De planeten die we zien in een planetarium gebracht

 


Recensie

 

 

Eise Eisinga

Machineman

 


Sandra Langereis, Machineman, De tijden van Eise Eisinga. Uitgeverij De Bezige Bij 2024. 368 pp. 34,99 Hard Cover.


De achttiende eeuw, de eeuw van de Verlichting, bracht heel wat nieuwe inzichten, maar daarmee zeggen we niets, zelfs niets nieuws. Belangrijker is wat men aandroeg en hoe men daartoe kwam. Het planetarium van Franeker, nu opgenomen in de lijst van de Unesco van werelderfgoed, kwam er niet zomaar omdat het dateert uit 1781, nadat Eise Eisinga er gedurende 7 jaren aan gewerkt had. Toen kende men slechts 6 planeten, Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter en Saturnus. Voor de in 1781 ontdekte planeet Uranus was er in het planetarium van Eisinga geen plaats meer. Letterlijk niet want te laat in beeld gekomen, maar ook anderszins, omdat als Eise de schaal handhaafde dan zou het planetarium veel te groot worden voor de ruimte, de zoldering in zijn huis, want Uranus staat 2 maal zover van de zon als de zesde planeet, 2.870.972.200 km terwijl Saturnus 1.426.725.400 km van de zon verwijderd rondjes draait. Voor Eise was het onmogelijk geweest het planetaire systeem overzichtelijk te presenteren en uiteraard zal hij bedacht dat zijn zoldering niet groot genoeg was om Uranus op dezelfde schaal als de andere planeten aan te brengen. En hoe zou het gesteld zijn met de grote tandwielen die zoveel verder moeten reiken. 3 meter is al aardig, waar zou men groter vinden  of kunnen bewerken? Alles heeft te maken met de schaal en de precisie die de maker wilde bereiken, optimaal maar toch met een paar kleine aanpassingen voor de indicaties van de binnenplaneten.

 

Sandra Langereis brengt leven en werk en de innige samenhang met de familie van Eise Eisinga inderdaad misschien breedvoerig bij de lezer, maar wie kent iets van de geschiedenis van Friesland en vooral van de dynamiek van deze regio, die in de 18de eeuw onvermoed welvarend bleek? Een hoge graad van scholing gaf daar uiting van, zeker voor de basisschool, maar op de een of andere manier konden meer jongeren bijscholing volgen, om bijvoorbeeld het dure en lastig te behalen attest van landmeter te halen. Merkwaardig voor deze tijd is het belang dat men hecht in het leren van de tafels van vermenigvuldiging waarbij men verhoudingen tussen getallen leerde zien en zo dus ook sneller de regel van 3 kon toepassen. Nu zou men wat treiterig dan wel afgunstig kunnen denken, dat die mensen nu eenmaal nog een echte sterrenhemel zagen, elke keer als de wolken verdreven waren, maar om zich bezig te gaan houden, zoals Eise Eisinga met de zons- en maansverduisteringen, waardoor hij uiteindelijk de relatie tussen de aarde, de zon en de maan te begrijpen was ook wellicht ook een uitzondering, maar toch, de Verlichte mens zocht inzichten in de duisternis van de nacht.

 

Nadat een dominee en boekje schrijft over de conjunctie van Mars, Venus, Mercurius en zelfs de maan dicht bij elkaar zouden staan, een conjunctie opgemerkt en voorspeld in 1774, vrezend dat de aarde uit haar koers zou geslingerd worden en in de zon zou verdwijnen. Eise Eisinga – die naam neemt hij pas later aan – vindt die bedenking onzin, gevaarljk ook want ze zaait paniek. Of Eise daarom zijn planetarium is beginnen bouwen, toen zijn fabriek goed draaide en hij zijn kennis van wiskunde en natuurkunde goed in de vingers had, daartoe kan Langereis niet eenduidig besluiten. Het feit is dat dit wondere hemelbeeld er is, gebouwd door een combinatie van wiskundige kennis en meesterschap in houtbewerking, waar Jelte voor instond. Had Eise al met de galjoot, in een kleinere versie, door Jeltes gebouwd, gevaren, tot in Leeuwarden toe, dan had Jeltes ook een klavecimbel gebouwd en een huisorgel, dat ook al even ingenieus gebouwd.  Om dat alles te realiseren was er rekenkracht nodig, die Eise leverde, omdat hij bij een wiskundige les had gekregen van Willem Wytze in reken- en Euclidische meetkunde, Algebra en daarna komen drie jaar astronomie en de wetten van Newton. Maar ook Willem Wytze had zelf geen wiskunde aan de universiteit kunnen studeren. Wel hebben we van de hand van Eise nog een aantal geschriften over rekenkunde, meetkunde en ook over astronomie. Nauwkeurig leerde hij wat hij leerde en verwerkte door het adstructief mee te geven. 1200 nagenoeg.

 

Sandra Langereis legt uit dat de sajetproductie blijkbaar, ondanks het gesloten karakter van het ambacht van Wolkammer er voor nieuwkomers toch toegangsmogelijkheden waren om zich via een dubbele leertijd in te werken in de vele handelingen, waar de sajetfabricatie op berust, van twijnen tot verven. Nog in 1820 zou Eise in Gent een bronzen erepenning krijgen voor zijn producten. Op dat moment, schrijft Langereis, verkeert de sajetindustrie in grote nood in Franeker en de andere steden van Friesland en houdt de wolkammernijverheid stilaan op te bestaan. In de plaats kwam het katoen, dat uit de Amerika kwam en snel, dankzij de nieuwe machines zoveel snellere productie mogelijk maakte. Gent was toen het centrum van de katoenproductie.

 

In het Friesland van de achttiende eeuw is de macht van de grietmannen, die geleidelijk aan alle posten voor zichzelf en hun families zijn gaan reserveren en bewaken dat er geen nieuwkomers zouden komen. De stedelijke elite in Leeuwarden en Kampen behoren eerder tot de regentenstand, maar tijdens de patriottenstrijd zullen deze groepen de zijde van de prins van Oranje kiezen. Zoals ook uit het boek van Luc Panhuysen: de burgerbaron: Joan Derk van der Kapelle aan het licht kwam, voor Overijssel dan toch, speelde het verlies van aanzien van de republiek een grote rol, wat ook in Friesland aan de orde zou moeten zijn, maar die regio kende een grote welvaart tijdens de achttiende eeuw en een hoge mate van scholing, ook al bleef de universiteit, zoals die van Franeker niet toegankelijk voor de jonge Eise, maar het belette hem niet zich met rekenkunde in te laten.

 

De strijd van de Patriotten tegen de prins loopt op een nederlaag uit, omdat de prins, Willem V, bedacht met de titel van erfprins van Oranje, zodat de gewesten niet meer een andere stadhouder en Kapitein-generaal kunnen kiezen op de welwillende steun van de koning van Pruisen kon rekenen. Maar de prins kreeg ook het voorrecht de bestuurders van de steden en van militaire kampementen aan te stellen. Tegelijk blijkt het landleger helemaal vol gestoken met postjesjagers en alles heeft verpatst aan de preceptor van de prins, de dikke hertog, Lodewijk Ernst van Brunswijk-Wolfenbüttel, zodat er meer officieren leken rond te lopen dan effectief inzetbare soldaten, een zogenaamd Mexicaans leger dus.

 

Planetarium Eise Eisinga in huis de Ooievaar, gebouwd tussen
1774 en 1781 met de hulp van zijn vader. Wonderlijk dat dit 
werkstuk kon overleven

Eise Eisinga zal nadat zijn vader Jelte al als Kerkenraad had gezeteld in  Dronrijp, betrokken worden bij het stadsbestuur van Franeker en wordt belast met het innen van belastingen op kolen en turf, maar ook bestuurder van het armenhuis, waarvoor hij probeert de regels te veranderen, zodat mensen niet in de armoede blijven steken maar er bovenop geraken. Hoewel zijn aanpak volgens Sandra Langereis succesvol bleek, zou die niet echt navolging kennen, maar hij zou wel actief blijven in het bestuur van Franeker. Echter zou  de Bataafse Republiek niet overleven en Napoleon schafte die hervormingen af, omdat hij denkt meer te moet te steunen op de oude regentenfamilies, liever dan de dynamische patriotten, zoals precies Eise. Eise wordt de betaalmeester van de patriottische milities in Friesland met Franeker als organisatorisch centrum. In de loop van de 18de eeuw waren leden van de middenklasse steeds opvallender de drijvende krachten in economische ontwikkelingen, maar zij hadden ook meer afstand genomen van de dominees, die uitdrukkelijk tegen de patriotten van leer trokken en de zijde van de prins verkozen en toch, Jelte was lidmaat van het kerkbestuur. Simpel is het allemaal niet.

 

Het planetarium, dat Eise bouwde wist hij al in 1780 maar zeker na 1784 bekendheid te geven via de toen bestaande media. Prof. Jean Henri van Swinden bezoekt als een van de eersten het planetarium en kan niet anders dan de lof zingen van dat instrument, omdat het zo nauwkeurig is gebouwd en zo correct weer weet te geven hoe  de planeten zich ten opzichte van de zon en van elkaar bewegen, wat zelfs na de stichting van het koninkrijk der Nederlanden, met Willem I als koning de aandacht van die koning weet te trekken. Eise wil het planetarium behouden weten na zijn dood, die pas komt als hij 84 is, maar zijn oudste zoon, Jelte overleeft de gevaren van het leven niet en sterft met 35. Zijn jongere broer die lang een stroeve verhouding had met zijn vader  zou het uiteindelijk 1858 volhouden het planetarium te onderhouden volgens de handleiding die Eise had meegegeven. Zijn kinderen krijgen een uitgebreide gids en handleiding ter beschikking om het systeem te onderhouden en verklaring te geven van wat men ziet.

 

Deze man die Wolkammer werd en zeer goed leerde rekenen, werd ook politiek actief, maar moest zijn engagement in de patriottenstrijd bekopen met jaren verbanning en vervolgens na een misrekening - hij dacht in Groningen een nieuwe manufactuur voor het wolkammen te kunnen opbouwen, maar er was de verbanning die hij schond -  met een    lange gevangenisstraf. Maar vanaf 1795 kon hij in de Bataafse Republiek in Friesland als verkozene optreden en uiteindelijk ook in den Haag, tot Napoleon, die de oude elite van regenten terug in het zadel hielp, de Bataafse Republiek uiteen ranselde. Intussen bleken de nieuwe bestuurders het niet zo slecht te doen. Maar ja, Napoleon en Willem I hadden liever betrouwbare querulanten dan goede bestuurders. De inbreng van Eise Eisinga in het bestuur van Franeker, vooral inzake sociaal beleid blijkt de aandacht te hebben getrokken van hogere machten, maar toch bleef men vooral aandacht hebben voor het planetarium.

 

Kan men tot slot uit deze biografie van de hand van Sandra Langereis een breder inzicht in de geschiedenis verwerven? Feit is dat Langereis bijzondere aandacht besteedt aan kwesties als de inzet van de patriottentijd, de aperte welvaart van Friesland en wijze waarop men de eerste verkiezingen in 1795 wist te organiseren. Het zijn gebeurtenissen die achteraf onbelangrijk zijn, omdat de grondwet van Willem wijzer, Willem I verder is gegaan op de voorkeuren van Napoleon. Kiesrecht? Alleen voor de allerrijksten. Na 1830 werd het kiespubliek nog altijd zeer selectief bepaald, waarna Johan Rudolf Thorbecke nog altijd zwoer bij een zeer selectieve kieswetgeving, maar hij liet Aletta Jacobs wel toe zich aan de universiteit in te schrijven, waarna de rectoren vrouwen weer gezwind uitsloten. In de familie van Jelte en Eise waren vrouwen betrokken bij het wel en wee van de sajetfabriek en tot zijn achterkleindochter bleven ook vrouwelijke familieleden betrokken bij het onderhoud van de machine en bij het geven van toelichtingen over opzet en werking. Tot 1917 bleven vrouwen verstoken van stemrecht en in België duurde het tot 1946, de facto 1948 voor vrouwen stemrecht kregen.

 

De rijksoverheid noch de stad Franeker waren scheutig om het complexe apparaat, het onderhoud ervan te financieren. Dat de Unesco het nog kon uitroepen tot werelderfgoed, omwille van het unieke karakter ervan, bewijst dat er altijd mensen waren die het belang ervan hoog inschatten en dat ondanks de karige subsidies bij leven van de nazaten Eisinga, kon het ingenieuze systeem de eeuwen overleven. Het brengt houtbewerking en uitgebreide natuurkundige inzichten, zoals die door Newton en Leibniz werd aangedragen. Toch had Eise geen universiteit kunnen lopen, want die was beperkt tot wie van de Latijnse school kwam. Daarom is het werk van Langereis zo belangrijk, omdat het verhaal van het planetarium en de maker ervan tekenend waren voor de tijd, waarin het zich afspeelde maar ook omdat zo een landstreek wel degelijk, hoewel niet bezaaid met grote steden, welvaart kon verzamelen en vernieuwend aan de slag gaan in de landbouw en de wolbewerking. Daarom wilde Eise Eisinga met de nodige trots geschilderd worden door Willem Bartel van der Kooi.  

 

Bart Haers

Reacties

Populaire posts