Vrijheid in Redelijkheid
Dezer Dagen
Ongehoord, ongekend, onbegrepen?
Alicja Gescinska mocht in de studie van “De Afspraak” haar inzichten over vrijheid te berde brengen en bespreken of de schreeuw om vrijheid al dan niet terecht uitgekreten wordt. Zoals zij vroeger in “De ontdekking van de Vrijheid” uiteenzette, kan men vrijheid niet enkel zien als de kwestie of iets wat we willen op expliciete hindernissen botst, de negatieve vrijheid. Het heeft ook geen zin om mensen boeken te verbieden, zelfs de bijbel, als die toch niet lezen kunnen. Positieve vrijheid betekent dan ook dat mensen de mogelijkheden aangeboden worden zich te ontwikkelen opdat men die vrijheden kan genieten, waar geen hindernissen voor worden opgeworpen. Maar ook dit, men mag anderen bij het aanwenden van de eigen vrijheden de vrijheid om te handelen niet beperken. Het feit dat men anderen geen schade zal toebrengen vormt een belangrijke nuancering van de vrijheid. De maatregelen tegen de pandemie worden aangevochten als aanslagen op de vrijheden, maar kan men dat argumenteren?
Toen Dik Swaab, een neuroloog het boek “Wij zijn ons
brein” schreef, waarin de vrije wil ontkend wordt, omdat het brein bepaalt wat
we doen, omdat dus ergens bepaald wordt wat we zullen doen, of niet, kreeg hij
in de media een grote aanhang, want plots was wetenschappelijk bewezen dat we
geen vrije wezens zijn en dat kwam om de een of andere redenen aanhangers van
het Darwinisme en van de volkomen determinatie van menselijk gedrag goed uit.
Maar als het brein, mijn brein zou bepalen dat ik mijn hand in de zij leg van
een geliefde vriendin, wie of wat geeft in het brein dan het bevel? Uiteraard
kan men dan er ook niet tegenin gaan, want het brein heeft bepaald dat het zal
gebeuren. Ik heb toen die hoerakreten maar half begrepen, maar dat
pleitbezorgers van het boek geen tegenspraak duldden was al helemaal te gortig.
Ons brein is nogal complex en hoewel men door bijvoorbeeld deep brain
stimulation bepaalde fouten in het weefsel kan opheffen, ziektes kan genezen,
is nog altijd niet helemaal duidelijk waar in het brein bepaalde inzichten
ontstaan of hoe we die uitvoering geven. Daarbij bedacht ik me toentertijd dat
ook hormonen, het schildklierhormoon en andere ons ook aansturen. Maar zoals David
Dennett dan weer stelt is vrijheid een illusie, omdat men om ware vrijheid en
vrije wil te poneren, beroep moet doen op mystieke, metafysische argumenten. Toch
stelt Dennett vast dat homo sapiens in staat was dingen te zeggen en dus te
bedenken, die in de reële wereld niet onmiddellijk observeerbaar zijn.
Bovendien bedenkt een mens zich dan, moet toch de vraag gesteld worden waarom
bijvoorbeeld het Christendom een theologie ontworpen heeft waarin de lotsbestemming
al dan niet door goede werken, afgewend kan worden. Predestinatie gaat hoe dan
ook over het werkeloze bestaan van een vrije wil, want finaal beslist god over
wat we na afloop met ons leven gedaan blijken te hebben of net niet, want het
is hij die bepaald wie gered is of niet. Gered voor een bestaan in het
aanschijn van diezelfde god. Wat wel bijzonder is in de visie van Dennett,
betreft de idee dat de mens tot redelijkheid geneigd is, die komt naarmate we
meer zicht op de omstandigheden krijgen.
Dat er nu, bij het uitwoeden en aflopen van een
pandemie zoveel mensen schreeuwen om zelfbepaling en vrijheid, gekant zijn
tegen een vermeende dictatuur, komt het denken van David Dennett bijzonder
voor, want hij stelt net dat we meer redelijkheid moeten aanwenden, omdat
gebrek aan informatie niet betekent dat we vrij handelen. Stephen Toulmin heeft
in zijn onderzoek naar rationele kennis en dito kennisverwerking, vastgesteld
dat de ‘pure’ ratio niet altijd behulpzaam is, wat hem een indicatie gaf dat
redelijkheid – in het Engels: Rational vs reasonable – mensen helpt de wereld
en samenleving te begrijpen en naar dat begrip te handelen. Ook vooroordelen en verouderde waarden zouden
we terzijde moeten schuiven, meent Dennett, omdat die verhinderen dat we een
heldere kijk krijgen op wat we kunnen nastreven. Vrijheid kunnen we dus zien
als doorgedreven redelijkheid betrachten, in die zin dat we onze vrijheid zelf
kunnen beleven als we weten wat ons of anderen geen last, laat staan leed zal
veroorzaken. Mensen die zich vrij noemen en drugs gebruiken, dat is niet de
bedoeling van vrijheid, eerder van verslaving. Voor de discussie over respect
voor anderen, MeToo dus, zou een groter beroep op de idee van Dennett misschien
helpen. Begrijpen dat tot voor kort in een aantal landen verkrachting binnen
het huwelijk nogal wat overredingskracht vergde, laat zien dat men niet alleen
aannam dat binnen een huwelijk elke seksuele bejegening aanvaardbaar is, maar
dus ook, dat de ene partner de andere mag dwingen, zodat duidelijk is dat
vrijwilligheid noch vrijheid in het spel is.
Het bedrijven van grensoverschrijdende handelingen
wordt door daders vaak genoeg genuanceerd met het cliché dat den dezen niet
anders kon, dat het om een onweerstaanbare drang gaat, zoals ook wel eens
moorden gepleegd worden. Nu denk ik wel dat MeToo en andere discussies over
ongewenst gedrag ook meespelen in het gegeven dat mensen om vrijheid
schreeuwen, al wordt dat niet gezegd, wegens taboe. Maar als we al eens
overweldigd worden door een onweerstaanbare drang, kunnen we dan nog beweren
dat we ook echt soeverein kunnen handelen, niet gedreven door de
omstandigheden? U begrijpt, dat de aanwezigheid van een verleidelijke persoon
v/m inderdaad ook een bepalende omstandigheid kan zijn.
Hoe verhoudt soeverein handelen van een
individu zich ten aanzien van vrijheid? Vrijheid wil doorgaans niet zeggen dat
men geen rekening houdt met anderen, dat vrijheid en bandeloosheid onverbrekelijk
samen moeten gaan. In die zin is vrijheid wel te linken aan redelijkheid, omdat
we vrij zijn tot handelen binnen de grenzen die de omstandigheden ons stellen,
wat nu net de pandemie ons duidelijk heeft gemaakt. De eerste lock down werd
goed nageleefd, zoals ook de bereidheid tot inentingen bij de burgers opvallend groot bleek. Iedereen ergerde zich
aan soms pietluttige regels, die voortkwamen uit de koker van mensen die alle
mogelijke scenario’s onder controle willen houden. We werden van lockdownfeestjes
op de hoogte gehouden en af en toe bracht dat bekende venten en vrouwen in
opspraak, maar uiteindelijk viel die rebellie best mee. Niemand wilde deze
maatregelen, maar was bereid die te aanvaarden, omdat sinds de beelden uit
Bergamo duidelijk werd hoe ziek en hulpbehoevend mensen kunnen worden door
covid19.
We aanvaardden al dan niet met frisse tegenzin de
maatregelen omdat we er de redelijkheid van inzagen. Partijen als Vlaams
Belang, PVDA-PTB en in Nederland FVD en spraakmakers als Willem Engel - men moet
die lieden niet zomaar wappies noemen - verzetten zich expliciet tegen nagenoeg
alle maatregelen, tegen vaccinaties en CST, wat de discussie over de
proportionaliteit in het gedrang bracht en brengt. Dat er ook een voelbare golf
van inflatie door de warenhuizen woedt, aan de benzinepomp en op de
energiefacturen voor elektriciteit en gas, ontgaat niemand en het lijkt
inderdaad beperkingen met zich te brengen omdat we er nu eenmaal niet goed mee
kunnen leven dat onze koopkracht beperkt wordt. Dat is dan de positieve
vrijheid, waarover Alicja Gescinska het heeft, want men mag gaan en staan waar
men wil, maar men kan geen benzine meer inslaan. Let wel, er zijn altijd
beperkingen aan de inkomsten, maar de plotse stuw van inflatie kwam voor velen onverwacht, al had men het wel voorspeld,
zonder een periode te kunnen aangeven, waarin de inflatie zou toenemen.
De vraag is of de staat verantwoordelijk is voor de
inflatie en hoe de staat, zonder ingrijpen van de ECB veel vermag? Het spierballengerol
in Moskou, de problemen met zeecontainers en misoogsten onder andere van koffie
zorgen voor een lang vergeten beleving dat een euro aan waarde verliest. Het
andere geval, dat de overheid mensen aan het werk wil, langdurig werklozen en
langdurig zieken, zorgt ook voor ingrepen die persoonlijke vrijheid in het
gedrang brengen, maar daarover horen we – vooralsnog – niets bij de vrijheidsconvooien.
Maar dat de situatie complex is, ingewikkeld, lijkt geen bezwaar om zich te
laten horen. Nicollo Machiavelli lijkt gelijk te krijgen, want het volk weet
aantoonbaar niet wat het wil. De werkelijkheid is dat veel mensen die zich ook
niet gelukkig weten met de maatregelen er wel de redelijkheid van begrijpen. Toch
wordt gesoebat over de duur van maatregelen en de proportionaliteit ervan. In
die zin heeft Ignaas Devisch dan weer gelijk, want men kan betogen houden en
betogen in de straten. Van een dictatuur is er geen sprake. Alleen lijken nog
meer mensen hun vertrouwen in de politiek te verliezen, omdat de redelijkheid
van het beleid ons ontgaat.
Opvallend is dat zowel in het parlement
oppositiepartijen graag roepen dat de regering hen niet hoort, dat allerlei
actiegroepen, zoals de mensen van de Klimaatzaak menen dat zij het onverdeelde
gelijk aan hun kant hebben, zodat iedereen moet luisteren als ze roepen, enfin,
hun woordje placeren en al zeker de regering. De regering zelf luistert
overigens naar vele stemmen die open en coram publico vertellen waar het op
staat, maar ook al eens hoort men meer discrete stemmen met meer autoriteit. Nu
kan geen enkele regering op alle desiderata ingaan, want dan zou het beleid
lijken op het draaien van de windhaan. Via compromissen proberen bestuurders
dan elkaar tegensprekende wensen te
verzoenen, voor zover die als redelijk worden opgenomen in de discussie. Vrijheid
om zich te uiten ligt vast in de grondwet, maar maken we er altijd redelijk
gebruik van?
Vrijheid is een groot goed, maar, zoals wijlen mijn
vader me ooit leerde, niet alles wat verboden wordt, moet men toch proberen.
Regels zijn er om overtreden te worden, dachten we wel eens heerlijk onbezonnen
in onze jeugd en jonge jaren, maar een boete voor het naast het fietspad rijden
met een motorfiets, leerde dat er toch enige redelijkheid achter school, want
niet veel later werd een bekende naar Spoed gebracht want aangereden bij het
rijden naast het (slecht onderhouden) fietspad. Ook bij andere gelegenheden merken
we dat overheden best proactief beperkingen instellen, zoals bij straatfeesten
waar al te veel volk op af komt, zoals tijdens de Gentse Feesten. Na een paar
jaar ga je ook niet meer omdat de massa voortdurend stropt en zelfs afgezien
van mogelijke beurzensnijders is het lang niet aangenaam meer. Maar goed, zelfs
op een bevroren vijver in een echte winter kan het nuttig zijn dat men mensen
van het ijs haalt, omdat schaatsers, snelschaatsers en andere de voetgangers zouden
hinderen, maar vooral het omgekeerde is aan de orde. Je kan niet vrij wentelen
en keren, schakelen als hele groepen op het ijs komen wandelen. Mooi is zo een
winterlandschap wel, maar drukte kan ook hinder veroorzaken. Dan ben je vrij om
ergens anders winterpret te zoeken. Mensen mogen spreken en zelfs al eens roepen,
maar niemand kan gedwongen worden op onredelijke eisen in te gaan. Vrijheid
vergt dus enige redelijkheid.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten