Boerenvreugd, boerenleed
APM
Waar de boer
ploegt
![]() |
Een boerenroman, of beter een roman spelend in het milieu der grote boeren, dat moet in deze tijd toch kunnen? Streuvels blijft ondanks punten van terechte kritiek wel een belangrijk schrijver. |
De boeren betogen, bezetten kruispunten
Vragen zich af waar ze kunnen ploegen
Wanneer ze kunnen oogsten
Hoe of ze aan ’t eind van jaar
Hun gouden munt kunnen verdienen
Een goed boerenjaar bekroont
De baas immers met gouden munten
Spaargeld voor wat komen gaat
Het voorbereiden van de zoon
Het weggeven van de dochter als bruid
We weten het niet meer
Hoe de landbouw werkte
De herenboeren aan de ene kant
Met vier, vijf of zes knechten
Boevers die de paarden leidden
De melkmeisjes ook
Het wassen van het
linnen
Daarna rusten de lakens op de bleek
De kleine boeren
Werkten niet enkel op ’t land
Leverden arbeid op ’t land
Der grote boeren
Soms ging er een naar Frankrijk
Soms naar de stad
Omdat er geen toekomst meer was
De boerenstiel verheerlijkend
Vergeten we hoeveel onzekerheid
Kleine boeren te torsen hebben
Maar ook de herenboeren
Kunnen de rode haan zien kraaien
Een hele oogst vernield
Tenzij die tijdig verkocht was
Wat is hun doel?
Voorsdoen, zeggen ze in Klemskerke
Deuregoan, zeggen ze in ’t Houtse
Boeren, altijd maar boeren
Zeggen ze op de markt van Maldegem
Nu zijn er regeerders en regeert de regel
Toch hadden boeren, grote boeren
’t best goed met Sicco Mansholt
De kleintjes moesten eruit
Wat toen klein was
Is al lang verkaveld en versnipperd
In ambachtelijke zones
Wat toen groot was
Blijkt nu toch maar petieterig
Raas door de Grand Est
Zie de akkers liggen
Minutenlang raast de tgv erlangs
Grote percelen
Volgens sommigen
Dood en steriel
Want te zwaar bemest
Te zwaar werden onkruid en venijn
Met venijn bestreden.
Het lied van Weremeus Buning
Van den boer die ploegt
Die niet kan ophouden te ploegen
Ook als alles al geploegd is
Gaat hij bij de buren ploegen
Want zijn bestaan is ploegen
Of toch niet
Er is meer tussen hemel en aarde
Dan ploegen,
Er moet geëgd, gezaaid
Gewied en geoogst
Er moet nagedacht
Waar gerst en waar rogge
Ingezaaid moet worden
Gehoord of de linnenspinner
Nog vlas wil ’t komende jaar
Of er met wede iets gewonnen wordt
Vele regels en regelingen
Bepalen het boerenbestaan
Omdat geen de boer vertrouwen kan
De boer vertrouwt de regeerders niet
Voelt zich tekort gedaan
Wat is recht en wat is krom
Het werk van den boer
Het werk in de stallen
Op het land
Op het erf
Alleen des winters is er tijd
Om na te denken
Vooruit te denken
Nieuwe gedachten te proeven
Te redekavelen
Tot den uitkom
Als de lente met geweld losbreekt
Groeikracht van ’t gras
Den boer altijd weer gelukkig verrast
Maar de tijden zijn veranderd
Den boer moet niet meer denken
Maar zonder denken
IJlt de boerderij ten dode
b Art
Reacties
Een reactie posten