Kleinbeeld

Verontwaardiging
Daar viel het woord, nog maar eens, een politicus in hope legt op een bovenzaaltje aan zijn publiek uit waarom hij aan politiek deed, doet, wil doen: verontwaardiging. Enigszins verbaasd staar ik hem aan, want hij leek nu juist iemand die dat soort frases niet nodig had, die er betere motieven op na hield, maar, de ontgoocheling was er en tijdens de pauze vroeg de spreker waarom ik zo ontdaan leek. Even aarzelde ik, maar toen vertelde ik hem dat voor mij onze samenleving ook andere en betere motieven biedt om zich met de politieke zaak in te laten en een persoonlijk engagement op te nemen.
De verrassing is nu aan de andere kant en het lijkt me even alsof ik Grieks of Chinees spreek, maar ik heb geen zin om de zaak nu, op een drafje uit te praten. Tijdens het gekende ritueel dat de vragenronde heet, waarbij brave en lieve mensen ongevaarlijke vragen stellen aan welwillende, enigszins naar paternalisme neigende sprekers stel ik als derde of vierde in de rij de vraag hoe de spreker het ontsluiten van de haven van Zeebrugge denkt aan te pakken. Ongevaarlijk is de vraag niet, maar de reactie blijft niet achterwege: Er is - aldus de spreker - geen aanleiding toe te geloven dat er een draagvlak zou zijn voor een nieuw kanaal of een uitbreiding van het Schipdonkkanaal. En de administratie van de Vlaamse gemeenschap heeft het milieu-effect-rapport afgekraakt dus hoeven we er ons niet verder over uit te laten. Dat Brugge aan de huidige situatie nogal wat verkeersproblemen overhoudt, lijkt hem worst te wezen, waarvoor dank.
De voorzitter dankt iedereen en laat nog eens de glazen vullen waarna iedereen over koetjes en kalfjes gaat keuvelen. Op een avond twee keer een uitgesproken conformisme zien opduiken, vanwege een politicus in hope is dat wat veel. Maar, we hebben geen zin om spelbederver te zijn en kijken vanuit een hoekje toe, met een Brugse Zot op het tafeltje en luisteren naar de voorzitter die zich afvraagt waarom maar twintig mensen zijn komen opdagen, waarbij de helft bestuursleden zijn. De spreker, een jonge man nog, komt naar het tafeltje met in zijn kielzog een frisse freule met ambitie, die me nog eens aanspreekt over het kanaal. Hoe in godsnaam, vraagt hij mij, kan je daarvan een agendapunt blijven maken. Als ik niet op de lijst zal staan, ligt het eraan dat ik zo lastig ben. Oh, maar dat is dan maar zo, want als het lokale bestuur echt overtuigd is van de noodzaak tot het aanpassen van een kanaal aan nieuwe noden, terwijl iedereen dat thema laat vallen, zal ik inderdaad blijven hameren op het onbegrijpelijke van het debat, op de afwezigheid van debat. Snaaks zegt hij dat ik dus ook verontwaardigd ben, enfin, lijk. Nee, dat is het nu niet. Het gaat niet om verontwaardiging op grond van vage noties over onrecht of onrechtvaardigheid, het gaat er eerder om dat politici het debat niet wensen aan te gaan met belanghebbenden, oeverbewoners en de gebruikers van het wegennet in en om Zeebrugge. Verontwaardiging over de onrechtvaardigheid van de samenleving, dat klinkt zo steriel, want men kan niet zomaar zeggen dat de machtigen van dit land of deze wereld hun positie zomaar zullen prijsgeven. Bovendien, dat kan maar als de overheid zich niet als een bureaucratie van kansen opstelt, wel als die overheid de mogelijkheden schept voor sociale mobiliteit binnen één of twee generaties.
De jonge dame vraagt me wat er dan wel is dat me drijft. Zonder aarzelen: “Verwondering en bewondering, achting en respect”. Zij knikt, maar vraagt hij, wie kan nu aan politiek doen, met de idee dat we dit zootje ongeregeld, dat we de samenleving noemen, met bewondering bejegenen? Ach, u vergeet dat die samenleving voor toevallige bezoekers uit Rusland of India een wereld is, die hen fascineert, omdat het er hier op het oog zo vreedzaam aan toe gaat, omdat mensen vanzelf lijken te weten hoe ze hun leven in vrijheid kunnen leiden en zonder grote leiding van bovenaf elk het zijne gunnen van de koek.
Opnieuw die verontwaardigde blik, want iedereen weet toch dat het onrecht bestreden moet worden? Het grote onrecht van de armoede in de wereld, van de ongelijkheid, van de oneerlijkheid? U wil dus, vraag ik hem, het grote kwaad uit deze wereld helpen? Kijkt u eens naar die dame daar, zij is ouder dan wij, bezoekt in namiddag een zieke buurvrouw of een nog oudere man die niet meer uit de voeten kan en zijn vrouw net verloren is, zij zorgt voor een zoon die niet zelfstandig kan leven. Doet zij niet meer aan goede werken, zonder dat iemand er echt weet van heeft? Maar dat is geen politiek, dat is…tja, een beetje rond lummelen. Politiek, mijnheer, dat gaat over de grote dingen in het bestaan, over structuren en zekerheid voor de mensen. Wij moeten zorgen dat de mensen gelukkig zijn… en geen zelfmoord plegen in de grootteorde die we nu kennen, vul ik aan.
Dit soort discussies blijft steeds maar weer op mijn zenuwen werken. Ontbreekt het deze mensen niet aan een doorleefde verknochtheid aan de samenleving waar ze toe behoren? Hij loopt naar de hoek waar nog wijn geschonken wordt en brengt drie glaasjes mee en we praten verder, rustig, hoffelijk, want om de een of andere reden merkt hij dat ik mij niet volkomen uitspreek maar hem zijn ongelijk blijf aanrekenen, de idee dat onrechtvaardigheid en verontwaardiging volstaan als motor voor zijn politieke ambitie. Natuurlijk, vul ik aan, zijn er redenen en situaties bij de vleet waar we over verontwaardigd zouden kunnen zijn, maar we hebben in Europa een aantal cruciale problemen weten op te lossen, zoals het veilig verkeren in de openbare ruimte, omdat wapendracht en geweldpleging verboden is. Een heel oud beginsel, dat begon met de marktvrede. Ook hebben we de individuele rechten en waardigheid van het individu erkend, waardoor het noch voor derden noch aan de overheid gegeven is de individuele persoon als middel voor eigen doeleinden aan te wenden. Ook mag de staat, middels justitie of politie de burger niet zomaar aanspreken. Een burger is per definitie onschuldig tot het tegendeel is gebleken en dat moet de justitie met gepaste bewijslast en volgens aanvaardbare procedures aandragen en een onafhankelijke rechter dient hierover te oordelen, niet onder de indruk van de machten die de individuele burger willen laten boeten. Er zijn ook nog andere zaken, zoals de gezondheidszorgen, het onderwijs, de infrastructuur en uiteraard het heilige eigendomsprincipe. Dat alles heeft in de loop der eeuwen grote welvaart gebracht, heeft mensen toegelaten na te denken over het gebruik van grondstoffen, over het maken van nieuwe voertuigen en het ontdekken van de geheimen van de materie. Ach, de brandstapels hebben we niet vergeten, de vervolgingen van andersdenkenden is altijd een heikel punt gebleven, maar de vrijheid voor het individu nam toe en de welvaart, het welbevinden ook. Waar zou nu ergens een kink in de kabel zijn gekomen? Het persoonlijke leven lijkt steeds meer aan de druk van media en commerciële ondernemingen onderhevig en ook de overheid wil de burger voor steeds meer mogelijke misdragingen ter verantwoording te roepen. Abortus mag, euthanasie mag, het homohuwelijk is mogelijk, dat zijn op zich interessante verworvenheden en toch, geweld tegen en vanwege jongeren neemt toe, mensen willen opnieuw dat het recht hen persoonlijk genoegdoening brengt en dat de schuldige aan een verkeersongeval echt moet boeten.
Hoewel de avond buiten diep donker is en het plein er verlaten bij ligt, hebben een tiental mensen zich rond ons groepje verzameld en af en toe haalt iemand iets te drinken, maar de stilte wekt mijn aandacht. Opeens sta ik op en ik verontschuldig me tegenover de geachte spreker, want blijkbaar heb ik het publiek in de ban gekregen, al was dat mijn opzet niet geweest.
Maar nu kijkt hij anders en bedachtzaam zegt hij dat deze benadering, hoe grof ook nog geborsteld wellicht veel meer dan het zijne blijk geeft van ernstige reflectie. De voorzitter stelt me voor over een maand hierover het woord te voeren. Graag geef ik daarvoor rendez-vous, wel wetende dat er bezwaren zullen volgen, want zo iemand, ach, een historicus met de neus in de boeken… Maar de jonge politicus schiet me buiten, op het plein aan en vraagt of ik nog wat tijd heb. De nacht is jong en aan de overkant ligt een drankhol dat niet zo gauw de deuren sluit. Een hol is het niet echt, het is zelfs geen bruine kroeg, maar er klinkt zwoele muziek als we het naderen en een paar paartjes dansen bijzonder innig. Nu, met ons drietjes vinden we op het terras nog plaats en een vierde persoon komt zich in ons zog nestelen. Een dame die de hele avond in stilte heeft gevolgd. Drie uur later sluiten we voorlopig de debatten, maar we hebben besloten, de jonge man en ik, geholpen door de twee dames om het thema, verontwaardiging of verwondering verder uit te werken. Dat anderen met dit thema aan de haal zouden gaan vind ik nog niet eens zo erg, want het zou mee het klimaat kunnen verfrissen.

Bart Haers

Reacties

  1. Bart,

    wat is een ' politicus in hope '?

    K.m.T.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een politicus in de dop, een politicus in spe, een dynamisch jongmens dat in de politicus zijn of haar ding doen wil... er zijn vele mogelijkheden, maar in hope vond ik mooi klinken, want tja, hij is het nog niet omdat hij zich kandidaat stelt...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Bart, bedankt voor de toelichting.
    Wat mij nogal ' verwondert ' is de ontevredenheid van de mensen rondom mij. We leven in een ongeziene weelde en toch loopt iedereen er zo verzuurd bij. Hoe moet zoiets uitgelegd worden aan die toevallige bezoeker uit Rusland of India?

    K.m.T.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Elders schreef ik op deze blog over onze obsessie gelukkig te zijn. Ongelukkig zijn is geen optie zegt men dan, maar voor zover ik er iets van begin te begrijpen, heeft geluk, bijvoorbeeld in India een andere betekenis dan bij ons, op het persoonlijke vlak: afwezigheid van oorlog en grote maatschappelijke spanningen weet iedereen te waarderen, maar als het op het persoonlijke vlak aankomt, willen wij zo heel veel, bezit, succes, prestige en een goede relatie, maar daar moet, zo lijkt het, moet de ander voor zorgen. Ook de overheden moeten voor zoveel zorgen, dat we ons goed zouden voelen, dat het bijna pijnlijk wordt. De politicus in hope die verontwaardigd wil zijn, is nu net daarover niet verontwaardigd, dat mensen obsessioneel gelukkig willen zijn maar dat laten afhangen van dingen buiten hen om... Kortom, ons verwachtingspatroon is op vele vlakken hoog gespannen en als we dat niet realiseren, dan denken we te falen. Hoe dat op te lossen? Ik denk dat hier levenskunst aan te pas komt, die evenwel niet echt onderwezen wordt.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts