Burgers, vanwaar uw woede?
Reflectie
Wutbürger?
Wat maakt ons woedend
De
verkiezingen in Duitsland bracht het woord opnieuw op de voorgrond: woedend
zijn de burgers. Waarom? Je zag reportages over armoedige dorpen en over hoe
alles wel meezit maar net niet voor deze jongen, lijkt het wel. Juli Zeh heeft
een mooi boek geschreven waarin die woede een uiting kreeg die ik bij lezing
wel ervoer, maar niet geheel naar waarde schatte, zij schreef over een dorp in
de voormalige DDR dat nu geconfronteerd wordt met gehaaide ambtenaren en
zakenlui die uit de Energiewende een slaatje willen slaan. Zou de Wutbürger
niet een afhankelijk en verwend wezen zijn, schadelijker is het te moeten
vaststellen dat we de ordening van onze samenleving en de voorzieningen niet
naar waarde schatten.
Men
kan zich dag na dag ergeren aan wat er allemaal mis gaat en dan de overheid
verantwoordelijk stellen. Een arts zegt nu dat specialisten maximaal het
salaris van de premier mogen verdienen. Mensen lijken erop gevlast de
rekeningen van anderen op te maken en stellen dat zij, die anderen het systeem
naar de verdoemenis helpen. Er zit angst in onze samenleving die ons
ongemakkelijk stemt en sommigen neigen ertoe woedend te reageren op alles. Maar
zelfs John Rawls vond dat het verschilprincipe de vooropgestelde gelijkheid
moet doorbreken, als daar zaken als welzijn en gezondheid in het geding zijn.
Als Romelu Lukaku veel verdient, incasseert, dan is dat inderdaad een zaak van
de markt, in de gezondheidszorg echter duurt een opleiding vele jaren en neemt
grote verantwoordelijkheid voor zijn of haar patiënten. Een hartchirurg of een
chirurg maxillofaciale heeft vele jaren, vele uren nodig om de zowel de goede
diagnoses als de goede therapeutische ingrepen te doen. Als assistent heeft men
bij mijn weten niet zo een rijk loon. Het is een keuze, zegt men dan. Nu goed,
bedenk dat ook eens als u hen nodig heeft.
De
redelijkheid gebiedt dat er in het Oosten van Duitsland, de nieuwe Länder sinds
27 jaar, er een lange weg op heeft zitten en mensen gemakkelijk de indruk
krijgen dat ze in of andere zin tweederangsburgers zouden zijn, dat ze
tegenover de burgers in het Westen nog altijd een zeker gemis ervaren. Maar of
dat collectief gedeeld wordt. Onredelijk zou het zijn, is het, wanneer die
mensen nu vinden dat hen iets onthouden wordt omdat de overheid een massa
oorlogsvluchtelingen probeert op te vangen en te laten aarden in hun nieuwe
omgeving. Hebben die Wutbürger dan iets te kort?
Ooit
kreeg ik les financiële analyse en dienden we na te denken over de vraag of je
verlies lijdt als je een winst niet kan nemen, omdat je niet eerst het risico
hebt genomen, dus ook het verlies te lijden. Je hebt niet ingezet, niet geïnvesteerd
en dus kan je geen aanspraak maken op de vruchten. Dus kan je niet altijd
zomaar een voordeel claimen, terwijl het anderzijds wel zo is dat de zorg nu
wel betalend is, maar beseft men wel dat er een hele generatie groot kon worden
die de DDR zelf niet meer beleefd hebben. Maar dat is het punt niet alleen, ook
het feit dat we tegelijk veel verwachten van de overheden en denken dat die er
een potje van maken, terwijl veel toch goed georganiseerd is, moet ons wel eens
bezig houden. Bovendien worden al die diensten vaak uitgerold door mensen die
er zelf veel van zichzelf inleggen. Juist, er zullen wel ambetante ambtenaren
zijn, maar ik stelde al vast dat het meestal wel meevalt.
Waarom
ik dit schrijf? Omdat ik de indruk heb dat veel woede berust op clichés en
vooringenomenheid over hoe het gaat met de staat. Toch speelt er ook iets
anders mee, namelijk dat vele partijen, niet in partijpolitieke zin alleen er
belang bij hebben oplossingen te voorzien en dus dienen er ook problemen onder
de aandacht gebracht, waarbij men er zich nauwelijks om bekreunt of mensen nu
werkelijk zo dom en suf zijn als die experten willen doen geloven. Er is, als
we dat leger van experten aanhoren dat we goed doen, behoudens fouten maken
dan. Bovendien zijn er altijd politici die graag meelopen en een graantje
meepikken.
Voor
mij is het voorbeeld van een mis begrepen principiële instelling: het
inclusiedecreet voor mensen met een beperking, waarbij er inderdaad zijn die
best mee kunnen in het reguliere onderwijs en anderen best bijzonder onderwijs
zouden volgen, ook beschermd tegen sterke figuren. Inclusie afdwingen zoals nu
gebeurt, kan de zorg voor kinderen met heel bijzondere zorgbehoeften in het
gedrang brengen en de knowhow van het personeel in het buitengewoon onderwijs
laten afsterven.
Een
ander frappant voorbeeld van die aanpak bestaat in het persoonsvolgend budget,
waarbij men dan zegt dat mensen zorg kunnen inkopen, bijstand dus voor bepaalde
zorgvragen. Ook hier hebben politici van links tot rechts een grote
intellectuele luiheid aan de dag gelegd, aangespoord door mondige mensen met
een beperking, terwijl andere, die zelf heel onmondig zijn en bovendien ook
eens door hun ouder wordende ouders niet altijd meer goed opgevangen kunnen
worden. De voorzieningen die de zorg voor de zwaar hulpbehoevende personen met
een mentale beperking hebben een integrale zorg nodig en daar wringt dat
marktgedrag, want zij moeten dus alles inkopen. Bovendien komt het erop neer
dat men ook, om als zwaar hulpbehoevend erkend moet worden, wel de bijstand van een advocaat vraagt, zeker
als de graad van handicap zeer hoog is.
Toch
denk ik dat de ervaring leert dat de meeste van die instellingen en het
personeel heel wat in hun mars hebben en ook heel wat inzet aan de dag leggen.
Als ik de mensen van “Opvang tekort” hoor, dan begrijp ik hun zorg wel, maar ik
denk ook dat hun harde taal soms de indruk wekt dat men de staat voor alles wil
doen opdraaien. Gelukkig ziet de bevoegde minister hier wel enigszins klaar in.
Gisteren,
woensdag 27 september 2017 debatteerde het Vlaams Parlement over de
Septemberverklaring en dat was wel wonderlijk, want de socialistische
fractieleider beweerde bij hoog en bij laag dat wij, brave burgers, de 99 %
diende men te verstaan, zouden er alleen maar welvaart bij inschieten, terwijl
de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen niet bepaald ondermaats is en dat de
pensioenen, omdat vrouwen nu eenmaal sinds de gouden jaren, de zestiger jaren,
volop zijn gaan deelnemen aan de arbeidsmarkt, aan het werkzame leven
buitenshuis, een hoger pensioen krijgen dan hun voorgangsters. Er zijn mensen
in problemen van allerlei aard, die niet onder een noemer te vangen zijn, want
niet alle alleenstaande moeders zijn arm, velen hebben een (goede) opleiding
genoten en kunnen zich aardig uit de slag trekken. Ook zijn niet alle kinderen
van ouders met een migratieachtergrond zomaar achtergesteld.
Het
blijft merkwaardig dat een regering moet stellen dat we het beste land zijn om
in te leven en de oppositie van lieverlede dan maar op elke slak zout gaat
leggen. Natuurlijk dient men beleid uit te werken en dient men de financiële
mogelijkheden voor onderwijs, zorg en infrastructuur, voor cultuur ook vast te
leggen in een begroting Maar is het zo dat het leven in Vlaanderen alleen maar
kommer en kwel zou wezen; de oppositie voedt het chagrijn van de Wutbürger en
die stemt dan voor populistische partijen. Terecht heeft de minister-president
zich hiertegen verzet, want vele indicatoren wijzen uit dat het leven hier ons vrij
genadig is, ook voor mensen met een smalle beurs. Kan het beter? Soms wel, maar
wat als het betere de vijand van het goede, het bestaande zou zijn. De
socialistische fractieleider gaf bepaald een blijk van cynisme af, door
bijvoorbeeld op wachtlijsten te wijzen en dan hoort men de minister-president
en de bevoegde minister vragen: welke wachtlijsten. De jeugdzorg?
Precies,
maar het is wel merkwaardig dat er op dat terrein zo een grote behoefte blijkt
te bestaan aan crisisbijstand en soms zelfs gezinsvervangende opvang. Het
merkwaardige is namelijk dat die hulp niet enkel bij kinderen met financiële
achterstand (in het gezin) aan de orde blijkt, maar dat mensen de belasting en
zorg die opvoeding met zich brengt door allerlei omstandigheden,
maatschappelijke en persoonlijke niet meer kunnen opbrengen. Bovendien bestaat
er in de huidige cultuur een neiging tot perfectionisme dat veel mensen in het
ongerede brengt. Opvoedspecialisten laten in bladen optekenen wat er mis kan
gaan en oplettende ouders betrekken het op zichzelf. Niet alleen blijkt
perfectionisme slopend maar ook in hoge mate onbevredigend, want welk criterium
te hanteren om iets perfect te noemen? De vraag zou moeten zijn wat wil ik dat
mijn zoon of dochter met het leven kan aanvangen, hoe hij of zij op zeker
moment kan komen en zeggen, ik het iets gerealiseerd, een project afgewerkt. Ik
heb een diploma, bedankt voor de ondersteuning, maar blij dat je mijn handje
niet hebt vastgehouden. Want al die dure onderzoeken moet men niet a priori
wantrouwen, maar als men meent dat de intuïtie en inzichten van u en mij
sowieso ontoereikend zijn, betoont men weinig respect voor ons, misschien wel
eens terecht...
De
Wutbürger worstelt met een syndroom dat de eigen ontoereikendheid niet hem of
haar moet toegeschreven, wel aan het systeem, waarbij het dan niet meer nodig
is na te gaan of die mensen in bedrijven, bij de overheid echt tekort schieten.
Zouden die Wutbürger niet te vaak de verantwoordelijkheid van zich afschuiven
en tegelijk weinig inspanningen aan de dag leggen om het systeem te begrijpen
als iets waar ze, waar we zelf deel aan hebben. Vergeleken met onze voorzaten
worden wij gepamperd, jawel, ook u, mijnheer in de BMW 745 (als die nog
bestaat) of mevrouwtje op het strand van Nice, Llorett del Mar of waar dan ook.
Het valt me vaak op dat mensen die zien dat het bestel soms verkeerde mensen op
verkeerde posten neerzetten, toch bereid blijken voor het welslagen van de
onderneming met die situatie vrede te hebben, eerder dan te klagen en te zagen.
Omdat we dus zelf mogen meebouwen aan de wereld van morgen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten