Cultuurpatrimonium

Kleinbeeld

Quousque tandem

Zalig de eenvoudigen van geest

Daar zaten dan weer vier mensen en een moderator met elkaar te keuvelen over de staat van de staat en rol van de koning. Een dame zegde dat de koning, als werktuig of spreekbuis van het establishment haar partij geen kans gegeven had of wilde geven. De andere dame en twee heren vonden dat die partij niet moet zeuren, want ze moeten maar doen wat ze niet laten kunnen. Echter, eindelijk ontbrak er aan de tafel één of meerdere sprekers van de andere democratie… Maar goed, gisteren was er dus een feestje in het park, het Elisabethpark waar men manifesteren wilde tegen het uitblijven van een regering, voor solidariteit en “L’union fait la force”. Amper 1000 mensen waren er komen opdagen, het weer was te goed allicht. Maar in de Europese wijk was de drukte van geïnteresseerden heel wat groter. Om maar te zeggen, in Vlaanderen voelt men zo te zien een plaats vervangende schaamte voor de politiek, maar wil men die niet laten zien. Waarom toch?

Misschien omdat de burger begrijpt dat in 2007 en nu opnieuw de Vlaamse partijen er niet in slagen het met bestaande, gecommuniceerde inzichten die men gezamenlijk onderschreven heeft, in de hand de Franstalige politici tegemoet te treden. Velen vrezen dat N-VA ofwel te conservatief zou zijn of te zeer geneigd het sociale beleid aan kant te schuiven. Deze vrees hoeft men niet te rationaliseren, vooral wel te onderhouden. Men kan dus niet blijven beweren dat die ene partij té dit of te dàt zou wezen, de suggestie zou voldoende zijn. Maar N-VA heeft wel de idee dat een land niet kan functioneren als er geen overeenstemming bestaat over de gezamenlijke toekomst. En wie kijkt naar de Irisfeesten in Brussel, een armlastig stadsgewest, dat ook nog eens hoofdstad wil zijn, maar neerkijkt op een niet langer bestaand “Flandre Profonde”, even goed als op Wallonië , dat investeert in een feest dat identitair van opzet is, terwijl de Franstalige Gemeenschap er niet in slaagt te investeren in behoorlijk en performant onderwijs, dan kan men toch stilaan spreken van een land dat het nergens meer heeft over samenhang.

Nu, donderdag laatst hoorde ik Geert Mak behartigenswaardige dingen vertellen over Europa, waar heel wat publiek bij aanwezig was, waarna ik in de Kamer ging luisteren naar een vraag aan de minister van defensie over het leger, ertoe strekkende dat men in afwachting van een Europees leger best kon beginnen met een BENELUX-leger. Jawel, de vraag kwam van een jong parlementslid van N-VA, Bert Maertens, maar voor de heer Vandermaelen de defensiespecialist van de SP-a blijkbaar geen belangwekkend thema. Niettemin zou het samenbrengen van de middelen van de drie landen al heel wat bijdragen tot een performant en inzetbaar leger in de huidige wereld. Het blijft opvallend dat in Vlaanderen de samenwerking met Nederland politiek onvoorstelbaar moeilijk blijkt te liggen. Of samenwerking met Parijs even moeilijk zou liggen? Ach, die force de frappe, we zijn daar wel tegen, maar goed. Kortom, er is heel wat hypocrisie in het spel.

In dit landschap wil men geloven dat men nog grote gezamelijke projecten kan realiseren. De partijen die de N-VA om politiek-tactische redenen de duvel aandoen beseffen niet dat ze behalve een democratisch deficit in stand houden ook en vooral de realiteit van deze tijd tekort doen. Zijn het niet net onze sociologen en mediadeskundigen die voortdurend oreren dat Vlamingen provinciaal zijn en de schaduw van de kerktoren niet kunnen missen? Die Vlaming heeft wel internet, heeft zelf wel ergens buitenlandse ervaring ( Vorig jaar in de buurt van Dijon zagen we tijdens een halte op weg terug van het Zuiden medewerkers van Victor Buyck Steel construction bezig waren met grote werken, dus niet enkel de bazen gaan op reis…) terwijl ook vele andere indicatoren aanwijzingen geven dat Vlamingen niet langer van de wereld niet zouden weten: Erasmusstudenten, een bakker die zijn opleiding krijgt bij Wittamer en dan een paar jaren over de zeven oceanen rondvaart als pastijbakker, muzikanten die hun loopbaan begonnen in een afdeling van de academie voor schone kunsten van Eeklo, dit alles dient men statistisch niet tot die enkele voorbeelden, maar tot een algemene trend te betrekken. We bedoelen, Bourdieu kon gelijk hebben wat Frankrijk betreft, maar zelfs daar valt reden tot twijfel aan te wijzen, in Vlaanderen was het muziekleven, zoals overigens ook het artistieke leven veel dieper in de samenleving ingeweven en ingesleten dan wij vandaag geacht worden aan te nemen. Maar goed, wie het over Peter Benoit of Edgard Tinel wil hebben, botst wel eens op enige onwetendheid.

Shame!

Die mensen die menen dat er geen regering komt omdat een partij geen compromis wil maken, kan men ook niet van een teveel aan inzicht verdenken. BHV mag niet het wezenlijke probleem zijn, het probleem die kieskring te splitsen staat voor het Belgische onvermogen tot gezamenlijke politiek. Niet alles wat in het Vlaamse parlement en de regering gaande is, verdient zomaar applaus, de vele aarzelingen over een nieuwe waterweg van Zeebrugge naar het achterland laten voldoende zien hoe de politiek gepersonaliseerd raakt en persoonlijke carrières van politici lijken te staan of te vallen met het al dan niet accepteren van moeilijke maar noodzakelijke beslissingen. Maar wie Shame! roept ten aanzien van een partij en meent dat solidariteit het enige criterium kan zijn, mag met recht ziende blind heten. Politiek gaat over het algemeen belang en dat belang valt niet eenduidig te behartigen. De hervorming van de Belgische federatie loopt hand in hand met de moeilijke verhouding tussen de Europese instellingen en de Europese burger. Het euroscepticisme vormt voor mij een gepasseerd station. Waar we nu mee bezig horen te zijn hoe of Europa met grote lijnen van beleid kan bezig zijn en hoe dat dan in de praktijk gerealiseerd moet worden. Het dossier van de liberalisering van de mobiliteit, telecommunicatie en vooral de energiemarkten laat zien dat daarover meer dan een discussie gevoerd kan worden.

Een ander domein waar Europa een bijzondere rol zou kunnen spelen is dat van de cultuur, waarbij nog meer dan nu het geval is aandacht hoort besteed te worden aan de achterliggende inzichten en ideeën over politiek en samenleving, maar ook over de dynamiek van die Europese cultuur in de afgelopen eeuwen. Het onderwijs, maar ook de publieke en private media hebben hier een grote rol te spelen, maar ook hier loopt men in de populistische val, want men durft het publiek niet de kans te geven de vele aspecten van het culturele leven te leren kennen. Het gaat inderdaad niet enkel om ontspanning, zoals sommigen beweren.

Keren we even terug naar de betoging van Schame! afgelopen Zaterdag, 7 mei. Men laat het uitschijnen dat de Vlaming door zich niet zozeer met België nog te willen vereenzelvigen zich zou opsluiten. Maar wie kijkt op zatderdagmiddag naar Canvas voor een brokske cultuur? Intussen zien we hoe authentiek erfgoed, van meer dan lokale betekenis als het Egidiushandschrift in Vlaanderen zelfs niet tot het patrimonium blijkt te behoren, dat vinden we pas beschamend, maar ook - oh verrassing - het werk van Maeterlinck of Georges Rodenbach. Wat bovenlokale en zelfs Europese betekenis heeft, daar hoort men Vlomsche intellectuelen zelden over spreken. Dat blijft voor ons beschamend. Bij het standbeeld van Simon Stevin in Brugge ziet men zelden groepen staan, over het wetenschappelijke werk van Julius McLeod of zelfs Henri Pirenne, die zelf schreef dat hij veel van zijn inspiratie haalde uit het boeiende stadsleven in Gent, het blijft alles vreemd, want het is geen voorwerp van discussie. En dan vergeten we nog zoiets als Geel of het Guislain-instituut in Wondelgem, ook plaatsen van herinnering, voortbouwend op oude tradities van zieken- en zielenzorg. Het beeld dat we steeds weer voorgehouden krijgen, klopt niet met de realiteit, met wat we als cultuurpatrimonium beschouwen moeten en dat kan men niet anders noemen dan incivisme.

Staatsgevaarlijk

Genoegzaam zegt men dat de Vlaamse beweging altijd wel staatsgevaarlijk geweest is, ook al werd diegedragen door brave huisvaders die via Davidsfonds of andere cultuurfondsen hun Vlaamse houding kenbaar maakten. Lange tijd was de Vlaming best bereid de buil met de bluts te nemen en leek voor hen de Belgische realiteit te bestaan. Nu merkt men dat de democratieën uit elkaar groeien, maar is precies de cultuur het domein waarop men de Vlaming een geweten wil schoppen.

Degelijk onderzoek naar de omvang en de kwaliteit van de diploma’s van Vlamingen in het buitenland, van Bakeland, van Lieven Bauwens en zovele anderen tot vooral na de oorlog de grote brain drain begon. De scholing hier te lande, met de nijverheidsscholen aan de basis en de opleidingen aan de universitaire instituten, over alle faculteiten heen heeft in de breedte heel wat mensen opgeleid en velen de kans gegeven zich in het buitenland verder te ontplooien.

En dan zijn er de kunstenaars, Rita Gorr, geboren in Zelzatre 1928; maar ook jongere mensen als Koen Kessels of Dirk Van de Velde, de ene uit Oostende, de andere uit Waarschoot, net als Jan Sciffer en al die anderen… men kan het nauwelijks overzien, maar toch lijkt men er in academische noch in politieke kring van doordrongen te zijn, hoe diep het muziekleven in Vlaanderen ingebakken zit. Tja, begon het metLouis en Jean van Beethoven, uit Mechelen? Ook de Halse cellist en componist Adrien François Servais, de bouwers van de orgels zoals de familie Van Peteghem… zullen we het maar niet te gek maken en misschien eens naar de schilderkunst en kunstambachten als ebenisten en juweelmakers kijken?

.

Wie het niet wil, laten we graag in die wijsheid baden, zelf vinden we het geen reden tot Nationale trots, wel de bevestiging van de idee dat Vlaanderen geen achterhoek van het Europese continent zou zijn en vooral, er het nodige toe heeft bijgedragen. Dus er was leven na de dood van Gerard Mercator en Andreas Vesalius. Het valt op dat in de hele idee van de presentatie van België in Europa en de wereld zelden iets te bespeuren valt van dat bijzondere patrimonium. De dag dat Brussel de tapijtweefkunst als Brussels durft te monopoliseren ligt misschien nog veraf, maar dat dit bij uitstek behoort tot de cultuur én het protokapitalisme van de zestiende eeuw in Vlaanderen zoals men het toen kende, ontneemt hen daar wel veel argumenten toe. Maar dat Vlaanderen zelf, dat ook in afgelopen decennia performant is gebleken, maar in het publieke (politieke) debat genegeerd wordt, kunnen we alleen maar als staatsgevaarlijk aanduiden. De onwil met andere woorden om het aandeel van het Noordelijke landsdeel in het landelijke welbevinden en het algemene klimaat door hen die den Vlaming euvel duiden gewoon Vlaming te willen zijn, dat wil overigens ook zeggen enigszins kritisch tegenover centraal gezag, kan men derhalve enkel staatsgevaarlijk noemen.

Schaamte en deernis

Het mag dus wel volstaan om te begrijpen dat vele Vlamingen zich niet geroepen voelen zich met de jongens en meisjes van Shame! in te laten. Hun beeld van Vlaanderen is zonder meer beschamend voor henzelf en geeft nergens blijk van inzicht hoe het economische, politieke en economische leven er in Vlaanderen uitziet. Evenmin verwijst de hele actie ook maar in de verste verte naar enige Europese betrokkenheid. In die omstandigheden kan men hoogstens deernis opbrengen voor dat zootje. En ja, in de betere boekhandel leest of koopt men niet enkel Aspe of Lanoye, maar liggen Klassieken en nieuwe literatuur uit nabije buurlanden of verdere exotische oorden te keur en te over.

Het is deze situatie die voor een gevaarlijk misverstand zorgt en ertoe bijdraagt dat men wel moet geloven hoe bedompt, engdenkend het leven hier in Vlaanderen is. Een beetje volgen van het artistieke leven, niet de barnum, maar het bruisende leven in vele steden en gemeenten, daar komt het op aan. En wat minder idolatrie ten aanzien van weinigen in de republiek der letteren of andere oorden op de Parnassus kan ook geen kwaad. Maar misschien moeten we Stand-uppers niet vergelijken met acteurs en moeten we de aspiratie naar het hogere in de kunsten opnieuw een plaats geven, zoals Jean Clair, verantwoordelijke voor het Nationale patrimonium in Frankrijk het in Le Monde stelde. De cultuur verloor gaandeweg de aspiratie naar het hogere. Moet kunnen, natuurlijk, maar wat overblijft, tja, is niet meer dan een kniezwengel van 60.000 €. Daarom vinden we die inspanningen pro belgica patria zo onthutsend, want net dat België brengt behalve voor een Fabre of Tuymans geen echte interesse voor het brede en uitgebreide cultuurleven in Vlaanderen. En nog eens, dit is en blijft een beperkte invalshoek, maar hopelijk maakt het voldoende duidelijk waarom we die benadering van Shame! beschamend vinden.

Bart Haers

Reacties

Populaire posts