Het monster Grendel
Dezer
Dagen
Politieke strategie
Beweging & partij
De organisatie van het
politieke leven lijkt op het oog gestroomlijnd door, voor en via partijen.
Partijen vertegenwoordigen een gedachtegoed, vormen een organisatie om
verkiezingen te winnen en bepalen wie waar in het bestel een plaats kan vinden.
De moderne massademocratie functioneert daarom op het oog via technocratische
en bureaucratische organisatievormen, die op tijd en stond een ideetje loslaten
en proberen een gedachtegoed levendig te houden. Het is geen sterkte of zwakte,
maar de best mogelijke wijze om charisma en institutionele continuïteit te
verzekeren. Verzanden de ideeën, overwint het technocratische element, dan
verliest een partij aan aantrekkingskracht, wint het charismatische
(leiderschap) dan kan de organisatie schipbreuk wachten, want groot charisma
kan veel weerstand oproepen. De afgelopen weken las ik de stukken van
Jean-Pierre Rondas over hoe de N-VA tot een regeringspartij vervelde en het
gedachtegoed zou veronachtzamen. De geruchten over strategische bewegingen van
pionnen om in '18 gemeentehuizen te veroveren, versterkten dat beeld, net als
de antipacifistische houding van Steven Vandeput model staat voor een sterker
(Belgisch) defensiebeleid, wat tegen het klassieke pacifisme van de Vlaamse
Beweging zou indruisen, maar laten we wel wezen, een land, natie moet het volk
tegen externe vijanden verdedigen. Uiteraard zou men beter meer een Europees
beleid rond collectieve verdediging opbouwen en daarbij de gedachten van Johann
Gotlieb Herder en Georges Washington in gedachten houden, dat we een voldoende
sterk leger nodig hebben, zonder aan Lebensraum
te denken, niet veroveringsoorlogen aan te sturen. Daaruit
groeide overigens het nu fout ingevulde Second Amendment uit, omdat de VS, de
voormalige dertien koloniën nog wel vijanden hadden op het Amerikaanse
continent, zoals het toenmalige Louisiana, van New Orleans in het Zuiden, langs
de Mississippi - zich uitstrekkend tot de voet van de Rocky Mountains - tot Canada.
Na 1804 en de Louisiana Purchase kon de vijand verdreven worden, rond 1900
hadden de VS geen vijanden meer op het continent, begon ook de expansie naar
Hawaï, de Filippijnen en Cuba... Maar die idee van waakzame landsverdediging
werd door de omstandigheden op scherp gesteld. Dat Ike, Dwight Eisenhower de
vrees uitdrukkelijk poneerde dat de regering door het militair-industrieel
complex misleid kon worden, moet men ook in evenwicht houden. Het pacifisme
vasthouden als regeringspartij is dus geen evidentie.
Het doel van beleid? Waarom
willen partijen in de regering? Evident: om hun visie in beleid uit te drukken,
al moet men dan wel de weerstanden van het systeem overwinnen. Het socialisme
heeft tussen 1893 en 1925 alleen in de oppositie politiek bedreven - op
nationaal niveau. De katholieken en liberalen waren al die tijd verdeeld, de
liberalen tussen conservatieve en progressieve maar het scheidend beginsel was
de doctrine, de katholieke partij was er nog meer versnipperd aan toe, maar
bestuurde wel na afloop van de schoolstrijd in 1884 dertig jaar niet meer. De
doctrinaire liberalen hadden bij de schoolstrijd - een poging tot laïcisering
van de samenleving - over het hoofd te zien dat het nationale kiescollege nogal
beperkt de werkelijke verhoudingen in de samenleving weergaf. De hervorming van
de kieswetgeving zou daar in 1893 iets aan verhelpen, maar pas in 1948 bestond
het algemeen kiesrecht voor elke burger m/v in de praktijk.
Hetzelfde kan men ook
vertellen over de ontwikkeling van het onderwijs en de invoering van onderwijs
voor iedereen; vandaag zijn er mensen die de leerplicht willen omzetten in
schoolplicht en een enkeling zou zelfs de leerplicht willen afschaffen.
Tegelijk was er ook de strijd om de vernederlandsing van het onderwijs die ook
vele regeringen zo niet liet struikelen, maar wel voor problemen zorgde.
Wie vandaag zonder kennis van
deze complexe beweging naar dit land kijkt en ziet dat mensen zelden de media
in de andere landstaal of landstalen inkijkt, om te weten wat er gaande is in
het land, zal merken dat de verhalen elkaar wel eens durven tegen te spreken en
de gevoeligheden niet altijd sporen. De Vlaamse samenleving werd
Nederlandstalig, wie zal dat tegenspreken, al moeten we volgens oplettende
maatschappijonderzoekers niet vergeten dat er hyperdiversiteit op gang komt en
anderen menen dat het onderwijs verglijdt omdat het Engels zo snel onze hogescholen
in de ban neemt. Nou, een beweging is ook nooit klaar, al zijn er veel die hun
succes niet weten te waarderen, zoals het socialisme.
De grootste partij van dit
land komt voort uit een taaie beweging waar de oudste generaties al lang en
breed vergeten zijn, maar vooral vergat men graag dat gedurende generaties die
beweging diep in de samenleving was geworteld, nog meer zelfs denk ik dan het
katholicisme. Het katholicisme kon niet men ontlopen, de Vlaamse Beweging kon
men kiezen. Heel wat onderwijzers maar ook artsen en juristen waren al gauw tot
het inzicht gekomen dat het niet eens officiële taalregime in administratie en
politiek, voor veel Vlaamse mensen een groot nadeel betekende. Wie studeerde
werd niet vanzelf Franssprekend en soms, zoals Frans Masereel weigerde men zich
nog langer in een frankofiel milieu op te sluiten - tot hij moest vluchten om
aan de dienstplicht te ontkomen en in Parijs, tijdens de oorlog in Zwitserland
ging leven.
We kunnen niet om de oorlogen
heen, maar er was niet enkel collaboratie en activisme, want in het activisme
was de verscheidenheid en verbrokkeling merkbaar, terwijl bij de collaboratie
strategische en tactische opties van de ene de andere tot nog verder engagement
aandreef. Men moet deze bladzijden niet ongelezen laten, de bladzijden in de
geschiedenis van dit land, maar men moet ook begrijpen dat bepaalde
verwachtingen lang en breed werden ingelost, zoals onder meer Ludo Milis
stelde, toen Bert Anciaux de VU in leven wilde houden: de partij had zeer
succesvol de uitgangspunten van 1954 bereikt en was zelfs verder gekomen. De
beweging en de partij waren historisch geworden, maar niet langer een gist in
de samenleving.
20 jaar later zit de opvolger
van de VU in de regering als grootste fractie in de Kamer en in het Vlaams
Parlement. Opdracht volbracht, maar de staatsstructuren in dit land blijven een
rommeltje en de zesde staatshervorming heeft dat niet opgelost. Het monster
Grendel, aldus ene Jean-Pierre Rondas heeft alle mogelijkheden voor meer
transparante structuren en procedures vakkundig afgeschermd en heeft, aldus
Wilfried Dewachter elke echte hervorming onmogelijk gemaakt sinds 1970 en
vooral de particratie heeft versterkt. Un monstre peut en cacher un autre.
Maar wat hebben
buitenstaanders aan de strategische keuze van de N-VA en vooral van de
voorzitter te maken en dan vooral buiten België? Het gaat om het electoraat en
hoe men het voor zich kan behouden dan wel nog uitbreiden, wat in elk
democratisch parlementair bestel de grondslag vormt van politieke overwegingen,
maar er zijn ook andere grondstromen in de politiek die hun rechten wel eens
opeisen. De evolutie van de vakbonden in Europa maar vooral in België waar je
nu dus twee grote en twee kleinere hebt, in Vlaanderen is de Christelijke arbeidersbeweging
het grootst en in Franstalig België de socialistische, terwijl respectievelijk
de christelijke arbeiders in Wallonië ver achter liggen en in Vlaanderen de
socialistische zuil en arbeidersbeweging terrein heeft verloren en al lang
achterop moet lopen.
Het zijn karakteristieken die
men nog kan koppelen aan het bestand van een anti-establishmentbeweging als de
Vlaamse Beweging, de uiterst linkse neomaoïsten en dergelijke. Maar N-VA heeft
toch het Vlaams Belang in de verdrukking gespeeld? Tja, dat is gelukt, maar of
andere (res-)sentimenten niet de verhoudingen kunnen keren, kan men niet in de
sterren aflezen. Wel blijft het opvallend dat wie naar het politieke gebeuren
kijkt, wel eens verrast wordt door oprispingen in het Zuiden des lands, waar men
de N-VA nog steeds diaboliseert, bij de oppositie in de federale context, maar
die wel de lakens uitdeelt in Namen en het Brussels Hoofdstedelijk gewest.
Wie kan dit alles nog volgen?
Inderdaad, politiek heeft altijd iets van alchemie en van spelen op zeven
schaakborden gehad, plus nog een zweven schaakbord, c.q. de samenleving en niet
alles is wat het lijkt. Moet men daarom de democratische politiek afwijzen? Men
stemt niet voor partijen die men niet vertrouwt en probeert die partij te
steunen en eventueel te informeren van onbehagen wanneer die partij wat te veel
links of rechts uit koers gaat. Oh ja, men mag niet zeggen dat burgers hun
gedacht niet kunnen zeggen of doen, maar de werkelijkheid wijst uit dat mensen
geduldig kunnen zijn om hun gram te halen. La vengeance est un plat qui se sert
froid. Ik hoorde altijd "sert" maar volgens wikipedia is het
"mange"; beide woorden hebben een lading, maar het hangt ervan af hoe
men bij de wraak ten opzichte van het gebeuren staat denk ik.
Semantiek? Maar natuurlijk is
sementiek belangrijk en al kan het leuk zijn semantische spelletjes te spelen,
politici - de goede - weten heel goed hoe ze de taal, dus ook de semantiek moeten
bespelen. Maar ook buitenstaanders kunnen
dat verrassend welsprekend, zodat de politiek al eens verrast kan worden door
stemmen op het voorhof. Jean-Pierre Rondas wil dat de grootste regeringspartij
meer doet aan de bestaansreden van de partij en geeft daar mee een aanzet tot
een koerswijziging. Of de partij blind alles mag of moet laten vallen wat valt
als zo een stem zich laat horen? Dat is aan de partij(-leiding), maar het
blijkt raadzaam er toch op in te gaan. Zo beïnvloedt de beweging de partij en
dat kan. Opvallend is bijvoorbeeld dat de groene beweging helemaal door de
partij blijkt te zijn geïncorporeerd en dat er van een brede ecologische
beweging geen sprake lijkt. Het is een van die interessante paradoxen van de
politiek dat symmetrie zelden in zuivere vorm terug te vinden valt en dus ook
zoekt men soms vergeefs naar voorspelbaarheid. Het gevolg, dat mij gelukkig
stemt is dat daaruit ook volgt dat wie een succesformule kopieert vaak van een
koude kermis thuis komt.
Wat we dezer dagen gezien
hebben, dat sommige partijleiders wel bereid zijn te luisteren naar redelijke
taal en er het beste van te maken. Onze politieke cultuur is evenwel niet enkel
ziek aan particratie, maar ook aan de gedachte dat een partij onder leiding
moet staan van een onbetwiste leider, waarbij de anderen bang zijn om hun mond
te roeren. Politiek in een matuur bestel - jawel, u leest dit goed - verdraagt
dat er spanningen zijn binnen een ideologisch kader tussen een partij en mensen
die het gedachtegoed levendig willen houden omdat ze het domweg belangrijk
vinden. Als die dialoog nu mogelijk blijkt, al klaagt Rondas dat hij niet mag
meespreken, dan lijkt mij dat een teken van een begin aan wijsheid. Anderzijds,
wie in de beweging zit maar niet in de partij moet niet willen meespreken in
het interne besluitvormingsproces, maar kan het wel via eigen kanalen proberen
te beinvloeden. Zo laat Rondas zien dat een beweging vorm geven kan lonen - al
zal moeten blijken wat het worden zal.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten