Veiligheid maar niet totaal
Kritiek
Veiligheid, zo gegeerd
Pleidooi voor zorgeloosheid en vertrouwen
Na de aanslagen in Parijs,
eerst in januari, vervolgens op 13 november, werd de politieke en
maatschappelijke consensus duidelijk: veiligheid voor alles. Maar ook in het
verkeer zien we de veiligheidsobsessie toenemen. Uiteindelijk moeten we
erkennen dat er alleen over veiligheid gesproken wordt en waartoe die
veiligheid van node is, verliezen we uit het oog.
Ook op internet kunnen we
verdrinken, zegt men en dus moeten we kinderen beschermen tegen kinderlokkers.
Ouders mogen niet te dicht komen, zeggen pedagogen en anderzijds pleiten
anderen voor een goed gesprek. Nu staan ouders dezer dagen dichter bij hun
kinderen dan een paar generaties geleden het geval leek. Anderzijds zie je nu
dat jongeren ook zo hun bezigheden hebben, sporten of iets anders en dat soms,
tijdens de ritten kleine vragen grote antwoorden krijgen, terloops
uitgesproken.
Wat is veiligheid dan wel?
Afwezigheid van gevaar? Lijkt mooi en helder maar het klinkt wel allesomvattend.
In de publieke ruimte kan men verhinderen dat mensen wapens dragen, omdat we
aanvaarden dat de overheid het geweldmonopolie heeft en er voorzichtig mee om
moet springen. De politie kan door disproportioneel handelen het gevoel van
onveiligheid ook aanjagen en dat kan de bedoeling niet zijn. Soms komt er dan
kritiek dat de politie niet snel genoeg tussenkomt of niet snel genoeg een boef
weet op te pakken. Het is inderdaad een dunne lijn waar politiediensten zich op
moeten richten, niet teveel erover, niet te weinig eronder. De veiligheid van
de burger mag ook geen kooi worden. Daarom dient men veiligheidsmaatregelen ook
altijd af te toetsen aan andere waarden.
Er is natuurlijk de kwestie
dat we wel veilig kunnen zijn, terwijl we ons hoogst angstig voelen, omdat we
voortdurend berichten horen over ongevallen en andere incidenten of kwesties.
De fataliteit van het leven aanvaarden zit er niet meer in voor ons, omdat we
geacht worden alles te overdenken en goed de risico's te berekenen. De
maakbaarheid dwingt ons ertoe ons in bochten te wringen om aan normen te
beantwoorden die we zelf evenmin gekozen hebben als - om maar eens iets te
zeggen - de Tien geboden. Alleen, de Tien geboden beantwoorden wel aan wat de
auteurs van de Thora in gedachten hadden dat goed was voor hun mensen, opdat ze
elkaar niet teveel de duvel zouden aandoen. Tot op zekere hoogte kan ik wel
instemmen met de idee van maakbaarheid, maar ik denk dat men intuïtief kan
aanvoelen dat er grenzen zijn aan de maakbaarheid. Mensen omvormen tot robots,
schrijft onder meer Tomas Sedlacek, moet men niet wensen, al zou dat wel een
verlies aan kracht of snelheid betekenen, maar dan is dat maar zo. Alleen is de
vraag dan wat we als menselijk willen vrijwaren?
Gedurende decennia al bestaat
er een bloeiende markt van reformwaren, biologisch geteelde groenten en fruit,
wijn, koeien die dan iets taaiere steaks leveren en zo meer. Zelf ben ik wel
met die waarde opgegroeid dat men niet maar beter niet teveel fastfood tot zich
kan nemen, omdat gezonde voeding de kwaliteit van het leven bevorderen kan.
Maar het weerhield er mijn moeder niet van goed eten te bereiden. Maar veilig
was het wel en lekker ook.
Het blijft opvallend hoe
wetenschappers er telkens in slagen - wat de sociale wetenschappen betreft,
geldt dit nog het meest - de werkelijkheid tot een centrale visie te reduceren,
waarbij alles zonder contradicties of paradoxen gepresenteerd wordt. Het goede
gevoel dat men dankzij duidelijke uitspraken aangereikt krijgt, kan al gauw
wegsmelten als blijkt dat die uitspraken een beperkte kijk op de zaak geven. De
kwestie is niet dat wetenschappers niet
consciëntieus zouden tewerk gaan - afgezien van gevallen van flagrante fraude -
wel dat deze wetenschappers zoals anderen die een boodschap kwijt willen in de
media geacht worden dit kort en bondig te doen. Over de behandeling van depressie
en van ADHD heeft Trudy Dehue geschreven, net als over het probleem van de
verspreiding van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, waarbij men vaak
merkt dat stemmen rechter en partij zijn in een onderzoek. Over de werkzaamheid
van medicijnen wordt heel wat gediscussieerd, terwijl het onderzoek altijd
gaande blijft en ondanks antwoorden op vragen over mogelijke bijwerkingen
blijft men altijd met voorlopige antwoorden zitten. Wil men vertrouwen wekken
dan zal men op dit terrein toch proberen mensen dit aspect, de voorlopigheid
van inzichten duidelijker te maken: er is vooruitgang, maar nieuwe inzichten
kunnen tot andere benaderingen leiden.
Veiligheid heeft dezer dagen
zoveel betekenissen gekregen, dat we bij tijd en wijle vergeten dat we zelf ook
wel een deel van die veiligheid kunnen bewerken. In onze houding in de publieke
ruimte kan men anderen een veilig(er) gevoel geven, maar soms gedragen we ons
niet echt respectvol, waarbij we vaak misbruik maken van de verhoudingen.
Natuurlijk moet de overheid instrumenten te voorzien, maar dit ongerief
voorkomen, hangt af van burgers. Er zijn weinig filosofen die het contingente
in aanmerking nemen en juist de onderlinge omgang tussen burgers maakt het
mogelijk dat de overheid minder tussen moet komen. Overigens, als ik mij in de
openbare ruimte begeef, kom ik wel eens ongemakkelijke situaties tegen, maar
doorgaans, blijft het daartoe beperkt. Toch zag men afgelopen weken overal dat
mensen minder op straat kwamen en dat cafés en dergelijke weinig om handen
hadden.
Er zijn altijd specifieke
domeinen waar mensen kwetsbaar blijken en waar men tussenkomst verwacht vanwege
de overheid. De overheid laat door de brandweer panden inspecteren waar
massabijeenkomsten verwacht worden, laat indien nodig huizen onbewoonbaar
verklaren en wat al niet meer. Er zijn derhalve ambtshalve al heel wat
mogelijkheden om de veiligheid te vrijwaren, maar toch merkt men dat er altijd
een ruimte overblijft en waar men onvoorstelbaar veel inspanningen zou moeten
doen, om met enige zekerheid een klein beetje van die mogelijke onveiligheid af
te pietsen.
De zorgen die te dragen zijn,
blijken talrijk en soms lijkt het erop dat we niet meer tot spontaan gedrag in
staat zijn. Want moeten altijd weer mogelijk ongelukken voorkomen, hoe weinig
ze in werkelijkheid ook voortkomen. Is het fatalisme als men in bepaalde
opzichten niet alle voorzorgen overwegen en toepassen? Als ik denk aan de brand
tijdens een oudejaarsnacht, zowel in Antwerpen als in Volendam, dan denk ik dat
men het noodlot niet moet verzoeken, door vuurwerk binnenskamers af te steken.
Het kan ermee te maken hebben dat ik niet graag onveilig omga met vuur en dat
ook niet van anderen verdraag. Het lijkt me wel redelijk genoeg.
De kwestie van de absolute
veiligheid, waarbij niets mis kan gaan - wat velen overdreven zullen vinden,
moet ons aanbelangen, omdat het onze handelingsruimte en ons oordeelsvermogen
kan aantasten. Dat laatste betekent dat we volgens experten niet op ons
oordeelsvermogen mogen vertrouwen en dat lijkt me een negatie van wat des
mensen is. Ons oordeelsvermogen is niet onfeilbaar, maar ook wetenschappers die
de stap moeten zetten van de samengebrachte data naar de beleidsmatige
benadering kunnen onverwacht onzekere elementen in hun betoog introduceren.
Veiligheid bevorderen gebeurt binnen een omgeving van mensen die bewust in de
fout kunnen dan wel onwetend groot onheil aanrichten. Het onvoorspelbare in het
individuele handelen is voor de wijsgeer, maar ook voor sociale wetenschappers
een probleem. In laboratoriumomstandigheden kan men een en ander misschien goed
bekijken, in de natuur, of beter, in de dagelijkse omstandigheden blijkt een en
ander wel eens aan te pakken.
In de VS zijn er massa's
mensen die alles overhebben voor veiligheid en menen dat ze zelf altijd aan de
goede kant zullen staan. Ook de politie die geacht wordt mensen te beschermen
durft al eens onschuldigen aan te pakken en dat met fatale gevolgen. Men
verwijst naar het Tweede Amendement, noemt het heilig, maar het was op
instigatie van Georges Washington dat dit Amendement aan de grondwet werd
toegevoegd, toen de jonge republiek nog bedreigd werd door buren in wat toen
Louisiana heette en men was er niet gerust op dat de Engelsen het verlies van
de kolonies zouden aanvaarden. Maar sinds 1803 is de Louisiana Pursuit een feit
en begon een periode van verkenning en in cultuur brengen. Toen na de
Secessieoorlog in 1865 ook de verovering begon van de Rocky Mountains en de
staten erachter, waardoor de civilisatie doordrong tot in afgelopen gebieden,
kon men wapenbezit en -gebruik niet goed beheersen. Niemand zal ook nu de bewoner
in North-Dakota verbieden een geweer te bezitten als de meest nabij buren 6
mijl verderop wonen. Maar de aanslagen op het leven van burgers door burgers in
de VSA dankzij het gemakkelijke verwerven van wapens eisen meer slachtoffers
dan het Islamitische gevaar. Het geloof in de eigen juistheid en
voortreffelijkheid lokt dus veel doden uit. Overigens kwam men pas in de
periode onder Ronald Reagan tot de idee dat het IInd Amendement diende geïnterpreteerd
als een verbod op het verbieden van wapens. In Texas en andere staten mag men
op de campus van universiteiten en hogescholen zichtbaar wapens dragen. Hoe zot
kan men de zaken maken? En de veiligheid in het gedrang brengen: jonge student
schiet liefje neer omdat ze het afmaakte vanwege zijn wapen; wanneer zullen we
dit artikel lezen?
Maar een ander voorval in de
geschiedenis van de landbouw in de VSA laat zien dat veiligheid soms op een heel
bizarre manier in het gedrang kan komen. Na WO I werd de landbouw razendsnel
gemechaniseerd en steeds sterkere tractoren werden ingezet om de grond te scheuren
en te ploegen, wat in de Midwest aanleiding gaf tot modderstormen die het oude
grasland overspoelde, waardoor duizenden uit hun huizen werden verdreven en
have en goed verloren. De mechanisatie van de landbouw was een winst, maar in
de Midwest waren de gevolgen desastreus voor mensen, maar ook voor het milieu. De
reden was dat de ploegen de bovenlaag van de grond kapot scheurden en daarmee
ook (oude) wortels van de grassen afsneden, waardoor de grond geen hechting
meer had. Stormen joegen de losse toplaag op en regen deed ze neerslaan op
andere plaatsen.
We kunnen doen wat moet, hopen
dat het tot goede gevolgen leiden kan, maar het omgekeerde kan ook, omdat we
sommige facetten uit het oog hebben verloren. Veiligheid hangt af van
vertrouwen in de goede wil van anderen, maar we kunnen niet veel bereiken als
we zelf het vertrouwen van anderen beschamen. Wie in de straten van onze steden
rondloopt ziet meer dan vroeger bedelaars, die normaal gezien niet gevaarlijk
blijken, maar die er wel niet horen. Men heeft de wet op de landloperij
afgeschaft, 1993, omdat men landloperij wilde depenaliseren. Daar viel wel iets
voor te zeggen, maar tegelijk heeft men de ruimte voor opvang in Wortel en
Merksplas opgegeven. Dat heeft uiteindelijk een factor van onzekerheid
bevorderd. Maar bovendien had men de werking van Merksplas en Wortel kunnen
moderniseren, in plaats van het op afschaffen te mikken, omdat men de
landloperij wilde depenaliseren.
Om kort te gaan, misschien
liggen er gevaren op de loer, want zo zit het leven in elkaar, maar voor een
deel hebben we het zelf in handen, anderzijds moeten we accepteren dat we niet
alles kunnen controleren en wil men wel eens iets bijzonders, dan is het ook
niet kwaad, want zonder die onbepaalde ruimte zou de verveling alleen maar
toenemen en ook dat veroorzaakt alleen maar problemen. Tegelijk is de verveling
ook wel voorwaarde voor kunst en kunststukjes. Dus zelf streven naar een
redelijke veiligheid kan al goed zijn voor de algemene veiligheid en soms zal
men moeten optornen tegen grote gevaren, zoals terrorisme, maar dat valt buiten
de normale dingen des daags. Niets doen is in dat geval geen optie, maar we
moeten wel proberen te bereiken dat mensen afzien van terreur en hier, denk ik,
hebben media en onderwijs een belangrijke rol. Zelf het recht in eigen handen
nemen, tot slot, kan alleen voor veel zinloos geweld zorgen. Opnieuw aandacht
besteden aan de basis van onze samenleving: geweldloos en met het
geweldmonopolie in handen van betrouwbare politiediensten, kan al veel
opleveren. Dat de spanning tussen zij die meer veiligheid eisen, op de weg, in
het ziekenhuis, de school en op de werkplaats, thuis ook en zij die menen dat
gezond vertrouwen ook wat opbrengt, mag men niet laten ontaarden, maar men moet
ze wel aanvaarden, anders gaan we blind op weg naar een streven naar absolute
veiligheid.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten