angst voor de chaos (van meningen)

APM

De aard der dingen

Mensen in onzekere tijden

Antoni van Leeuwenhoek 1632 - 1732 zocht naar
kleine dierkens, ja en vond zo zaadcellen in sperma.
Christiaan Huyghens vond dan weer de maan Titan.
Hun nieuwsgierigheid blijft inspireren, maar zou
ons ook een beetje bescheidenheid kunnen
bijbrengen: hoeveel weten we nu met zekerheid.
Veel is verworven, maar onzekerheid
kan nog nieuwsgierigheid wekken,
toch?

Ik keek uit naar de komeet Atlas

Het verzette mijn gedachten

Het voerde me mee naar interstellaire ruimte

De komeet komt misschien van verre

Verder dan de Oortwolk

Fysica, natuurkunde, wiskunde

Altijd leerden we dat in die domeinen

  de zekerheden ons beleren

Dat er voor twijfel geen plaats is

Van leugen of liegen is er geen sprake

Toch blijkt het nog allemaal

Niet zo vast te staan als gedacht

Alles staat vast als in de hemelglobe

Al maakte men soms kunstige constructies

Weergevend de schijnbeweging van sterren en planeten

Nu blijkt, na 100 jaar relativiteitstheorie

Dat we nog niet alles goed begrijpen

Geen erg, want dan kan men blijven zoeken

Al blijken sommige zekerheden

Minder vast en onbetwistbaar

Zoals de kwestie van de donkere materie,

De donkere energie

Ook in het organische leven

Geloofden we rotsvast in dr. Google

Of toch minstens in medische encyclopedieën

Terwijl kennis toeneemt

Verdiept of weerlegd wordt, niet altijd goed begrepen

Oorzaak en gevolg? Zeker, maar ook correlaties en recurrentie

We lezen het RNA van nieuw corona

Begrijpen echter niet de hele werkelijkheid

Wat Covid19 met ons doet

Willen zekerheid, gewisse uitspraken

Maar veel  is nog ongewis

Wat we moeten doen

Wat we te laten hebben is duidelijk

Terwijl onze huidhonger wast

Terwijl we een goed gesprek verlangen

Terwijl we weten dat even elk voor zich

Tegelijk doen we het voor allen

Plots staan we voor de vraag

Is de mens gedwee of opstandig?

Beide, kan men vermoeden

Mensen krijgen bekeuringen

Maar velen krijgen er geen

Want ze lopen er de kantjes niet af

Plots staan we in ons blootje

Zegt men gemelijk

Onze ware aard komt immers boven

Wijl net zoveel minder ongeleid blijkt

Want u, want velen doen wat moet

We staan misschien in ons blootje

Maar het beeld is fraaier dan gedacht

We zullen overleven, op onze aard en karakter

b Art