Slaap zacht, mijnheer de president




Kritiek



Opdracht voor de president
Wat doen die gasten nu dag na dag?



Boudewijn de Groot -
Welterusten Mijnheer De President
Albumcover Boudewijn de Groot. [Foto]. (n.d.).
Geraadpleegd op 28 februari 2015 via
http://www.radio2.nl/song/id-1964-
welterusten-mijnheer-de-president.html
Wat doet een president of een koning? We vragen het ons wel eens af, maar verder laten we het erbij dat hij of zij iets vertegenwoordigt en namens iedereen mag spreken. De natie, het volk, dat hem of haar verkozen heeft laat toe dat de ambtsdrager tot ons spreekt en zelfs zou vertolken wat wij denken. De jaarlijkse toespraken van onze koning op de vooravond van 21 juli spreken meestal niet aan, behalve als de koning een dramatisch gebaar stelt. Nu, een president als Donald Trump heeft natuurlijk veel meer macht, want onze koning bekleedt een symbolische functie, niets meer en ook wel niets minder. Misschien moeten we sommige staatshoofden laten weten dat ze best wat meer slapen?

Encyclopedieën hebben de neiging de algemene kennis over een persoon, zeker van vorsten te brengen, maar zeggen vaak weinig over hoe een vorst regeerde, bijdroeg aan de welvaart van een land of integendeel zijn of haar erfdeel onderuit haalde. Oorlog voeren was lange tijd de uitgelezen manier om macht en aanzien te verwerven, maar vaak waren het vorsten die afzagen van grote expedities die hun land de grootste diensten verleenden. Frederik II kon zo Pruisen snel uitbreiden, maar hij was ook actief op het terrein van het optimaliseren van de inkomsten van het land, de handel en de beginnende nijverheid. Zijn grote rivale, Maria-Theresia en ook Louis XV voerden dan wel oorlogen in het schild, veel aandacht ging naar een betere belastinginning en het ondergraven van de belastingimmuniteit van kerkelijke instellingen - die in Frankrijk wel een gift deden aan de staat. Ook het uitbouwen van het wegennet was voor deze verlichte despoten een belangrijke opdracht, net als het ontwikkelen van het onderwijs en proto-industriële projecten.

Het valt op dat we die activiteiten, die alles met binnenlands bestuur te maken hadden, met het creëren van nieuwe omstandigheden, zelden op de eerste plaats noemen als we naar deze vorsten uit de Achttiende eeuw kijken. Nog minder vaak zullen we vernemen hoe ze de rechtsstaat bevorderd hebben, terwijl ook hier de koningen, keizerin ook, aandacht hadden voor het vereenvoudigen van het rechtssysteem. Er gaat weinig aandacht naar uit, net zomin als naar de raadgevers die ze om zich heen verzamelden die op al die onderscheiden terreinen hun rol naar best vermogen opnamen en uitvoering gaven.

Het mag een dwaze vraag lijken, want we weten dankzij kranten en bladen, via de sociale media wat Trump, Macron, Poetin en Erdogan doen. Alleen van politici als Angela Merkel horen we minder, tenzij het nodig is. Wat Obama aangaat, die verdween ook wel eens van de radar, maar wist wel een uitgebreid wetgevend werk ten uitvoer te brengen, probeerde uitwassen van de vrijheid wapens te dragen in te perken, maar werd net op dat vlak grondig tegengewerkt. Het doel was niet het publieke belang dienen, wel de eigen belangen, van de wapenlobby dienen. Het vergt voor een president dan heel wat whealen en dealen om toch een oplossing mogelijk te maken.

Controle hebben over alles? Zou dat het devies van de keizerin of haar collegae geweest zijn? Militair was dat wel nuttig, maar ook daar zal het wel eens behelpen geweest zijn. De vorst, bestuurders hebben hun rol te vervullen en liefst tot tevredenheid van de burgers. Maar wat als burgers onverzadigbaar blijken? Of niet tevreden te stellen zijn omdat de overheid nu eenmaal voor alles zou moeten zorgen. Dat men in bepaalde kringen in de VS meent dat de staat zich nergens mee moet moeien, kan men maar moeilijk rijmen met de problemen in het land, onder meer met het onderkomen wegennet, waar Trump nog niet veel over gezegd heeft - hij deed wel verkiezingsbeloften, maar wie is verantwoordelijk voor het wegennet in de VS? Federaal zijn er middelen, maar het beheer, met variaties per staat, ligt bij het ministerie van Transport en eventueel bij lagere besturen. Trump zou de staten meer middelen kunnen geven, maar waar komt dat geld vandaan? Niet van eerlijker belastinginning. Hij wil overigens de belastingen verlagen en ook nog eens bepaalde stukken land, "monuments", geen nationale parken vrij geven voor het delven van steenkool en andere grondstoffen. Het land moet immers dienstbaar zijn, tot het onleefbaar wordt.

Toen G.W. Busch Afghanistan binnenviel, verwezen maar weinig mensen naar het feit dat zowel de Britten als de Russen zich al eens in lang aanslepende oorlogen de tanden hadden stukgebeten op het complexe en geografisch moeilijk bereikbare land. Ik vond dat vreemd omdat men leek te geloven dat men zonder goede voorbereiding een oorlog winnen kan, zeker niet als men geen plan heeft voor wat er na het herstel van de orde moet volgen. Ook de oorlog tegen Irak was een vergissing, nog afgezien van de aperte leugens over massavernietigingswapens die Sadam Hoessein zou hebben opgebouwd, afgezien nog van de steun die hij aan Al Qaida zou hebben  verleend. Wij zullen het niet kunnen zeggen, wij gewone burgers, maar er zijn toch wel geheime inlichtingendiensten toch? Nu, als die zelf een hoax lanceren, dan is het einde zoek.

De vorst noch de president moet uit zijn op de totale controle van de samenleving of menen dat dit alsnog mogelijk is, want de prijs is verarming, landvlucht en kapitaaldestructie. Wie meent dat men zich kan laten voorstaan op eigen suprematie, zal ook algauw ondervinden, dat men verblind in de spiegel kijkt en niet meer ziet wat de mogelijkheden zijn. Laat de burgers hun ding doen, zorg voor een rechtsstaat en een gerechtelijk apparaat dat betrouwbaar is, ook en vooral voor de burgers en we zijn al een heel eind gevorderd. Natuurlijk, we kijken dan naar drugsdealers die wegens een procedurefout vrijuit gaan, terwijl men weet wat er gaande was en dan slaat het vertrouwen te paard op hol, zegt men. Wellicht is daar iets van aan, dat zulke fouten van het gerecht ons vertrouwen schaden terwijl het toch ook zo is, dat procedures uitgewerkt werden om mensen onterechte vervolging of hechtenis te besparen.

Kijkend naar mogelijk falen denken we dan dat de verkeerde mensen ervan profiteren. Wie beter toekijkt merkt dat het gerecht wel fouten kan maken, maar dat het doorgaans naar behoren werkt; systeemfouten, waarbij partijen processen nodeloos gaan rekken - althans in de ogen van de omstanders, u en ik dus, zijn het gevolg van het complexer maken van rechtsregels, ook met de beste bedoelingen. Al sinds de achttiende eeuw is de idee in zwang gekomen dat de vorst, dat politici zelf best niet het gerecht bemannen, maar dat er zoiets als een onafhankelijke rechtbank zou zijn, waar iedereen gedaagd kan worden die de wetten heeft overtreden en waar conflicten tussen burgers of tussen burgers en overheid kunnen behandeld worden. Hieruit volgde, volgt dat de overheid de werking van het gerecht niet meer kan controleren, tenzij om misstanden uit de wereld te helpen, inbreuken op de onafhankelijkheid worden als onaanvaardbaar beschouwd en men hanteert het wel eens om een politicus uit het pluche te schudden, niet enkel ministers overigens.

Hoewel men in Vlaanderen de inzichten van politicologen als Francis Fukuyama niet ernstig meent te moeten nemen, omdat hij een keer een bijzonder boek schreef over het einde van de geschiedenis, als denkoefening blijf ik het interessant vinden, kan men er niet aan voorbij dat men dezer dagen een kwestie als de structuur en het functioneren van de politieke orde maar zelden ernstig tegen het licht houdt. Politieke orde betekent niets meer en niets minder dat in elke samenleving de macht op een specifieke wijze gedistribueerd wordt en dat via fasen van rigide centralisme en open confederalisme de macht altijd als thema gesubstitueerd wordt door thema's als legitimiteit en de mythologie van de rechtvaardige vorst. De ontwikkelingen van instellingen, in het oude China, India en in de Griekse wereld krijgen we wel eens als heldenverhalen gepresenteerd en deels was dat ook het geval, maar evengoed merkt men dat bepaalde politieke keuzes zo evident voorgesteld worden, dat men er geen verhaal meer over heeft.

Het belang van "De oorsprong van onze politieke orde" en vooral van het tweede boek over de laatste eeuwen, maakt duidelijk dat macht uitoefenen in onze samenlevingen zeer versnipperd is en dat de wisselwerking tussen burgers, als individuen en als groepen, sociale of religieus gevormd en de overheden altijd weer een kwestie is van afwegen en overtuigen. De ontwikkeling van een ambtenarenkorps dat onafhankelijk van politieke machthebbers op hun domein van bevoegdheid de zaken doen draaien en mensen op grond van wetten en reglementen bedienen of berispen, kan men niet zomaar terzijde schuiven als overbodig. Die benadering is ook niet vrij van uitgangspunten, maar als men een politiek systeem wil begrijpen, dan kan men best ook eens nadenken over de distributie van macht en verantwoordelijkheid, waarbij duidelijk wordt dat in een democratie de sluitsteen van het bouwwerk doorgaans de lege plek, de loutere representatie van het systeem, land en burgers. Maar het hele bouwwerk heeft wel bewezen dat er een relatie is tussen welvaart en democratie, al lijken autoritaire systemen met een kapitalistische economie het ook goed te doen.

Wie in de staat een probleem ziet (voor enkelen) mag niet vergeten dat elke legitimatie op grond van familieaanhorigheid, religieuze aanhorigheid, culturele of zelfs etnische gronden Het wezenlijke van de ontwikkeling van de politieke orde ligt in de dubbele ontwikkeling, enerzijds verdwijnen verwantschapsbanden in de samenleving en anderzijds krijgt het individu belang, zonder dat afkomst of andere aanhorigheden meespelen. Dat leidde tot een grotere anonimiteit. De toename van scholing speelde altijd al een rol in de ontwikkeling van samenlevingen. Ook werden de wederzijdse verwachtingen tussen overheden en burgers er groter op, dat wil zeggen, burgers wilden meer veiligheid, betere handelsmogelijkheden en minder belastingen. De overheid ging omzichtiger om met militaire avonturen en tegelijk wilde men meer investeren in weginfrastructuur, wetgeving, codificatie en ook wel wetenschappelijke vooruitgang... Daarom blijft de reflectie op de dagen van augustus 1914 altijd weer verstoken van aandacht voor de politieke en maatschappelijke spanningsvelden.

Oude adel, maar ook (moderne) nationalisten juichten de oorlog toe in Frankrijk, Duitsland... en men verlangde naar een hernemen van de oude oorlogen, om zichzelf te bevestigen. De keizer riep luidt dat hij Habsburg zou steunen, maar verkeerde op zijn jacht in twijfel over hoe of hij de oorlog wel moest aanvatten. Het waren strategische concepten en de idee van de eerste slag die een daalder waard is, dat het OHL bewoog de keizer en de Kanselier te dwingen de oorlog aan te vinden. Wachtte de keizer en wachtte het leger te lang, dan konden ze nooit het bijgewerkte en afgezwakte Schlieffenplan uitvoering geven. Dat is overigens ook mislukt.

Kortom, als we, andermaal, bekijken wat overheden al deden voor de Franse Revolutie eraan kwam, dan begrijpt men dat er zich al lang een breed een nieuw ideeëngoed had ontwikkeld, niet enkel in hoofde van de chefs, van de vorsten en stedelijke overheden, maar ook bij burgers, zeker in het toenmalige Verenigd Koninkrijk, maar ook in de Republiek - al kwam er in de achttiende eeuw sleet op. Vorsten als Jozef II, Frederik II de Grote en Maria-Theresia hielden zich met staatszaken bezig, volgden veel en wisten een behoorlijk staf van ministers en raadgevers samen te brengen. Ook Louis XV zal best in dat rijtje niet ontbreken, want ook hij zocht en vond tijd, naast het onvermijdelijke voeren van enkele oorlogen, om zijn land economisch en cultureel, technologisch vooruit te helpen. Maar zonder de academies, de prijsvragen en de onafhankelijke inspanningen van burgers, adel, clerici om aan de weg te timmeren, via onder meer de Encyclopédie, waarbij men niet enkel de auteurs maar ook de lezers en abonnees in rekening moet brengen, want ook zij droegen bij tot het publieke debat, was de balans pas echt negatief geweest. Via drukwerk, boeken en pamfletten konden mensen hun keuzes  publiek delen en kregen ze al dan niet steun. De spot en achterklap waren er ook en Louis XV en madame de Pompadour kregen vaak genoeg de volle laag. Maar sinds Louis XV in 1723 en vooral nadat de minister De Condé ontslagen was, heeft Frankrijk meer verandering gekend, vooruitgang dan men tijdens de Franse Revolutie om redenen van propaganda uiteraard genegeerd had en later werd dit door historici-pamflettisten als Ernest Lavisse gesanctioneerd.

Als we vandaag kijken naar berichtgeving, komen vaak wel grote thema's aan bod en bij crisissen, zoals de affaire Dutroux, voedselveiligheid of komen ethische vragen hoog op de agenda. De discussie over de klimaatakkoorden in Parijs kregen veel weerklank, maar vormen tot nog toe geen unique selling point, hoezeer ook burgers de klimaatzaak ernstig nemen. Ruimtelijke ordening werd en blijft ook een twistappel, maar de afwikkeling zien we zich vooral voltrekken op het ambtelijke niveau, terwijl de discussie over het ruimtegebruik niet echt openbarst. Men mag dan wel spreken over een bouwstop, wat er allemaal mee te maken heeft, de urbanistische keuzes bijvoorbeeld, blijven een zaak van experten, die overal woontorens willen neerzetten. Iemand als Frans de Waal vertelt hoe hij in Atlanta, Georgia in een nagenoeg groene omgeving kan leven, met heel wat groen rondom het huis, alsook krekels en boomkikkers. Ook Alexander D'hooghe meent dat men bij de uniforme stadsontwikkeling met woon- en kantoortorens ook wel eens problemen kan krijgen. Alleen, we krijgen te gemakkelijk in de media dezelfde experten te horen, die menen dat hun evangelie boven alle twijfel verheven kan zijn... Een woontoren met twintig verdiepingen maximaliseert de waarde van een minimaal bebouwde oppervlakte, toch? Dit soort discussies vormt voor de hoogste etages van de politieke en administratieve piramides geen prioriteit, terwijl er wel druk in de wandelgangen gelobbyd wordt.

Wat presidenten en regeringsleiders doen, hangt ongetwijfeld van hun eigen temperament af, maar het blijft wel zo dat hun macht danig getaand is, naarmate de informatie en de afhandeling van dossiers complexer is geworden. Hoewel we graag denken dat de grote baas, zeker de president van de VS het voor het zeggen heeft, blijkt juist daar dat hij vanuit zijn positie, als het op het oplossen van problemen aankomt, net minder kan waarmaken, tenzij na (eindeloos) whealen en dealen, maar dat wisten politici als Oldenbarnevelt en Johan de Witt ook al. Het is dan van belang te weten hoe men bepaalde lijnen kan openhouden en tegelijk de eigen beleidskeuzes niet te zeer te laten verwateren. Hun expliciete verhaal mag mooi klinken, het behartigen van wat van waarde is en het verder bouwen, vergt ook nogal wat energie. Maar zoals Fukuyama in zijn essay, de oorsprong van onze politieke orde schreef, moet men nagaan hoeveel beleid er werkelijk nodig is opdat het welbevinden van de burgers, de succesvolle en andere niet in het gedrang komt.

Een succesvolle samenleving heeft stevige instellingen van node, niet in de eerste plaats een sterke leider. Belgen, Vlamingen zeuren graag over politici en journalisten zien graag misstanden, terwijl we zo wel eens de zegeningen van het bestel uit het oog verliezen. Tene quod bene? Als men meent dat niets deugt, dan kan men de revolutie aanvatten, maar kan men dat ook naar waarheid bevestigen, dat het leven in Europa, Vlaanderen A.D. 2017 voor geen meter zou deugen? Uiteraard zijn er kwesties die op afhandeling wachten, waarbij ook de behandeling ervan, enig gewicht heeft. Pleiten voor meer goederenvervoer over de binnenwateren en een missing link, het Schipdonkkanaal - of het Leopoldkanaal - laten liggen, dat lijkt me een sterk staaltje beleid. Ooit zong Boudewijn de Groot "slaap zacht, mijnheer de president", dat heeft meer betekenis dan men zou denken. Overheid en samenleving, het vormt een geheel, waarbij het geheel van instellingen de samenleving de kans geven zich te ontplooien. Dus ja, de president mag zacht slapen, als de diensten het maar doen. Waakzaamheid is wel geboden, natuurlijk en die spreidstand moeten leiders wel betrachten in plaats van afwijzen.



Bart Haers






Reacties

Populaire posts