Politici en wat hen drijft
Dezer Dagen
Macron, Puigdemont en jeugdpsychiatrie
Waarom politicus m/v worden én blijven?
De
politiek blijft zorgen voor ophef en vooral politici blijken zo vatbaar voor
allerlei verleidingen, eigen aan de ambten, dat men vaak inhoudelijke facetten
vergeet. Kort door de bocht: we hebben verkozen politici van doen omdat het
anders alleen maar nog veel erger zou zijn. Of willen die aanhangers van de
PTB/PVDA+ op Cuba gaan wonen of in Venezuela?
Natuurlijk
kan men een rechtvaardige samenleving opbouwen, waar persoonlijke vrijheid nog
van tel is en de staat zich niet met alle mogelijke 'fouten' van burgers zou
inlaten. Omgekeerd mogen burgers het politici wel aanwrijven als die zich ten
onrechte overheidsmiddelen toe-eigenen. Maar uiteindelijk hoort de wet voor
iedereen op dezelfde manier te gelden en ligt veel daarvan ook al in de manier
van leven besloten die we hier in Europa al een paar decennia kennen. Net omdat
het opvalt hoe onze media alweer ongeduldig worden over het beleid dat Emmanuel
Macron dat nog in de steigers gezet moet worden. Bovendien krijgt beslist
beleid ook niet altijd onmiddellijk gevolgen in de samenleving, soms reageren
burgers ook volkomen anders dan de experten hadden verwacht. Of iemand het goed
doet in een ambt valt doorgaans pas achteraf vast te stellen, terwijl ook
fouten niet altijd onmiddellijk opduiken. Waarover controverse ontstaat, zal
afhangen van de politieke verhoudingen, maar het is niet omdat men het niet
eens met de bewindspersoon dat het automatisch om fraude, corruptie of
manifeste onkunde zou gaan.
Is
het bijvoorbeeld consistent te noemen dat het beleid eerst de jeugdpsychiatrie
aanmoedigt om met niet-residentiële zorg de patiënten te behandelen, waarbij
jongeren niet lange tijd behandeld worden intra muros van een psychiatrische
kliniek, maar alleen overdag deel te nemen aan groeps- en individuele therapie.
De jongeren kunnen na enkele weken of maanden al aan afbouwen beginnen en
blijven zoveel als mogelijk deelnemen aan het gewone leven. De minister van
Volksgezondheid wil hierop besparen? Een beleid dat als goed erkend werd en dat
op zich al besparen inhield, wordt nu door het beleid zelf bestraft. Dat is wel
heel erg vreemd.
Het
blijft voor politici moeilijk om goed te doen omdat er altijd kritiek mogelijk
is, wat overigens door de media op vaste momenten vanzelfsprekend wordt
gebracht, zoals de eerste honderd dagen, alsof men dan inderdaad alles al kan
realiseren. Als we zien wat Theresa May uitvreet door de vrede in Noord-Ierland
op het spel te zetten en verder de welvaart van de Britten te bedreigen, dan
valt dat niet onder de noemer falen in het ambt, maar gaat het om politieke
keuzes die men moeilijk kan begrijpen. Toch bleven onze media hierover relatief
rustig, om niet te zeggen onverschillig, terwijl de grote presidentiële rede
van Macron voor de Verenigde Kamers gebracht werd met de commentaren van de
tegenstanders van Macron. Dat hij de bijl legde aan de wortels van
Gaullistische Franse politieke systeem kwam dan weer niet aan bod. Niet alleen
wil hij minder volksvertegenwoordigers, hij wil ook dat het parlement zichzelf
als instelling zal heroverwegen, vooral wat betreft de procedures en ook wel de
inhoudelijke kwesties. Hij nodigde het parlement uit tot een meer kritische
houding en dat kregen we niet te horen. Ook de vrijheden wilde hij in ere
herstellen en tegelijk een strak veiligheidsbeleid blijven voeren. Macron wist
weer de tegenstellingen te overzien.
