Hoe men Douglas Haig vergeten kon
Dezer
Dagen
Waar is de chef gebleven
Veldmaarschalk Douglas Haig en Passendale
![]() |
Familiefoto waarop ook Gustave Dumon te zien is, bij het oorlogsgraf voor Aimé Dumon (1883 - 1915) Gustave Dumon was zelf burgerlijk oorlogsslachtoffer. Het is min link naar de ooelog. |
Douglas
Haig? De naam valt dezer dagen, bij de herdenking van de Derde Slag om Ieper,
of de slag om Passendale, niet of nauwelijks Men noemt hem wel eens de Butcher of the Somme, maar verder blijft men zedig
zwijgen. Het gaat niet alleen om die dolle herdenkingsindustrie, het gaat er
ook om dat men de lezing van precies Haig volgt, dat Wijtschate en Passendale
weinig met elkaar te maken hadden. Het is allemaal verwarrend en toch, als men
het over militaire handelingen heeft, zal men toch wel denken aan de rol van de
hoogste leiding.
Misschien
zijn er goede redenen om de naam van de generaal niet te noemen, want
uiteindelijk gaf het beleid van Douglas Haig niet echt blijk van grote
alertheid en de wil om de beste middelen in handen te krijgen. Soldaten waren
voor de loopbaanmilitair evengoed middelen als kanonnen en munitie. Toch zou
men zich als journalist moeten schamen de eventuele fouten van de hoogste
legerleiding niet in kaart te brengen. Een artikel plegen over de Butcher of
the Somme kan niet volstaan als vervolgens gezegd wordt dat de generaals steeds
weer wilden aanvallen. Op Herbert Plumer na, bedacht men nooit iets nieuws.
Dat
koning Filip van België erbij is, zal wel voor zich spreken, dat de prins van
Wales, Charles en zijn oudste zoon aanwezig zijn, evenmin, maar dat betekent
nog niet dat men alleen over de ellende en zinloosheid van de oorlog kan
spreken. De legerleiding, de geallieerde maar ook de Duitse hebben tijdens de
oorlog meer dan wij ons kunnen indenken de grenzen van de mogelijkheden
ervaren. Dat bovendien de Britse invloed op de geschiedschrijving nog zo groot
is, kan men dan wel verklaren, misschien moet men toch proberen andere facetten
in de lezing van de feiten aan te brengen. Hoe generaals als Foch en Joffre,
Pétain en dus ook Douglas Haig beslissingen namen wordt maar zelden goed in
beeld gebracht. Perry Pierik heeft met zijn boek over Ludendorff wel aangetoond
dat men zich een inzicht in de handelingen van een generaal vrij precies kan vormen
en uitleggen hoe het gegaan is. Enerzijds kan een generaal, als het goed is,
met zijn officieren goede afspraken maken en de tegenstander bij verrassing te
grazen nemen, zoals Ludendorff aan het Oostfront deed, maar ook bij de inname
van Luik. Maar altijd heeft een opperbevelhebber altijd wel ergens geluk nodig
om in zijn opzet te slagen. Maar ja, het succes van een generaal is ook altijd
een dosis geluk.
Wie
leest over WO I komt onder de indruk want Verdun, de Somme, de Marne, de slag
om Ieper, I, II en III, het zijn bloedbaden en vaak ook nog zonder het beoogde
resultaat. Dat ligt deels aan het uitgebreid hanteren van machinegeweren, die
de aanvallers gemakkelijk kunnen neermaaien. In de oorlog in Soedan (1895) had
Winston Churchill er al de efficiëntie en de wreedheid van gezien, toen lord
Kitchener er in enkele uren een hele groep Soedanese soldaten doorzeefde,
terwijl de Mahdi op dat moment zo een 50.000 soldaten had, maar geen moderne
artillerie. Churchill vond het een wrede bedoening.
Maar
de Duitse tegenstander vocht met gelijke wapens en viel niet zomaar te
verslaan. John Lukacs overdacht in verband met de plaats van Hitler in de geschiedenis dat sommige figuren
zo dominant zijn in hun tijd en omgeving dat men zich wel met hen moet inlaten.
Maar andere figuren lijken er in te slagen helemaal onopgemerkt te blijven en
dat geldt voor de Erich Ludendorff die na november 1918 in allerlei rechts
kringen opvallend aanwezig is, zeker ook bij de Kapp Putsch en de Bierkeller
Putsch met Hitler. Maar Ludendorff sterft ver van de scène en kan alleen nog
dienen als propagandamiddel. Haig is wel helemaal verdwenen, wellicht ook omdat
de regering door had gekregen dat de veldmaarschalk het leger zonder voorbehoud
inzette en bleef doorgaan met de materiaalslag. In Frankrijk was de geest al
niet veel vredelievender, zeker niet toen Clémenceau president werd. Men
herdenkt de doden en dat is terecht, maar het is niet terecht dat men de
oorlogsdaden zinloos noemt, want de legerleidingen zaten in een logica van
beslissende slagen, die zelden iets opleverden. Het is ook Lukacs die schreef
dat Frankrijk en het UK het maar nauwelijks konden halen tegen Duitsland, met
de hulp van de VSA en het uit de oorlog halen door... Ludendorff die mee de
reis van Lenin naar Petersburg organiseerde.
Wat
moeten we dan herdenken? Dat de oorlog zinloos was? Dat laatste blijft wrang
want de soldaten waren behoorlijk vechtlustig, behalve misschien de Belgische
troepen, die door de koning, Albert I, zoveel mogelijk uit de grote slagen
gehouden werden, tegen zijn minister van Oorlog en de andere regeringsleden in.
Maar door aan de IJzer te blijven en stand te houden, kon het kustgebied rond
Duinkerken ook volop gebruikt worden. Aan de andere kant, de Duitse troepen
hoefden er ook niet veel hoofdpijn aan te lijden. De oorlog is begonnen met de
gedachte dat men de tegenstander snel kon verslaan en dat bleek aan het westelijke
front doorgaans een misrekening. De
propaganda voor de oorlog, zoals Stefan Brijs beschreef in "Post voor
mevrouw Bromley" werd gedragen door mensen, mannen en vrouwen in de
straat. De zwaar opgetuigde herdenkingsceremonieën in Ieper en Zonnebeke laten
vermoeden dat we vandaag ook al weer geacht worden dat verhaal van
overheidswege te geloven.
Nu
spreekt men over de zinloosheid van de oorlog, maar het was niet voor niets dat
Christopher Clark uitgebreid beschreef hoe de aanloop naar augustus 1914 voor
de hoofdrolspelers, zoals Earl Grey, president Poincaré of keizer Willem II in
feite niet meer dachten aan alternatieven voor een oorlog. De Franse regering
en burgers waren nog altijd gevlast op een revanche voor 1870 maar wilde de
morele verantwoordelijkheid dragen. Tot de dag van vandaag, stipuleert Clark,
weigert men te accepteren dat de oorlogswil in Frankrijk niet minder was dan in
Duitsland, maar dat Duitsland, dat op twee fronten bedreigd werd, een ingenieus
logistiek plan op gang moest brengen, waarbij Frankrijk snel uitgeschakeld
moest worden en vervolgens zou men in het Oosten de zaken wel regelen. Het
beruchte von Schlieffenplan, dat al lang niet meer dezelfde rigueur had als von
Schlieffen het had bedacht, vergde een snelle aanval via België, de Ardennen om
vervolgens de legers in de tang te nemen, om daarna in Rusland hetzelfde te
doen. Reeds bij de verovering van Luik liep het anders en de hele strategie
diende verlaten te worden. Het vervolg kennen we: drie slagen om Ieper te
veroveren en vervolgens de veldslagen aan de Marne en de Somme, Verdun.
Vergeten: de oorlogshandelingen in het Oosten, de moeilijke militaire situatie
van Oostenrijk-Hongarije en uiteraard het falen van Churchill in de poging via
de Darnadellen de Serviërs en de Russen bij te staan in het Oosten. Churchill
erkende zijn falen en nam de nodeloze doden ernstig, gaf zijn ontslag bij de
regering - anderen menen dat hij tot ontslag gedwongen werd - en probeerde hij
een bevelspositie vast te krijgen. Hij kwam in Ploegsteert terecht en zou er
enkele maanden een bataljon leiden, hoewel daarmee een eenheid van 1050 man bedoeld
wordt, telde de eenheid in 1916 slechts 700 man, een gevolg van nog zo een
gemiste slag, die bij Loos. Gemist? Wel, de krijgsdoelen werden niet bereikt en
iemand als Churchill begreep tijdens zijn dienst in de gevechtslinies in
Ploegsteert dat het allemaal niet goed zat. Maar Churchill had dan al veel
vertrouwen van de regeringspartijen verloren.
Men
kan niet begrijpelijk maken dat 100 jaar na Passion dale de Britten de
geschiedenis niet accepteren, de fouten die hoge militaire leiders en de
politiek hebben gemaakt. Men doet alsof die soldaten op eigen gezag in ht vuur
gelopen zijn. En ja, was Ploegsteert erger dan Verdun? de Somme? Loos, waarover
men nooit spreekt? Die soldaten deden geen stap richting de vijand zonder een
duidelijk bevel. Als men het verloop van de krijgshandelingen in het westen
vanaf 1915 bekijkt, dan vallen er maar weinig staaltjes van militair genie te bespeuren,
of het zou moeten zijn de bevoorrading van Verdun via de Voie Sacrée met mannen
en munitie, voedsel ook, tussen Bar-le-duc en Verdun, wat logistiek een
onvoorstelbare prestatie was. Ook de positie van Albert I van België kan men
als een staaltje militair inzicht beschouwen, al was iedereen boos omdat hij
geen troepen wilde leveren voor de grote aanvallen. De koning streefde tot
woede van velen een compromisvrede na en dat werd hem ondanks de sympathie voor
"poor little Belgium" wel aangerekend.
Militair
genie betekent met een berekende inzet van mensen en middelen een maximaal
resultaat behalen, maar omdat de militairen aan beide zijden elkaars gelijken
waren, omdat opleidingen in de nationale legers van vergelijkbare kwaliteit
waren en de oorlogsbereide landen ook veel in het leger investeerden, valt het
niet zo moeilijk te begrijpen dat de oorlog wel op een materiaalslag en een
aaneenrijgen van bloedbaden moest uitlopen. Pas toen de Amerikanen hun gewicht
in de schaal legden, was het duidelijk dat Duitsland niet meer kon winnen, maar
verslagen was het niet. Dat Ludendorff en Hindenburg de politiek de vrije hand
gaven en Ludendorff zelfs ontslagen werd door de Keizer, mag niet verhelen dat
hij en Hindenburg, die van 1925 tot 1933 Reichspresident zou zijn, de macht
helemaal voor zich hadden. Ludendorff heeft zelfs op zeker ogenblik besloten
troepen terug te trekken uit delen van het front die niet voldoende te
verdedigen vielen, wat voor de Fransen en de Britten een verrassing was, zoveel
gebied opgeven. Maar van een onderhandelde vrede kon er geen sprake zijn.
Ik
denk dat men het falen van de militaire overheden en van de politieke
overheden, om de onmogelijkheid van een "Entscheidungschlacht" onder
ogen te zien na honderd jaar wel onder de aandacht moet brengen. In Vlaamse
velden, in Verdun en bij Amiens stierven mensen omdat het hun bevolen was het
niemandsland over te steken, in de hoop dat ze de tegenstand zouden breken.
Geen verhaal dat militairen in hun eer en trouw aantast werd de afgelopen
honderd jaar publiek te berde gebracht. De herdenkingen leggen zich erop toe de
soldaten voor te stellen als willoze slachtoffers, maar het hele militaire
kader ontbreekt en ook wel, wat de Franse troepen aangaat de vaststelling dat
zij of in opstand kwamen en gingen muiten, dan wel precies "jusqu'au
bout" wilden gaan.
Dulce
et decorum pro patria mori? Een broer van mijn overgrootvader zou in 1915 in Reninghe
onder granaatscherven sterven, een zone er wel geschoten wordt met artilleriestukken
maar er blijken weinig directe aanvallen te zijn geweest. Evengoed had de man
geen geluk, maar dat was het wezen van de oorlog. Men moet Ernst Junger lezen,
over zijn ervaringen in Vlaanderen om te begrijpen hoe die soldaten door het
leven gingen, zolang als het kon. Junger werd wel 103 jaar oud en heeft zich
verzet tegen Hitler en de NSDAP. De betekenis van de oorlog heeft na de oorlog
in hoofde van de overlevenden voor Duitsland een grote invloed gehad, zoals ook
de Verdragen van Parijs, Versailles, Saint-Germain... die na de oorlog de vrede
moesten bezegelen, die in Duitsland als unfair werden aangevoeld. Ludendorff en
anderen hebben dit uitgespeeld. Ook daarom zal men bij de herdenkingen, zal ik
er altijd een wrang gevoel bij hebben. Gedoe over de zinloosheid van de oorlog
heeft geen zin, wel zal men toch meer aandacht moeten schenken aan de
slaapwandelaars. Jusqu'au bout? Wie nam de verantwoordelijkheid voor al die
soldaten die domweg in het vuur liepen? En toch, zoals Junger zegde, zolang men
(over)leefde kon men er in een roes van geraken. Toch mag men de oorlogsmoeheid
niet onderschatten, de opstandigheid ook en de verschillende vormen van
verdoken desertie naast de openlijke desertie en insubordinatie die met de dood
door de kogel betaald werden.
Hoe
vaak is zo een generaal Douglas Haig wel aan het front geweest. Een Luitenant-generaal,
Launcelot Kigell was na de slag bij Passendale onthutst toen hij de
modderige en deels overstroomde
slagvelden zag: "Good God, did we really send men to fight in that? Het
antwoord? "It's worse further up on..." De modernisering van de
oorlog maakte de kloof tussen het opperbevel en de bevelvoerende officieren er
alleen maar groter op, wat de terreinkennis niet ten goede kwam. Volgde
Napoleon zijn troepen van redelijk bij, dan blijkt tijdens WO I de houding van
de hoge officieren vaak gekenmerkt door eigenwaan, gebrek aan respect voor de
eigen soldaten en de middenkaders, wat de hele herdenking van WO I en
Passendale bij gebrek aan een begin van zelfkritiek alleen maar indrukwekkend,
maar die herdenkingen betekenen verder niets.
Aangezien
goed ingevoerde historici het werk van Christopher Clark afwijzen, de these dat
de oorlog er door gebrek aan alertheid gekomen is, niet goed gefundeerd achten,
kan men zonder blozen al die indrukwekkende verhalen blijven brengen. Voor mij
moet men geen beelden vernietigen of straatnamen wijzigen, dat is geschiedenis,
dat is het levende geheugen. Men moet Douglas Haig geen slager noemen, zonder
er werkelijk aandacht aan te besteden dat hij, net zo min als Foch of Pétain
respect konden opbrengen voor hun landgenoten, medesoldaten. Hiërarchie is
eigen aan het leger, maar legeroversten verliezen hun geloofwaardigheid als ze
mensen cynisch het vuur injagen in de hoop zo de tegenstander te grazen te
kunnen nemen, want de aanvalslust aan beide zijden werd altijd bloedig betaald.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten