Goed bestuur en democratie, wars van populisme?

 

Dezer Dagen


 

 

Het onverwachte (?) succes

Van Geert Wilders

 

 

Edgar Morin (1921 - 2022) 
Hij onderzocht de mogelijkheden van complexe 
in ons denken over samenleving en economie. In 1951 
liet hij de Parti Communiste en het marxisme los
Hij werd er ook uitgesloten. Maar hij wilde zich
bezig houden met de gigantische problemen
van onze tijd. 

Op 22 november 2023 hadden verkiezingen plaats voor de Tweede Kamer in Nederland, waarbij Geert Wilders tegen de gang van de peilingen in 37 zetels verwierf, wat hem een groot gewicht gaf en geeft bij de formatiegesprekken. Tegelijk haalde Pieter Omtzigt uit het niets 20 zetels en hij is bereid, onder voorwaarden, met Wilders te praten, waarbij de grondwettelijkheid – zijn campagnethema, naast de versterking van de bestaanszekerheid – telkens weer zal opduiken. Toch blijft het de vraag waarom Wilders met zijn PVV zoveel zetels kon halen?

 

Het verhaal van de verkiezingen werd en wordt zoals meestal het geval is gelezen in de samenhang van de binnenlandse, Nederlandse gebeurtenissen, maar wellicht kan men toch een uitgebreider, complexer canvas bedenken, een waarin de oorlogen en vooral de reacties op de oorlog tussen Israël en Palestina een plaats krijgen. De betogingen in Amsterdam, maar ook hier vanwege aanhangers van de Palestijnse zaak zouden wel eens tot een afkeer hebben kunnen leiden bij de Nederlandse kiezers, omdat dit niet enkel tot consternatie leidde, die betogingen in een land dat toch ook nog last heeft met een kwaad geweten over de Endlösung en daarom Israël wenst te ondersteunen. Ook kan het zo zijn dat mensen die niet per se tegen de Palestijnen zijn de machtsgreep van Hamas niet goed verdragen. Maar zou het zo zijn overgekomen, die betogingen in Amsterdam, of speelt daarbij ervaring mee dat men het eigen land kwijt zou zijn geraakt doorheen de lange periode van instroom van mensen uit Afrika en Azië? Is er sprake van vervreemding en verlies van de eigen cultuur, wat dat ook mag betekenen?

 

Cruciaal is dat de gebeurtenissen sinds 7 oktober 2023 uiteraard betrekking hebben op de onmogelijke samenleving tussen de rivier, de Jordaan, en de zee, de Middellandse zee van twee volkeren. Sinds 1948 kwam er met de staat Israël een opvallend snel ontwikkelde militaire macht, maar ook een zelfbewuste samenleving, die evenwel na 1973 wist of beter, meende te weten dat verliezen geen optie is. Was Israël lang een quasi modelstaat in de ogen van linkse politici en commentatoren, linkse filosofen ook, dan veranderde na 1973 die houding en kwam Israël in een kwade reuk te staan bij Europese en Amerikaanse intellectuelen. De demografische melting pot vanuit allerlei hoeken, ook uit Ethiopië en na 1991 uit Rusland, zorgde ervoor dat de vrees van Israëli even wat minder gegrond leek, maar die nieuwe groepen lijken de Israëlische politieke gemeenschap onder druk zetten, waarbij ook een impliciete  afkeer voor de democratie dat bestel in het gedrang bracht. Israël verdient onze steun en bijstand, maar tegelijk moet men zich afvragen of een wijzer beleid ondenkbaar is. Feit is dat de discussies vooral gaan over wie nu het grootste kwaad bedrijft, de Israëlische strijdmacht, de IDF, of de milities van Hamas en andere groepen, die de grenzen van Gaza willen uitbreiden, wat Israël niet wil en niet kan aanvaarden. Aangezien de pleitbezorgers van de Palestijnen, steun vinden bij actiegroepen velerlei, lijken andere burgers zich verdrongen uit de publieke  ruimte.

 

Aan het Centraal Station in Brussel zag ik op een avond een groep betogers en voor wie gewoon de trein wenste te nemen, was het even zoeken. Het recht op betogen is belangrijk, maar wie gewoon zijn of haar weg wil gaan, moet niet door de politie lastig gevallen worden. Maar wat vooral opviel was dat een relatief beperkte groep was, die daar de Palestijnse zaak wilde verdedigen. Maar ook, eens op de trein vroeg een jongedame wat ik ervan dacht. Nu het open oorlog is, lijkt het gemakkelijk te weten wie de schuld toegeschoven moet worden, maar sinds de jaren zeventig groeiden we op met berichten over vliegtuigkapingen, aanslagen op gebouwen in Israël en op zeker moment ook op bussen in Tel Aviv en andere steden. Echter, ook de Palestijnse bevolking op de West Bank had het niet onder de markt en discussies over de uitbreiding van de kolonies, tegen de beschikking van UN-resoluties in, zorgden voor heel wat ongemak in de benadering van het fenomeen van nieuwe steden in Israël, waarbij oude dorpen worden weggeveegd. Er is sprake van onevenwichtige machtsverhoudingen, maar ook van machtsmisbruik. Hanteert men alleen een binaire visie, goed of fout, dan kan men nergens gelegenheid vinden om tot onderhandelingen te komen noch kan men tot een beter inzicht komen.

 

Ik kreeg een vriendelijke glimlach en een nieuwe vraag: wat te denken van migratie en de wijze waarop we, de overheid enerzijds en hulporganisaties anderzijds omgaan met migranten. Er bestaan officiële procedures voor legale migratie, arbeidsmigratie en migratie van high potentials, studenten ook, maar daar hebben “we” het niet over. Alle aandacht gaat naar de ongeregelde migratiestromen van mensen die alles opgeven en hun leven riskeren in de woestijn en op zee. Waar situeren we dan het probleem? Te veel vluchtelingen, illegalen of zijn het gewoon volksverhuizers? Hoe verloopt de reis, tocht? Het is niet eenvoudig er zicht op te krijgen en doorgaans  houden we ons alleen bezig met wie via Lampedusa of Malta naar Europa komen en dan is er vooral de vraag waar we ze heen zullen laten gaan, waardoor de lasten in feite ongelijk verdeeld blijken onder landen en ook is er het probleem dat binnen landen regio’s, steden en het platteland elkaar de hete aardappel toeschuiven.

 

Nu is het een tijd geleden dat we hoorden van acties van een school of een dorp om iemand in hun gemeenschap te mogen houden, die werd opgepakt door de politie om te worden uitgewezen en terug gevoerd naar het (vermeende) thuisland. Men kan zich dan afvragen of er geen goede migranten meer zijn, dan wel dat er geen mensen meer gevat worden, omdat de overheid twijfelt over een goede aanpak. Lang gold dat we naar integratie moeten streven, maar tegelijk werd er tegenin gebracht dat elkeen naar zijn of haar aard en cultuur moet kunnen leven. Dit doorgedreven individualisme blijft ver van de vraag hoe we als mensen en als groepen met onderscheiden belangen en verwachtingen toch samen kunnen leven, zoals Fernando Savater schreef in “Goed Samen Leven. Politiek voor mensen van morgen. (oorspronkelijke titel: Polica para Adamor). Dat er strijd is in een democratie mag helder zijn, dat het democratische bestel spelregels uitgewerkt heeft om die spanningen en belangenconflicten gestructureerd en vreedzaam om te zetten in gezamenlijke programma’s, lijkt men graag te vergeten. In Nederland viel de regering in juli over de aanpak van de immigratie en de spreiding van migranten/statushouders. Ten Apel en omgeving worden nu overbelast, het Westen des  Lands, waar de meer progressieve bevolking woont, blijft terughoudend. In België is het zo mogelijk nog moeilijker om de spreiding federaal op rechtvaardige wijze te organiseren. Telkens de bevoegde staatsecretaris met de bevoegde diensten een geschikte locatie vindt, komt de burgervader in het geweer om de zaak tegen te houden. Nu door geopolitieke schermutselingen de Russen in Afrika voet aan de grond hebben gekregen, is het verhaal van migratie van karakter veranderd, omdat nu zo te zien grootschaliger wordt gewerkt aan het verdrijven van mensen naar de kusten van de Middellandse Zee. Bedenk dat die kusten in de zeventiende en achttiende eeuw Barbarije werd genoemd en dat lokale potentaten piraterij bedreven en (blanke) mensen tot slaven maakten. De kwestie is ook hoe of deze nieuwkomers de kans krijgen om een vak te leren en zo een plaats in de samenleving kunnen verwerven. We wisselden nog verder van gedachten, maar lieten de hete hangijzers boven het vuur hangen. Het gebeurt niet zo vaak meer, maar van tijd tot tijd krijgen we nog wel eens een goede babbel tijdens een treinreis.

