De blijde intrede van Bo



Dezer Dagen


Dingen des levens:
Genderidentiteit



Transgenders zijn geen hermafodieten in de
klassieke betekenis of die de klassieken er
in hun verbeelding vorm aan gaven. Toch werd
in de derde eeuw v.C. al dit grote
beeld gemaakt. Ook in andere mythologieën
werd het thema aangeboord. Als de mythebuwers
er al mee bezig waren... Metamorphosen
van Ovidius laat de verbeelding ook niet
altijd ongemoeid. 
Men kan chirurgen en andere medici niet genoeg loven en prijzen, men kan niet voldoende de dankbaarheid getuigen voor wat nu mogelijk blijkt vanwege de vooruitgang in de geneeskunde. Maar, hoeveel kunnen we onbezorgd aan als het erop aankomt de natuur te corrigeren als er geen medische gezondheidsproblemen zijn? Wat met het psychische draagvlak?

Het viel blijkbaar veel mensen op dat Bo van Spilbeek met open armen ontvangen werd, zonder vragen, zonder kritische opmerkingen, want men diende inderdaad de keuze te respecteren. Daar kan ook geen twijfel over bestaan. Ook de schrijver Maxim Februari is transgender, werd van vrouw tot man en hij heeft minder commotie veroorzaakt dan nu het geval was. De gedachten die Maxim Februari nu brengt blijven even doordacht, verrassend en ontregelend als voorheen het geval was, wel laat hij zijn ervaringen ook meespreken.  

Nu het kan, kunnen mensen die zich niet kunnen identificeren met hun geboortegeslacht, de keuze maken zich tot hun voorkeurgeslacht te bekennen en daar al dan niet de noodzakelijke ingrepen toe te doen, want die zijn medisch mogelijk en het kan psychisch lijden uit de wereld helpen. Er zijn evenwel elementen die maken dat het wat ongemakkelijk lijkt, want men is hoe dan ook nog altijd met een X- of Y-chromosoom, tenzij dat net cogenitaal of embryonaal in de soep gedraaid was. Onze visie op mannelijkheid en vrouwelijkheid is gebaseerd op de primaire geslachtskenmerken en als daar iets mee aan de hand is, dan kan dat voor verwarring zorgen en ongetwijfeld ook leed. Alleen al de hormonenhuishouding kan voor een aantal problemen zorgen en dus zal men de artsen die met toedienen van de juiste hormonen in de juiste doseringen, met alle complicaties die zich kunnen voordoen, toch wel weten te waarderen.

Zegde Simone de Beauvoir niet dat men niet als jongen of meisje geboren wordt, maar het wordt met het opgroeien, omdat men aan verwachtingspatronen moet voldoen en wil voldoen, doorgaans. Er zijn meisjes die liever jongensdingen doen en omgekeerd, jongens die al eens meisjesdingen mooi en leuk vinden. Overigens, als ik me niet vergis werden kinderen vroeger de eerste twee jaar niet als jongen of meisje gezien, pas wanneer ze zelf beginnen te praten en te doen, zal het verschil ook aangegeven worden. Toen co-educatie van jongens en meisjes nog een dingetje was, werd de scheiding vrij radicaal doorgevoerd, al hoorde ik dat ook in gemengde scholen kinderen en medeleerlingen hard konden worden aangepakt, als ze niet geheel spoorden met de genderidentiteit.

Hoe zwaar weegt die nog in onze cultuur, vraagt een mens zich af, maar dan komt de vraag, wat is dan die genderidentiteit? Wat maakt, behalve het klokkenspel een man tot een man, behalve de baarmoeder een vrouw tot een vrouw?  De cultuur speelt daar natuurlijk een grote rol in, maar er zijn ook psychische aspecten die men niet onder het tapijt mag vegen. Ik vraag me wel eens af of de feministen van de late jaren ’60 niet meer retorisch bezig waren met het negeren van een aantal gegeven, omdat ze terecht de ongelijkheid, ook voor de wet ongedaan wilden maken. Een vrouw mocht pas vanaf 1975 een eigen bankrekening autonoom beheren. Hoe was het voor de jonge vrouwen toen om vrouw te worden? Net in die tijd dus, werd Boudewijn van Spilbeek zich bewust van zijn ongemakkelijke verhouding tot zijn lichaam. Er zijn in onze cultuur, zoals in de meeste patriarchale culturen niet enkel de openlijke en als evident ervaren onderscheiden tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid, waarbij de veronderstelde schroom van meisjes aangeboren zou zijn, terwijl vrouwen net zo goed vrij van schroom door het leven konden gaan, met een maatschappelijke prijs tot gevolg, een leven in de marge.

De ideaaltypes van vrouwelijkheid in kleding en opschik evolueerde wel en soms ingrijpend, de geïnterioriseerde vrouwelijkheid en mannelijkheid, werd evengoed goed onder controle gehouden, waarbij sociale controle een gevaarlijk instrument was en nog is, omdat afwijken van de algemeen onderschreven gedragsregels wel degelijk werd opgemerkt en indien nodig afgestraft. Het zal wel, zal u zeggen, we hebben het zelf nog meegemaakt, of net niet. Toch blijkt het debat over genderidentiteit wel degelijk zeer veel te zeggen over onze cultuur en hoe die veranderd is, de afgelopen vijftig jaar. Nu kan men dus zelf kiezen zich als een lid van het andere geslacht te presenteren, of de beste van twee werelden, wat dat ook mag betekenen, te incarneren. Het kan, dus men doet het.

In die zin is de grote aandacht voor de coming out van Bo van Spilbeek wel verrassend te noemen, want er waren al voorbeelden, zoals een Amerikaanse militair die vrouw werd en het omgekeerde viel dus ook voor. Zij blijven uiteraard mensen en toch hebben anderen, de buitenwacht er vragen bij, maar die werden deze keer opzij gezet, want het was een moedige daad, zegde men. Dat conservatieven van een studentenvereniging moeite hadden met die aandacht, werd zelfs even zelf nieuws, terwijl het vanzelfsprekend een zaak was voor de persoon in kwestie en de wetgever identiteitsverandering en wijziging van geslacht aanvaardt en er de procedures voor bepaald heeft. Echter, zoals Ignaas Devisch vaststelt, zij die zwijgen, zullen wellicht niet van gedacht veranderen, menen dat het niet mag kunnen, dat ombouwen. Bo deed er overigens niet moeilijk over, er zou nog aan het kaaksbeen worden gesleuteld en andere onderdelen dienden ook nog meer aangepast te worden.

Medisch-technisch is er geen groot probleem, psychisch kan de onvrede met het eigen lichaam zwaar zijn, dus waarom zou men het niet aanvaarden dan wel er een grote gebeurtenis van maken? Ethisch wordt tegemoet gekomen aan de eis dat men onnodig leed uit de wereld zou helpen, maar toch, hoe zal de persoon psychisch reageren? Volgens de media was Bo heel blij en straalde ze, wat ik ook kon zien. Het zou een prestigemodel worden, een rolmodel voor andere personen die worstelen met hun geslacht. Dat is heel mooi, maar de media-aandacht hield ook in dat mensen die ermee worstelen, doch volkomen anoniem leven niet echt geholpen zijn, want zij kunnen nog altijd slachtoffer worden van subtiele en minder subtiele pesterijen.

De kostprijs voor de persoon in kwestie kwam, voor zover ik het volgde niet echt aan bod, waardoor de vraag ook niet aan bod kwam in welke mate de ziekteverzekering hierin tussen zou komen. Voor een persoon met een lange loopbaan in de media zal het wel haalbaar zijn, maar wat als de ziekteverzekering zou tussenkomen. Bij rokers wil men de tegemoetkomingen in geval van ziekte voorwaardelijk maken – wat tegen de grondslagen van de ziekteverzekering zelf ingaat, die voorwaardelijkheid – maar is hier sprake van medische noodzaak en urgentie? Men kan dan inderdaad het psychisch lijden in het geding brengen als argument.

Want uiteindelijk gaat het om psychische gezondheid, psychisch welbevinden waarbij gemoedsrust een groot ding is. Inzake het laten sleutelen via plastische chirurgie hoort men wel eens dat mensen die de boezem laten vergroten/verkleinen, de neus bijschaven en de lippen wat opblazen, hoort men wel eens dat mensen nooit volkomen gelukkig zijn met de resultaten, dat het perfect moet zijn, terwijl het best goed zit voor de buitenstaander. Ontevredenheid met het eigen lichaam of delen ervan, het is een oud zeer en ook daar kan de chirurgie en kan de endocrynologie heel wat helpen, maar als het psychisch lijden niet ophoudt in het geval van het gewone sleutelen zonder geslachtsverandering, zou dat dan wel lukken na geslachtsverandering? Maakt men zichzelf, maken begeleidende psychologen in zo een proces die mensen niet iets wijs? Wat is tevredenheid ons waard als de norm de perfectie is?

Het is goed ook zorg te dragen voor mensen die in grote onvrede met zichzelf en met een fundamentele aangelegenheid, met hun mannelijkheid/vrouwelijkheid worstelen. Men hoeft niet meer te zeggen dat “ons here het zo gewild heeft”, want er zijn mogelijkheden. Zowel Herman de Dijn als Ignaas Devisch stellen vragen bij de vaststelling dat men mag/moet toepassen wat men medisch in de vingers heeft. Inzake milieu, de veeteelt en biotechnologie erkent men wel grenzen, zoals het feit dat men vreest dat genetisch gemanipuleerde organismen schadelijk kunnen zijn voor het ecosysteem, terwijl men toch ook vaststellen moet dat bijvoorbeeld grote monoculturen ook schadelijk zijn, zoals de palmoliewinning in Indonesië, die de mensapen daar in hun overleven bedreigd. Toch lijkt het moeilijk de vraag naar palmolie in te perken omdat we dan in onze voedings- en andere gewoonten geraakt kunnen worden.

Wanneer iemand van geslacht verandert, met alle ingrepen die ervoor nodig zijn, wankelt de maatschappelijke orde gelukkig niet (meer) en niemand moet nog lijdzaam het eigen lot ondergaan, toch kan men er niet zo zeker van zijn of iedereen die ontwikkelingen kan volgen. We hebben weinig of geen reacties gezien van mensen die de Islam belijden, toch? Of zijn die mensen op dit vlak al helemaal geïntegreerd? En wat met de gemeenschappen van gelovigen, pinkstergemeenschappen, jehova’s en andere? Zeker de Jehova-getuigen kunnen die ingrepen niet aanvaarden, toch niet voor zichzelf. Bedenken we dat een lid van AfD zich afgelopen maanden tot de Islam heeft bekeerd omdat voor hem niet kon dat leden van zijn Evangelische kerk deel hadden genomen aan de gay pride en dat het homohuwelijk werd toegestaan, blijken van een in zijn ogen godsgruwelijke decadentie. Zelfbeschikking is aan deze mensen, zoals Ahmed Wagner, niet besteed, toch niet op alle terreinen van het leven en daar draait het in het verhaal van Bo van Spilbeek dus om, zelfbeschikking. Als mensen in zijn/haar omgeving die stap naar een andere genderidentiteit niet hadden aanvaard, had hij het niet gedaan, kon men hem horen zeggen en hij heeft het daarom jarenlang zelf niet voor mogelijk gehouden. We zijn wel autonoom en hebben het recht zelf ons welbevinden, geluk vorm te geven, maar we zijn ook wie we zijn wat de anderen in ons zien, van ons denken. Genderdisforie geldt als een psychische stoornis en men onderkent dus het medische probleem en weet dat er heel wat lijden, psychisch lijden uit kan voortkomen. Ook zal de relatie met anderen door deze diep invretende nood er niet op verbeteren, alsook het positieve zelfbeeld geen kans tot ontwikkeling krijgen. Er niet over spreken, heeft geen zin, want daarmee verdwijnt het niet. Er alleen objectiverend over spreken zal ook het begrip niet versterken en dus moet men inderdaad concrete mensen tonen en in gesprek gaan met hen, in de media.

Het zal voor ouders van een kind met genderdysforie even nadenken zijn als hun kind niet de jongen of het meisje is dat ze geboren hebben zien worden. De omgang met de wensen een ander te zijn, zal ook ouders wel eens grijs haar bezorgen, hun onvoorwaardelijke liefde in vraag stellen. Hoe kunnen zij steun vinden in de omgang met zo een kind? Maatschappelijk kan het tot ontkennings- en vermijdingsangsten lijden, dat zoonlief niet alleen naar ballet wil en dat zelfs in tutu… wanneer je als vader dacht aan een kleine voetballer met capaciteiten? In die zin zou men inderdaad wensen dat de samenleving zo ruimdenkend is als ze vorige week leek, maar het betrof hier een bv, een bekende verschijning op de buis. Nu kan men dus aan die vragen denken in termen van oplossingen die er zijn, wat voorheen niet zo evident was en de maatschappelijke aanvaarding is voldoende om er als ouder mee om te kunnen, mag men hopen. Hoe zal men met de school, de jeugdbeweging omgaan? Wie zal men inlichten en wat verwacht men dan als reactie? Het blijft een kwestie van gezond verstand, namelijk het kind ondersteunen en beschermen, tegen mogelijke afwijzingen.
Literair werd het thema van de geslachtsverandering door Virginia Woolf in de roman Orlando, waarin het verhaal van een adellijke page en jongeman die na een lange slaap, meerdere dagen als vrouw ontwaakt. Er zijn wel problemen, want plots is de ambassadeur een vrouw en dus moet ze vluchten… Toch stelt ze op een dag vast dat haar vrouwelijkheid voordelen geeft, die ze niet had als man. De reis door de tijd, van de wereld van Elisabeth I van England tot het post-victoriaanse Engeland van de jaren twintig, gaat over de bestaanswijzen die vrouwen voor zichzelf en hunne zusters in Eva vonden of opnieuw vorm gaven. Het was een lectuur die ik wel heb kunnen genieten, omdat de auteur inderdaad nogal satirisch met de literatuurgeschiedenis omspringt, waarbij ze in feite de les van Simone de Beauvoir in twijfel trekt, want Orlando, Orlanda, ontwaakt als vrouw en lijkt geen moeilijkheden te ondervinden met haar nieuwe gesteldheid. Het is dan ook literatuur, van een grote kundigheid en met veel dat onuitgesproken blijft toch aan de lezeressen en lezers duidelijk wordt. In het onthaal van de coming out van Bo van Spilbeek werd veel gesproken, maar niet alles maakte het nodige duidelijk; zonder dat daarom  het bijzondere expliciet, laat staan exhibitionistisch getoond wordt, kan de roman net daar wel het leven, nieuwe leven openbaren. We werden met dank aan de media wel in meerdere opzichten voyeur en dat is wellicht ook niet zo prettig. Zelfbeschikking realiseren is in de eerste plaats een persoonlijke aangelegenheid, maar men kan er niet onderuit dat de samenleving er ook mee te maken krijgt. Dat het onthaal voor andere transgenders even welwillend mag zijn, mogen we dan toch hopen.

Onze samenleving is dat tot veel verdraagzaamheid en aanvaarding bereid en in staat, zo blijkt, toch mag men niet onderschatten wat de ontwikkeling van nieuwe waardenschalen, waarbij welbevinden op ongewone wijze nagestreefd wordt, met dank aan medici, voor mensen in de samenleving een kwestie kan blijven. Een documentaire reeks over jonge transgenders laat zien dat het allemaal niet zo geheel vanzelfsprekend is en de levens van velen onder druk kan zetten, zelfs al weet men rationeel dat er geen problemen hoeven gemaakt te worden. Of genderdysforie, zoals de DSM V dat beschrijft als een stoornis moet gelden, zal dan ook weer ter discussie staan. Voor de een verstoort het de ‘normale’ ontwikkeling, voor anderen zijn het zomaar wat grillen. We kunnen niet peilen naar de beweegredenen, wroeten in het hoofd van de betrokkenen, terwijl men toch wel bedenken kan zo een besluitvormingsproces tijd vergt en vele afwegingen vergt, verlies kan meebrengen en ook wel ontgoochelingen. Hoe zal men dan omstaander, naaste daarmee omgaan. Ik kan dat niet zeggen, maar misschien denken, roepen mensen als Bo dat wel met Lady Orlando: “Praise God, I’m a woman!”



Bart Haers 

Reacties

Populaire posts