De Medina-lezing en de utopische verleiding
Reflectie
Ayaan Hirsi
Ali en
het
religiedebat
Ayaan Hirsi Ali, Ketters. Pleidooi voor een hervorming van de Islam.Uitgeverij Atlas-Contact 2015. 288 pp. Prijs 19,99 € (naar aanleiding van interviews bij Ter Zake en Pauw)
De dag dat ze afscheid had genomen van haar zitje in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, gaven
sommigen het recht op over immigratie, identiteit en nationalisme nog iets
ernstig te zeggen. Dezer dagen is Mevrouw Ayaan Hirsi Ali terug op de politieke
Bühne en vooral voedt ze het debat over hoe de Islam eventueel zou kunnen
veranderen en waar de spanningen zich situeren tussen de zwijgende meerderheid
binnen de Islam, de strijdvaardige aanhangers van een Islam die de samenleving
volledig wil beheersen terwijl er aan de andere kant, zegt zij, moslims zijn
die de onveranderlijkheid van de leer en de praktijk in vraag stellen. Medina
versus Mekka?
In Ter Zake viel het gesprek tegen, omdat men ervoor koos
net die Medina-moslims niet voor het hoofd te stoten. Jeroen Pauw evenwel maakte
veel goed, al bleek ook daar een zekere neerbuigendheid moeilijk te vermijden.
Wij Europeanen weten altoos waarover het gaat. Dat Ayaan Hirsi Ali in haar
jonge jaren zelf de kant op ging van een strijdbare Islam, die de geldigheid
van de Sharia aan iedereen wilde opleggen, schreef ze bij mijn weten al in haar
autobiografische relaas "Vrijheid" - terwijl daar de nadruk lag op
het ontsnappen aan de familie, aan de Islam als (vrouwverdrukkende) institutie.
Maar vooral wilde ze daar de weg tonen die ze vond om haar vrijheid te
veroveren en het blijft indrukwekkend, dat verhaal, net omdat ze haar
integratie beleefde als een nieuwe vorm van strijdbaarheid. Nu ging ze voor de
Verlichting en wel voor die opvatting die door Jonathan Israël werd uiteengezet
en waarbij - kort door de bocht - deïsten, theïsten en andere stromingen niet
tot de harde verlichting werden gerekend. Begrijp: iedereen met nog enige link
met een god of afgod valt uit de boot. Ik denk dat dit de Verlichting al te
schraal en benepen beschrijft, al blijven de boeken van Jonathan Israël
indrukwekkend genoeg. Wellicht, valt dan te vrezen, dat de volgelingen van
Jonathan Israël er een synthese voor twitter van hebben gemaakt, #harde
verlichting.
Kan men nog aannemelijk maken dat mensen van mening
veranderen, in het geval van Ayaan Hirsi Ali was het opvallend, zoals bleek uit
haar eerste boek, dat de ontmoeting met de Europese cultuur en met de
ideeëngeschiedenis voor haar, met alle inspanningen die ze leverde om het
Nederlands te leren, om te studeren en vervolgens dus creatief en politiek uit
de hoek te komen, dat ze zonder meer een bekering had beleefd. Alleen al dat
traject had ene Rita Verdonck, toen staatssecretaris en bevoegd over de
geldigheid van de naturalisatie te erkennen tot een andere visie kunnen
verleiden, maar ondanks druk van mensen als Leon de Winter, Gerrit Zalm en
andere prominenten vond IJzeren Rita dat de wet, de harde wet ook voor Ayaan
Hirsi Ali zou gelden, onverbiddelijk.
De wet geldt nooit onverbiddelijk, wel kan men soms niet
anders dan de omstandigheden te laten spreken. Mevrouw Ayaan Hirsi Ali had
gelogen over haar parcours, haar naam en kon dus geen aanspraak maken op asiel,
laat staan op haar Nederlandse paspoort en dus al helemaal niet op haar zitje
in de Tweede Kamer. Ik dacht toen en nu nog steeds dat men van asielzoekers mag
accepteren dat zij hun dossier zo gunstig mogelijk inkleuren, al noemen we dat
dan een leugen. Zoals Koningin Beatrix het ooit zou gezegd hebben: de leugen
regeert. In menig opzicht houden we ervan onze vitrine zo fraai mogelijk te
versieren en de grens tussen opleuken en liegen is soms dun. Maar Mevrouw
Verdonk was ook niet vies van het sieren van haar hoed met pluimen. Heeft ze
ooit gelogen? Niet dat ik weet, maar het blijft me dwars zitten dat ze door
niemand werd tegengehouden omdat haar partij d'r stemmenpotentieel niet wilde
verliezen. Lood om oud ijzer.
Medina versus Mekka
In elke religie met een lange en complexe geschiedenis valt
het niet zo moeilijk, nadat men eerst zelf onbewust en soms ook wel voorbewust
een bepaalde keuze heeft gemaakt, die visie met gepaste teksten te onderbouwen.
Bij het katholicisme dezer dagen valt dat in zekere moeilijker, maar ook hier
zijn er nog wel pilaarbijters die bepaalde inzichten graag centraal zetten die
zelfs geen voetnoot kunnen vormen.
Ayaan Hirsi Ali scheidt het kaf van het koren door te
verwijzen naar een bekende ambiguïteit in de Islam: Toen Mohammed in Mekka zijn
omgeving had meegekregen, kon hij tijdelijk een vredevorst worden en mensen
aanzetten vreedzaam met elkaar om te gaan. Maar toch moest hij zelfs daar
wegvluchten. In Medina moest de profeet dan weer strijden om het overleven en
dat van zijn groep te verzekeren. Oorlog vergt bijzondere ingrepen en dat
brengt veel mee, ook wreedheid en hardvochtigheid, zoals dat ook in de Bijbelboeken
Exodus, Leviticus en Numeri het geval is. Veel van de regelgeving rond identiteit,
reinheid, strijdbaarheid staan daarin opgenomen, deels verhalend, deels als
wet- en regelgeving. Ook daar wordt afvalligheid niet getolereerd.
Stelt men dus de strijdbare uitspraken van de profeet
tegenover zijn pogingen een samenleving te organiseren, dan kan men met Ayaan
Hirsi Ali inderdaad de vertaalslag aangaan, al ligt dat voor moslims, anders
dan voor ons hoe dan ook delicaat, omdat wij niet (meer) aannmen dat het woord
Gods ook werkelijk rechtsstreeks van die God zou kunnen komen. Maar tegelijk
zien we wel dat bewegingen die zich intens met de bijbellezing inlaten wel vaak
succes boeken bij ontvankelijke zielen want wie op elke vraag een antwoord uit
de bijbel kan geven is gauw overtuigend en wie vrede heeft met de antwoorden
voelt zich alras thuis. Het gaat dan wellicht om een hongeren en dorsten naar
inzicht en kennis en wie dan plots ontdekt hoe eenvoudig het allemaal wel niet is, kan daar dan mee verder en ook
de techniek onder de knie krijgen de juiste antwoorden te vinden in de bijbel.
Op zich kan zo een voorbijgaande fase van intense
bijbellectuur geen kwaad en overigens, als lezer van de lange afstand, dat wil
zeggen, van de werken die niet altijd direct en onversneden genoegen zoeken,
maar net in het "samenlezen" een genoegen heeft gevonden, dat wil
zeggen dat het lezen altijd deel is van een grotere onderneming, levenslang
leren, zeg maar, kan ik dat zoeken naar antwoorden deels begrijpen. Het risico
is evenwel dat men dan alleen een bepaalde weg doorheen de bijbel volgt en
andere uit het oog verliest. Bijbelcommentaren uit de tiende tot twaalfde eeuw
kwamen er soms toe te begrijpen dat de bijbel wel meer verhaallijnen kende.
Zelfs de commentaren op het hooglied, een sensueel hoogstandje, gaan niet
altijd over de vergeestelijkte liefde of de kerk als bruid/bruidegom.
Het omgaan met teksten als Bijbel, Thora en Koran was noch
is vrijblijvend, maar begreep ik Ayaan Hirsi Ali goed, toen ze bij Jeroen Pauw
te gast was, dan dient men niet de die hards met argumenten te bestrijden, want
zij hebben gekozen voor één lezing en laten andere domweg niet toe. De grote
groep stille getuigen zal men wel aanspreken als we vanuit het vrijzinnige
westen, met gepaste afstandelijkheid, de andere lijn voldoende exposure geven. Het is niet het ei van
Columbus, hoorde ik al, maar ik denk wel dat wie de jonge verlichte kerels en
meisjes wil overtuigen niet naar het Kalifaat te trekken, niet zomaar kan
zeggen dat ze de Koran moeten afzweren. Als deradicalisering en contrapropagande
zal dat weinig effectief blijken. Binnen de Koran en zonder de strakke visie a
priori af te doen als verzinsel, de Mekka-lezing bevoordeligen zou wel eens
effectiever kunnen wezen.
Ketters en de verleiding van strijdvaardige Einzelgänger
Als we de afgelopen via de media hoorden spreken over Syriëvaarders
en als we hen zelf hoorden, zagen, begrepen we het vanzelf, dit zijn onze jongere
broeders, want generatiegenoten 30, 40 jaar geleden trokken naar Bagwan, Opus Dei of
andere groepen, waar ze zich opgenomen voelden, maar tegelijk bevestigd in hun
anders zijn ten aanzien van hun familie en vrienden van weleer, superieur ook. Het is waar, ze gingen niet
vechten, dat was weggelegd voor andere generatiegenoten of iets ouderen, die
ter linker zijde gingen militeren en al eens droomden van oefenkampen in
Jordanië. Zelf was ik niet zo geporteerd voor dat soort bewegingen, maar ik
bezocht wel Taizé en ervoer daar enigszins dat anders zijn en toch opgenomen lijken
in een grote groep gelijkgezinden. Het moto van Frère Schutz was uiteraard op
vreedzaam samenleven gericht, maar als je daar op die heuvel in Bourgondië
35.000 jongeren ziet samentroepen, dan kom je ook wel in een sfeer, een
ambiance terecht die Hesse beschreef in "Reis naar het Morgenland".
Niet iedereen zal het op prijs stellen die vermaledijde die
hards en strijders verbonden te zien met wat ze dan als typisch Westerse
cultuurfenomenen beschouwen. Toch speelt
hier iets dat we onder ogen moeten zien, het vermogen van mensen dingen te bedenken,
die in genen dele te maken met hun primaire behoeften en ook nog eens apert in
strijd met de Ratio.
Ketterijen ontstaan vaak als we niet meer voldoende
meekrijgen vanuit het institutionele geloof, de heersende 'idées reçues', maar
zelf doelbewust of zonder landkaart er geestelijk op uit trekken. Verveling kan
meespelen, een zekere begaafdheid ook, maar ook een plotse of latente aandacht
voor de verhalen die verteld worden. Ketterijen zijn er omzeggens altijd en
zolang ze niet publiek gaan, kan men die er als instituut wel bij hebben, maar
als het ketterse addergebroed steeds omvangrijker wordt en elkaar gaat
ondersteunen, dan moeten orthodoxen wel in het geweer komen. Maar ketterijen
maken weinig kans als er niet afdoende (jonge) mensen zijn die hun Einzelgang
aanvatten.
Samenleven en de kracht van ideeën
Tot slot mogen we er niet omheen blijven dansen, dat we de
afgelopen dertig, veertig jaar het individuele en autonome (innerlijke) leven
hebben gepromoot, alsmede de idee dat we voor onszelf moeten instaan. En ja, de
verering van de Rede als ding, uitlopend in vormen van utopisch liberalisme
hebben ook niet iedereen overtuigd. Naarmate de ideeën over zelfzuchtige genen,
een autonoom brein en nog wat inzichten nopens de kern van de evolutietheorie,
die men is gaan vertalen als evolutionaire psychologie in de zin van, hoe kan
het anders, bevestiging van de idee dat een individu de kern is van het leven,
terwijl er ampel aanwijzingen voorhanden zijn dat mensen ook met anderen leven,
werden kwesties over samenleven en hoe samen te leven problematischer, taboe
zelfs.
Vergaloppeer ik me als ik vermoed dat Ayaan Hirsi Ali haar
eigen scherpslijpende visie op de Verlichting heeft bijgeschaafd en op die
manier ook in de Islam opnieuw tekenen van hoop kan ontwaren, al hebben de
Moslims die niet de Medina-lezing aanhangen - dus niet de oorlog verkiezen als
weg noch voor een utopie willen gaan - het moeilijk binnen de gemeenschap, dan
denk ik toch dat ze gaandeweg heeft begrepen dat de Islam er is, dat er moslims
zijn die hun heilsstaat willen inrichten ten koste van afvalligen en andere
ongelovigen en dat er ook andere moslims zijn, vaak ook Einzelgänger, zoals
Ayaan zelf er ook een is. In deze mag vermeld dat ze Malala Jousafzai als een
sterke en bewonderenswaardige persoonlijkheid.
Het punt kan dus zijn
dat mensen die kiezen voor hun (vermeende) Einzelgang, wezenlijk worstelen met
het behoren tot een samenleving die hen niet zint. Groot nieuws zal dit wel
niet zijn, maar toch zal men hen niet zomaar via "heropvoeding" tot
betere gedachten brengen. Maar dat lukt niet, valt te vrezen als we niet
begrijpen dat ook de tegenstanders van de harde lijn niet anders dan
Einzelgänger zijn, die niet altijd veel steun van hun omgeving genieten en toch
voor de kracht van verandering gaan. Juist
dan is een figuur als Ayaan Hirsi Ali van belang, omdat haar getuigenis,
testimonium, toelaat te begrijpen dat mensen niet zomaar in de Jihad terecht
komen, maar ook dat dit niet zomaar een fatum hoeft te zijn.
De kwestie is dan niet de samenleving aan te passen aan de
wensen van mensen die er geen vrede mee hebben, maar te verzoeken te komen tot
inzichten over hoe een samenleving werkelijk het individu ten goede kan komen
en het handelen van deze mensen het algemeen belang. Er kan bij dat alles geen
sprake zijn van instrumentaliseren, niet van Ayaan Hirsi Ali, niet van haar
boodschap en ook niet van die mensen zelf.
Maar het gaat er niet
om te zeggen, alleen maar met veel omhaal van woorden onze waarden uit te
venten en vervolgens ontgoocheld en dan zelfs boos uit te halen als zij niet willen horen. Vrijheid kan men
wel benoemen, maar hoe het aanvoelt, heeft onder meer Alicia Gescinska
beschreven, want ook deze filosofe - afkomstig uit Polen - diende tegen wel wat
hindernissen op te boksen en vooroordelen, wat haar sterkte. Zij laat zien dat
de vrijheid zich veroveren laat, naarmate men capaciteiten ontwikkelen kan.
Positieve vrijheden? Voor sommige ideologen en filosofen is het erover, maar
men mag niet alles tot een positieve vrijheid verheffen. Het gaat denk ik om
vaardigheden om in het dagelijkse leven te voorzien, maar evengoed om deel te
kunnen nemen aan het maatschappelijke, politieke gebeuren. Het politieke zoals
Hannah Arendt en ook wel Richard Sennett het bekijken, dat wil zeggen dat de politique
politicienne er ook wel deel van is, maar geenszins het volledige plaatje.
Ik hoop dan ook dra het boek te kunnen lezen, want alleen al
het gesprek, zoals u mocht lezen, leverde enkele reflecties op. Zal het helpen
komaf te maken met het geweld in Syrië? Zo doelgericht kan denken niet altijd
wezen, want dan zouden we of de oorlogvoerenden vrede moeten opleggen en ook
nog eens van een en ander overtuigen. Ayaan Hirsi Ali laat wel zien dat
nadenken heroverwegen kan zijn en zo tot een nieuw gesprek aanleiding kan geven.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten