Generaal weigert dienst onder Hitler: Kurt von Hammerstein




Reflectie



De keuzes van een man
Kurt Hammerstein-Equord versus Hitler



Hans Magnus Enzensberger. De eigenzinnigheid van Hammerstein. Over de weigering van de hoogste Duitse militair voor Hitler te capituleren. uitgeverij Cossee 2008. Vertaler: Olaf Brenninkmeijer. 304 pp 27,99 €


Het rondneuzen in een bibliotheek levert wel eens boeiende (re-)trouvailles op, zoals de bijzondere biografie die Hans Magnus Enzensberger wijdde aan een bijzondere vertegenwoordiger van de Pruisische militaire kaste, een man die weigerde met Adolf Hitler samen te werken maar ook weigerde domme avonturen aan te gaan, zoals een militaire putsch. Enzensberger leidt ons niet zomaar door archieven, maar slaagt erin door imaginaire vraaggesprekken een beeld van de man, zijn magen en vrienden, maar ook de vijanden en zijn tijd op te hangen.

Er spelen in het leven van een mens wel eens bijzondere omstandigheden mee, niet altijd stroomopwaarts bij de voorzaten, vaak uiteraard in het eigen leven, maar ook stroomafwaarts, bij de kinderen, die een leven mee bepalen. Maar vooral zijn het de momenten dat men levensbepalende keuzes te maken heeft. Is men eenmaal generaal, chef van de reichswehr, dan moet men niet enkel voor zichzelf beslissen, maar voor het wel en wee van dat (kleine) leger en voor een heel land. Het verhaal van de Junker, die in 1878 geboren werd was voorbestemd om een carrière-officier te worden, volgde dus de gewone opleiding van officieren in de knop. Tijdens zijn opleiding knoopte hij vriendschapsbanden aan met de latere minister van Landsverdediging von Schleicher, die probeerde Hindenburg te overtuigen Hitler niet te benoemen tot kanselier. Het leger is altijd nauw verbonden met de hoogste echelons van de staatsmacht, gewoon omdat de beleidsopties voor militaire aangelegenheden altijd door de hoogste instanties gesanctioneerd worden. Wie toegang heeft tot de kringen van de stafchef en chefs van staven, komt dus vanzelf in het zwaartekrachtveld van de regering en de ermee verbonden elite.

Een militair met hoge rang staat dan ook ten dienste van het systeem, de militaire organisatie en tegelijk is hij loyauteit verschuldigd aan de regering of de vorst. Dat laatste is al sinds de oudheid een heikele kwestie, want het kon gebeuren dat Themistocles nadat hij door de Atheners met een ostracisme was bedacht naar Perzië trok en daar zijn diensten aanbood. Hij werd goed ontvangen door koning Artaxerxes, kon goed leven en bleek dus niet echt loyaal aan Athene, maar met zijn verdienste – de bouw van een vloot en de versterking van Athene, kan men niet spotten, de overwinning op de Perzen evenmin. Loyauteit is iets kostbaars, maar wie moet die koesteren?

Het doet denken aan het conflict tussen Jago en Othello, waarbij Othello loyaal blijft aan zijn werkgever, Venetië en zijn echtgenote. Jago zaait het verwoestende zaad van de twijfel, achterdocht en jaloezie met gepaste doses, tot de bom barst en Othello denkt wel te moeten toegeven verraden te zijn. Hoewel succesvol was Othello een vreemdeling en speelden andere loyauteiten op. Het is dan ook de grond voor een gesprek van Hans Magnus Enzensberger met leden van de kring van Kurt Hammerstein- Equord, want weinig of niets laat veronderstellen dat zo iemand zijn kaste en zijn “land”, enfin, de leider ontrouw zou worden. Naar eigen inzicht was hij evenwel een van de weinig die trouw bleven aan het vaderland, maar hij zag in dat hij niet tegen de massa in kon gaan die blijk gaf van trouw aan de nieuwe leider.

Enzensberger moet ons heel wat bijbrengen om ons enigszins vertrouwd te maken met de figuur van Hammerstein, want anders komen we nergens. Zo is er de organisatie van het Duitse leger onder Weimar, dat als gevolg van het verdrag van Versailles gereduceerd is tot 100.000 man, terwijl Frankrijk er miljoenen dacht te kunnen inzetten, maar worstelde met een demografisch tekort en een niet te temperen zucht naar weerwraak. Duitsland, al voor 1933 zocht om de beperkingen van Versailles in alle heimelijkheid te omzeilen en daar voeren Rusland én Duitsland wel bij, onder meer omdat de Russen, de Sovjets heel wat nieuwe technologie meekregen. Omgekeerd dreef Duitsland ook handel, al blijft dat altijd weer een heimelijk gebeuren. Het ontwikkelen van nieuwe vliegtuigen voor de oorlog begon in Rusland en ook de tanks werden getest in een oefenterrein buiten de grenzen. Wisten de Fransen dan niet wat er gaande was?

Het moet gevraagd worden en de auteur zoekt er ook naar, de vorm van loyauteit die Kurt von Hammerstein koesterde voor Duitsland en wat hij meende te kunnen doen. Von Hammerstein was een van de eerder zeldzame topofficieren die de Republiek Duitsland alle kansen wilde geven. Met zijn kompanen behoorde hij tot een groep militairen die het falen van de Duitse generaals, Hindenburg en Ludendorff had gezien, wel wetende dat andere factoren, zoals een tekort aan grondstoffen, voeding en arbeidskracht de militaire inspanningen in het gedrang brachten aan het einde van WO I. De politiek van Ludendorff als legerleider was in militair opzicht van hoog niveau, maar niemand kon aan het eind nog een oplossing bedenken, zeker na het mislukte voorjaarsoffensief in 1918. Het is van belang te begrijpen – zonder dat ook Hans Magnus Enzensberger er bronnen voor heeft – hoe in de kringen van militaire bollebozen de schrik toenam dat Duitsland zich niet zou kunnen verdedigen en dat heeft onder anderen Hammerstein, die generaal-majoor was en later chef van staven goed begrepen, waarbij het opzet van die groep legerleiders zich erop toespitste aangepast wapentuig te ontwikkelen, om het land te kunnen verdedigen, waarbij de grenzen van wat toegelaten was door Versailles opgerekt werden en pro forma onderhouden. Met Rusland en de chefs daar had Hammerstein regelmatig contact, zonder te vergeten dat dit best niet bij de geheime diensten in Londen en Parijs bekend raakte.

Wie zou men minder van spionage voor de Russen verdenken dan de dochters Hammerstein? Toch bleek vooral Helga, de derde dochter in de rij zeer bereid zich in te zetten voor de communistische partij. Waar die belangstelling vandaan komt, blijkt niet duidelijk, de inzet is niet geringer. Eerst waren de meisjes aangesloten bij de Wandervogel, die zich met trektochten, kampvuur en liederen inlieten, maar geleidelijk werd het wat te vrijblijvend.  Men heeft wel eens romantische beelden opgehangen van die geheime communistische organisaties, die zich inlieten met spionage ten behoeve van de Sovjet-Unie, officieel voor Komintern, waar de KPD, via het M-apparaat,  het communistische organisme dat overal voet aan de grond wil krijgen wel zeer sterk was, maar het onderlinge wantrouwen versterkte. Doorheen het boek zien we dus naast de état-major van de Reichswehr ook de état-major van de Duitse KPD opduiken, waarin namen opduiken die na WO II in de DDR de plak zouden zwaaien, onder wie Walter Ulbricht en anderen, die eerder op de achtergrond zorgden voor de agitprop, agitatie en propaganda, want op dat terrein vonden KPD en NSDAP elkaar aardig. Wantrouwen onder leidinggevende figuren en vooral onder de (stille) werkers, zoals Hess, de man van Helga. Er bestond een spionagedienst die de eigen personeelsleden onderzocht. Tijdens de Zuiveringen in Moskou op bevel van Stalin vielen ook leden van de KPD-organisatie, Kippenberger en Hess – waarbij iedereen onder pseudoniem handelde - in ongenade en stierven.

Het komt mij vreemd voor dat er een boek over een nu vergeten generaal nodig is, om die netwerken op de voorgrond te zien treden. Nu kende Hammerstein, als gezegd, Rusland en had hij nauwe contacten met topfiguren. Hij werd later door anderen vervangen, toen hijzelf uit de gratie raakte en teruggezet werd in graad, voor hij ontslag nam en weigerde met Hitler samen te werken. Voor een militair was en is dat een grote stap, want uiteindelijk moet een generaal het land dienen, maar Hammerstein wilde niet de plannen van Hitler onderschrijven, laat staan vormgeven. Toch ging hij niet echt in het verzet, maar bleef hij koppig aanwezig op de achtergrond, tot hij in april 1943 stierf, na de val van Stalingrad dus. Hij leed aan kanker en had een gezwel in de hals. Die generaal was zich ook bewust van de massamoorden in het Oosten, de genocide op de joodse medemensen uit Oost- en West-Europa. Waren de protocollen van de Wannsee-Konferenz uit 1942 geheim, dan was er toch iemand als Hans Scholl die tijdens zijn periode aan het front bij Stalingrad als arts in opleiding die ook vernam van wat soldaten en officieren hadden gezien en soms gedaan. Maar Hammerstein had begrepen dat veel mensen er vooralsnog geen graten in zagen, al begrepen ze wel dat er van alles gaande was, waar ze in beginsel niet over nadachten, terwijl Hammerstein begreep dat daar het kalf gebonden lag: mensen juichten mee met Hitler, dachten mee met de leider, maar dachten niet na over wat ze teweeg zouden brengen.

Officieren zijn er in vieren, lui, vlijtig, dom en slim, meestal gepaard, lui en dom zijn de meesten in het leger, geschikt voor routineklussen, lui en slim, dat zijn de besten, want ze weten hun ijver tot het noodzakelijke in te perken. Slim en vlijtig? Past in de generale staf, want geschikt om moeilijke kwesties met bekwame spoed op te lossen. Vlijtig en dom, zeer gevaarlijk, want zij kunnen veel schade aanrichten door gebrek aan doorzicht of nadenken.

Zo ongeveer klonk het maxime van Kurt von Hammerstein, aan wie men graag verweet dat hij lui was, maar die zeer geconcentreerd kon werken aan de grond van de zaak, een aantal elkaar tegensprekende berichten over de frontbewegingen en hoe die te rijmen. Slim, maar niet altijd bereid actie te ondernemen, omdat hij er het nut of de relevantie niet van inzag. Zo zag hij ook geen goed in een mogelijke militaire staatsgreep, net omdat Hitler zich wist te plebisciteren, waardoor elke putsch tegen de volkswil zou ingaan – wat dat ook betekende – en nieuw geweld veroorzaken. Hans Magnus Enzensberger geeft daarmee een aanzet voor een beter begrip van de mentale omstandigheden bij de generaal en bij de bevolking. De man die graag ging jagen, wist blijkbaar goed dat een putsch het probleem van het nazisme niet zou uitschakelen. Of hij het reilen en zeilen van zijn dochters kon velen, moet blijken uit zijn bewust stilzwijgen daarover, want als lid van de militaire elite, wist hij voldoende wat er aan de hand was. Zijn aangeboden ontslag heeft Hitler lang beziggehouden, maar maakte hem bijna sacrosanct, al kon hij naar hij besefte niets veranderen aan de situatie.

De waarde van deze vaststellingen van Hans Magnus Enzensberger zetten mij alvast aan het denken: het geloof in de Republiek was Hammerstein, anders dan vele andere hoge militairen niet vreemd, maar hij kon de pogingen om Hindenburg af te brengen van een benoeming alleen maar ondernemen, al bleek deze vergeefs. Men kan zeggen dat enkele hoofdfiguren zoals Franz von Papen, die tegen von Schleicher ging konkelen bewust Hitler aan de macht bracht, al hoopte von Papen dat hij Hitler wel onder de duim zou houden, iets waar Hammerstein het zijne van dacht.

Het feit dat zijn zonen min of meer betrokken waren bij de mislukte aanslag op 20 juli 1944, had hem wellicht verrast, maar of hij het had tegengehouden, valt te bezien. Uit dit bijzondere werk dat de informatie op verschillende manieren brengt, onder meer middels postume gesprekken en interviews, laat ons toe te zien dat we niet vanzelfsprekend doordringen tot de man. Het moet gezegd dat hier meerdere sporen elkaar kruisen, want met het “Meines Vaters Land” van Wibke Bruhns, waar verschillende figuren ook meegingen met Claus Schenk von Stauffenberg en het met hun leven bekochten, kan men de houding van deze en gene over het nazisme tegen elkaar afwegen, want de Klamroths gingen wel mee in het avontuur van de dictatuur. Vergeten we niet dat op dat moment, juli 1944 dus, al meerdere pogingen ondernomen waren, ook door leden van de Wehrmacht om de Führer af te schieten of anderszins om het leven te brengen, net wat Hammerstein maar nuttig achtig als het volk murw was van de oorlog en de ontberingen en het vertrouwen opzegde in de Leider. Hammerstein staat veraf van de schrijver en doodsverachter Ernst Jünger, die met “Oorlogsroes” of ‘In Stahlgewittern”, zo lijkt het maar ook Jünger bleef ondanks aandringen van het regime afzijdig.

Er zijn boeken, denk ik, die voor zichzelf spreken en toch niet meer aandacht krijgen in de media, terwijl ze op een zeer indringende wijze een aspect van de bekende geschiedenis behandelen, dat over het hoofd wordt gezien, wegens te onbeduidend, anekdotisch. De generaal die ontslag neemt nadat Hitler in zijn ambtswoning een rede heeft gehouden over zijn plannen, een rede die behoorlijk afwijkt van wat Hitler voor het publiek bracht, bleek manmoedig genoeg om zich in de marge te begeven. Dat zijn dochters op de een of andere manier betrokken waren bij het doorspelen van de geheime rede aan het M-apparaat, de Komintern dus. Maar waarom de Nazi’s het uitlekken van de rede niet zagen zitten, was natuurlijk dat nu wel duidelijk werd dat Hitler helemaal geen vredelievende bedoelingen koesterde. Nemen we in rekening dat sinds 1921 al was samengewerkt met Moskou, met allerlei steunpunten voor legeronderdelen, met in bijkomende orde de opleiding van Russische militairen en dat die samenwerking in 1933 werd opgegeven toen Hammerstein zijn functie als generaal-overste neerlegde, zal ook wel met andere factoren te maken hebben gehad, want onder meer de geheimhouding kon niet meer gehandhaafd worden. Voor Hitler hoefde dat ook niet, al heeft men altijd gemeld dat hij pas in 1936 de verplichtingen van Versailles opzijschoof, al waren er in Rapallo (1922), een verdrag tussen Duitsland en Sovjet-Unie – waarin de geheime annex de militaire samenwerking werd beloofd en waaraan ook Hammerstein het zijne bijdroeg - en later werden door toedoen van VSA al verzachtingen doorgevoerd.

Het doel van Hammerstein komt in deze bijzondere biografische collage niet echt aan de orde, omdat Hans Magnus Enzensberger net wil aantonen hoezeer Hammerstein, getekend als hij is door zijn afkomst, zijn plaats in de militaire hiërarchie, zijn huwelijk met Maria von Lüttwitz en dus de vermaagschapping met een belangrijke militaire familie had hem tot volgzaamheid en loyauteit kunnen brengen, maar net zijn weigering zomaar in de gebaande paden mee te stappen en zijn inzicht in de tijd maakten dat hij de belangrijkste keuze dus wel maakte, weigeren te dienen onder de Nazi’s. De rede van Hitler in zijn ambtswoning in de Bendlerstrasse, het Bendlerblock, waar de familie tijdens de ambtsperiode van Kurt von Hammerstein leefde, zorgde voor een besluit bij de generaal-kolonel, wat zijn familie ook wel trof, want de familie bezat geen familielandgoed. Toch konden ze goed terecht en bleef de generaal graag jagen. Vele Wehrmachtofficieren uit dezelfde groep als Hammerstein waren wel bereid met de Nazi’s mee te werken, tot in 1944. Vele van die hoge officieren werden vooral na het eerste proces van Nürnberg berecht, een aantal van de deelnemers van de aanslag werden door Konrad Adenauer aangezocht om tijdens de Koude Oorlog een nieuw West-Duits leger op te bouwen. Voor de goede orde, Konrad Adenauer, kanselier van 1949 tot 1963, was al in 1933 persona non grata, zowel voor de nazi’s in het Rijnland als in Berlijn. Het optreden van Hammerstein was van een andere orde, maar Keulen was geen boerenmarkt, wel een van de grootste steden van Duitsland en Adenauer was lid van het Pruisische parlement, de Landdag, en was hoe dan ook sinds de hongerwinter van 1917 bekend voor zijn onverdroten aandacht voor de voedselvoorziening.

Er zijn meer figuren dan de generaal of Adenauer die het aandurfden de NSDAP te weerstaan en Hitler met hun naam en prestige steun en aanzien te geven. Dat Hitler nog in volle oorlog moeite had de houding van Kurt von Hammerstein te aanvaarden, geeft aan hoezeer een weigering zijn doel kan bereiken, zonder de geschiedenis van koers te veranderen op het oog. De generaals die meeliepen werden na de oorlog vervolgd voor hun wandaden tegen de mensheid. Dan is een goede generaal geen verschoning, wel een bron van hoop dat het anders kan.



Bart Haers






Reacties

Populaire posts