Gezondheid is geen lotje uit de loterij meer, wel beheersbaar en vergt zelfzorg
Dezer Dagen
Mijn
gezondheid
is alles, toch?
Een boekvoorstelling is een bijzonder ritueel, waarbij men al eens de indruk krijgt dat de aanwezigen vanzelfsprekend vol lof zijn, ook al hebben ze het boek in kwestie nog niet gelezen. We hebben het niet over romans en novelles, maar eerder over wetenschappelijke of maatschappelijke aangelegenheden; Ignaas Devisch schreef al over vuur en ons al te drukke leven, met Jean-Paul Van Bendegem had hij op de radio een regelmatig terugkerend verhaaltje over dooddoeners, zoals: gezondheid en dat we nog veel jaren mogen mogen, terwijl we ons bijna lazarus zuipen. Hier dus enkele overwegingen over wat de boekvoorstelling en het boek met zich meebrachten.
Maar misschien is het wel eens goed, doet het deugt
aan ‘t hartje, om met magen en vrienden op tijd en stond een glas te drinken op
de gezondheid om vooral te vergeten dat gezondheid en alcohol op gespannen voet
zouden staan. Maar is het houdbaar in een cultuur mensen de toegang tot alcohol
te ontzeggen? Gezondheid en preventie gaan hand in hand, maar wie al veertig,
vijftig jaar regelmatig nieuws consumeert weet dat sommige kwesties voorbarig
beslecht worden, waarbij enige kennis van statistiek van pas kan komen. Toch
zou men, bedacht ik me tijdens de inleiding van de auteur, Ignaas Devisch,
altijd de grondgedachte van Aristoteles voor ogen moeten houden, namelijk dat
men het menselijke functioneren best kan afmeten aan hoe mensen zich wel
bevinden. Aan de andere kant, het lijkt erop dat al die gezondheidsadviezen
niet altijd goed opgenomen worden, zoals blijkt bij het onderzoek naar
darmkanker. Veel mensen blijven er zich ver vanaf houden, wellicht uit angst
voor de ziekte. Er zou een schrijnend verschil zijn tussen mensen met een
hogere opleiding en laag geschoolden, al lijkt dat in de praktijk net te
vervagen, omdat steeds meer mensen hoger onderwijs volgen.
Het interessante aan de uiteenzetting van Devisch
was nu net dat hij ons uitnodigde na te
denken over wat gezondheid is, hoe we
het ervaren als we ons gezond voelen, de “silence des organes” dus. Het is al
een oude gedachte, zou men denken, maar tijdens het lezen van boeken uit de
negentiende, achttiende eeuw komt een menstype naar voor dat op het eerste
zicht hypochondrisch lijkt, maar mensen hadden wellicht ook meer kwalen en
kwaaltjes en af toe ook ingebeelde ziektes waarvoor burgerij en adel op tijd en
stond naar kuuroorden als Spa of Baden dan wel Vichy trekken.
Dat zowat 80 jaar geleden een aantal politici,
vakbondsmensen en andere mensen die in het verborgene moesten leven tot een
overeenstemming kwamen dat er een verdere uitbreiding moest komen van de
sociale zekerheid en dus ook voor ziekteverzekering, die in de 19de
eeuw waren ontstaan op initiatief van werknemers, arbeiders en bedienden en
waarbij de solidariteit cruciaal was en
dus iedereen die ziektekosten maken moest verzorgd werd en de verzekering voor
kleine en grote risico’s tussenkwam. Het feit dat men wel eens poneert dat wie
ongezond leeft, bij ziekte niet gesteund mag worden door het ziekenfonds en Riziv,
kwam aan bod. Als we zien hoe de na de pandemie de gemiddelde levensverwachting
opnieuw boven de 80 jaar uitkomt, terwijl in landen met een ongezonde
gezondheidszorg – omdat niet iedereen toegang heeft tot reguliere en
kwaliteitsvolle gezondheidszorg – die levensverwachting daalt of niet zo hoog
wordt voor een armer deel van de bevolking komt zelden aan de orde. Maar wie
zou uitkijken naar een lang leven, wanneer perspectieven op vakantie en zelfs
maar gewoon eens goed tafelen niet meer weggelegd blijken en dan zwijgen we nog
over een hoop andere facetten van wat we het goede leven kunnen noemen wegens
ongezond? Kunnen noemen, want er bestaan alternatieven voor de roemruchte
bourgondische levensstijl, die ook rekening houden met dierenwelzijn en
biodiversiteit. Mensen, zeker sinds de jaren 1960, doen meer aan zelfzorg en
steeds meer mensen lenen er het oor naar, lezen artikelen, doorgaans in
vrouwenbladen, over wat nu aangewezen is, maar de neiging tot overdrijven, bijvoorbeeld
het gebruik van voedingssupplementen en vitamines, wordt nu ook als een
probleem gezien.
Het gezondheidsbeleid is in diezelfde periode ook
steeds meer aan preventie gaan doen, zodat Ignaas Devisch ons kan aantonen dat
onze omgang met het vege lijf gewijzigd is: waar vroeger mensen het lot en de
fortuin dankten voor een goede gezondheid, is er nu sprake van beheersing van
lijd en leden, door gezonde voeding na te streven lichaamsbeweging niet te
veronachtzamen en een gezond milieu op te zoeken. Maar zoveel klanten als McDonalds
en KFC krijgen, de vele snoepen in de winkels, het lijkt moeilijk vol te houden
dat veel mensen zich aan de regels voor een gezonde voeding kunnen of zelfs
willen houden; een sobere levensstijl is niet voor iedereen weggelegd, blijkt
telkens weer. Voor wie pleit voor een algemene verspreiding onder de bevolking
van veganisme, of toch minstens vegetarisme, geldt dat dit voor alles en iedereen
het beste is, terwijl daar toch ook vraagtekens bij te zetten zijn.
Bovendien, kwam de vraag me bezoeken, hoe het nu gesteld
is met zelfbeschikking en zelfbeschikkingsrecht. Ah neen, hoort men dan, mensen
moeten gezond leven, want dan leven ze langer gezond en zijn ze de samenleving
minder tot last. Neen hoorde ik, rokers bijvoorbeeld betalen veel belastingen
en sterven doorgaans vroeger. Maar de behandeling zou duur uitvallen? Ook dat
is zomaar hard te maken. Moet men dan mensen vrij laten te roken? Het draagt
niet zo heel bij aan het algemeen welbevinden, zoals blijkbaar het probleem was
in een psychiatrische kliniek in Groningen, waar het roken helemaal was
verboden[i].
Men stelde veel weerstand vast bij de
patiënten en ook – plaatsvervangend – bij het verplegend personeel. De
Standaard bracht wel aandacht op voor het initiatief, maar ik heb niet de
indruk dat het relatieve succes, de onhoudbaarheid van een rookvrij UPC aan de
orde kwam. Ten gronde is het maar de vraag of men rokers zo hard kan aanpakken
en dan niets zeggen over drugsgebruikers, behalve de middelen die men op straat
vindt, bij daklozen, want die moeten maar eens op zichzelf gaan letten en voor
zichzelf zorgen. Een beetje onmenselijk toch.
De wereld tot een paradijs maken, het komt altijd
terug, van Geert Grote tot dit initiatief in Groningen, maar men houdt niet
altijd afdoende rekening met de aard van het beestje, de mens. Dat is ook wat
in het gezondheidsbeleid vaak onder het tapijt geveegd wordt. Mensen voelen dat
de kans op een lang leven alsmaar groter wordt, maar stellen onderweg ook al
eens vast dat het niet evident is op een
zinvolle manier door de dag te komen, als de silence des organes eenmaal
aangezwollen is tot knerpende gewrichtspijn en andere lastige bewegingen, dan
is het misschien niet zo aanlokkelijk om oud te mogen worden. Want de mensen
die 100 worden, werden geboren in de jaren 1920 en hadden een zwaar leven, echt
een zwaar leven. En ze rookten ook nog eens, soms al van 12 jaar af. De ene
80-jarige zit nog vol levenslust, de andere kraakt en piept, maar zal de
kaartnamiddag niet missen, ook al hoort hij niet goed meer.
Die beheersbaarheid wordt als een summum van vrijheid
voorgesteld, terwijl de situatie waarbij mensen zelf verantwoordelijk worden
gesteld voor omstandigheden die ze zelf niet onder controle konden hebben,
zoals milieuvervuiling – denk aan de kolenkachels in de scholen tot 1970, maar
ook andere belastende ontwikkelingen, die de gezondheid direct of via derden
kon belasten – alles behalve fair kan heten. Thalidomide, het werkzame
bestanddeel van een middel tegen hoofdpijn, slapeloosheid en
ochtendmisselijkheid was in België en Nederland bekend als softenon, bleek al
vrij snel bedenkelijke gevolgen te hebben op boorlingen. Het was blijkbaar niet
voldoende vooraf getest en in Duitsland zelfs vrij op de markt. Toen eenmaal de
gevolgen en de oorzaak, thalidomide duidelijk waren, werd de acceptatie van geneesmiddelen
aan meer en duidelijker eisen onderworpen.
Het is een domein van de gezondheidszorg waar het ook
tijdens de coronapandemie om was gegaan en waarbij nogal wat mensen vragen
hadden over de veiligheid van het voorkeursvaccin, net omdat men zo snel was
kunnen gaan met de nieuwe technologie en een werkzaam en veilig vaccin had
klaargestoomd, moesten we niet verheugd zijn dat er zo snel een vaccin beschikbaar
werd? Men was verwonderd dat mensen, zeker in alternatieve milieus zo weigerachtig
stonden tegen het verhaal van vaccins, maar ook de consequentie, de uitsluiting
van collectieve activiteiten, werd als onrechtmatig en disproportioneel
voorgesteld. Maar wat is de noemer in deze? Zelf vond ik het een logische
benadering van het probleem, c.q. het beperken van de besmettingen, net zoals
met de mondmaskers het geval was geweest. Voorkomen van deze aandoening is
bijzonder werkzaam geweest, al werd de individuele vrijheid door het instellen
van de lockdowns zeer ingeperkt en dat deed me ook wel pijn, maar goed, besmet
worden en eventueel long Covid oplopen is toch geen bron van vrijheid, eerder
een moeilijk te aanvaarden risico. Maar het alternatief was een woekerende
pandemie geweest waarbij veel (oudere) mensen en zieke mensen, gesneuveld zouden
zijn, wat meteen, enigszins cynisch, de vergrijzing voor enkele jaren had
getemperd. Het was dus voor de beleidsmensen heel wat wikken en wegen, waarbij
zeker bij aanvang zijzelf ook dachten dat het niet zo erg kon zijn, een griepje,
maar vervolgens moesten we in ons kot blijven. Nu woon ik niet in een kot, maar
de oproep was na de info over de situatie in Bergamo wel aangekomen.
De deelnemers aan het gesprek, mevrouw Maggie De Block,
Yvonne Denier, wetenschapsfilosofe en Paul Callewaert, voorzitter Solidaris, met Virginie Platteau waren het erover eens
dat niemand de gepaste zorgen kon ontzegd worden en Ignaas Devisch wees nog
eens op het belang van de onvoorwaardelijkheid van het gezondheidssysteem. Toch
had ik naderhand nog vragen te beantwoorden voor mezelf, want het valt me al
enige tijd op dat we door de proliferatie van geneesmiddelen, van diagnostische
methodes en therapieën, zeker met de nieuwe generatie op DNA gebaseerde
middelen dat succes wel eens onbetaalbaar zou kunnen blijken. Het verhaal van
baby Pia en haar aandoening, een vorm van kinder-ALS, werd breed uitgesmeerd in
de pers, waarbij men het bedrijf zwaar aanviel op het punt van toegankelijkheid
tot het middel, maar in Vlaanderen werd niet, zoals wel het geval is in Brussel
en Wallonië bij de hielprik deze aandoening opgenomen, waardoor de fatale diagnose
later kwam dan wenselijk was. Maar in gemoede moet ik vaststellen dat veel
informatie door journalisten, die hun vak nochtans ernstig nemen, niet opgepikt
en doorgegeven wordt omdat ze geen lezers zou interesseren, terwijl
gezondheidsmagazines in de krantenwinkel en online het toch wel goed doen, net
als bijlagen. Het ware nuttig geweest een longread aan te bieden, waarin de
vele facetten van de kwestie aan de orde konden komen. Niet iedereen zal het
lezen, maar het zal een bredere verspreiding kennen, al doen artsen wel hun
best, maar zij alleen kunnen het wantrouwen niet opvangen en omzetten in een
goed gesprek.
Dus blijkt de samenleving erg verdeeld, want aan de
ene kant zijn er mensen die, zoals gezegd, hypochondrisch elke ziekte vrezen,
zelfs een onnozele verkoudheid, terwijl anderen dan weer geloven dat de
(moderne) geneeskunde hen alleen kan schaden. Hoe kan men van zichzelf denken aan
zelfzorg te doen, maar de kinderen een vaccin tegen mazelen ontzeggen, ondanks
het feit dat men zo de bescherming tegen dat virus ondermijnt. Wat mij tijdens
de pandemie en vooral de lockdown opviel dat soms vergeten werd wat het doel
was, de verplichte quarantaine diende de verspreiding van het virus tegen te
gaan, maar niet als een gesel voor de mensen. Wie zich informeerde over de
Spaanse Griep (1917-1921) beseft hoe heftig zo een pandemie kan zijn, maar we
hebben weinig historische studies gezien die de gevolgen ervan voor de
politieke en maatschappelijke stabiliteit onderzochten en een verband zien met
de moeilijke herstart na de oorlog, zelfs in Nederland, toch een neutraal land.
Het is een vraag die in het licht van de afgelopen jaren wel eens bekeken kan
worden. Het lijkt erop dat men toen, en nu, meende dat de gebeurtenissen in
Duitsland en Europa, het gevolg waren van de oorlog, waar de Griep niets aan
zou hebben toegevoegd. Vreemd. Overigens, wie de geschiedenis van de 14de
eeuw doorneemt, merkt wel dat men aandacht geeft aan de Pestpandemie, maar
behalve Barbara Tuchman lijkt men er weinig gewicht aan toe te kennen, ondanks
de inflatie die volgde en het verlies aan werkkrachten. Maar er waren ook
beduidend minder monden te voeden, zou het dan moeten klinken. Quod Non. Zo
lijkt ook de ontwikkeling van de geneeskunde, waarbij ziekenhuizen belangrijke
werkgevers zijn, ook aan toeleveraars, niet echt van gewicht te zijn voor
historisch onderzoek, terwijl demografische parameters toch imposante gevolgen
heeft, om de vergrijzing niet te noemen.
Het brengt ons bij de gedachte dat mensen al vroeg in
de geschiedenis zochten naar oplossingen voor ziektes, remedies, maar ook naar
manieren om een en ander te voorkomen. Bedenken we hoe langzaam de toename van
de bevolking, op wereldschaal, doorheen de tijden is verlopen en dan plots, rond
1750 een hoge vlucht heeft genomen, dan is duidelijk dat de toename van de
kennis van de fysiologie en in het vervolg daarvan de behandeling is
toegenomen, dan wordt het lastig die toename zomaar als een zegening te waarderen.
Maar we zijn er en nu we in staat zijn te bedenken hoe mensen 120 jaar oud
zouden kunnen worden, wordt de vroegere vrijheid om het ervan te nemen een verbod
of zelf opgelegde versterving – wie kent het woord nog? - dat net niet meer te
doen, met het oog op de eigen gezondheid, maar ook bijvoorbeeld op het milieu,
want veganisten claimen dat zij een kleinere ecologische voetafdruk hebben dan
carnivoren. Alleen voelt een behoorlijk deel van de bevolking zich niet
geroepen daarvoor te kiezen, want dan moeten ze zich veel genoegens ontzeggen,
het savoureren ervan geeft immers ook levensvreugde, al kan dat ook een
illusie blijken. Toen ik naar het debat
zal te luisteren, merkte ik een zekere geruststelling op, want de Apocalyps
hangt ons niet boven het hoofd, ook al omdat Ignaas Devisch meent, naar ik
begreep, dat het risicovol is mensen dwangbevelen voor te schotelen over hun
gedrag en leefstijl, waarvan ze misschien wel het nut inzien, maar niet de betekenis
voor hen. Oh ja, een van de elementen in het gezondheidsdebat gaat ook over de
kosten van de medische verzorging van wat men vermijdbare aandoeningen lijkt te
noemen. In se mag men wel oud worden van jaren, maar liefst niet op kosten van
de ziekteverzekering maar goed, waar en wanneer is er verantwoordelijkheid van de
patiënt in het geding. Het blijft een heet hangijzer, waaraan men niet lijkt te
ontkomen. Nog eens, preventie afwijzen, zoals vaccinaties kan men niet verantwoorden,
maar tegelijk zal het wellicht mensen niet gelukkiger maken als ze ouder mogen
worden maar liefst niet wanneer dat langdurige zorg zou vergen. Wie patiënten
met dementie heeft gevolgd in hun laatste jaren of een patiënt met ALS,
begrijpt dat er geen lievemoederen aan helpt, noch hardvochtigheid, want de
ziektes zijn nog niet helemaal voorspelbaar. De genetische code voor ALS blijkt
nog maar goed 10 jaar, sinds 2014 uitgelezen te zijn. Maar zou het zinvol en zelfs
ethisch zijn het gen op te sporen bij de hielprik, als er aan de ziekte niet
verholpen kan worden wegens nog geen therapeutische aanpak.
Tot slot kon ik me niet van de indruk ontdoen dat onze
omgang met gezondheid inderdaad wel eens alarmistisch lijkt, terwijl aan de
andere kant de verworvenheden van de emancipatie van het individu terzijde
geschoven wordt, omdat men een rookvrije generatie wil. Intussen blijken drugs
gemakkelijk verkrijgbaar te zijn en in grote hoeveelheden geconsumeerd. Kan men
de strijd tegen tabak nog verantwoorden, overwegende dat jongeren veertig jaar
geleden wel eens de sigaret verkozen boven drugs of om zich te beveiligen tegen
drugs? Zoals Ignaas Devisch in al zijn rake beknoptheid stelde, is toegankelijke
gezondheidszorg voor iedereen van groot belang, maar kan men niet zomaar een
ziekte toeschrijven aan een fout gedrag voorheen, want bon, zelfs de patiënten
van asbestose en zo kunnen niet echt rekenen op hulp van de hogere overheid.
Dat fnuikt het vertrouwen in de gezondheidszorg en de rechtsbescherming. Jawel
dus, preventie en zelfzorg zijn nuttig en aangewezen, maar het zal dan wel gaan
om de dagelijkse zorgen.
Bart Haers
[i] chrome-extension://efaidnbmnnnibpcajpcglclefindmkaj/https://www.rookvrijezorg.com/wp-content/uploads/2022/03/Document-beloop-implementatie-Universitair-Centrum-Psychiatrie-UMCG-2021.pdf
Reacties
Een reactie posten