Shame

Burgerbeweging


Het verhaal is een hype maar de oproep om afgelopen zondag te betogen voor een regering, roept vragen op. Primo, er wordt niet voldoende onderkend dat de Vlaamse Beweging van begin af aan een burgerbeweging was. Er lagen namelijk heel wat burgers aan de grondslag ; krantenuitgevers zoals Julius Hoste, professoren zoals Julius McLeod, schrijvers als Jan Frans Willems en kanunnik David, om er slechts een paar bij naam te noemen. Ook na de oorlogen bleef de beweging in sé een burgerbeweging, slechts ten tijde van de taalgrenswetgeving werd met de Marsen op Brussel van de straat gebruik gemaakt. Andere betogingen zoals de wandelingen in de Voerstreek, waren van veel minder gewicht. De 11 juli-betoging te Antwerpen in 1920 waar Herman van den Reeck de dood vond - hij stierf een paar dagen na de betoging als gevolg van een politiekogel - bleef lange jaren onderbelicht en is behalve voor enkele historici vergeten geschiedenis. Wie dus de notie burgerbeweging claimt, moet beseffen dat wat Vlaanderen anno 2011 vraagt het resultaat is van meer dan een eeuw streven naar de Vernederlandsing van de samenleving en naar meer zelfbestuur door een burgerbeweging en dit via overleg en via parlementaire weg. We erkennen ook dat de soms met veel gedruis gevoerde acties door de extreme fracties zoals TAK en de VVB, naast verdienste ook wel eens schade berokkenden aan de grote beweging.

Secundo, Vlaanderen heeft op alle publieke domeinen tegen het Brussels-Belgisch establishment een eigen plaats moeten afdwingen. Over de Universiteit in Gent werd nagenoeg veertig jaar gebakkeleid in het parlement, met vele rapporten en overtuigingskracht vanwege hoogleraren. Pas in 1930 was een Nederlandstalige (Belgische) universiteit een feit. In Leuven stond het probleem van een Groot-Brussel minstens even centraal als de te klein geworden universiteit, een gevolg van de democratisering van het hoger onderwijs. Wie herinnert zich nog dat vooral (linkse) studenten “Walen Buiten” riepen om vervolgens de socialistische republiek uit te roepen.

Het diplomatieke corps bleef tot in 1965 nagenoeg Franstalig en het gerecht stond, desondanks de taalwetgeving vanaf 1873, pas open voor de Vernederlandsing na 1945. Het heeft dus flink geduurd voor rechters en OM voldoende Nederlands kenden...

Men begrijpt uit dit alles dat Vlaanderen veel energie heeft moeten stoppen in het Vernederlandsen van de samenleving alleen opdat staatsburgers hun taal gerespecteerd zagen en niet louter omwille van die taal in hun carrière en bij de uitbouw van hun leven gediscrimineerd zouden worden.


Taalwetten en staatshervormingen


Voor de staatshervormingen, dat wil zeggen de grondwetsherzieningen er kwamen, werden in het parlement tussen 1873 en 1970 heel wat taalwetten gestemd, die het gebruik van het Nederlands in het gerecht, het onderwijs en de openbare diensten regelden, maar het resultaat was niet altijd wat men ervan verwacht had. Daarom werd in 1962-1963 de taalgrens, op vraag van de PSB vastgelegd. Maar de druk aan beide kanten bleef groot, wat zou uitmonden in een nieuwe aanpak.

De staatshervormingen van 1970, 80, 88, 94 en de mislukte poging van 2007 hebben inderdaad vele inspanningen gevergd. De eenheid binnen de beweging en binnen de partijen was niet altijd even groot en soms kan men de Franstalige kritiek begrijpen dat de Vlaamse eisen steeds verder gingen. Maar, het fundamentele probleem was en is dat er nooit een echte evenwaardigheid kon of mocht tot stand komen.


De Vlaamse Beweging in tijden van globalisering


Desondanks handelde de Vlaamse Beweging steeds binnen de democratische en legale kaders. Verschillende politieke partijen hebben de boodschap en de noodzakelijke ingrepen in het parlement uitgedragen ; de Meetingpartij en, later, de Vlaamse katholieke kamergroep rond Frans van Cauwelaert, handelden binnen het parlementaire bestel. Lange jaren waren KWB en ACW stevige steunpilaren voor de Beweging, maar sinds een kleine twintig jaar staan die sociale organisaties – de katholieke zuil dus - vijandig tegenover verdere eisen tot bestuurlijke hervormingen. De reden zou zijn dat de "interpersoonlijke solidariteit" in het gedrang komt. De Vlaamse Beweging heeft solidariteit als zodanig nooit afgewezen, want dat zou een contradictie van jewelste opgeleverd hebben. Zij vond ondermeer een bondgenoot in het Daensisme maar ook omdat ook veel Vlaamse socialisten en liberalen de eisen konden onderschrijven, bleven de idealen van gelijkheid en broederschap belangrijk. Binnen de katholieke partij - pas na 1945 echt opgericht als de partij de CVP - stelden de conflicten tussen de Rode Baron, Arthur Verhaeghe en de roemruchte Charles Woeste tegen de zichzelf organiserende christene arbeidersbeweging in het Gentse de noodzaak tot Vernederlandsing scherp.

Ook schrijvers en andere kunstenaars lieten zich niet onbetuigd. De in het Frans schrijvende Georges Rodenbach, net als Charles de Coster begrepen de verzuchtingen van de Vlamingen in dit land. Wetenschappers zoals Lodewijk de Raet waren bezig met het onderbouwen van de beweging met gebruik van de vooruitstrevende statistische methodes van Quételet. Intussen waren die kunstenaars en wetenschappers niet opgesloten in een klein Vlaams zelfbeklag, ze hadden goede tot zeer goede contacten met Nederlandse collegae en uitgevers, maar ook met confraters zoals Maeterlinck en Verhaeren.

En, hadden we het al over de samenwerking van Vlaamse ondernemers, die in 1926 het Vlaams Economisch verbond oprichtten? Of de oprichting van banken, onder meer de Kredietbank, de spaarbanken, DVV… dit alles mag niet aan onze aandacht ontsnappen.

We begrijpen dat velen vrezen voor provincialisme in Vlaanderen en wie de nieuwsuitzendingen en culturele agenda’s volgt, stelt in Vlaanderen een groeiend provincialisme vast. Alleen, het euvel ligt niet aan de nieuwsconsumenten, want die blijken vaak, al te vaak, onbediend wanneer het internationale producties betreft. Europese film komt slechts aan bod als Hollywood bij wijze van spreken "een gat laat vallen" of wanneer het zoveelste Vlaams product, hoe waardeloos ook, op de markt komt. De tijd van Greenaway en andere opmerkelijke films ligt al lang achter ons. En tot slot, wie naar het programma “de Ambassadeurs van de klassieke muziek” op de cultuurradio Klara luistert, zal merken dat velen zich graag als een working class hero voorstellen, dat er in hun jeugd geen of nauwelijks klassieke muziek binnenshuis kwam, maar toch blijkt er altijd wel iemand op de een of andere manier die muziek te hebben aangedragen. En ere wie ere toekomt, de inspanningen van Frans van Mechelen, Johan Fleerackers of Jan Briers vielen niet op de koude steen want er was, en is, in Vlaanderen wel degelijk een ontvankelijk klimaat. Lang voor de cultuurautonomie tot stand kwam, bracht het kunstonderwijs in Vlaanderen verdienstelijke tot zeer verdienstelijke schilders, beeldhouwers, etsers, schrijvers, musici voort.

We stellen dus vast tot spijt van wie het steeds ontkennen wou en wil, dat de vermaledijde Vlaamse Beweging een burgerlijke bedoening was en dat Vlaanderen vooral een regio was waar mensen zich inspanden om hun talent te ontplooien.

Daarom betreuren we het ten stelligste dat men nu meent een legitiem verkiezingsresultaat te mogen negeren en eureka, dankzij facebook en dergelijke triviale sociale media, iets apolitieks op poten kan zetten namelijk een burgerbeweging die de politieke realiteit negeert. Goed, men kan betreuren dat het centrumrechtse gewicht in electorale resultaten vertaald werd, maar de invectieven aan het adres van de Vlamingen, de kiezers van N-VA en CD&V en al wie meent dat er een grondige staatshervorming nodig is, zijn politiek theoretisch beschouwd antidemocratische uitlatingen.

Sommige politici, zoals Guy Verhofstadt hebben op zeker ogenblik luid verkondigd dat men aan de Vlaamse eisen meer en grondiger tegemoet moet komen. Hij schoof die boodschap opzij toen het ultieme politieke doel binnen handbereik lag; premier worden en blijven. Het laatste mislukte want ondermeer de financiële transfer van de staatshervorming van 2000 zorgde middels het Lombardakkoord en het Lambremontakkoord voor het plunderen van de federale staatskas. Als men nu, anno 2011 een burgerinitiatief wenst te steunen met het prerogatief om snel een regering te vormen, dan gaat men voorbij aan een diep in de samenleving gewortelde burgerbeweging als de Vlaamse Beweging. Helaas, men stelt het graag voor, alsof die beweging op slechts een zaak van een zelfbenoemde elite was, dat de beweging inspeelde op nostalgie en grenzeloze geborneerdheid. Wel beste lezers, Vlaanderen verdient beter. Echter het antwoord zal men niet vinden door te betogen voor een regeringsvorming zonder staatshervorming. De stilstand van het bestuur zal blijven heersen zo lang dossiers zoals justitie, gezondheidszorg en het financiële en budgettaire evenwicht geen afdoende oplossing krijgen. En – we blijven tegen de haren in strijken – feit is dat in de huidige staatsstructuur bestuurders aan beide zijden van de taalgrens louter loyauteit hoeven te betuigen aan hun gemeenschap, dat bestuurders in Brussel blijven weigeren de verantwoordelijkheid te dragen om de centraal gelegen regio in haar rol als bindmiddel tussen de gemeenschappen te verstevigen. Feit is dat men nog steeds denkt in termen van behoud van culturele en financiële privileges en zelfs territoriumdrang. Al wie betoogt, onderschrijft deze gang van zaken en negeert daarenboven dat Europa een politiek heeft ingezet die haar eigen regelgeving onder uithaalt.

Voorts is het natuurlijk treurig dat we nog altijd met Vlaamse verzuchtingen bezig moeten zijn. De wereld is groter dan Vlaanderen, maar we leven hier nu eenmaal en het is hier goed leven. Elke burger vindt hier in het Nederlands en in andere talen zijn weg en wordt zoniet op weg geholpen, en dat, dat danken we ook aan die zogenaamde kleinburgerlijke Vlaamse Beweging.

Bart Haers



Reacties

Populaire posts