 

Geert Wilders maakte furore, zeker toen hij uit de VVD was gestapt/gezet met vehemente aanvallen op de Islam. We hoeven diens invectieven niet te herhalen om te begrijpen dat wanneer mensen die uitspraken wel halvelings afkeuren, toch voor zijn partij stemmen, de idee zelf van vervreemding belangrijk is geworden. Gaat het om een strijd tussen “het volk” en “de elite”? Mijn idee is dat de elite nog altijd vrijwel onzichtbaar is, omdat er domweg meerdere elites zijn, en binnen die elites ook nog eens meerdere groepen, met een toplaag, ook al is dat niet altijd zomaar aan parameters af te wegen. Topdokters, topadvocaten, topmanagers, topartiesten en zoveel meer. Maar topleraren? Topdirigenten dan weer wel, mensen die een groot bereik hebben, groter dan het eigen snijtheater, de rechtszaal of het concertgebouw, danken dat vaak aan eigen inzet, maar evengoed is er dat zetje nodig in de media, omdat men een aardige flux de bouche heeft. Die welbespraaktheid laat niet toe dat men blijft hangen in vakjargon, maar gelukkig zijn er topexperten die wel eens aangeven dat ze niet bereid zijn een moeilijke kwestie al te simpel voor te stellen. Men kan de rol van de media niet onderschatten als het erop aan komt mensen een topstatuut te verlenen, maar behoort men daarom tot de elite, laat staan de politieke elite. Men meent dat zowel de Tweede Kamer als het Vlaamse contingent van politieke mandatarissen in de Kamer en het Vlaams Parlement te uitgebreid zijn, maar tegelijk stellen we vast dat elke (kleine) parlementaire fractie te weinig verkozen heeft om naar behoren al die vakgebieden behoorlijk in de vingers te krijgen. Zo zien we wel eens, in het Vlaams parlement dat iedereen zich specialist waant in hydrologie en het beheer van de beschikbare watervoorraden en het vermijden van overstromingen. Inzake onderwijs zien we nog iets dat we wel tragisch moeten noemen, hoe experten en mediamensen elke ruimte voor debat hebben opgedoekt, omdat zij niet van dissenters houden, terwijl in een democratie debat noodzakelijk is, zodat men aan het eind een redelijke consensus kan bereiken. Maar als men als expert pedagoog nooit in de vierde klas van het lager onderwijs heeft gestaan, niet als gast, maar als meester of juf gedurende enkele jaren, dan is men geen vakman, wel een theoretisch onderlegde commentator m/v. In het onderwijs leken redacteuren van kranten dan ook tot het besluit te zijn gekomen dat het onderwijs zoals men het kende, op de schop moest. Constructivisme? Zonder Raf Feys had ik het niet zo helder gezien, maar toch blijven de media in hun onderzoek naar de oorzaken van de kwaliteitsdaling van het onderwijs stijfhoofdig zwijgen over het onderwijsmodel dat de hervormers hanteren. Dat iedereen ASO moet volgen of toch minstens, dat iedereen eenzelfde soort onderwijs moet volgen, blijft men voorhouden als noodzakelijk, wat de idee over gelijke onderwijskansen verdacht maakt, want het gaat niet meer over emancipatie noch over excelleren. Goed, 60 jaar geleden was het onderwijs pas gesegmenteerd met aan de (vermeende) top de klassieke humaniora, later uitgewaaierd in velerlei richtingen, van Latijn-Wiskunde via Latijn-Griekse tot menswetenschappen. En dan was er het technisch onderwijs, dat jongeren opleidde tot vakbekwame techniekers en kenners van elektro en elektromechanica terwijl wie het echt niet kan opbrengen, tot 14 jaar een basisopleiding volgde. Was dat goed? Er gingen tegen 1975 meer jongeren naar de klassieke humaniora, maar het VSO werd aan het Rijksonderwijs, nu Gemeenschapsonderwijs opgedrongen. Vele ouders waren ontgoocheld en de scheefgroei in de verhoudingen was te wijten aan die politieke keuze. Vervolgens koos het Katholiek, vrij maar gesubsidieerd onderwijs voor de vlucht vooruit. En dan klagen dat die internationale vergelijkingen zo negatief uitpakken. Mensen, ouders vooral worden ervan verdacht steevast verkeerde keuzes te maken voor hun kinderen, omdat ze het niet snappen. Maar het vroegere PMS sloeg ook vaak genoeg de plank mis, zoals ook Alicja Gescinska getuigde. Wat onderwijs kan bereiken met kinderen en jongelui, het blijft buiten het debat, wat ouders en burgers verontrust. Het geeft de extreme afwijzing van het onderwijsbeleid ten onrechte maar met kracht legitimiteit.

 

Ten gronde moeten we ons afvragen in welke mate stellingnames van politici, van experten velerlei vaak als juist versus fout worden voorgesteld en wie de foute keuze maakt, staat och arme aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Hoezo? Waarom moraliseert men zo openlijk inzichten, waarbij men graag de zogenaamde doch onbestaande gewone man te kijk wil zetten. De gemeenteraad van Brugge stemt voor een motie die het Ventilusproject wil tegenhouden. Is daarover in de Krant van West-Vlaanderen of een ander medium van gedachten gewisseld? Niet dus, maar we hebben die elektriciteit van zee nodig net als de versterking van het netwerk, ook om beter met de buurlanden stroom te kunnen uitwisselen. Ik hoorde deze zomer op het terras van de Craenenburg een verstandig man uitleggen dat men voortdurend door straling, elektromagnetische en andere omringd is, maar dat we toch 80 jaar oud mogen worden en zelfs nog ouder. Natuurlijk zijn er mensen die veel te vroeg sterven, niet alleen aan kanker maar ook andere aandoeningen en dan zijn er nog ernstige psychiatrische aandoeningen. Maar de gemiddelde levensverwachting laat een lang leven van 81,4 jaar verhopen en dat geeft aan dat mensen het goed hebben en weinig ontberingen moeten lijden. Beseffen we bovendien dat de levensverwachting aan de vooravond van WO I in 1900 rond 44 jaar lag, dan moet men de kindersterfte in rekening brengen, dit wel zeggen, dat wie de leeftijd van 5 jaar bereikte mocht een “normaal” lang leven verwachten, behalve de jongens aan het front. Voor onze generatie bestaat het wonder erin dat mensen heel erg oud kunnen en mogen worden, boven de 90 jaar, maar het vormt meteen ook volgens experten, economen en staathuishoudkundigen, een tijdbom, omdat we niet per se alle hulp zullen kunnen leveren om mensen een waardige oude dag te bezorgen, maar meer nog, de economen menen dat de vergrijzing een bedreiging van de welvaart, terwijl er veel spaargeld rust bij onze oudjes, dat soms handig via schenkingen hun weg vindt naar jongere generaties, maar ook in stabiele beleggingen. Merken we ook op dat de oudjes van vandaag meer hebben meegekregen van en bijgedragen aan de moderniteit dan men doorgaans aannemen wil. In een rusthuis op bezoek hoorde ik een liedje uit een jaren zeventigprogramma, De Tijd van Toen. Mijn oude moeder wende haar blik af. Maar toen iemand Joan Baez begon te zingen, vond ze dat wel okay. Wie nu zeventig plus is, werkelijk een boomer dus, heeft mee de recente cultuuromwentelingen mee gemaakt of minstens meegemaakt. Denken we maar gewoon aan de dolle mina’s, aan de acties voor abortus en andere eisen. Maar er was ook het constructieve bijdragen aan de welvaart, via beter onderwijs en beroepskansen.

 

Kortom, als we naar deze tijd kijken, dan is het niet al kommer en kwel, maar wel moeten we ons parameters opnieuw ijken, om te weten wat we morgen kunnen uitrichten. Belangrijk daarbij is dat we voortdurend kunnen zeuren over wat fout gaat, over wat ons in het beleid niet bevalt, maar aan de borreltafel mag men veel zeggen, veel effect zal het niet ressorteren. Het is het probleem voor politieke partijen die hun zetels wensen te behouden, eventueel uit te breiden, terwijl ze voortdurend verwijten krijgen te horen over falend beleid, maar waar de kiezers ook hun voordeel bij doen.

 

De paradox van het antipolitieke ressentiment? We hechten aan wat het systeem ons te bieden heeft, maar geven ons liever geen rekenschap van de kosten of beter de inspanningen die nodig zijn om het allemaal te bereiken. Proper en drinkbaar water? Pas rond 1923 kwam er een aanvoer van drinkwater en konden de welgestelde stadsbewoners en vakantiegasten – die vaak twee maanden bleven – thuis fris drinkbaar krijgen vanuit de Bocq, een zijrivier van de Maas. Het valt me altijd op dat ook historici niet altijd aandacht opbrengen voor de publieke voorzieningen. Toen ik in Segovia stond, uitkijkend op de aquaduct, kwam die gedacht me goed twintig jaar geleden aan de orde, omdat toen de opzienbarende opkomst van en al even met verstomming slaande moord op Pim Fortuyn de aandacht trok. Er deed zich een enorme golf van populariteit voor, maar de prioriteiten die Fortuyn naar voor schoof, hadden te maken met samenlevingsproblemen, maar in feite kwam er weinig aan de orde over onderwijs, bekwaamheidsontwikkeling noch over hoe de huisvesting georganiseerd worden zou. Ik had de indruk dat uitgebreid programma gesuggereerd werd, maar dat de politicus, nochtans goed voorzien van argumenten, een hoop elementen van het bestel als gegeven beschouwde, waaraan hij niet zou verbouwen, terwijl om een complex probleem aan te pakken net wel een en ander opnieuw bekeken moet worden en wellicht ook hertekend.

 

Bekijken we de zaak vanuit een andere invalshoek, dan kan men zich afvragen of in complexe samenlevingen, opgetuigd met tal van voorzieningen, die men zegt te beschouwen als basisvoorzieningen en dan wel als kerntaken gepresenteerd worden nog wel het werk van een man of vrouw kan zijn, de premier dan wel de president? Uiteraard niet, want de overheid is uitgegroeid tot een uitgebreid korps van ambtenaren, die de wetgeving handen en voeten moeten geven. Maar er is ook justitie, een corps dat de wet dient te handhaven en er is, tot spijt van wie het benijdt het middenveld. Guy Verhofstadt heeft in zijn strijd om de Wetstraat geprobeerd de vakorganisaties en mutualiteiten uit te schakelen. Dat is niet gelukt, maar zowel de vakbonden als de mutualiteiten zijn wel veranderd van aard en karakter, waarbij dienstverlening belangrijker geworden is. Van ontzuiling is er in naam niet zo heel veel gebeurd, maar er zijn wel organisaties gekomen die buiten de traditionele zuilen stonden, vooral in verband met milieubeleid en ethische kwesties, genderissues. Er is gelukkig zoiets als de vrijheid van vereniging, waar mensen zich kunnen aansluiten om een maatschappelijk doel te dienen, waarbij de overheid eventueel ondersteuning via subsidies biedt. Het probleem is dat mensen niet altijd weten wie wel subsidies krijgt en wie niet. Nu wordt de VZW-wetgeving weer wat aangepast, lees: verzwaard, omdat men valse of schadelijke organisaties wil kunnen klissen. Nog eens, als de organisatie voldoet aan de regels van goed bestuur en de leden steunen zo een organisatie, dan is er weinig aan te doen. In het politieke en mediadebat komen deze maatregelen zelden uitgebreid aan bod, omdat het alleen de betrokkenen aanbelangt, terwijl toch de burger geacht wordt de wet te kennen. Al lang niet meer mogelijk natuurlijk, want de wetboeken zijn zo uitgebreid en zo uitgewerkt in detail dat mensen er niets meer van begrijpen of toch minstens niet wat hen aanbelangt. Gelukkig is de graad van scholing toegenomen, maar het blijft opmerkelijk dat we niet altijd meer begrijpen wat onze mogelijkheden zijn. Neem het geheel van intellectuele rechten en men zal begrijpen dat het moeilijk is er iets van te begrijpen. De komst van AI lijkt voor de grote krantenconcerns ook een hoofdpijndossier te zijn geworden, maar dat kan helpen de discussie te voeren over de betaalmuren. Universiteitsprofessoren publiceren over hun met publiek geld gefinancierde onderzoek, wat evident is, maar er komt – voor zover mogelijk – lang niet altijd een evenwaardige vertaalslag naar het brede publiek. Men mag dan niet klagen over het welig tieren van complottheorietjes, want noch de academici, noch journalisten houden zich daar (graag) mee bezig, tenzij ze een grote naam kunnen neersabelen. Voor een hoog opgeleide populatie kan men van de media meer verwachten, ook al was het maar om discussies over het beleid op een hoger niveau te tillen.  

 

Op de een of andere manier functioneren mens en samenleving, instituties en codes niet meer op een gezamenlijke basis. Anders gezegd, mensen hebben wel een idee van rechtvaardigheid, maar advocaten maken zelf al eens onderscheid tussen wat de juridische waarheid is, een vonnis of arrest en wat de waarheid tout court is. Bovendien blijken rechters vaker dan iemand als Hugo Schiltz het al vreesde in de jaren 1990 op de stoel van de regering te gaan zitten. De Dikastocratie of “le gouvernement des juges” impliceert dat de wetten niet meer uit de natie – en de vertegenwoordiging van de natie in het bijzonder – voortkomen maar uiteindelijk door rechters bepaald wordt. Vonnissen in de klimaatzaak maar ook inzake de opvang van asielzoekers – als die term nog adequaat is – leggen regeringen en hun ambtenaren wetten op die rechters hebben uitgevaardigd, niet het parlement. En ja, het parlement klaagt erover niet meer zo relevant te zijn, behalve voor de vergoedingen en de partijfinanciering.

 

Hoe is het zo ver kunnen komen? Vermocht een parlementslid van een meerderheidspartij, Jan Verroken (CVP/PSC) de regering te dwingen een duidelijk standpunt in te nemen over de locatie van de Franstalige Université Catholique de Louvain, voor de Vlamingen overal behalve in Leuven en Vlaanderen, zodat de regering viel, dan valt een regering verder doorgaans in de regering of in wat rond 1977 de “junta” van partijvoorzitters heette. De omvang van de Vlaamse beweging, de contestataire linkse beweging anderzijds is voor ons schier onbevattelijk, de uitgewisselde argumenten en scheldwoorden, in de Leuvense straten, in de Nationale media en bij andere gelegenheden kunnen dan moeilijk als rationeel voorgesteld worden, de vraag van Leuven, de K ULeuven en het arrondissement kwam voort uit een demografische observatie dat ondanks de taalgrenswetgeving (1962-1963) de Franstaligen tussen Overijse en Oud-Heverlee hun territorium wilden heroveren. De grond van de zaak was een fundamenteel wantrouwen, waarbij drogredenen evenveel wogen als staalharde beloften. In de jaren zeventig zou in Vlaanderen de discussie over een nieuwe architectuur voor het land leiden tot verscheurdheid tussen politiek en middenveld, c.q. de zogenaamde strijdfondsen.

 

Terugkijkend kan men een en ander begrijpen en minstens bepaalde acties en politieke plannen begrijpen. Maar het probleem van de politiek werd steeds meer dat akkoorden slechts moeizaam tot stand komen, terwijl journalisten en commentatoren het wel eens laten uitschijnen dat de door hen voorgestelde oplossing schittert door eenvoud. Bovendien werden burgers en burgerorganisaties mondiger, beter geschoold en werd het voor politici nog moeilijker om plannen over langere termijn te maken. In onze tijd – enfin, nu zien we de realisatie – was er de noodzaak volgens de toenmalige gouverneur van Antwerpen, Camille Paulus, om de halve ring rond Antwerpen domweg rond te maken. Toen een plan was ontwikkeld, met een hoge brug over de Schelde, kwam er verzet zodat de politici die rond de maquette dansten toch plots tegen waren. Men had een intendant nodig om iedereen mee te krijgen en een behoorlijke zak geld, onder meer voor het overwelven van de ringweg. Nu, wie vandaag klaagt over de werken die een aanvang namen, zal misschien best nog even onder een steen kruipen voor enkele jaren. Iedereen klaagt over files, maar het logische antwoord, beter verbindingen voorzien, worden geweigerd, door mensen die menen nooit van de nieuwe gebruik te zullen maken, ook niet als passagier. Zou het?

 

Ik heb de  indruk dat een politieke partij niet zomaar ongestraft belangrijke hervormingen en reorganisaties kan voorstellen, die blijk geven van aandacht voor de complexiteit van beleidsvraagstukken. Ik vrees dat men van de ziekenhuisfinanciering geen prioriteit zal maken, omdat de visies elkaar uitsluiten, maar toch slepen we dat probleem al lang mee. Soms kunnen ziekenhuizen kosten beperken door patiënten vroeger naar huis te sturen, maar in het algemeen zijn de kosten om een ziekenhuis behoorlijk te laten functioneren en dus succesvol in de ervaring van patiënten functie van zowel de beschikbare nieuwe diagnostische en therapeutische mogelijkheden – denken we aan baby Pia die leed aan SMA1 - spirale musculaire atrofie, dat in functie van een lopend onderzoek te laat werd gediagnosticeerd. En voor u zegt: dimmen Haers, het wordt onoverzichtelijk, nog dit: Vlaanderen besliste in die periode – voorafgaand als ik het wel heb – om SMA1 niet op te nemen in de analyse, neonatale screening[i] (hielprik) terwijl ik het niet helemaal begrijp, maar in Vlaanderen werd de samenstelling van de lijst der te onderzoeken analyses anders ingevuld dan in Franstalig België. Maar goed, dat wordt pas belangrijk als de neonatale screening leidt tot bezorgdheid. Maar zoals het verhaal van baby Pia liet zien, de overheid en de ziekteverzekering waren niet bestand tegen de druk om de baby te helpen. Maar als er zo een paar duizend keer om weldadigheid gevraagd wordt, kan de vrijgevigheid op de proef gesteld worden. Ten gronde moeten we nadenken over hoe we met die dure therapieën omgaan en wat het systeem kan verdragen. Wellicht kunnen ethici hier hun bijdrage leveren, maar dan liefst in een publieke discussie, wat iedereen mag weten hoe de argumentatie wordt opgebouwd. Een interessante stem is die van Ignaas Devisch, die wel eens een knuppel in het hoenderhok durft te gooien, waarbij ook patiënten en burgers al eens een weloverwogen kritiek te verduren krijgen. En neen, er is niet altijd een sluitend, eenduidig antwoord. Dus wekt het ergernis als een radiostem vraagt aan expert hoe dat nu precies zit, met de behandeling van mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen.

 

We hebben iets bijzonders opgebouwd in Europa en zeker in de Nederlanden, maar het lijkt lastig de hoofdzaken voor ogen te houden en te zien hoe in een complexe samenleving elkaar uitsluitende maar legitieme verwachtingen met elkaar te verzoenen. Van mobiliteit over energieproductie en -transport tot het wetgevende werk zelf zijn veelomvattend, maar het lijkt erop dat we een en ander niet meer goed beheersen. Daarom denk ik dat we dringend moeten discussiëren over de mentale agenda, de beleidsagenda om de politici te laten weten dat we ook wel weten dat “ander en beter” niet vanzelfsprekend ook beter werk zal bieden want men kan zich als bestuurders geen ander volk kiezen. In Duitsland marcheren honderdduizenden  tegen AfD, want men lust het alternatief niet. Tegelijk zegt men dat Duitsland aan de verkeerde kant van de geschiedenis staat. Goed, Israël enigszins op afstand plaatsen moet besproken kunnen worden, maar tegelijk, men kan Hamas niet ontzien bij het kritisch onderzoek.

 

Bart Haers  



[i] https://aangeboren.bevolkingsonderzoek.be/veelgestelde_vragen/wat-zijn-aangeboren-aandoeningen-en-welke-worden-opgespoord/

Reacties

Populaire posts