Het bekoorlijke Nederlands
APM
Ach, mijn moederspraak
Ik leerde spreken thuis
Zoals elk kind
Met gehakkel en gedoe
Met fouten en verbeelding
Het was Vlaams, met een kleurtje
Wat Brugs, van moeder, grootmoeder
Van de tantes en de vakanties
Maar Nederlands zouden we spreken
’t dialect is inderdaad lokaal
Van het dorp, van het dagelijkse leven
Las ik Elsschot dan overviel mij
De charme van het goede ritme
Waarom zou ik in mijn taal niet wonen
Zoals van Wilderode dichtte?
De taal van de Wortelstok?
Waarom zou de taal zich niet plooien
Naar wat ik vertellen wil
Naar wat mijn aanvoelen ingeeft
Als ik spreek over de dingen des daags
Over wat zich aandient,
Over grote en andere vragen
authentiek en fris van de leveer
“Ik kan het zo goed niet zeggen”
Maar als je schrijvers hoort,
Die hun tussentaal koesteren
Dan merk je pas,
Wanneer Boudewijn onze taal laat zingen,
Wanneer Adriaan van Dis
Of Jan Terlouw spreken
Neen, de Hollandse aardappel
In de mond, hoeft ook weer niet
Waarbij elke klinker een tweeklank wordt
En r haast onhoorbaar wordt
-
Hrrlees dit even luidop –
Elke taal, verheven of volks
Kan bekoren, zo hield ik veel
Van het Braziliaans Portugees
Van Carlos Drummond de Andrade,
Zoals die eens voorlas op televisie
Brengt Pierre Shakespeare
in uitgelezen vertaling
Laat hij ons Hamlet horen en Henry V,
Klinkt het
Zoals geen motherfocker het kan vertellen
Vlaanderen verloor de aansluiting met
beschaving
Toen men in de Blandijn besloot
Standaardtaal is elitair
Nieuwkomers moeten dus dialect leren
Oh afgang.
Mijn vader vond dat we Nederlands
dienen te spreken
want hij groeide op
met dialect
maar hij was op het Nederlands
trots, of “preus”.
b Art
Reacties
Een reactie posten