Dat weerspiegelt
wel hoe burgers het beleid waarderen en waarom men wel eens merkt dat de
grootste roepers tegen het gevoerde beleid niet per se ook het grootste gewicht
in de schaal werpen. Wel zal men opmerken dat het beoordelen van het beleid,
zoals de media dat doen met de dagelijkse commentaar waarin dan niet enkel de
expliciete uitspraken hun belang hebben, maar vaak ook onderliggende gedachten
en suggestieve verwijzingen hun belang hebben. Zo functioneert communicatie nu
eenmaal, zal men zeggen, maar in het UK heeft men gezien hoe de kranten van
Rupert Murdoch al jaren de EU negatief bejegenen en voortdurend zogenaamde
misstanden openbaarden, die bij nader toezien niet geheel spoorden met de
werkelijkheid, maar daar is het dit soort journalisten nooit om te doen
geweest. Dat men al eens vragen stelt over de onbedoelde (neven-)effecten van
beleidsmaatregelen, dan merkt men dat men de eigen dagelijkse opiniestukken
gemakkelijk negeert, omdat de omstandigheden dat vergen. Het beleid immers
lijkt wel vaker een slang die in de eigen staart bijt.
Het
streven naar onafhankelijkheid van Catalonië, dat kan een mens in principe
onderschrijven, maar als je hoort en leest hoe Catalanen, politici en burgers
vertellen dat ze onderdrukt worden door "Madrid", door de centrale
overheid, terwijl ze onder dezelfde regels van publiek en privaat rechten
vallen, dezelfde rechtsbedeling hebben als de rest van Spanje, dan klinkt dat
wel heel hol. Ook het gegeven dat de Catalanen beter zijn dan alle andere
Spanjaarden, dat ze de Denen van Spanje zijn - vroeger waren ze de Duitsers...
- terwijl de Andaloesiërs de Moren zijn en dus onbeschaafd, dan wordt het
lastig dat streven ernstig te nemen. Het gaat erom dat men dan kan terugvallen
op Herder, die de soevereiniteit van volkeren wel onderschreef, maar vond dat
volkeren met elkaar moeten kunnen leven zonder afgunst of misprijzen. In het
Catalaanse onderwijs is het Spaans een vreemde taal, krijgt men er slechts drie
uur les per week Spaans. Mag men dit, ook als Vlaming niet overdreven vinden.
Carles
Puigdemont, de minister-president van Catalonië kan het niet laten te
stipuleren in een artikel in Knack dat Madrid Catalonië economisch zou
tegenwerken. Ook zou Catalonië een
statuut op maat willen, dat dus geen enkele verplichting meer zou inhouden
tegenover de Spaanse centrale overheid, vooral niet fiscaal, maar aan het einde
van de rit, zo lijkt het, is Catalonië niet te beroerd wel de financiële
ondersteuning uit Madrid te vragen. In Vlaanderen heeft de Vlaamse Beweging in
al zijn geledingen vaak concrete objectieven nagestreefd en al was er na WO I
een kloof tussen de politieke Vlaamse Beweging en de cultuurfondsen en andere
verenigingen een diepe kloof, toch is de Vernederlandsing van de samenleving
gerealiseerd. Lange tijd was er over de objectieven een grote eensgezindheid,
ondanks soms heftige discussies, tot een deel van de intelligentsia zich ervan
afkeerde, zoals ook middenveldorganisaties als het ACW dat plots eerder
Belgicistisch werd, omdat het niet progressief zou ogen nationalistisch te
ogen. Juist in Catalonië is het nationalisme eerder links dan centrum en zelfs
extreem-links voert er de boventoon. Men kan van de Minister-president van
Catalonië niet anders verwachten dan dat hij de Catalaanse zaak bepleit, maar
mensen als Puyol en Arturo Mas, die ook omwille onfrisse zaken met het gerecht
geconfronteerd werden, kan men niet links in hart en nieren bevinden. Hun
ambities zijn Catalaans, maar om de top te halen, moeten ze vaak Catalaanser
uit de hoek komen dan de noodzaak vergt.
Waarom
worden mensen politicus? De Standaard schreef nog zeer onlangs dat het misschien
geen goede idee is dat politici professionals zouden worden, zichzelf zouden
zien als managers van miljoenenbedrijven, terwijl net dat fenomeen van de
beroepspoliticus rond 2003 nog een geloofspunt was. Men kan wel een leven lang
in de coulissen van de macht rondjes draaien, sommige personen met grote macht
komen zelden echt aan de top, voor het voetlicht, maar blijven als kabinetchef
de touwtjes onzichtbaar in handen hebben. Macht is in een moderne samenleving
vanzelfsprekend versnipperd, ook al omdat er een probleem is ontstaan rond
expertise. Onder meer de Intendant, Alexander D'Hooghe, die de Antwerpse knoop
diende te ontwarren, stelde in een gesprek dat wil men een oplossing vinden
voor complexe problemen, men vooral moet luisteren, want geen enkele expert
overziet het hele plaatje. Men is specialist in een domein en weet niet altijd
veel af van de belendende percelen. Politici nu blinken er vaak in uit hun oor
te lenen aan een expert en diens, haar omgeving, die een kwestie vaak vanuit
een oogpunt benaderen. Net Kamerleden, volksvertegenwoordigers zouden er dus
goed aan doen niet voortdurend in hun opinie bevestigd te worden, maar eerder te
gaan kijken wat er over bepaalde kwesties aan de orde gesteld wordt, ook als
die niet zo populair lijken. Het terrein is onafzienbaar en complex en men moet
zich wel inspannen ook inzichten eigen te maken die men niet onmiddellijk in
handen heeft. Men kan vaak hypes waarnemen in het poltieke debat, waardoor men
uit het oog verliest wat wezenlijk is. De hele discussie over een rechtvaardige
samenleving, geënt op de visie van John Rawls, brengt men zich dat men andere
overwegingen, in het onderwijsbeleid, volledig uit het oog is verloren. Gelijkheid
en rechtvaardigheid gaan niet zonder meer samen, want rechtvaardigheid
veronderstelt ook werkelijk respect voor anderen, voor mensen in andere
omstandigheden.
Carles
Puigdemont stelt dat Catalonië pas helemaal vrij kan functioneren als het de
bevoogdende en lastige centrale overheid in Madrid af kan schudden, maar of dat
voor burgers sowieso meer vrijheid zou opleveren, valt nog maar te bezien. Maar
goed, er wordt veel politiek bedreven om zich in de kijker te zetten. Politici,
bewindspersonen die elke week op zaterdag of zondag een actie in de kijker
weten te zetten, zonder dat ze zich nog rekenschap geven van hun grenzeloze
zelfingenomenheid, ze moeten immers altijd het juiste antwoord weten, of het
antwoord dat de achterban wil horen, roepen meer afkeer en soms walging op dan
ze zich kunnen inbeelden. Beroepspolitici hebben de neiging de problemen die ze
aanpakken zelf te kiezen en blind te blijven voor wat nodig is, nog los van de
vraag of mensen dat echt willen. Gedurende decennia heeft men nauwelijks
budgetten toegewezen aan het onderhoud van de bestaande infrastructuur, waar we
nu nog altijd de gevolgen van dragen. Dezer dagen krijgen we te maken met het
veiligheidsbeleid, dat niet straf genoeg kan zijn. Investeren in veiligheid is
wenselijk, maar hoever men gaan moet, blijft nog maar de vraag. Aan de andere
kant vindt men er geen graten in vrijheden in te perken, omdat experten er
voortdurend op hameren, terwijl men het autonome oordeel van burgers miskent.
Het
verhaal van de minister van volksgezondheid die de dagopvang voor jonge
psychiatrische patiënten minder wil ondersteunen en er dus op wil besparen,
terwijl de aanpak al een gevolg is van de terechte vraag minder residentiële
geestelijke gezondheidszorg in te zetten om patiënten met ernstige psychische
noden te helpen. Als de minister hierop wil besparen, dan zal de nood aan
opnames opnieuw toenemen. Overigens zijn er nu al wachtlijsten voor jongeren
met psychische noden. Wie de minister deze ingreep ingeblazen heeft, moet toch
eens kijken naar het grotere plaatje en de nood aan psychiatrische bijstand
voor jongeren onder ogen zien.
De
vaak voorbarige kritiek van het commentariaat laat politici nauwelijks tijd om
hun dossiers in te studeren, maar dan moet men ook nog kijken hoe zo een
dossier is samengesteld, en na te denken over wat de samenleving van node
heeft. Men doet graag alsof het warm water opnieuw moet uitgevonden worden en
kijkt nauwelijks na of alle raderen in het complexe weefsel dat de samenleving
is nog wel goed draaien. Politicus worden in deze tijd, blijft nog altijd een
intellectuele en emotionele uitdaging; wie vindt dat alles moet veranderen, dat
mensen moeten veranderen, vergeet de nochtans zeer recente geschiedenis goed te
bekijken, hoe de DDR en andere landen van het Oostblok leeg liepen omdat
burgers massaal met de voeten tegen het regime stemden. Er zullen altijd
politici nodig zijn, maar zij zullen vooral enige bescheidenheid aan de dag
moeten leggen, want finale besluiten nemen zonder brede consultatie kan het
beleid schaden, maar de afwezigheid van besluitvaardigheid wordt evenmin
aanvaard. Waarom zou men dan politicus willen worden en vooral blijven?
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten