Verwijlen bij Ray Tallis, geriator en filosoof
Reflectie
Humanisme en Respect, een
tautologie?
![]() |
Denis Diderot, standbeeld in geboortestad Langres. Diderot leerde mij alvast dat vrij denken niet altijd gemakkelijk is, maar boeiend is het wel. |
Ray
Tallis kende ik niet, maar plots was hij in gesprek met Alicja Gescinska op de
buis en vertelde over hoe hij nadacht over de geassisteerde dood, over God en
dat hij niet met een atheïsme kon volstaan, omdat dit een geloof in niets of
niet geloven zou betekenen. Zijn visie op wat des mensen is, bracht hem bij de
vaststelling dat het velen onder ons wel eens aan respect ontbreekt, al noemen
ze zich graag humanistisch. Dit is geen
reflectie over geloof in god of kerk, wel over hoe we inderdaad dit humanisme dat
Tallis voorstelt kunnen beleven.
Oude
discussies herleven, oude loopgraven worden opnieuw ingenomen, als het gaat over kerk,
levensbeschouwing en respect en we horen ook Rik Torfs uitleggen dat
gehoorzaamheid tot kritiekloos aanvaarden van wat hogere instanties vertellen
aanleiding geeft, met een snuifje opportunisme. Gehoorzaamheid betrachten is
geen deugd of gave, maar kritiek uitbrengen vergt niet enkel moed, ook
overdenken van de situatie, het belang en nut van een actie en finaal het
oordeel of we er voldoende waarde aan hechten. Het gaat dus niet enkel over het
principiële en immer onbeweeglijke dat waar zou zijn en elke storm kan
doorstaan, maar over hoe we met omstandigheden omgaan. Men kan persoonlijk
vragen hebben bij abortus en toch, die vrouw die erom vroeg helpen, toch?
Waarom de Poolse overheid en regeringspartij abortus terug wil inperken, zodat
het bijna feitelijk verboden is, kan men zonder meer als een overbodige vraag
afserveren, want er zijn geen redenen voor. Toch komt dat wetsvoorstel
meesurfen op een golf van antimoderniteit. De Kerk in Polen dwaalt, denk ik,
vermits zij die politieke keuze meer dan influistert. Geen deftige
bijbelexegeet kan vasthouden aan de idee dat mensen gewoon onderworpen zijn aan
de natuur. Men mag niet doden? Juist ja, maar men moet ook verstandig handelen
en vrouwen - zo blijkt - wordt ook niet per definitie wijsheid ontzegd - de
parabel van de dwaze en de wijze maagden - maar als men deze en andere teksten
interpreteert vanuit een grondgedachte, dan kan men inderdaad vastlopen in
drogredeneringen en het principe stellen boven die ene gedachte - hoe moeilijk
te bevatten ook - dat we om onze naaste moeten geven, meer nog, van die naaste
houden, als van onszelf. Nu is de kerk zelf niet altijd toonbeeld geweest van
dit inzicht en geeft net het abortusdebat zoals het nu in Polen speelt aan dat
velen graag een godje spelen als ze anderen in de modder kunnen stampen.
Daarover
ging het ook in Wanderlust op zondag25 september 2016, toen Ray Tallis uitlegde
dat artsen wel eens menen dat ze een god zijn, die alles in handen hebben. Die
illusie doorprikt hij aardig, wanneer hij uitlegt hoe hij wel eens aan zijn
beslissingen twijfelde. Het gaat er dan niet om, dacht ik, dat hij twijfelde
aan de onweerlegbaarheid van zijn argumenten, wel aan de uitkomst van zijn
besluit, of mensen er echt goed mee af zouden zijn. In het gesprek met Alicja
Gescinska kwam me die houding zeer aantrekkelijk voor - niet dat we
besluitloosheid moeten prijzen - maar contacten met geriatrie laat zien dat er
n dat specialisme nog wel enkele horden te nemen en vooral de relatie tussen
arts, patiënt en naasten blijkt nog te vaak te berusten op de alwetendheid en almacht
van de geriator, terwijl net dat levenseinde vaak een kwestie van casuïstiek,
subtiele casuïstiek.
Nu
denk ik niet dat men alleen artsen mag aanwrijven dat ze zich wel eens godgelijk
wanen, almachtig en alwetend, terwijl het bij nader toezien wel eens wat minder
kan zijn. Vooral in de opiniepers merkt men dat sommigen graag uithalen vanuit
hun autoriteit en wie daaraan durft te twijfelen, moet zich grondig laten
onderzoeken, heet het dan. Dat zij dit voor waar aannemen in een context waar steeds
meer mensen sinds veertig, dertig jaar hoger onderwijs hebben genoten en er ook
iets mee hebben gedaan, maakt het des te pijnlijker, want hun kennis is niet
per se ruimer dan die van anderen, om de eenvoudige reden dat alwetendheid niet
van deze wereld is. Die filosoof liet ook verstaan dat wetenschappers soms zeer gespecialiseerd zijn, maar het ruimere plaatje uit het oog hebben verloren.
Het
valt inderdaad wel eens voor dat mij dat ook voor de voeten werpt, met mijn
blog, dat ik de indruk wek alles te weten of van alle markten thuis te zijn.
Het is natuurlijk gemakkelijk iemand dat verwijt toe te werpen zonder het
verder te argumenteren. Het kan ook moeilijk anders, dat men mij zoiets voor de
voeten werpt, omdat ik wel eens refereer aan inzichten die in de dagelijkse
krant nu net niet aan bod komen. Toch laat Alicja Gescinska zien dat rustige
televisie maken met twee mensen die van gedachten wisselen en dat je er als
kijker iets van opsteken kan. Het valt me wel op dat ik zo een verwijt krijg
zonder opgaaf van redenen, wat blijk geeft van grote vrijblijvendheid en dan
kan men het ook terzijde leggen. Nu
goed, dat verwijt moet ik er dan maar bijnemen, ook als ik, zoals in dit stuk
probeer, op glad ijs te schaverdijnen.
Ook
als God dood is
Als
God dood is, zal men het altijd zien, dan komen er altijd wel mensen af die God
laten verrijzen. We hoorden en stemmen ermee in dat die hele verhalenschat die
de bijbel vormt ook mee het humanisme kan schragen, op voorwaarde dat men deze
boeken lezen wil als reminiscenties aan diepmenselijke ervaringen. Men sprak
over het offerfeest, over het onverdoofd slachten van vee, maar men vergat dat
dit feest antropologisch wortelt in een diepgaande wijziging in de vorm van
verering en aanbidding: het mensenoffer werd met de daad van Abraham ontraden
of nog: God vraagt niet we onze naasten offeren. In een latere fase zal ook het
offeren van dieren door ene Jezus als barbaars en onnodig voorgesteld worden en
ook als een vorm van oplichterij en afpersing. Natuurlijk heeft de kerk
naderhand aan de hand van allerlei kleine regeltjes mensen ook wel geld
gevraagd, zoals de Sint-Pieterspenning, maar ik verwacht niet dat iemand van
mijn generatie daar nog weet heeft. Alleen, als we zien hoe allerlei NGO's geld
weten in te zamelen voor het goede doel, waarbij de inzet van vrijwilligers en
van de milde schenkers niet nuttig blijkt te worden ingezet. Veertig jaar heeft
men allerlei organisaties opgericht om de ontwikkelingslanden te helpen, maar
er werden al die tijd antropologische vergissingen begaan maar ook soms
politieke. Ook als God er niet aan te pas komt, zoals bij 11.11.11 zien we een beroep op onze welwillendheid en de behoefte nood te lenigen, terwijl niet
altijd duidelijk is geworden, wordt dat als die acties veel opbrengen, weinig gevolgen hebben voor degene voor wie dat geld opgehaald
wordt, maar wij worden op ons goede geweten aangesproken.
Nieuw
(?) Humanisme en Respect
Humanisme,
hoorde ik, heeft alles te maken met respect, maar Ray Tallis liet begrijpen dat
respect voor hem niet eenvoudig een woord is, doch weergeeft hoe iemand zich
tegenover anderen gedraagt. Onze houding tegenover de natuur? Respectvol, maar
dat zeggen bioboeren en actievoerders van Gaia ook, terwijl te bedenken valt mensen
een vormen van bewustzijn kennen dat zelfs een chimp vreemd is, wat ook al weer
op een stevige repliek zal botsen, gesteund op het werk van de bioloog Frans De
Waal. Ray Tallis legt dan weer uit dat hoe ons brein functioneert van dien aard
is dat het niet enkel gaat om gewoon slim zijn, maar dat het omdat complexe
gegeven gaat dat bewustzijn is.
Respect
vragen, bedacht ik mij, is dan nog iets anders dan respect opbrengen voor een
ander, of van derden tegenover bijvoorbeeld de dierenwereld of het organisme
dat we planeet aarde mogen noemen. In zijn benadering zien we dat prof. Tallis
dat nu zo belangrijk acht, niet dat we respect moeten vragen, maar zelf bij
machte zijn respect op te brengen. Dat betekent niet dat alleen dat men de
groten der aarde met respect zou bejegenen, of mensen met wie men het eens bent,
maar net mensen die niet je mening of visie delen of die duidelijk een ander
levenspad hebben gekozen. Of je dan je eigen visie opzij moet schuiven, vraagt
een mens zich af, maar dat lijkt voor Ray Tallis niet zo een punt te zijn, dat
wil zeggen, het respect geldt de personen en over de meningsverschillen kan het
altijd nog gaan, maar dan moet men naar die andere ook luisteren. Hier kwam aan
het licht dat Tallis het lastig heeft met mensen die anderen, die wel een of
ander godsgeloof koesteren voor achterlijk, verouderd, middeleeuws houden.
Zijn
humanisme refereert zo te zien aan wat we van Desiderius Erasmus weten,
namelijk dat die vond dat je niet zonder goede redenen je eigen gelijk als norm
kan plaatsen. Men weet dat zowel de katholieken als de protestanten Erasmus
gaandeweg terzijde schoven als onbetrouwbaar omdat hij geen partij wenste te kiezen
voor een der partijen. Natuurlijk, de hele politieke strijd binnen het
christelijke Europa was ook politiek en kon de aanspraken van vorsten, maar ook
van steden op macht kon doorkruisen of net versterken. Na een paar eeuwen
secularisering gaat men ervan uit dat we geleidelijk de godsdienst kunnen
afschuiven, maar Tallis lijkt de mening toegedaan dat dit wel eens een
vergissing zou kunnen zijn, alleen is het dan nog de vraag wat we bedoelen met
godsdienst en hoe dit mensen kan sturen in hun leven. Dan komt ook
gehoorzaamheid om de hoek kijken: zijn we bereid te aanvaarden dat we niet
altijd zomaar gehoorzaam kunnen zijn aan autoriteiten? Het blijkt van niet. Overheden
overstelpen ons met gezondheidsvoorschriften, allerlei experten komen af met
onderzoeken en onderzoekjes om ons af te leren wit of rood vlees te eten,
groene of rode groenten en al dan niet glutenvrij graan. Blijken er goede
aanwijzingen toe, dan moet men dat beter doen, zal men dat ook doen om
ongemakken te voorkomen, terwijl anderzijds de rationele argumenten maar weinig
mensen van hun hedonisme zullen afhelpen. Omdat we niet enkel rationeel zijn,
maar ook de weldadigheid van verzadiging of zelfs de spanning van een
gevaarlijke situatie kunnen waarderen.
Geen
ideale mens
Humanisme
houdt dus rekening met hoe we als mensen zijn, niet de ideale mens, maar elke
mens zoals die is. Het feit dat mensen zoeken naar absolute zekerheid, in de
vorm van een duidelijke regelgeving, zoals religieuze normen of
wetenschappelijke zekerheid moet ons volgens de arts en filosoof wel boeien,
want mensen kunnen niet met onzekerheid om, die zowel te maken heeft met wat ze
van anderen verwachten of zelf geacht worden te doen, inzake voedsel, kleding
of omgang met seksualiteit. Het gaat om manieren om in al dan niet extreme mate
de verantwoording voor daden en inzichten bij een externe autoriteit te kunnen
leggen. Het gevolg is dat mensen die tot de Jehova's behoren en geen
bloedtransfusies mogen aanvaarden met onvoorstelbare dilemma's af te rekenen krijgen, maar op een of andere
manier, denk ik, komen we vroeger of later ook wel eens voor een tragisch
dilemma te staan, al wil men aannemelijk maken dat het aanvaarden van
wetenschappelijke inzichten volstaat om niet meer met tragische keuzes te maken
te hebben. Echt, we leven niet in een laboratorium waar alles mooi geregeld en
onder controle is.
Het
belang van Zekerheid
Het
ging niet over determinisme, gisteren, maar ik denk dat dit ook voor de
filosoof geen punt van discussie is: geloven dat alles vast ligt op grond van
de natuurwetten, klinkt aanlokkelijk, maar, zoals ik al langer veronderstel is
dat niet anders dan wie in predestinatie gelooft en weet dat zijn of haar lot
al vast zal liggen. Dat de zon nog 5 miljard jaar te stralen heeft voor de
energie opgebruikt is, kan men inderdaad berekenen, maar hoe het er de volgende
100 jaar op aarde aan toe zal gaan, blijft een ander verhaal. Misschien is het
gedetermineerd dat er op IJsland nog eens een grote uitbarsting komt, maar we
zijn vooralsnog niet in staat die exact te voorspellen. Maar ook het handelen
van individuen valt niet altijd te voorspellen en vaak zorgt dat voor ellende,
maar we kijken dan voorbij aan de vreugden die het onvoorspelbare gedrag kan
betekenen; dat een ander iets doet dat we niet voorzien kan te maken hebben met
gebrek aan omgang met die persoon of net omgekeerd aan jarenlange vertrouwdheid
waardoor we er blind voor zijn. Wij, ik en de anderen. Daarom kan ik niet zo
goed met Jean-Paul Sartre overweg: l'enfer c'est les autres.
Een
humanisme, aldus Tallis, dat alleen op wetenschappelijke kennis en ratio is
gebaseerd, doet mensen tekort, maar het is moeilijk dezer dagen daarmee ook aan
te geven dat mensen als individuen en in hun leefwereld wel degelijk meer zijn
dan organismen, maar zelfbewust hun weg kunnen gaan, ook leveren ze wel eens of
voortdurend hun zelfbewustzijn in bij een derde instantie in en handelen ze
vervolgens - zolang het saldo batig is - gehoorzaam naar de inspiratie van die
autoriteit. Autonomie? Het woord valt dezer dagen nog nauwelijks en als het
valt gaat het om een illusie die nergens op zou berusten. Het pleidooi dat men
zondag in Wanderlust kon oppikken, bracht alvast mij tot enige vreugde, dat er
nog geleerden zijn die niet zomaar aannemen dat we nog altijd de wezens zijn
die - tja, van afweer - als mensen kunnen worden herkend, van de homo sapiens
dus, of was het pas de Cro Magnon, maar dat blijkt een moeilijk onderscheid. En
dan nog, het einde van de steentijd in Europa en Azië, de Bronstijd en later de
IJzertijd hebben het wezen van de mens ook weer beinvloed. Over de betekenis
van de moderne wetenschappen op wat en wie we zijn, zal dus nog veel te zeggen
vallen. Spreek ik niet meer die god van Joden en Christenen, dan denk ik dat
het bijbelverhaal, die set van verhalen, boeken best inspirerend blijven, al is
van de leefwereld al lang achter ons gelaten, maar goed, dan moeten we Homeros
en Ovidius ook maar stof laten vergaren. Het komt mij wil voor dat we onszelf
dan veel ontzeggen, vreugden, schoonheid en inzichten. Oh ja, ook Diderot
verdwijnt dan, maar ik vrees dat niet velen vandaag nog iets van Denis Diderot
lezen.
Als
spreken over de wereld onmogelijk is, zonder zich in te laten met het
tijdelijke, als we op dat begrip eeuwigheid en tijdloosheid geen vat krijgen,
dan heeft dat ermee te maken dat we zelf ondanks de dood van God nog altijd
niet begrijpen dat ons bestaan per definitie een begin heeft en een einde. Toch
bedacht ik mij, dat we ons wel eens kunnen verliezen in een moment, waarbij de
kortwijligheid ons ontgaat. Tijd is een boeiend begrip, waarover we het wel
moeten hebben. Bij een ontdekking van een nieuwe stem, die van Ray Tallis,
mogen we daar dus wel even bij verwijlen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten