Geluk: het doel en de middelen
Dezer
Dagen
Hoopvol vooruitzien
Men
kijkt dus, zoals te doen gebruikelijk, terug op het jaar dat achter ons ligt en
waar we elk ons eigen verhaal over kunnen vertellen. Afhankelijk van de afstand
die we nemen is er veel of minder gebeurd, ten goede, ten kwade soms ook en
daar moeten we het mee doen, al lijkt dat soms zwaarder om dragen voor die
mensen die getroffen zijn dan we denken.
Iedereen
heeft wel een gevoel bij wat dat betekent een jaar leven, beleven, vertrekken
bij de kerstboom en er terug komen of anders, even opvallend, de loop van de
seizoenen volgend, van dat tot dag, week tot week en aan het eind staan we in
sommige opzichten op het oog terug bij het begin. Maar toch er is veel dat
verandert in persoonlijke levens, jonge dames krijgen een kindje, andere mensen
kopen een huis en elk gelooft dat het leven veel belovend zich als een oceaan
voor ons uitstrekt. Toch zijn er ook pijn- en werkpuntjes, hoor je dan, van die
dingen die beter gedaan mogen worden, moeten beteren. Soms hebben we het in
handen, dan weer niet. We zijn geen robots en interageren op elkaar op soms
onvoorziene wijze. Meestal leidt dat tot iets moois, maar soms is de pijn niet
te harden.
Mag
ik klagen? Ach, er is veel dat ik liever anders zou zien en toch, het is ook
mooi geweest dit jaar, zeker het feit dat een paar teksten van mijn blog een
nieuw leven kregen in een bredere context, zoals wat ik schreef over het feit
dat bij de herdenking van Waterloo, nu 200 jaar geleden, zo weinig vakhistorici
aan het woord kwamen, waardoor bijvoorbeeld nog maar eens over het hoofd werd
gezien dat tussen het vertrek uit Moskou van Napoleon en zijn troepen en diens
nederlaag in Waterloo er wel heel veel gebeurd was dat voor de heldenverering niet echt veel aandacht kreeg en krijgt. In Bühne schreef
ik dan over de vraag waarom de Nederlandse literatuur - Vlaanderen en Nederland
- mij zo vlakjes voorkomt, al zijn er wel lichtpunten en moet men er de neus
niet voor ophalen. Maar is weinig debat op dat terrein. Een mens krijgt al eens
de indruk dat schrijvers net mensen zijn, die ook maar meepikken wat er in de
lucht aan fijn stof rondzweeft. Fijn gemalen ideeën die niet meer getoetst
worden aan bepaalde criteria omtrent betrouwbaarheid en geloofwaardigheid. Er
hangt nog steeds een omfloerst pseudo-marxisme aan het literaire firmament,
maar er is meer aan de hand, want het mensbeeld dat velen presenteren is er een
waar vrijheid niet van tel is of waar het leven niet altijd volgens geijkte
paden verloopt. Er verschenen nog niet veel romans die proberen de inzichten
van Alicja Gescinska in het leven zelf vorm te geven, terwijl haar nadenken
over het veroveren van de vrijheid wel van belang mag heten.
Er
dienen zich dit jaar dan ook meer ooit - zou men dat mogen beweren? - vragen
aan, waarop we meer dan een antwoord zullen willen geven, maar niet alle zijn
ze even heilzaam en dan niet altijd voor iedereen. Toch valt het op dat onder
meer de Vlaamse Overheid maar ook armoedeorganisaties en allerlei opiniemakers zijn
die niet goed lijken te begrijpen dat het met de werkgelegenheid in Vlaanderen
niet zo kwaad gaat als men denkt. Het grote probleem? De uitgaven van de
overheid lijken vaker dan men denkt naar zaken te gaan die maatschappelijk
minder relevant zijn dan ze lijken. Er is sprake van rent seeking behaviour en
toch zal ook daar dit jaar niet van gesproken worden. Subsidies aan
ondernemingen en ondersteuning van innovatieprojecten? We zullen weer menige
woensdag in het Vlaams Parlement volksvertegenwoordigers horen oreren over de
noodzaak van steun aan bedrijven. De Vlaamse regering kan best bepaalde
projecten steunen, maar omdat die vaak vervolgens federaal als
bedrijfsinkomsten worden belast.
Men heeft ook vastgesteld dat de ECB veel inspanningen doet
om de economie aan de praat te krijgen en globaal zou het weinig opleveren. Ik
denk dat dit kan kloppen als men niet in aanmerking nam dat bijvoorbeeld de
prijzen voor fossiele brandstoffen in een onafwendbare spiraal omlaag terecht
gekomen zijn. Dat lijkt dan weer het gevolg van de minder explosieve groei van
de economie in BRICS landen, waar men dus nu eens wel en dan weer niet
Zuid-Afrika rekent. Dat de groei in die landen niet altijd zonder sputteren
verloopt, lijkt vele dan weer te verbazen, maar ook wij hebben in het verleden
jaren gekend van minder opvallende groei en zowel in Europa als in de VS heeft
een paar keer een zware crisis voor grote armoede gezorgd.
De vraag of politici moeten ingrijpen wordt al te vaak met
een volmondig ja beantwoord, wat dan weer voor afkeuring zorgt bij de
tegenpartij die helemaal niets zegt te willen doen. In beide gevallen is er
sprake van gezichtsbedrog, want die ondersteuning gebeurt dan wel eens via
onderhandse initiatieven. De overheid en de economie, het blijft een bijzonder
moeilijk huwelijk en vaak moeten zij die later komen het gelag betalen. De
overheid speelt een rol als scheidsrechter om oneerlijke concurrentie tegen te
gaan, maar speelt vaak onbedoeld de sterkste marktpartijen in de kaart - mocht
het bedoeld zijn, dan was het nog erger - door bijvoorbeeld de zeer strenge
normen inzake voedselveiligheid te hanteren of door cafés op te zadelen met
vele verplichtingen en verboden, waar bepaalde grote aanbieders van een snelle
hap bijna vanzelf aan beantwoorden. Is voedselveiligheid dan niet van belang?
Jawel, maar het mag duidelijk zijn dat wij zo getraind zijn dat we meestal zelf
hoge standaarden hanteren en dus ook de uitbaters van kleinere bistrots en taveernes.
Laat dus de zaak maar gaan? Niet echt, maar toch, is van
belang te begrijpen dat we kunnen komen tot een goed evenwicht tussen
overheidshandhaving van normen en de eigen verantwoordelijkheid van deze
mensen. Want we mogen toch niet beweren, denk ik, dat we nog steeds een Bourgondisch
volkje zijn, want velen willen koste wat het kost gezond leven. Het café van
weleer verdwijnt, maar het valt op dat er in sommige dorpen helemaal geen café
meer is, tenzij enkele mensen dit als hobby willen doen in het weekend. Toch
zal de overheid die kwestie niet als een staatszaak beschouwen, terwijl ik denk
dat dit voor het sociale leven van belang is en niet enkel om toeristische
doelen te dienen. In wezen moet de overheid, moeten parlementsleden ook wel
eens meer vertrouwen hebben in burgers, dat die het niet kwaad voorhebben maar
integendeel hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Dat was ook wat de
Vlaamse regering had beloofd in 2014, maar men slaagt er zo moeilijk in te
weerstaan aan de verleiding juist te geloven dat de gewone mensen het allemaal
niet weten? Mits goede informatie zou er veel geregeld kunnen worden, maar de
overdadige wetgeving maakt het soms moeilijk nog te weten wat er allemaal aan
de orde is. Mag men hopen dat de gewone man en de gewone vrouw een stille dood
sterven en dat dan eindelijk de erkenning komt dat mensen wel heel wat weten
goed te doen?
De afgelopen decennia konden de overheden zelden aan de
verleiding weerstaan steeds weer nieuwe wetten te maken om opduikende problemen
op te lossen. Nu kan ik het alleen maar onderschrijven dat wapenbezit en
wapendracht beperkt worden en inbreuken bestraft worden, maar tegelijk ziet men
dat sommigen ervan dromen een verkeer zonder slachtoffers te realiseren, zonder
ongevallen dus maar doet men er ook alles aan om zoveel mogelijk mobiliteit
mogelijk te maken, niet alleen in verband met de economische activiteit - ook
toerisme is een economische sector van groot belang voor de regio Brugge, zodat
het onderscheid niet enkel kunstmatig is, maar gewoon fout. Getuigt het van
fatalisme als we die doelstelling in twijfel trekken? Het gaat er vooral om dat
men vaak zoveel hindernissen in het wegennet inbouwt, dat mensen het ervan op
de heupen krijgen. Rij je in een dorpsstraat 50 km/h dan kan men daar als
voetganger weinig tegenin brengen, maar rijdt men op een gewestweg dan krijg je
nu eens zeventig, dan vijftig en dan weer negentig, dan valt op dat bestuurders
wel eens ver onder de limiet blijven terwijl andere die wat graag zouden
overschrijden. Het schept wederzijds ongenoegen en onnodige frustratie. Waarom
niet gebruik maken van technologie en op aangewezen plaatsen een ander advies
aangeven. Men wil op de N30 in Brugge, waar nu de snelheidsbeperking 70 km is
ingevoerd nu 50 km/h opleggen. Overdag haalt men die snelheid niet maar in de
avonduren kan 70 km/h geen probleem vormen, op voorwaarde dat fietsers niet
zomaar de weg oversteken en nauwelijks zichtbaar zijn het nachtelijk duister.
Men is toch ook verantwoordelijk voor de eigen veiligheid en anderen moet men
zeker niet onnodig hinderen. Soms kan het niet anders, maar tegelijk is
welwillendheid in het verkeer een mooie deugd en dat lijkt in het
verkeersveiligheidsdebat een lastig onderwerp oftewel een taboe.
Oosterweel of niet? Schipdonkkanaal aanpassen of niet? Het
openbaar vervoer als betrouwbaar instrument? De stad valt misschien nog af te
bakenen, in Vlaanderen heb je nog wel wat afgelegen oorden, maar men zou toch
al lang hebben kunnen vaststellen dat het afschaffen van bussen tussen en vanuit minder dicht bevolkte gemeenten voor
jongeren en oudere mensen een grote hinderpaal vormt om aan het grote leven
deel te hebben. Ook op het apparaat van de Lijn kan men besparen, dat klopt,
men kan de dichtheid van de halten beperken, wat de snelheid van verplaatsing
kan verhogen, maar op zeker ogenblik moet men wel nog weten waarom men dat
openbaar vervoer best kan ondersteunen: de wegen slibben dicht. Sluitende
oplossingen, laat staan eenduidige en algemene maatregelen, want het komt de
regelgever toe passende en aan de omstandigheden eigen oplossingen te voorzien
zonder in overdreven detailzucht te vervallen.
Vooruitziende naar het komende jaar zal men nog wel een
tijdje dezelfde debatten blijven voeren, zonder zicht op een oplossing, omdat
iedereen de eigen heilige koetjes wil beschermen en andere zaken niet in
aanmerking wil nemen. Hopelijk kan men dit jaar proberen te bedenken hoe we uit
de conflictzone komen en tot oplossingen komen, want zonder Oosterweel blijft
Antwerpen opgesloten in een oude vesting zonder zicht op vooruitgang.
En dan is er Europa, waarvan men zegt dat het uiteen dreigt
te rafelen, dat er aan Schengen en de Euro een roemloos einde zou kunnen komen.
Wie heeft er belang bij deze voorstelling van zaken te geven? Dat die 28
lidstaten niet altijd dezelfde belangen ter harte nemen, mag duidelijk zijn,
maar Beieren en Sleeswijk-Holstein kunnen samen door een deur en weten waar ze
elkaar iets kunnen gunnen. Het Eurosceptische discours wil klare rekeningen,
maar soms vallen de baten moeilijker te berekenen dan men zou willen, ook al
omdat de dynamiek van een maatregel grotere gevolgen heeft dan de specifieke
maatregel laat veronderstellen. Men kan fulmineren tegen ongewenste
neveneffecten van beleid en vaak is dat terecht, maar tegelijk mag het ook
overdacht worden dat - zoals de founding fathers van de EU hadden bedacht -
maatregelen ook zeer gewenste neveneffecten kunnen hebben, als een vliegwiel,
multiplicator gaan fungeren. Hoe sterk dat effect is, valt niet altijd te
voorzien en toch wil men wat graag, al te graag, exacte cijfers geven, terwijl
men het gewoon niet weten kan.
Links en rechts vechten dan wel tegen elkaar, vooral tegen
de stereotypen die ze van elkaar gemaakt hebben en vooral links zit dat daar zo
te zien mee in de maag. Dat we de vluchtelingen tegen zouden moeten houden aan
de buitengrenzen is voor iedereen duidelijk, maar ik denk dat Angela Merkel,
bondskanselier, gelijk te stellen dat we het zullen moeten oplossen. Wir schaffen
es ! Men wist dat er honderduizenden mensen op weg waren en dat zij maar een
doel hadden, de vleespotten in Duitsland, België, Nederland, Zweden en Oostenrijk.
Frankrijk krijgt veel minder vluchtelingen, maar heeft last van de historische
immigratie vijftig, veertig jaar geleden die macaber slecht en onverschillig is
opgevangen. Hoe het dan wel hoort? Men mag nog duizend keer brullen dat racisme
fout is, ook ik denk dat men niet aan racistische verleidingen moeten toegeven,
maar men kan mensen ook niet zomaar doen afzien van deze emoties en gevoelens
van onbehagen, omdat dit hen juist zal doen verharden in hun afwijzing.
Het zal dan naar mijn mening de grote discussie worden voor
het volgende jaar: aangeven dat er een verschil is tussen de historische
immigratie uit Turkije en de Magreb en de nieuwe vluchtelingen. Het tweede punt
wordt dan: hoe zullen we onszelf overtuigen van de waarden van onze cultuur,
civilisatie, beschaving, opdat we ze ook kunnen doorgeven, overdragen aan
anderen, terwijl we kritisch blijven voor tekortkomingen. Er zijn de afgelopen
jaren al een pak verwensingen geuit, banbliksems geworden over mensen die zich
laten verleiden tot islamofobie, zonder dat men die mensen een antwoord geven
kan, waarmee hun culturele onbehagen getemperd of zelfs opgelost wordt. Om
overtuigend te klinken kan het geen kwaad om al eens een tandje minder op te
steken als het om morele superioriteit gaat, want dat werkt vaak
contraproductief.
Krijgen we tot slot nog maar eens jaar waarin het
slachtoffer blind vereerd wordt en aan wie geen aanzet geboden wordt om de
eigen veerkracht te vinden? Moeten we niet finaal afstand nemen van de
slachtoffercultus, waarbij we net wel mensen die het nodig hebben helpen, omdat
die nood er nu eenmaal is. Soms moeten we erkennen dat mensen ook slachtoffer
kunnen zijn, van maatschappelijke misstanden, van menselijk handelen, maar mag
mensen met het stempel van slachtoffer bedenken en zo verder in hun ellende
laten vegeteren?
Er valt dus heel wat te doen de komende tijd, ook dit jaar
dus, maar vooral mag ik hopen dat men een aantal dogma's zal gaan onderzoeken,
zodat we niet zo gevangen lijken in het eigen gelijk. Herman van Rompuy zegde
al dat wie het doel wil, ook de middelen moet willen om het te bereiken. Het
doel moet dus passend en acceptabel zijn, maar ook moet men nagaan of met de
gehanteerde instrumenten niet iets anders dan het beoogde doel bereikt wordt.
We leven in een complexe realiteit, waar veel met elkaar verbonden is, al zien
we het niet altijd hoe we daar iets mee aan kunnen. Is het evident dat we
mensen hun pursuit of Happiness moeten laten aanvangen en volgen, dan moeten we
het wel eens durven hebben over wat dat is, happiness, oftewel welbevinden. Men
is vrij het zelf te bepalen, maar tegelijk kan men het helemaal mislopen, dat
geluk, door teveel te willen of er ongeoorloofde middelen toe inzetten. Niet de
vrijheid is hier de illusie, wel dat we altijd wel weten wat ons geluk zal zijn.
Als we het niet zien, wanneer het komt, dan kunnen we veel te lijden hebben. Laat
het u dus wel bekomen, dat nieuwe jaar, met op tijd wat feesten, natuurlijk.
We wensen onszelf toch maar een gelukkig en gezond leven
toe, maar die gezondheid kan men maar beter inzetten om goed te leven. Weten we
waarom we leven? De antwoorden zweven rond en kwaad kan dat niet, maar we moeten
niet iets hopen waarvan we weten dat we teleurgesteld zullen worden. Camus
zegde dat het beter is niet te hopen, maar wel dat we moeten leven en ons mens
zijn vorm kunnen geven, zonder ons te verliezen in steile verwachtingen. Het
doen zelf geeft het zin.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten