geveinsde afkeer van sociale media
Dezer
Dagen
Sociale media en onwetendheid
Maxim
Februari kan ik doorgaans wel waarderen, zonder dat ik daarom zonder morren zou
instemmen met de inzichten. Maar zijn kritiek op sociale media lijkt me, net
als de kritiek die bij “Het filosofisch kwintet” te horen viel, uit te gaan van
een misplaatst paternalisme. “Zij weten niet wat ze doen”? Wij weten dus niet
waar we mee bezig zijn en dat is een riskante benadering. Velen gebruiken al
een decennium die sociale media en soms gaat het eens fout, komt er een
onverlaat op het pad en krijg je goedkope verwijten, maar doorgaans is het
perfect mogelijk discussies te voeren of al eens een grap te verkopen. Als de
sociale media alleen hinderlijk waren, was het al lang gestopt. Aan de andere
kant, het laat allemaal toe interessante vondsten te doen of mensen opnieuw
tegen te komen, die jaren uit het zicht verdwenen waren. Is het nog mogelijk,
ondanks alle gedoe, een evenwichtig oordeel te vellen?
Nieuwe
technologieën hebben bijna altijd weerstand opgeroepen, omdat de bestaande
wereld in gevaar gebracht zou worden, de normen en waarden in het gedrang. De
trein kreeg in Nederland pas later aandacht dan in België of het UK het geval
was. Het valt moeilijk te begrijpen, want Nederland was omwille van het vele
water en de beperkte wegenaanleg niet zo goed ontsloten, ook niet voor de eigen
burgers. Het waren mensen als Johan Thorbecke die er aandacht voor hadden,
omdat de spoorwegen in de eerste plaats het goederentransport kon
vereenvoudigen. Het ging niet om de vermaledijde koeien die geen melk meer
zouden geven, het ging om de idee dat die spoorwegen het maatschappelijke leven
overhoop zou gooien. Dat Nederland zich als handelsnatie zag en vergat dat in
Almelo en omgeving een nieuwe industrie het licht zag, die Thorbecke deed
denken aan het Gent van zijn jonge jaren, waar hij als Prof een aanstelling had
gekregen en waar hij onder de indruk raakte van de stormachtige industriële
ontwikkelingen, geeft nog steeds te denken. De achterstand werd sindsdien
ruimschoots goed gemaakt.
Het
valt overigens ook op dat men weigerachtig blijft aankijken tegen
ontwikkelingen rond celbiologie, ggo en CRISPR, waarvan nu ook de Europese
instanties menen dat het aan strenge regels onderworpen moet zijn. Verder
beleven we het dat er hoge omes in Silicon Valley ons waarschuwen voor
Artificiële Intelligentie en wellicht zijn er goede redenen voor. De afwegingen
die men dan maakt en de argumenten die men hanteert zijn dan van belang. Het
voorzorgsprincipe laat men inzake het milieu graag meewegen, al weet men niet
eens hoe groot de kans is dat er iets mis zal lopen. Groenen en milieumensen,
die zich graag progressief noemen, binden graag de strijd tegen nieuwe
technologieën aan, omdat het milieu, omdat ecosystemen bedreigd kunnen worden. Of
A.I. echt bedreigend zou kunnen blijken, blijft een moeilijke kwestie, omdat de
klok eens het op grote schaal toegepast wordt, nog moeilijk teruggedraaid kan
worden.
Het
feit dat bepaalde ‘natuurlijke’ producten, zoals soja in Brazilië het regenwoud
aantast, of dat palmolie de leefgebieden van mensapen in Indonesië onherroepelijk
vernietigt, vind ik net zo erg en als nu via ggo of crispr de productie zou
verbeteren, zou dat dan geen oplossing bieden? Natuurlijk, monoculturen zou men
moeten vermijden, maar dat is nu net het punt, de vraag is zo groot dat men
zonder grote risico’s wouden kan blijven rooien, terwijl de milieuschade
onoverzichtelijk dreigt te worden.
En dan
moeten we het dus over internet en sociale media hebben, waarvan sommige
verlichte geesten menen dat het maar beter opgedoekt wordt, want mensen raken
er verslaafd aan of richten er schade mee aan. Dat klopt en soms denk ik
inderdaad dat sommige tweets inderdaad beter het licht niet hadden gezien. Maar
toch denk ik dat de aandacht van de brede media voor extravagante of
betreurenswaardige uitlatingen wellicht meer schade aanrichten dan die
berichten zelf. Ook begrijp ik de aandacht voor instagramberichten van foto- en
andere modellen niet en al helemaal niet als er dan al eens iets van een tepel
of een beetje schaamhaar te zien zou zijn. De brede media, ook de
kwaliteitsmedia kijken graag naar die rommel en schotelen ons die dan voor,
volkomen hypocriet, want intussen beweert men nog wel eens dat men de vrijheid
van mensen, ook om domme dingen te doen, wil vrijwaren.
Bovendien
maken ook politici en politieke organisaties, net zo goed als activisten graag
gebruik van internetfora om hun ding te doen en de aanhangers aan te spreken.
Als men zich bezondigt aan zaken als negationisme dan moet men dat wel melden,
maar er is ook nog altijd de vrijheid van opinie en van drukpers. Dat betekent
dan dat men in principe het recht heeft om leugens te vertellen, het is aan de
ontvanger om die te ontkrachten of te negeren. In een andere tijd werden pamfletten
gedrukt, ook in het Nederland ten tijde van Thorbecke en onder meer Jacob van
Lennep maakte er graag gebruik van, zoals Thorbecke zelf, al waren dat in het
geval van deze heren goed overdachte stellingnames. De regering wilde overigens
op enig moment het zegelrecht uitbreiden naar net die pamfletten, die al eens
de vorsten Willem II en Willem III lastig vielen. Maar goed, het feit dat men
openlijk domme dingen mag zeggen, moet nog
niet betekenen dat men zo ineens alle opinies gaat weren.
De
pamfletten in mijn jonge jaren, doorgaans van linkse garnituur, in verband met
de hoogte van het inschrijvingsgeld en andere kwesties, waren vaak ook in
vitriool gedrenkt en gaven niet altijd subtiel uiting aan afkeer en haat jegens
bewindspersonen. Maar het was net op die manier dat mijn neiging om die kant
mee op te gaan, verkeerde in kritische afstandelijkheid, want het was allemaal
zo platvloers en dom. Tegen de raketten? Tja, en als de “vijand” want dat was
op moment toch vrij abstract, de kans zou zien Europa binnen te vallen, wat
moesten we dan? Men kan niet tegen vrede zijn, maar onze samenleving bood toen toch
voordelen die dictaturen niet in de
aanbieding hebben. Een land of een verdragsgemeenschap was en is er om de eigen
veiligheid te verzekeren.
Daarom
lijkt dat fulmineren tegen sociale media vanwege intellectuelen een bedenkelijke
uiting van reactionair denken. Men kan heel wat ontdekken en berichten krijgen
over situaties, die men zonder internetfora nooit aan de weet was gekomen. Meer
nog, je kan ontdekken hoeveel je wel niet weet en tot het inzicht komen dat er
nog veel is, waarvan je weet dat je er geen moer van afweet. Dat bevrijdt en
bevordert het denken, stimuleert de nieuwsgierigheid. Het kan dus ook geen
kwaad dat mensen hun denkbeelden, hoe verrassend of zelfs verwerpelijk ook,
kond kunnen doen. Ik denk dat het anderzijds niet getuigt van grootmoedigheid
als men mensen met verwijten gaat overladen omdat ze het zo fout zouden doen,
zoals in verband met opvoeding van kinderen soms het geval is, of omtrent jonge
poesjes of een rashond. Er blijkt dan alleen goed en fout te zijn, voor
alternatieve handelingen is er geen plaats en wie iets fout doet, is de pineut,
staat aan de schandpaal. Triestig, maar ja, kenners zijn nu kenners en niet te
vermurwen.
Maar
is dat zo erg? Het valt te bezien, want men kan ook danig uit evenwicht raken
door sommige reacties die vaak volkomen ondoordacht zijn en dan moet je wel
nadenken of je iets te berde zal brengen. Voor de een is het leuk te
schofferen, de ander wil liefst controversieel uit de hoek komen, of men
bijdragen levert aan enig debat is de minste van hun zorgen, want men komt
sterk uit de hoek. Zo ongeveer als een groepje mensen op een terras met een
centrale figuur, die voortdurend gedachten te berde brengt en bij zijn gewillig
publiek lachsalvo’s opwekt. In die zin zijn sociale media niet anders dan
andere plaatsen waar mensen met elkaar in overleg kunnen gaan of elkaar wat prikkelen,
zelfs pesten, alleen op een grote schaal.
Het is
dan ook de vraag of de kritiek op de macht van bedrijven als Facebook of Google
wel zo terecht is, terwijl men wel eens dreigt te vergeten dat Amazon op de
boekenmarkt wel degelijk een grote invloed heeft en vaak niet ten behoeve van
de vrije gedachte. Nu goed, men zal toch aannemelijk moeten maken dat facebook
en allerlei bloggerplatforms geen gunstige invloed hadden en onverhoopte kansen
bieden? Juist, ik publiceer deze gedachte ook op een platform en signaleer dat
via facebook en Twitter, maar ook via mail. Ben ik blij dat ik zo wel eens een
doordachte opinie kan publiceren, al ben ik me bewust van het bereik dat ik
haal. Maar dan denk ik aan de tijd dat auteurs hun werk vaak eerst in kleine
kring verdeelden en voorlazen, voor ze de markt opgingen of soms publiceerde
men ook anoniem bepaalde gedachten, die later wereldschokkend werden bevonden.
De vrees voor de koninklijke of andere censuur was niet voor niets soms groot,
maar ze lieten zich altijd tegenhouden, zoals Voltaire die aan de grenzen van
het koninkrijk zocht te wonen of in Amsterdam kwam pleisteren. Mag men dan niet
aannemen dat auteurs als Diderot en Voltaire, maar ook andere hun gedachten wel
degelijk neerschreven en publiek maakten en soms vonden ze een ruimer publiek
dan wij vandaag denken.
Of toch
niet, want we hebben er geen idee van hoeveel mensen Candide kochten in de
jaren na 1758 en wat ze ervan dachten. Werd er over deze conte philosophique
geschreven? Ongetwijfeld, maar bestaat er wel enige interesse voor deze
reacties vanuit het publiek. Het zou me dus wel interesseren of een bisschop in
Gent interesse had voor “Candide ou l’optimisme”, want dat zou aangeven dat die
ideeën van Voltaire en dus ook van Leibniz het overdenken waard waren voor de tijdgenoot.
Dezer dagen merkt men dat er veel “officiële” recensies verschijnen in de brede
media, maar zelden ontstaat er een discussie over de betekenis en het belang
van een werk. Ik denk aan de roman van Julia Zeh, “Unterleuten”, of in het Nederlands
“ons soort mensen”, waarin ze het wel en wee in een dorpje in het gebied waar
ooit de SED en de DDR het bewind voerden en hoe mensen met elkaar en de
instituties, inclusief de EU in conflict komen of elkaar net vinden, voor even
toch. De betekenis van de roman overstijgt namelijk het concrete gebeuren. Nu
schreef de Standaard niets over de roman en dat verwondert me al lang niet
meer, maar betreurenswaardig blijft het wel. Nu goed, de recensies bleken al
langer louter niet meer dan aankondigingen van boeken. Dan biedt het internet
vaak wel mogelijkheden om dergelijke boeken aan te treffen en die al dan niet
te gaan lezen. Ook over het Schelling-project van Sloterdijk valt veel te zeggen
en toch bleef het stil in onze media. Nog eens, gelukkig zijn er toegangen,
zoals internetfora waar we een en ander konden en kunnen vinden, net als de
boekenwinkel(s) in de stad.
Het
internet en fora als Facebook, Twitter, Instagram maken deel uit van onze leefomgeving
en men zou kunnen wensen dat mensen er wat subtieler gebruik van gingen maken,
maar het zijn voertuigen voor mogelijke ideeën en inzichten en dat vormt op
zich al een uitbreiding van het instrumentarium om met anderen in contact te
komen. Dat we zonder zouden kunnen? Ik weet het nog net niet, want er zou veel
mij niet bereiken. Toch leid ik niet aan Fomo (= fear of missing out), kan ik
perfect leven met het uitschakelen van fb op mijn smartphone, omdat het nu
eenmaal hinderlijk kan zijn als je met iemand in gesprek bent en voortdurend
biepjes zou horen.
Het glas
is geeneens halfleeg, het internet en de fora kunnen ons wel bekoren, wetende
dat er heel wat vragen moeten gesteld over de macht van die bedrijven. Mocht
iemand een algoritme maken of een set ervan dat iets gelijkaardigs aan facebook
biedt, want dat bestond voor facebook de overhand haalde, dan zou de macht
wellicht daarheen gaan. We moeten dus wel zien dat zo een bedrijven hun
marktpositie niet misbruiken, maar als individu kunnen we daar niet aan, de EU
wel. Discussies over betaalmuren en zo zijn dan weer best belangrijk, al zal
men toch ook oog voor het betaalmodel van kranten en uitgevers moeten hebben.
Wij houden namelijk ook mee bepaalde media in stand en dan moet de heer Maxim
Februari eens laten horen hoe ik aan zijn bericht kond zou kunnen doen aan mensen
die de krant niet lezen? Ook auteurs hebben belang bij goed werkende en
bedrijfszekere sociale media.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten