meer in dat men de zekerheden, dogma’s van de kerk en de onaantastbare
autoriteit van de koning terzijde schoof en een nieuwe maatschappij zou
opbouwen, waar evenwel minder zekerheden voor handen zouden zijn. Nieuwe
wetenschappelijke inzichten hebben tijdens de negentiende eeuw aan het
sciëntisme zuurstof en levenssappen gegeven, filosofische inzichten van Hegel
leidden (ongewild) tot een bijna onweerlegbaar – voor wie het aanvaardt – denkkader,
het marxisme. Marx wilde bovendien ook wel dat zijn visie, desnoods met geweld,
vorm kreeg en had het niet voor de reform-socialisten van het Congres van
Gotha. Om maar te zeggen, in tijden van vertwijfeling krijgen goeroes gauw
genoeg aandacht, wanneer hun boodschap ook nog eens het denken overbodig lijkt te maken, kan men al een heel eind
verder komen.
Een
andere revolutie die uit de Franse Revolutie ontsproot kreeg in allerlei reactionaire
stromingen een gestalte en aan het einde van de negentiende eeuw konden zij zich
in Europa ook bij de kleine luiden aanvaardbaar maken. Hoewel bijvoorbeeld de
partij van Abraham Kuyper, de antirevolutionaire partij, die veertig jaar
geleden opging in het CDA, de Anti-Revolutionaire partij die in eerste
instantie de liberalen bestreed en later de socialisten, volop past in de
negentiende eeuw en de emancipatie van de “kleine luyden” vooropstelde was de
partij conservatief qua opvattingen maar modern qua werking, vernieuwend om een
antimoderne boodschap te brengen. In spotprenten noemde men hem Abraham de
Geweldige, in de praktijk bracht hij veel tot stand, maar wat het resultaat was
als het om het mens- en wereldbeeld, de ideologie van de achterban gaat, daar
valt nog wel meer dan een boom over opgezet te worden. De vernieuwing van het
Calvinisme was een van zijn theologische bekommernissen, maar of dat
emancipatie tot stand bracht?
Het is
van belang even die sterke bewegingen in de negentiende eeuw onder ogen te
zien, niet omdat deze vandaag nog kan refereren aan figuren als Kuyper, al
evenzeer omdat hij in de VS in conservatieve milieus nog altijd bestudeerd en
vereerd wordt. Het punt is niet dat die opvattingen an sich verwerpelijk zijn, er
bestaat zoiets als vrijheid van levensbeschouwing/religie, wel dat we dezer dagen
merken dat op verschillende niveaus van (intellectuele) elaboratie de ideeën aanspreken
bij mensen die zich verzetten tegen de moderniteit, ook nu, maar geen middelen
hebben om iets beters voor te stellen, terwijl dat verleden ook niet altijd
slechter was, zoals de mensen in de Rust Belt zich herinneren.
De
strijd gaat dan ook om iets anders, meer dan om ideeën gaat het in de VS en ook
in Europa gaat het om bedreigde privilegies, voorrechten die men denkt te
hebben, omdat men blank is en eventueel ook nog man. Toch zou het een
vergissing zijn de rol van vrouwen in de strijd om die voorrechten te ontkennen,
want ook zij menen er voordeel bij te hebben als de dingen blijven zoals ze
waren, voor 1965 bijvoorbeeld, toen de burgerrechten in het Zuiden voor grote
reuring zorgde. De strijd tegen de wetgeving van Lyndon B. Johnson werd ons zelden
als zodanig uitgelegd. De heer Trump heeft een andere agenda, de politiek van
Obama teniet doen en alles wat hij haat, hartsgrondig haat teniet doen. Zelden
is een politicus zo gedreven geweest door haat als deze president, of het zou
Nixon geweest moeten zijn, en dat moet ons zorgen baren.
Dat hij
last heeft van een narcisme spectrum stoornis, dat zal dan wel, het is vooral
het feit dat hij erin slaagt mensen aan te spreken die met hun haat en
frustratie geen weg weten, dat hij als president bijvoorbeeld zo heftig tegen
Duitsland en Frau Merkel tekeer gaat, die ons zorgen moet baren. Voor Trump is
het leven, is business een zero sum game en verliezen kan niet, mag niet. Hoe
de ideale deal voor Donald J. Trump eruit zou zien: alles voor mij en niets
voor een ander.
Op
zich zijn er wel meer mensen die ziekelijk narcistisch uit de hoek komen, maar
die hebben niet de macht die de president kan claimen en normaliter zorgen
zelfs zijn partijgenoten dat de president de precaire evenwichten niet
doorbreekt. Helaas zijn de prominenten van de GOP helemaal verbijsterd en likken
ze bepaalde delen van het presidentiële lijf met onderdanig genoegen.
Zelf ging
ik ervan uit dat de instituties van de VS robuust genoeg zijn om te weerstaan
aan de machtsgeile daden van een president, want naast het Congres is er ook
nog het Hooggerechtshof dat een en ander kan terug schroeven. Toch is het
vooral de vraag hoe de president de instituties te gronde kan richten of toch minstens ernstig
ontwrichten. Vervolgens is er de vraag wat de gevolgen daarvan kunnen zijn voor
het land en de burgers van de VS, maar gezien de macht van de VS ook van de
wereldbevolking.
Hoe
werken de instellingen van de VS met als belangrijkste actoren de president,
het Congres met het Huis van Afgevaardigden en de Senaat, maar er is ook de
uitvoerende macht, de administratie en de agentschappen die wel aangestuurd worden
door de wet- en regelgeving, maar in het beste geval weet de politiek niet
welke dossiers de administratie afhandelt – tenzij er problemen zouden zijn en
er zich corruptie zou voordoen. Het heeft er de schijn van dat de president de
administratie een domaine réservé acht en dat die verantwoording aan hemzelf
moet afleggen, terwijl die agentschappen, zoals het FBI aan het congres
verantwoording moet afleggen en in principe kan alleen de rechter in concrete
gevallen tussenkomen. Ook het agentschap dat zich inlaat met het beheer van
natuurgebieden, waar John Muir in de negentiende eeuw al een aanzet toe gaf,
evengoed ondersteund door burgers en burgeractivisten gaat in theorie uit van
de noodzaak aan voldoende grote territoria waar de natuur haar gang kan gaan,
wat boeren dan weer tot wanhoop drijft. De president heeft omwille van de smeer
een bescherming van natuurgebied in Noord-Dacota opgeheven, net omdat Obama het
had ingesteld.
Waar Obama
betrachtte de tegengestelde belangen te verzoenen erkent deze president vooral
en in hoofdzaak de belangen van de zogenaamde vergeten burgers, in dit geval
boeren en hun aanhang, die niets op hebben met natuurbeheer, al lijden ze
wellicht nog meer dan de stadsbewoners aan de gevolgen van het faliekant beleid.
In de jaren 1930 kende de VS niet alleen een Great Depression in de industriële
en financiële sector, ook boeren hadden in de Midwest te lijden van de
omstandigheden, in dat geval de en stof-
en modderstormen, waarbij de toplaag van de prairie aan de ene kant door erosie
werd opgewaaid door de wind en vervolgens elders weer neersloeg, waarbij het
bewerkte areaal verstikt raakte. John Steinbeck schreef er zijn roman “Druiven
van Gramschap” over, zoals ik het boek voor het eerst las, in vertaling.
Er is
aan het einde van de negentiende eeuw een antitrustwetgeving op poten gezet om
verticaal geïntegreerde bedrijven, zoals in de olie, het staal, de voeding
grote alles overheersende bedrijven in te snoeren en concurrentie opnieuw
mogelijk te maken. Men zou kunnen overwegen tegenover de grote spelers als
Apple, Facebook, Google, Amazon en Microsoft, die elk op zich monopolisten
zijn, waar de overheid weinig tegen vermag die antitrustwetgeving in te zetten.
De ruzie tussen Trump en Jeff Bezos, die behalve Amazon ook the Washington Post
in bezit heeft, lijkt ernstig, maar is vooral persoonlijk, want in de feiten is
er wel overleg op allerlei domeinen, indirect. Wat Trump op de heupen werkt is
dat Bezos weigert het spel van Trump mee te spelen. Natuurlijk, mocht Trump
proberen de positie van Amazon te breken door de antitrustwetgeving te doen
gelden, dan zou er wellicht wel van een goed beleid sprake zijn.
Speelt
Trump een bijzondere, volgens velen een nefaste rol in de Amerikaanse
samenleving, dan denk ik toch dat hij surft op een klimaat dat hem goed
uitkomt, maar waar hij zelf niet verantwoordelijk voor geacht kan zijn. Het
afbreken van het beleid van Obama is van een andere orde dan het zonder voorbehoud
afkondigen van invoertaksen op producten uit Canada, Mexico, de EU en China. Tegelijk
claimt Trump ook wel dat leiderschap nodig is en dossierkennis blablabla moet
heten en dat is niet nieuw. Al decennia ziet men dat media graag “meningen” verkopen,
die niet altijd onderbouwd zijn met argumenten en feiten. Ook wetenschappers,
zeker in de sociale wetenschappen geven graag hun mening als onweerlegbare
waarheid. De visie op economische ontwikkeling van de Rust Belt, die de
teloorgang van de oude steenkoolontginning en staalproductie in het
Noord-Oosten nu geworden is, ligt niet enkel aan desinvesteringen vanwege
ondernemers en investeerders, maar aan de concurrentie van andere producenten,
onder meer Canada, Europa en uiteraard China – Over India hoort men in deze
weinig – en de uitputting van de grondstoffen waardoor exploitatie niet meer
rendabel zou wezen, maar ook en niet in de laatste plaats aan de teloorgang van
het onderwijs in de VSA. Het komt mij een paradox voor dat in de Westerse
wereld, waar onderwijs verstrekken voor lokale besturen en andere overheden,
maar ook voor genootschappen van allerlei religieuze groepen, van kandidaat-onderwijzers
ook, meer was dan een kwestie van geld verdienen, maar een idealistisch
project. Ook in de VS verviel dat idealisme de afgelopen dertig jaar om
onduidelijke redenen, wel werd de opdeling in top en snert alleen maar groter,
tot en met de universiteiten. Was men tot de jaren zestig ook nog gastvrij voor
onderzoekers en goed opgeleide hoogleraren uit allerlei buitenlanden, Westerse
en andere, zodat de VSA het neusje van de zalm kon aantrekken om baanbrekend
onderzoek te doen, dan lijkt die instroom beperkter te worden. We denken aan Werner
von Braun, die dan weer aangebrand was door zijn betrokkenheid bij de bouw van
de V I en de V II, de vliegende bommen die Hitler hoog waardeerde. Maar er
kwamen ook mensen uit de Arabische wereld, die de denktanks bemanden die mee
het buitenlands beleid ondersteunden met inzichten en diepgravend onderzoek.
Dat blijkt al lang niet meer het geval te zijn.
Men
kan dan ook vaststellen dat de VSA en de instituties wat verrommeld zijn
geraakt, hun glans verloren hebben, iets waar Obama net aan wilde verhelpen.
Goed bestuur was voor Obama een van de cruciale opdrachten, want hij vond dat
de VS aan prestige verloren in de wereld, ook als het om soft power ging, zeker
als het om technologie ging. Nu staan de VSA inzake telecommunicatie en
internetproducten ver voorop op de rest van de wereld, wat de macht van de
bedrijven aangaat, in China en andere regio’s slaagde men erin eigen producten
op te bouwen, al dan niet met gebruik van door bedrijfsspionage verworven
kennis. De glans van de Ivy-League universiteiten zien we nog nagloeien, maar
er lijkt toch iets aan de hand, zoals het verhaal van Niall Fergusson, die zijn
studenten aanspoorde tegen de “linkse” cultuur aan de universiteiten in te
gaan, wat hem zuur is opgebroken en toch, als men eerlijk is, dan moet men toch
vragen stellen over de wijze waarop studenten zich inkapselen in een sfeer van morele
superioriteit waarbij elke kritische ingesteldheid, ook tegenover eigen
inzichten of tegenover wat hen verteld wordt, helemaal verdampt blijkt. Dat
Ferguson terecht een blaam kreeg voor zijn heimelijke aanpak, neemt niet weg
dat men die mentaliteit, waarbij men voortdurend geschokt zegt te zijn en zelfs
beledigd, als bijvoorbeeld minderheidsgroepen in het gedrang zouden kunnen
komen, maakt een eerlijke analyse nu eenmaal onmogelijk.
Met
andere woorden, blijf ik bij de gedachte dat de heer Trump op een ongekende wijze
door haat wordt aangedreven, is het ook zo dat hij voorheen zelf al aan een negatief
klimaat bijdroeg, door telkens weer op televisie mensen te ontslaan, omdat ze
niet deugden in zijn ogen. Dat soort programma’s voedt het klimaat waarin
mensen ofwel verliezers ofwel winnaars zijn, want er zou geen tussenweg zijn.
Bovendien kan men toch maar moeilijk op enkele momenten tijd iemand echt leren
kennen, laat staan beoordelen, zodat al die overhaaste besluiten niet enkel
niet sporen met wat mensen werkelijk kunnen en zouden zijn, maar met eigen
projecties en frustraties des te meer te vereenzelvigen zijn, zodat het ook
niet sporen kan met een eerlijke benadering van mensen. Nog eens, ook bij ons
zien we al jaren allerlei realityshows, die nergens op slaan, maar zelfs geen
uitlachtelevisie meer kunnen heten.
Entertainment
mag er uiteraard zijn en soms kan het goed blijken, maar men kan toch niet in
kranten en bladen voortdurend mensen laten opdraven als winnaars en verliezers,
hoogstens als verrassingen. In wezen zal men merken, zoals ook Trump dat doet,
heel gemakkelijk mensen overwaarderen net als men zonder zichtbaar leedwezen
mensen de grond in schoffelen. Dat klimaat heeft meer betekenis dan het
optreden van Trump, zolang hij geen kandidaat of president was, is. Nu wordt
het anders, want nu kan hij in zijn binnenlandse politiek aangeven wie volgens
hem achting verdient, dus zeker niet mensen als Jeff Bezos, George Soros en
andere spelers die in de samenleving net zo een opvallende rol vervullen. Let
wel, ik vind zelf dat de machtspositie van Amazon zorgelijk moet heten, maar
het is aan de Amerikaanse instituties om de antitrustwetgeving toe te passen.
Intussen
merken we ook dat Europa voor de vraag staat hoe het zonder bondgenoot de USA
verder kan. Er is geen andere weg dan die moeilijke weg te gaan en meer op
eigen benen te staan. De haat van Trump jegens Duitsland blijft volgens mij wel
opvallend onderbelicht. Dat Merkel daar niet over redekavelt, ligt voor de
hand, maar de houding van Trump jegens Duitsland is wat mij betreft
onrechtmatig en raakt ook ons. Nu zal de EU en zal de politieke elite moeten
kiezen, blijven zeuren over de grenzen van Europa, de ontbrekende militaire
slagkracht of handelen, ook als er op het eerste zicht waarden in het geding
zijn. Men kan als Europees politicus niet de belangen van de vluchtelingen
boven die van de eigen burgers stellen, maar moet hen, de landverhuizers daarom
niet aan hun lot overlaten. Het ontbreken van de idee dat men conflicterende
waarden gestand kan doen, ontbreekt mijns inziens in verontrustende mate.
Trump
hanteert, zoals Martha Nussbaum het beschreef in haar boek “Politieke emoties”
haat, rancune en ressentiment, superioriteitscomplex en narcisme in onverdunde
vorm, keihard en glashelder en dat moet ons bezig houden; de haat jegens “N*kk*rs”
is opvallend en daarmee spreekt hij mensen aan die Obama al evenzeer haatten en
haten als hijzelf. Het onvermogen emoties minstens te beheersen is typisch voor
deze tijd, waarbij uitgestelde bevrediging van behoeften en verlangens geen
deugd meer is, waar frustraties uitten en zich als slachtoffer presenteren een
economisch voordeel kan hebben, zelfs prestigieus kan lijken. De politieke
emoties waarover Nussbaum het had, trouw en vertrouwen, menselijkheid en hoop,
die lijken uitgeteld en daar moet men toch bij zichzelf over te rade gaan, want
hoever gaan we zelf mee in het uiten van verwijten aan de verliezers van deze
tijd. Zelfs als we met goede moed armoede willen bestrijden, dan nog is het
moeilijk respect op te brengen voor die mensen in armoede.
Hoe
gaan we dezer dagen om de excessieve expressie van haat en afkeer, waarvan Trump
blijk geeft? Het is een vraag die Amerikanen zich in de eerste plaats moeten
stellen. In wezen zou men kunnen denken aan wat Aristoteles vooropstelde: wanneer
er twee mogelijkheden zijn, als uitkomst en beide zijn niet realiseerbaar, dan
is er tussen die twee altijd nog een (derde) weg mogelijk. Hebben Clinton en
Blair daar een farce van gemaakt, dan nog blijft het interessant die mogelijkheid
te overwegen, iets wat Trump flagrant nalaat. Bij de discussie over de
kwaliteit van het compromis zegt men vaak dat het een gedrocht is, net omdat
men compromissen sluit als resultante van machtsverhoudingen; voor Trump is een
compromis niet wenselijk, wel een deal waarbij beide partijen hun eigen profijt
halen, terwijl een (eerbaar) compromis net hoort te gaan over de vraag of een
oplossing, een benadering wel spoort met wat men kan observeren en wat men
wenselijk acht, zonder uit het oog te verliezen dat men de negatieve of
ongewenste neveneffecten moet temperen of opheffen. Een compromis is dus meer
dan het afwegen van twee verschillende politieke benaderingen, het gaat om de
vraag of een oplossing die rationeel lijkt ook menselijk gezien acceptabel is
en maatschappelijk geen reuring zal veroorzaken. Daar passen politici als Trump
voor, want dictators, voor wie Trump zegt bewondering te hebben, hoeven zich om
ongewenste neveneffecten niet te bekreunen, zolang ze er zelf geen van zullen
ondervinden.
Trump vormt
een bedreiging voor de instituties van de VS, want hij krijgt te weinig weerwerk.
De krant waarvan Jeff Bezos eigenaar is, The Washington Post en ook andere doen
hun best zijn beleid over de hekel te halen, maar dankzij de neergang van het
onderwijs en de beschikbaarheid van de Murdochmedia kan men perfect menen te
weten wat speelt en toch in onredelijke onwetendheid leven. De
toegang tot de media en ook de desinvesteringen in het publieke
onderwijssysteem blijken zorgwekkend. Dat Donald J. Trump gedreven wordt door
haat, blijkbaar een niet te blussen haat, die zijn presidentschap tekent, maar
de omstandigheden laten hem toe die te spuien en weinig kritiek te vangen in
het Congres en de publieke opinie, kan men niet negeren. Wapendracht? Zet
gewapende bewakers bij de scholen. De scheiding van kinderen van hun ouders bij
‘illegaal’ betreden van het Amerikaanse territorium – er is voor die mensen geen
legale weg, want alleen wie op een of andere manier als een meerwaarde aanzien
wordt, krijgt een uitnodiging of wie een green card kan verwerven, kan de VSA
binnen komen – zorgt voor moreel ongemak, zelfs bij de First lady en Laura
Busch, de First Lady van toen. Overigens dateren beperkingen van legale migratie
niet van gisteren.
Als we
kritiek aandragen op het beleid van Trump zullen we dus goed moeten weten waar
we Trump zelf op kunnen aanspreken. Dat hij FOX als favoriete nieuwszender
verkiest, is zijn goed recht, dat men Ruppert Murdoch en nazaten niet kan
aanspreken op hun verdienmodel, is dus op zich een groter probleem. Ook het
probleem van het verwaarloosde onderwijs, waar de huidige minister alleen maar
een paar stappen verder zet, wat tot verdere ongelijkheid zal leiden en erger,
dat voor de VS op termijn wel eens een grotere economische handicap zal blijken
– tenzij men inderdaad oordeelt dat mensen niets meer hoeven te kennen – dan al
die andere onzin die we dag na dag te horen krijgen. Maar over de haat als drijfveer,
daarover zou men het dus wel moeten hebben.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten