Alles wat kan, mag
Dezer
Dagen
Onzichtbare pedagogie
Het
leven leren over het voetlicht brengen
![]() |
Circus van kinderen voor kinderen door kinderen. Veel subsidies kregen ze eerst niet, maar dat liet die bijzondere pedagogie toe met niets tot iets te komen. |
In Molenbeek krijgt een
circusschool subsidies van de Vlaamse regering om jongeren uit de greep van de
radicalisering te houden. Mooi, maar of het helpen zal? In Amsterdam bestond er
sinds 1949 een circusschool, Circus Elleboog, opgericht door Ida Last voor de
armlastige jeugd in Amsterdam. Ook al was er niet altijd voldoende geld, het
circus hielp jongeren, die anders misschien in de criminaliteit terecht gekomen
zijn, zoals een van de geïnterviewde anciens vertelde. In "Andere
Tijden" kon men een mooi beeld krijgen van dit initiatief. Een van de
merkwaardigste facetten was dat de geïnterviewden zegden dat Ida Last en ome
John hen niets verordenden, maar een haast onzichtbare pedagogie hanteerden.
Het zou te mooi kunnen zijn om
waar te zijn, maar uit de hele documentaire bleek hoezeer die mensen, nu
zeventigers, nog steeds met een enorme dankbaarheid terugkijken op dat
deelnemen aan circus Elleboog en er zoveel meer leerden dan kunstjes te maken.
Ze vervielen niet tot misdaad en leerden (ongemerkt) discipline, iets waar de
school niet zoveel leek toe hebben bijgedragen.
Levendig herinner ik me nog de
aanloop tot de verkiezingen van 2004 voor het Vlaams parlement en hoe politici
als Patrick Dewael en Steve Stevaert het toch zo erg vonden dat ouders hun
koters zaterdag na zaterdag naar de academie, ballet en sportschool moeten
brengen. Nu, wij gingen per fiets of doorgaans te voet, maar dat was omdat het
zo nabij was. Maar de crux is dat deze politici, zoals ook de voormalige
minister van Onderwijs Luc Van den Bossche beweerde dat het deeltijds
kunstonderwijs (DKO) te succesvol was en te duur. Een socialist die pleitte
tegen ontvoogden, tegen gezonde vormen van ontwikkeling die kunnen leiden tot
een meer kwalitatief leven, tot deelname aan het volle leven, dat kan men toch
niet geloven.
Dat circus vervulde dus een
mooie rol in de Pijp, in Amsterdam, maar blijkbaar lukte het al die jaren
zonder formele structuren* waarbij zelfs kinderen niet wisten waar ze uit
zouden komen. Wat kan, mag! Wat een devies, maar als iemand op de handen stond
op een dak, werd die toch even de levieten gelezen. Toch was het vooral een
school in gemoedelijkheid en het ervaren van huiselijkheid ook. Maar de een
leerde voor clown, de ander leerde koorddansen en kon dus wel eens vallen. Het
belangrijkste in de aanpak lijkt te zijn dat ze succeservaringen hadden en een
soort honk waar ze terecht konden. Ook werd alles gemaakt, ook de eenwielers,
waarvoor men naar rommelmarkten ging, om het nodige materiaal te vinden. Er
waren dus ook jongens die in het atelier met figuurzagen bezig waren en andere
technieken in de vingers kregen.
Blijkbaar moet Circus Elleboog
nu verder zonder subsidies en zal het allemaal ophouden. Terwijl Ida Last-Ter
Haar nu net blijk had gegeven van een voorbeeldig gedrag in het kader van de
participatiesamenleving. Over hoe het nu gaat met dat circus kan men op het net
een en ander vinden**.
Nog eens, wat me trof was de
idee van de onzichtbare pedagogie en in die zin zou
men het als een voorbeeld kunnen zien van wat Jean-Jacques Rousseau voor ogen
had staan. Maar misschien was die mevrouw Ida Last in haar idealisme vooral
wijs en pragmatisch. Voor niets was het niet, maar soms kon je iets minder duiten
inbrengen, behalve als het op het acteren in de ring aankomt. Ook nu nog, zo
blijkt uit een artikel naar aanleiding van het opschorten van de subsidies
werkt het systeem met andere mensen.
Te lezen viel vandaag 9 december dat de Vlaamse regering subsidies
zal geven aan een vergelijkbaar project in Molenbeek, het Raqqa van Europa
volgens sommigen. Het is een goede gedachte dat men zo een circusproject wil
ondersteunen en de stad Molenbeek zal misschien niet alle nuttige initiatieven
kunnen ondersteunen, maar toch, zouden er geen mensen zijn die iets
vergelijkbaars willen opzetten? Er zijn ook boksscholen en men kan inderdaad
denken aan artistieke ateliers of gewoon plaatsen waar ze met bouwen bezig
zijn, met hout en bouw, maar in een context van "Alles wat kan, dat
mag". Nu nog aan de weet komen waar die Ida Last-Ter Haar het dan over
had? Alles wat kinderen binnen het kader van het circus onder de knie kunnen
krijgen, dat moet gewoon kunnen. Zou mevrouw Homans ook die gedachte genegen
zijn?
Als overheden subsidies geven
aan initiatieven zoals circus Elleboog, dan wil men wel eens resultaten zien,
om het nut van die subsidies te kunnen staven. Het blijft een merkwaardige
gedachte van Hannah Arendt, maar wat is het nut van het nut? In het geval van
Ida Last-Ter Haar en haar opvolgers blijkt dat zij kinderen in problematische
opvoedingssituaties wegens armoede en/of andere problemen van de ouders toch
een goed pad hebben gevonden in het leven. De subsidies dragen dus vrucht, maar
pas met uitstel. Hoewel, de beste burgemeester van het land, Daniël Termont en
zijn schepenen/wethouders hebben een probleem met een dertigtal jongeren in de
goede stad Gent, omdat vandalenstreken uithalen, mensen op de tram schoppen of
naar hen spuwen. Hij wil daarvoor een oplossing. Een Kwart miljoen euro gaat naar vier
middenveldorganisaties om het probleem op te lossen.
Natuurlijk heeft de goede man
een punt, maar juist zo een initiatief als Circus Elleboog laat zien hoe het
kan helpen als een initiatief haast terloops lijkt te zijn verschenen in het
blikveld van jongeren op de dool. Autoriteit helpt niet, zegt de burgemeester,
maar misschien moet de omfloerste vorm van disciplinering in de plaats komen.
Het ging er voor die mensen in
1949 om jongeren zonder houvast, met weinig kansen in het leven en zonder een
bepaald dagritme bij de hand te nemen en hen in de arena van het circus te
krijgen. Met zestien moesten ze weg, maar sommige bleven iets langer hangen en
kregen het te kwaad als het onvermijdelijke afscheid eraan kwam. Maar ze hadden
er iets aan gehad. Merken we terloops op dat dit precies het tegendeel is van
wat onder meer Pierre Bourdieu bedacht had in 1964, die vond dat de waarden van
de bourgeoisie, zoals discipline niet zomaar aan het zogenaamde proletariaat
konden overgedragen worden. Het sociale kapitaal van de burgerij laat zich
immers niet door leden van een andere klasse interioriseren. Ida Last bewees
het tegendeel. Maar ook hier te lande waren er initiatieven en ook de
jeugdbeweging heeft veel goed werk verricht.
Goed dus dat de burgemeester
en de minister van integratie initiatieven nemen, maar het kan toch geen kwaad
het werken op het terrein aan bevlogen mensen over te laten, die vasthoudend
genoeg zijn om die jongeren een pad te laten vinden, zonder dat die jongeren op
het moment zelf de indruk hebben dat ze gestuurd worden. Oefening en werken aan
het optreden, het applaus hielp, zo zag ik. We hebben veel geld gestoken in
armoedebestrijding en dat kan men rechtvaardigen, maar het was vaak te
opzichtig en moraliserend. Mevrouw Rutten heeft het voortdurend over Rechten en
Plichten, net als Bart De Wever en er valt niet veel tegenin te brengen. Wat
Rutten in haar gedram vergeet is dit: de toon maakt de muziek, de uitvoering
moet goed overwogen zijn en de pedagogie mag onderhuids blijven.
Bart Haers
* Wie meer wil weten over Ida
Ter Haar, gehuwd met Jef Last, kan volgende link raadplegen:
http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/TerHaar.
Het blijkt dat ze werkte onder de koepel van Pro Juventute, maar daar merkten
de kinderen weinig van. Ook blijkt dat zij, Ida Ter Haar en Jef Last het
communisme genegen waren. Maar zoals wel vaker het geval is, komen deze mensen
tot grote initiatieven vanuit een bevlogenheid die we nu niet meer zien zitten,
maar in illo tempore misschien wel gunstig mocht heten. Zij bleek overigens wel
de idee genegen, maar wat partijtrouw en -discipline betrof, was zij blijkbaar
eerder pragmatisch.
** http://www.onsamsterdam.nl/component/content/article/15-dossiers/dossiers/2630-alles-wat-kan-dat-mag
Reacties
Een reactie posten