Literatuur versus lectuur


Boeken

De stervende roman

Waarom nog lezen


Bas Heijne – Echt zien. Athenaeum-Polak & van Gennep, Amsterdam. 104 blz. €12,50.

Over de dood van de roman, over de relevantie ervan is ook al een bibliotheek volgeschreven, reeds in de tijd die we achten de tijd van de roman te zijn. Er valt tegen dit werk vooral een punt aan te halen: ook hier is de lezer de zwijgende derde, die heeft toe te horen. Als het gaat om een redevoering zou men de auteur kunnen aanwrijven dat hij de reacties van het publiek niet volgt, dat wil zeggen dat hij de lezer, de romanlezer negeert.

Het heeft veel voeten in de aarde gehad voor ik de scherpzinnige inzichten van professor Raymond Vervliet begon te begrijpen en inzag dat de autonomie van het kunstwerk, c.q. het literaire werk bepalend is voor de discussie voor de waarde van de roman. Maar ook andere inzichten kwamen aan de orde en het werd duidelijk dat de academische benadering van het literaire werk niet hoeft uit te sluiten dat je bijvoorbeeld Nacht van Edgar Hilsenrath kan waarderen, voor én na de analyse. Wat hij aanbracht waren denksporen die toelaten het belang van het literaire werk begrijpelijk te maken en aangezien elk boek, elk essay, elke roman een eenmalige creatie is, autonoom door de dichter verwerkt, moet elk werk op eigen merites bekeken worden en dat betekent analyse. Prof. Vervliet doceerde in Gent een cursus over wijsgerige benaderingen van het fenomeen kunstwerk, in het bijzonder de literatuur. Veel heb ik ervan opgestoken, net omdat het de student verplicht het zelf te behappen en aan de hand van studies over een aantal boeken ook uit te werken. Zelf heb ik die studie niet als een ontluistering van de roman begrepen, maar goed, we wilden gewoon weten wat er over het onderwerp te vertellen viel. Vandaag hebben we die benaderingen niet meer zo hapklaar bij de hand, maar als het over Foucault en anderen gaat, zijn we niet zo gauw van ons à propos, maar weten we ook dat die analytische benaderingen hun sterktes en zwaktes hebben.

We vinden het fijn dat Bas Heijne in dit essay veel aandacht heeft voor Louis Couperus, die we zelf ook nog steeds weten te waarderen. Van diens werk zegt de essayist dat Couperus de grenzen van de roman heeft bereikt en dat om vele redenen die werken waarin hij tot het uiterste ging, zoals “van oude mensen, de dingen die voorbijgaan”, “Stille Kracht” en “Langs wegen van geleidelijkheid” inderdaad vormen van zien en begrijpen wist te realiseren die men in menig spannend boek niet kan vinden. Ook dat belicht te auteur, wanneer hij aantoont dat vele werken niet de wereld openbreken, noch de wereld waarin het boek speelt, noch de reëel existerende werkelijkheid. Een visie die we op zich wel onderschrijven, maar waarvan we de betekenis en het belang anders situeren. Uiteraard schreef Couperus de Romeinse roman “Langs wegen van geleidelijkheid” met een prangende vraag, namelijk hoe komt een gescheiden vrouw door het leven? Zich inzetten voor de zaak der vrouw? Dat doet deze dame, Cornélie De Retz van Loo en zij vindt er vreugde in. Dat deze roman uit het leven gegrepen blijkt te zijn, maakt het werk er niet sterker op noch zwakker. Maar kan men vandaag nog op diezelfde sceptische wijze een belangwekkende kwestie bekijken, met merkbare sympathie voor de heldin?

Hoe ik de wereld, de leefwereld in Europa in onze tijd moet typeren is me niet duidelijk, maar van een post-syndroom heb ik geen weet. Wel staat de vooruitgang alweer ter discussie, omdat men die vooruitgang niet meer invulling geeft dan te zeggen dat het om maakbaarheid zou gaan. Welk ideaal… Haers, u dwaalt en raaskalt. Er is geen sprake van een groots en meeslepend ideaal, want daar willen we onszelf toch niet mee belasten. Toch is het nog steeds boeiend om Stendhal te lezen, maar ook Richard Powers te ontdekken, vooral “The singing of our Time” en “Generosity. An Enhancement”. De vertaling van de titel, “Een Gen voor Geluk” lijkt me nog altijd een zwaktebod, want als “An Enhancement” de volgende omschrijving meekrijgt:

enhancement

noun improvement, strengthening, heightening, enrichment, increment, embellishment,boost, betterment, augmentation, amelioration He was concerned with the enhancement of the human condition

dan is de titel niet zo rijk aan betekenis en veelzijdigheid. Geluk is overigens ook niet het woord dat ons onmiddellijk voor de geest komt als het over generosity gaat. Het is soms bizar hoe men vrij evidente vertalingen ter zijde laat, waarmee de auteur de lezer aan wenst te spreken. Een alternatieve titel kan dus zijn : de kracht van mildheid.

Waarom we die roman als voorbeeld uitkiezen is precies omdat we merken dat Heijne ons een beetje om de tuin leidt, want er zijn inderdaad romans die door hun inventiviteit een nieuwe kijk op de ons omgevende werkelijkheid mogelijk maken. Eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen…dat ik deze gedachte maar te berde breng omdat Bas Heijne ons aan het denken zette.

Gaat het om kijken of zien, gaat het om de lezer of om de schrijver? In wezen is de lezer afhankelijk van wat auteurs produceren, uitgevers de moeite waard achten om uit te geven en recensenten voldoende belangrijk achten om erover te schrijven. De schrijver kan inderdaad autonoom kiezen waarover het gaan zal, maar het zal de uitgever zijn die er zijn of haar fiat aan geeft. En toch kunnen we de verwijzingen naar Monsieur Germain of naar Proust, Joyce echt wel volgen. Onze instemming is dan ook niet moeilijk te verklaren, want ook wij vinden dat het hoe van een roman maar kan of hoeft onderzocht te worden als het aanspreekt. In het recente verleden werd het werk van Sandor Marai onder de aandacht gebracht en nog recenter kwam ook Hans Keilson plots uit het onbekende, voor een ruimer publiek weer opduiken en inderdaad, “in de ban van de vijand” geeft een beeld van Duitsland aan de vooravond van de conservatieve revolutie. Maar het boek staat niet alleen, een kleine vier jaar geleden kwam ook opeens de roman van Gunther Anders op de tafels van de betere boekhandel terecht, de Catacombe van Molussië met het indrukwekkende verhaal van een traditie die door gevangen werden doorgegeven. De kracht van het boek ligt in de wijze waarop Anders uitzoekt hoe het verzet tegen een absoluut of totalitair regime te werk zou gaan. In dezelfde orde vinden we dan in het verhaal “Alles Stroomt”van Vasili Grosman, die ons vertelt hoe het iemand vergaat die uit Kolyma, de Goelag terug in de stad van herkomst terecht komt en het nutteloze van de Revolutie tot zich laat doordringen.

Wat we te lezen krijgen in het essay van Heijne is vooral dat elke roman die naam waardig altijd weer de grenzen opzoekt, in een gegeven tijd van wat de werkelijkheid aan vertellenswaardig in zich draagt. Maar het gaat niet om de blinde kopieerlust van het leven. De waarheid moet gelogen worden, wil de lezer goed zien en meegaan in wat de auteur wil vertellen en de lezer zal die leugen als belangrijker aanvaarden naarmate die roman meer van de realiteit bloot legt. Maar de leugen is een kwestie van vinding, van bewogen zijn door het leven. Als Heijne er terecht op wijst dat de zogenaamde uit het leven gegrepen verhalen, in tv-series, maar ook in talloze goed voelende boeken, zoals over autisten die hun verhaal met verve doen, al dan niet geholpen door een ghostwriter, dan moeten we misschien bedenken dat de bestaansreden van die boeken niet literair is. Het punt is dat we de werkelijkheid inderdaad zien als een onoverzichtelijk iets, zoals Fontane schrijft, maar tegelijk is het bedenkelijk, zoals in vele spannende boeken of vermeend historische verhalen aan de orde is, dat de complexiteit teniet gedaan wordt, wel integendeel. Men kan geen huis clos scheppen, denk ik, tenzij dat overtuigend zou zijn, een ingesneeuwde chalet hoog in de bergen, of een schip op de oceaan, zoals in de novelle van Stefan Zweig

In “Austerlitz” vinden we terug hoe het oprekken van de mogelijkheden een roman werkelijk adembenemend kan maken. Ook omdat Sebald zoveel oog heeft voor de pracht van het Centraal Station in Antwerpen, maar vooral omdat de roman laat zien hoe de hoofdpersoon ontdekt waarom Austerlitz, de hoofdfiguur pas laat de reis kan maken die hem uit de dreigende vernietiging haalde, hoe hij de wereld van zijn ouders in Praag ontdekte en uiteindelijk toch voor de verleiding zwicht Duitse grond te betreden. In het verhaal, een raamvertelling krijgen we tweemaal, zelfs driemaal een heden te zien, dat van de tijd waarin de verteller schrijft en hoe hij bijvoorbeeld de nieuwe bibliotheek in Parijs ervaart, maar ook bijvoorbeeld het bezoek van de verteller aan Breendonk vertelt wordt. Het andere heden is dat van Austerlitz die door Europa trekt, steeds zorgvuldig Duitsland vermijdend, waardoor zijn architectuuronderzoek een merkwaardige lancune oninvulbaar maakt. Het derde heden is dat van de kleine Austerlitz, de naamsverklaring ook. En moeten we nog verwijzen naar de wijze waarop die Austerlitz over zijn jeugd en jonge jaren vertelt? De Roman is dan echt niet dood, alleen is de vorm en de aanpak telkens weer zo bijzonder. In die zin kunnen we inderdaad verwijzen naar Toine Heijmans, op Zee als een geslaagd verhaal, waarin de geschiedenis van een waanzin op geheel eigen wijze aan de orde komt.

De roman zal bestaan zolang er lezers zijn, denk ik, maar ook zolang er schrijvers zijn die de mogelijkheden van het verhaal eigenwijs en eigengereid naar hun hand zetten. Wel is het zo dat men vele romans ten onrechte die benaming heeft. Een fictieve autobiografie kan een sterke indruk maken terwijl een biografie of autobiografie hoogst weinig om het lijf heeft, soms. De discussie over hoge en lage cultuur, die Bas Heijne hier voert, hebben we niet zo sterk in de verf gezet, maar we menen dat juist die discussie zinledig is. Die discussie wordt ook wel gevoerd, maar is zinledig omdat wat men lage cultuur in feite betrekt op wat leeft bij “le menu peuple” terwijl men het eerder kan hebben op een hopeloos gehipte entertainmentindustrie. In die zin verbazen de lui die tegen het elitisme en snobisme van de kunst van leer trekken me steeds weer, want zij blijken vooral medeplichtig aan het promoten van wat de globale industrie voorstaat. Goed entertainment vraagt ook vakmanschap, maar het is niet per se grote kunst.

Bart Haers

vrijdag 30 september

Reacties

Populaire posts