Nood breekt wet

Fortis
Nood breekt wet

Geert Noels stelde enige tijd geleden een centraal oorlogscomité voor om de economische crisis tegenwerk te bieden. Hij kreeg veel tegenwind en spot over zich, maar de toestand blijkt nog steeds zorgwekkend. De regering heeft op een gegeven ogenblik onmogelijke beslissingen genomen omtrent de toekomst van een bank. Ik denk en wens eenieder te overtuigen dat de regering de rechtbank wel moest laten weten hoe ernstig de zaak was. De kwestie van de schending van het principe van de scheiding der machten dient men af te wegen tegen de vraag wat er uiteindelijk ook mis gegaan is, weliswaar niet helemaal, maar toch, de laatste akkoorden kosten de samenleving meer dan wat was afgesproken. De vraag is dus: breekt nood wet? En secundo, was hier ook sprake van het breken van de wet. En tertio: waarom heeft open VLD zo hard geschreeuwd? Als de oppositie had gesproken, dan had een Kamerdebat een en ander opgelost, maar door dat principe in het geding te brengen, heeft de meerderheidspartij die VLD is de zaak een verkeerde dimensie gegeven.
We vrezen in gemoede dat nu de beïnvloeding door de regering van de rechterlijke macht op een onterechte manier in het publieke debat is gebracht, terwijl andere en meer doorslaggevende dossiers ten aanzien van onvermogende burgers niet ter discussie komen te staan. Als nood wet breekt, is dat niet omdat we niet gehecht zijn aan een autonome rechtspraak, alleszins autonoom ten aanzien van de machthebbers. Daar was het overigens ook een Voltaire om te doen, toen hij in een criminele zaak opkwam voor een familie, die door de ten onrechte veroordeling van een man aan lager wal dreigde te raken. Hij heeft overigens verschillende keren als advocaat opgetreden in wat we verloren zaken kunnen noemen. Uiteraard is er ook de grondige analyse van Montesquieu die in “l’Esprit des lois” het kader van een nieuw regime uittekende, waarbij hij er zorg voor droeg dat de macht niet te zeer geconcentreerd raakte in de handen van een kleine groep, die zowel rechter kon zijn als partij. Maar Montesquieu was, anders dan Rousseau niet zinnens de natuurlijke aard van de mens te veranderen maar instellingen zo op te bouwen, dat ze het algemeen belang ten dienste konden staan en waar nodig dat er geen kortsluiting kon ontstaan tussen machten, waardoor mensen een besef van onmacht tegenover de instellingen gaan ontwikkelen.
Het komt ons voor dat we vandaag opnieuw systematische onmacht van de burger over het eigen lot zien ontwikkelen, door een gebrek aan terughoudendheid van politici en van experten waarop de politieke overheid pleegt te steunen. Ouders mogen niet meer kiezen voor het onderwijs van hun kinderen, hun culturele ontwikkeling wordt in vraag gesteld en artistieke uitdrukkingsvormen zijn overgeleverd aan de markt. Arbeid is niet langer emanciperend, maar dient om het systeem op gang te houden, zowel ter linkerzijde als ter rechterzijde waardoor de betekenis van arbeid verdwijnt.
Nog een element in het debat over de Fortiszaak is het toenemende belang van kapitaalsopbouw en –accumulatie, niet enkel door de rijken, maar door een brede middenklasse. Het volkskapitalisme van de wet Cooreman-Declercq en het pensioensparen maken ons veel afhankelijker van de financiële resultaten van bedrijven, terwijl het produceren van hoogwaardige goederen, zelfs op kleine schaal totaal onmogelijk wordt. De Ikea-wet laat in onze steden duizend kankers groeien, die verbonden zijn met de grote distributeurs Delhaize en andere, terwijl de warme bakker, de delicatessenzaken op de schop genomen worden. Het financieel kapitalisme, waarover Chris Vandenbroecke als historicus en demograaf nagedacht heeft en er vooral vraagtekens bij geplaatst, bereikte de afgelopen jaren een paroxisme, terwijl ondernemerschap in een kwalijke geur bleef staan. Men heeft onvoldoende begrepen dat het economische systeem zoals het de laatste decennia is geëvolueerd naar een benadering van kostenminimalisatie en winstmaximalisatie waarbij de fierheid van het “maken” en “ervaren” uit het oog verloren is geraakt. Dit is geen Vlaams of Europees fenomeen, maar een internationaal gegeven, waarbij de monocultuur van een economische rationaliteit elke andere benadering terzijde heeft geduwd. We menen dat de vrije markt belangrijk is, dat bedrijven een zekere schaalgrootte nodig hebben om optimaal te functioneren, maar we zullen elkaar ervan moeten overtuigen dat we in hetzelfde schuitje zitten en dat wie macht heeft daarmee zorgzaam dient om te springen. Ook de megabedrijven zullen zich aan normen moeten houden, maar zoals we weten, ligt dat niet voor de hand. Europa, de EU dus, zou op dit terrein de concurrentiewetgeving meer onder controle kunnen houden, zoals Karel van Miert betracht heeft. Want uiteindelijk zien we dat vakbondsleiders en andere wel fulmineren tegen graaiende managers, maar het cultiveren van het slachtofferschap van de werknemers zal er niet een job om redden. En ook die vakbonden zitten uiteindelijk in het financiële systeem. Het resultaat is een vrij onbegrijpelijk discours, dat het liefst vage principes als structurele solidariteit huldigt, maar al net zo min als andere instituties bij machte is de ontwikkelingen tegen te houden.
Het is in dit kader dat de graaizucht en de groeidwang Fortis doen wankelen heeft, zoals het hele banksysteem overigens. De regering heeft hier met grote haast een oplossing moeten verzinnen die vervolgens door de aandeelhouders aangevochten is geworden. We blijven met de vraag zitten of die aandeelhouders terecht de regering hebben gedaagd. Banken werden genationaliseerd en kregen staatssteun, maar niemand lijkt bereid in te zien dat het kwaad voordien was geschied. Merken we ook op dat nogal wat vzw’s en andere instellingen via beleggingen in deze instellingen een grote reserve konden opbouwen en zo in zachte sectoren heel wat personeel aan het werk konden zetten. Het omvallen van de bank heeft dus sowieso problemen gegenereerd voor het staatshuishouden en voor de samenleving.
De crux van de zaak is en blijft dat de regering een deal had met de Franse bank BNP-Paribas, nadat de Benelux-oplossing was gekelderd door Wouter Bos. Maar goed, de staat kreeg van de aandeelhouders te horen dat zij zelf die verkoop hadden moeten kunnen sanctioneren. Daarop is een vaudeville op gang gekomen,waar we nog steeds niet goed van zijn. Want uiteindelijk werd de zaak een regering fataal, maar vooral lijkt het erop dat de overheid en dus de regering zomaar wat met losse pols aan het werk is geweest. De betrouwbaarheid en het gedeelde lot werd hierdoor doorbroken en dat, menen we, roept minstens zo ernstige vragen op.
Men zegt nu dat de Fortiscommissie de antipolitiek heeft gediend. Ons komt het voor dat dit vooraf duidelijk was, omdat de meerderheid niet anders kon dan een en ander af te schermen om het staatsbestel niet geheel in elkaar te zien storten. Hier moeten we zowel SP-a als VLD met de vinger wijzen, omdat zij die vaudeville niet heeft willen stoppen, niet in naam van een steriele waarheid, maar om het bonum commune te dienen. De waarheid zou steriel geweest zijn, omdat het doel van de regering, de deal doorgang te laten gaan maatschappelijk te belangrijk was en niemand het alternatief, een staatsbank met een financieel passief waar de staat zich maar moeilijk garant voor kon stellen, zonder de bevolking mee te sleuren.
Hechten we dan niet aan de scheiding der machten? Uiteraard wel, maar principes, zelfs de heiligste moeten omwille van het goede soms terzijde geschoven worden. Dat er dan een tragische situatie ontstaat waarin degene die de moeilijke beslissing nam, zich moet verantwoorden en het lot van elke moedige verantwoordelijke moet ondergaan, ligt in de lijn der verwachtingen. Vergelijk het met generaal De Gaulle, die in mei naar London vlucht en daar zijn beroemde toespraak houdt over “vive la France Libre”. Vanuit elk perspectief bekeken is dat insubordinatie vanwege een generaal, noem het muiterij, tegenover de instellingen van het land en de grondwet waaraan hij trouw heeft gezworen. We moeten ons dan ook afvragen wat er in de decemberdagen mis kon gaan. Wie heeft de situatie geschapen waardoor de verhouding tussen rechterlijke macht en politiek plots zo drastisch principieel werd benaderd, dat er nu een besef is gegroeid dat de actoren niet meer weten wat hun positie is.
In het grotere kader zien we dat het met de rechtszekerheid niet zo goed gaat als men soms beweert. Het principiële toepassen van het non-discriminatie-beginsel lijkt alle andere consideraties te overwoekeren, waardoor wel eens mensen die andere middelen om hun zaak of belang te laten gelden, met dit principe uit de voeten kunnen. Het gevolg is wel dat mensen zich dan wel machteloos voelen. Het is dus van belang dat we opnieuw, als Montesquieu gaan nadenken over de geest der wetten en moeten nagaan hoe het evenwicht tussen overheid en burgers hersteld wordt. Belangrijk is dat de overheid er rekening mee houdt dat mensen zijn zoals ze zijn, dat ze zowel goede, positieve impulsen en benaderingen hebben, maar ook al eens verleid worden tot andere zaken. Maar ja, de wereld gaat aan deugd ten onder. Het is op deze heikele balans dat we moeten reflecteren. En dus diende de Fortiscommissie tijdig opgeschort te worden, omdat de verantwoordelijken geen behoorlijke uitleg konden geven, de heren Reynders, Henin en wellicht ook nog een paar advocaten. En ook nog dit: Had Wouter Bos niet zo bruut de ABN-AMRO willen heroveren, dan was wellicht een stevige Benelux-bank ontstaan, die in Europa een behoorlijk gewicht had gehad, maar ook en vooral was er niet weer een grote speler naar Frankrijk verhuist. Maar ja, in dit land was dat onvermijdelijk en dus, allicht, waren Bos en Reynders hierin dief en handlanger.

Bart Haers
zaterdag 21 maart 2009

Reacties

Populaire posts