Eeuwige en andere waarheden
Dezer Dagen
Godsdienstwaan en -oorlogen
worstelen met oude of nieuwe demonen
Een paar maanden geleden
hoorde ik een jonge filosoof Maarten Boudry boudweg fulmineren dat elke religie
niet meer is dan een schadelijke illusie en dat we ons met nuttige illusies
moeten inlaten met de waarheid - zonder hoofdletter. Ik was daar behoorlijk opgelaten
over, in de betekenis van gegeneerd en zelfs bevangen door plaatsvervangende
schaamte, omdat ik dacht dat die discussie in de jaren 1980 was uitgevochten en
dat religie een faculteit is waar sommigen zeer aan hechten en anderen niet.
Maar ergens woedde de veenbrand verder en kon men wel opmerken dat de discussie
opnieuw zou oplaten. Na het aanhoren van de heer Boudry heb ik bewust het boek
niet aangeschaft, omdat er andere dingen te lezen zijn, zoals Judas, van Amos
Oz, inderdaad over politieke en religieuze illusies, over verraad en over de
relatie tussen Jezus en de Joodse gemeenschap.
Begin 2016 menen
briefschrijvers in de krant dat men (als gelovige) geen uiterlijke tekenen van
de obediëntie waaraan men verkleeft is, mag dragen in het publiek, dat geen
enkele theologisch fragment politieke beslissingen mag beinvloeden - dus ook
niet van de rechtvaardigheidsideologie van John Rawls - en dat politiek
rationeel moet gevoerd worden. Niet de religie moet hier verdedigd worden, wel
de vrijheid van levensbeschouwing en het feit dat een levensbeschouwing ook in
ons handelen, spreken en besluiten tot uiting moet kunnen komen, anders heeft
die geen betekenis. Soms klinkt het dan, dan botst het eens een keertje. Moet
dat burgerkrijg leiden? Daar zijn we hier toch aan voorbij, maar niet overal.
Tomas Sedlacek beschreef in
filosofie van goed en kwaad dat in de sociale wetenschappen, zeker in de
economie het geloof, zeg maar de illusie van objectiviteit schadelijke vormen
kan aannemen. Natuurlijk weerspiegelt een begroting van een politieke overheid
niet enkel de werkelijkheid maar ook hoe die volgens de opstellers eruit zou
moeten zien, terwijl de boekhouding van diezelfde overheid weinig ruimte laat
voor frivoliteiten. Niettemin geloven we graag, te graag dat experten de
economische toekomst kunnen voorspellen en zelfs de sociale werkelijkheid wil
wel eens onderhevig zijn aan aannames die ons leuk lijken, maar niet aan feiten
getoetst zijn. Toch zal men in het parlement graag debiteren dat er degelijk
uitgevoerd onderzoek is dat bevestigt dat de visie van de spreker goed
onderbouwd is. Misschien heeft die spreker wel degelijk een rapport uit Oxford
of MIT bij de hand, maar over de aannames waarop het onderzoek stilzwijgend is
opgezet, spreekt men niet.
Men moet ook niet willen dat
mensen geen overtuiging hebben, al is het de onze niet en dus fataal gelardeerd van tekortkomingen.
Men kan gemakkelijk vele argumenten tegen de religie bedenken en uit de
geschiedenis puren. Van het Christendom, RKK, vele protestantse obediënties en
de orthodoxe kerken weten we hoe de ene de Kruistochten aanvoerde, wat slechts
een gedeeltelijke waarheid is en historisch in de tijd aan evolutie onderhevig
was. De andere zette de maatschappelijke orde op de helling, er waren
godsdienstoorlogen en de Orthodoxen gedroegen zich altijd weer als
staatsgodsdiensten. Er vielen doden, vele doden te betreuren in de Bartholomeusnacht,
tijdens de Dertigjarige oorlog en de NSDAP ging joden, maar ook christenen
vervolgen, de ene om religieus-etnische redenen, in het kader van de utopie van
het Duizendjarige Rijk, de anderen omdat ze niet goedschiks meededen. Oh ja, er
waren in Duitsland ook christenen die de NSDAP volmondig steunden en
socialisten die hetzelfde deden, behalve de groep die tot het einde het Falen
van de SPD wilde ontkennen.
Rik Torfs vraagt de liberalen,
Jean-Jacques De Gucht en Patrick Dewael voorop in vrijheid te kiezen voor de
vrijheden dan wel voor de uitbouw van de seculiere staat. Ook daar vielen
vruchteloos slachtoffers voor, ten tijde van Robespierre en de eredienst van de
rede. Toen gebruikte men de verworven macht om een eigen utopie te creëren en
eindigden de scheppers ervan onder de guillotine. Het probleem van de seculiere
staat ligt niet in de afwijzing van religie als zodanig maar in het geloof dat
men zelf voor iedereen goed kan handelen als overheid en dat andere dan
feitelijke consideraties van geen tel zijn.
Het is niet omdat men
vrijzinnig is dat men mee moet strijden tegen elke uiting van religiositeit of
tegen kerken. Natuurlijk kunnen instituten die zoveel macht hebben gehad
misbruik maken van hun macht, alvast de bestuurders kunnen dat. Rectoren van
universiteiten kunnen het vrije denken bevorderen of het net integendeel
beknotten om een (seculier) doel te bereiken.
Het is niet omdat men
aandachtig de gang van zaken in het wetenschappelijke bedrijf tracht te volgen,
dat men zomaar elke hype moet volgen. De idee van Charles Darwin, de
evolutietheorie laat toe te ontdekken hoe we als soort uit andere soorten zijn
voortgekomen, maar de hypothese dat we nog altijd en alleen maar behept zouden
zijn met de aandriften van onze verre voorzaten, moet men daarom niet
voetstoots accepteren. De evolutietheorie zoals Darwin die formuleerde wettigt
toch immers ook de hypothese dat niet enkel het stofwisselingsstelsel verandert
ook het brein onderhevig kan zijn aan diepgaande wijzigingen, waardoor aspecten
van cultuur mogelijk worden, zoals betere vormen van samenleven?
Het is zoals Mia Doornaert
opmerkt in haar column, vertrekkende van "L'année dernière à
Marienbad", waaraan een herinnering gekoppeld werd aan een spel met
lucifers op een tafeltje, waarbij men de andere met de laatste diende op te
schepen. Het spel legt ook uit in praktische oefeningen hoe binair denken dan
wel functioneert. Maar de samenleving mag dan geneigd zijn te kiezen voor die
optie, die duidelijkheid biedt want het maakt veel helder als men de eigen positie
gunstig kan voorstellen en die van de andere als negatief. Maar heef Doornaert
gelijk als ze Joachim Gauck ten tonele voert als de uitdrager van een binair
Duitsland, een helder Duitsland dat de asielzoekers wil helpen en een donker,
Duitsland, dat de asielzoekers zo snel mogelijk over de grenzen van de EU wil
terugdrijven? De grotere denkfout die ze naar mijn inzicht uitwerkt is dat er
zoiets als een absolute waarheid, eigen aan de theocratie zou bestaan en een
eerder relatieve waarheid, die in een seculiere staat zou bestaan. De utopische
werkelijkheid die George Orwell schetst in "1984" laat er geen
twijfel over bestaan: er is geen sprake van religie, er is zelfs geen sprake
van een absolute waarheid, alleen de waarheid die op enig moment nuttig is, een
nuttige illusie.
Het probleem van de waarheid
lijkt men niet te kunnen benaderen als men niet een verschil weet te accepteren
tussen het universele en eeuwige enerzijds en het contingente anderzijds. Mensen
kunnen illusies ontwikkelen over het universele, kunnen zich een godje bedenken
of een theorietje over hoe de werkelijkheid het gevolg is van these en
antithese die tot synthese leiden moeten. De visie van Hegel kan interessant
lijken, een verrijking van het strikt causale denken zelfs, maar het laat niets
over aan (menselijke) vrijheid van handelen. Hannah Arendt weigerde zich om
onder meer die reden een filosoof te noemen, dat ze zich niet wenste in te
laten met eeuwige waarheden en hersenspinsels die slechts in een wel ingericht
appartement in de wolken tot stand kunnen komen. Zij sprak over de "Human
Condition" en over de vita activa als de betere vorm van leven, tegenover
de vita contemplativa. En nu kan men wel roepen "Ha, ze is ook tegen
religie", maar ze is dat niet instinctmatig.
In haar oeuvre refereert Arendt
vaak aan bijbelteksten en geschriften van kerkvaders zoals Augustinus, waarbij
bepaalde inzichten het met redenen omkleed moeten ontgelden en andere
daarentegen veel aandacht krijgen. Haar idee over de liefde voor de wereld,
amor mundi, komt mij bijzonder voor omdat het ons wel enigszins afhelpen zal
van de gedachte dat het leven wel triestig is in het aardse tranendal. De
omstandigheden zijn wat ze zijn, maar men kan van de wereld zoals die is niet
zeggen dat het alleen maar een hopeloze bende is. Mensen hebben belang? Juist,
ooit stelde een Belgische christendemocraat dit voorop: omdat mensen belangrijk
zijn! Daarop wilde iedereen er wel mee spotten, maar kan men als politicus, als
journalist het tegendeel beweren? Toch is dat niet wat haar het meest
bezighield. Ze bevond onder meer dat in totalitaire regimes mensen zich ten
dienste stellen moeten van het systeem en geen privacy meer hebben. Lijkt
logisch dit aan te vechten, maar Arendt vond ook dat we bijvoorbeeld de
vrijheid niet als een strikt individuele aangelegenheid kunnen zien, omdat
vrijheid alleen werkzaam is tussen mensen en tegelijk (fataal) onbeheersbaar
is, in de zin dat vrijheid tot onverwachte initiatieven kan leiden.
In die zin roept de visie van
Maarten Boudry heel wat vragen op, omdat hij meent dat we vooral nuttige
illusies moeten vooropstellen en vervolgens omdat religie an sich een
gevaarlijke waan is. Het is, zo schrijft ook Marc De Kesel, maar moeilijk
aannemelijk te maken dat men geen beroep op goddelijke inspiratie mag maken en
vervolgens de Evolutie als alles verklarend principe te presenteren. Arthur
Koetsler beschreef in "Darkness at noon" hoe hij en zijn kameraden
geloofden dat de geschiedenis hen gelijk zou geven. Hitler kon niet zwijgen
over het Lot, das Schiksal, zoals de neoliberalen geloven in de markt. Arendt
beklemtoonde dat mensen altijd iets kunnen beginnen. Is dat minder vrijzinnig
dan te geloven in de volkomen bepaaldheid van de mens, het determinisme? De
evolutie heeft, zo leren mij onderzoekers vaak dwaalsporen gevolgd die om de
een of andere omstandigheid niet verder voerde. Levensverschijnselen en levende
wezens blijken niet altijd levensvatbaar, maar het zijn niet altijd universele
wetten die de kwestie beslechten, maar contingente gebeurtenissen, zoals een
inslaand klein zonnenstelsellichaam oftewel een planetoïde, ook wel asteroïde
genoemd, in andere talen. Alleen de evolutie van de benaming van dit soort
voorwerpen laat zien hoe wetenschappers zichzelf altijd wel corrigeren.
Verandert dat iets aan de algemene relativiteitstheorie? Daar valt niet veel
aan af te dingen, zo verneem ik van specialisten als Robbert Dijkgraaf.
Dezelfde fysicus leert dat ook in het universum op een bepaald ogenblik niet
een bepaalde natuurwet werkzaam is, maar dat de omstandigheden kunnen bepalen
hoe de fysische omstandigheden zich zullen ontwikkelen. Is de maan ontstaan
door een collusie van de aarde met een andere "hypothetische"
zusterplaneet?
Het lijkt er dus op dat we
dezer dagen geconfronteerd worden met een conflict tussen vele groepen die er
een vrij helder, hel beeld op na houden van wat de mens hoort te zijn en hoe die
zich moet gedragen, waarbij we Boudry scharen naast even overtuigde lieden die
er een door hem verafschuwde visie op na houden, een religieuze waan. Enigszins
buiten het strijdtoneel staan dan mensen die begrijpen dat eigen is aan het
menselijke dat er een grote mate van onbepaaldheid vast te stellen valt.
Filosofen en profeten hebben zo te zien grote angst voor het onvoorspelbare dat
het contingente te zien geeft, geven ook niet om wat ze dan graag een
mierennest noemen, als het al geen addernest is.
De wereld zoals we die kennen
is goed noch slecht, maar wat vroeger bedreigingen waren voor individuen of
voor groepen, omdat hun overleven in het gedrang werd gebracht, zoals ziekten,
zoals onderlinge onmin, zoals zwangerschappen en bevallingen, waarbij menigeen
voortijdig het loodje legde, waarvan de oorzaken pas veel later door mensen als
Louis Pasteur ontdekt werden en behandeld konden worden. Ook de penicilline
bracht veel baat, tot men antibiotica in de veeteelt ging gebruiken. Die ontdekkingen, zoals de Evolutietheorie,
waarvoor we Charles Darwin dankbaar horen te zijn, al zegt men mij graag dat
iemand anders het ook had kunnen doorgronden - ergo: de kat van Schrödinger is
niet per se van Schrödinger - leert ons hoe wonderlijk het leven op aarde in
elkaar zit, hoe lange tijd levende wezens elkaar in leven hielden en elkaar
verdrongen, opvraten of er in symbiose mee leefden, want het scala van
mogelijkheden is schier oneindig en voor de leek niet te overzien. Dat is wat
men aan Darwin kan ontlenen en niet dat de natuur er alles op gezet heeft de
mens mogelijk te maken. Als wij tot nader order het eindpunt van de evolutie
blijken, dan moeten we daar ook wel aan verbinden dat de evolutie doorgaat,
niet dat we die proberen te moeten beheersen. Op zich is met die betrachting
niet zo heel veel mis, maar als het zo betekenen dat men de evolutie van de
soort zou afblokken, dat men dan het einde zou kunnen inluiden - al valt dan te
bedenken dat er altijd nog een of af andere afgelegen levende groep voor nieuwe
impulsen kan zorgen.
Sommige voorstellingen moet
men wel afwijzen, zoals de gedachte dat de vrouw omwille van haar
vrouwelijkheid fragiel, kwetsbaar en zelfs handelingsonbekwaam zou zijn, niet
in staat tot hogere wiskunde, wat ook niet alle mannen gegeven is, maar hoe zal
men iemand daarvan afbrengen? Het mag duidelijk zijn dat het bevel van
hogerhand niet helpen zal. Juist, vorming, opvoeding en overreding, ondernemingen waarvan het resultaat niet bij voorbaat blijkt
vast te staan. En daar zullen we het mee moeten doen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten