Over een overbezorgde diaken
Kritiek
Het leven met genegenheid bejegend
![]() |
Diogenes van Synope en het vermogen de eigen wilsbeschikking ten volle uit te leven, maar ik zie vandaag weinig filosfen die op dat speelveld actie zijn. |
Quod
erat demonstrandum: zelfbeschikking is de sokkel waarop alles steunt, aldus
Maarten Boudry en dus mag alleen degene die wil beschikken over zijn leven ook
beslissen. Het vrijheidsbegrip dat sinds Augustinus ontwikkeld, heeft precies
te maken met de grote levensbeslissingen van mensen en met sacramenten, maar
dat impliceert niet dat mensen ook niet in andere omstandigheden geacht worden
uit vrije wil te handelen. Het is immers wansmakelijk de handelingen van de
diaken uit Zwevezele die in Menen mensen bediende als verpleger en later als
aalmoezenier terug te voeren tot de ultraliberale euthanasiewet. Die wet, zegt
men, vormt onmiskenbaar een vooruitgang en aangezien elke vooruitgang goed is,
hoeven we er verder niet over te "raisoneren". Dat liedje ken ik uit
een wat verder afgelegen verleden toen pastoors ons zegden dat we niet in
discussie hoefden te gaan. Van voorstanders van het vrij onderzoek hadden we
beter verwacht.
Maar
goed, de eerste stap is belangrijk: die diaken is niet de eerste die voor God
speelt en mensen uit hun lijden wil helpen. Over Dokter Dood werd al gesproken
in verband met een Schotse arts en ook in Frankrijk, Nederland... zijn er
mensen geweest die vonden dat mensen niet onnodig moeten lijden en hen dan maar
zelf hielpen. Daarom ook had ik van een zeer wetenschappelijk denkende filosoof
als Maarten Boudry verwacht dat hij die gevallen de revue zou laten passeren,
want het is niet het eerste geval van overdreven behulpzaamheid bij het
levenseinde en het zal niet het laatste zijn.
Het
levenseinde nadert voor sommigen soms zeer onvermoed en zij mogen gaan zonder veel lijden, maar
gewoon, ergens onderweg. Anderen vernemen dat ze nog maar enige tijd te leven
hebben, dat ze uitbehandeld zijn en dat verandert het perspectief. Want als de
dood aangekondigd is, door een arts, dan weet men zich als patiënt, maar ook
als nabestaande niet goed raad, omdat het hoe dan ook een bijzondere kennis is:
blij zijn om elke goede dag die komt, of niet meer blij kunnen zijn omdat het
vonnis geveld is. Mensen reageren niet altijd op dezelfde manier op
onheilsberichten en niemand weet hoe of men ermee zal kunnen omgaan. Het hangt
er wellicht ook vanaf hoe men in het leven staat.
Hier
betreden we paden die de voorstanders van het vrije onderzoek merkwaardig
genoeg niet willen gaan: hoe onderzoeken we de levensvragen in het licht van
persoonlijke ervaringen. Want laten we wel wezen, dat er wetgeving is gekomen
die het zelfgekozen levenseinde onder de best mogelijke omstandigheden mogelijk
maakt, vormt inderdaad een vooruitgang. Wat problematisch blijft is hoe een
persoon tegen de mogelijkheden van het leven aankijkt en daarin kan op enig
ogenblik een moment ontstaat waar er inderdaad een zachte, genadige dood
mogelijk moet zijn.
Zelfbeschikking,
daar draait het dus om en dan lijkt men als definitie te hanteren dat niemand
het heeft recht zich te mengen in de fundamentele keuzes van een derde. Maar
als we het goed bekijken, dan ontbreekt er de gedachte aan dat mensen wel zorg
voor derden kunnen, mogen en in bepaalde opzichten zelfs moeten opnemen, zoals
ouders voor hun kinderen, artsen en verplegers, terwijl we ten allen tijde een
mens in nood moeten bijstaan.
Wie
ontkennen zou dat vandaag de situatie niet bepaald complex werd en is en grond
kan bieden voor twijfel, zal beseffen, dat men noch de verplichting tot zorg
noch het recht voor zichzelf keuzes te maken enkel in abstracte termen kan
beschrijven. Zorg, zelfs bemoeizorg kan nodig en wenselijk zijn, want iemand
aan zijn of haar lot overlaten kan schadelijk uitpakken voor die persoon. Aan
de andere kant weten we dat we soms met fundamentele vragen zitten, over hoe we
naar de toekomst kijken, soms bezorgd, soms gewoon nieuwsgierig. Met Hans
Achterhuis bedenk ik me ook dat we zonder vrienden niet over die vragen kunnen
nadenken. De patiëntenrechten, een belangwekkende tekst waarover men nog zelden
praat, verdient ook daarom meer aandacht, dat het mensen toelaat na te gaan,
wanneer men bepaalde zaken, aan den lijve ervaren, niet meer van node of
wenselijk acht.
Zullen
we dan het persoonlijke recht op zelfbeschikking afwijzen, zelfs maar
nuanceren? Kan men het begrip
zelfbeschikking anders begrijpen dan in het licht van de autoritaire
gezagsverhoudingen die er bestonden? Men denkt dan automatisch aan de kerk, de
RKK van toen, toen pastoors in hun parochie zowat schippers naast god waren.
Sinds de 18de eeuw is men aan de macht van de kerk paal en perk gaan stellen,
maar er zijn andere vormen van instrumentalisatie ontstaan waar we weinig of
niet over zeuren. De kerk als autoriteit is nagenoeg verdwenen, de andere
gezagsinstanties, bijvoorbeeld de politieke overheid die niet schroomt mensen
een (gezonde) levenswijze op te leggen - ik denk aan Tony Blair die mensen een
vettax wilde opleggen: telkens als ze bij het frietkot of het kraam met fish
& chips, zouden ze wat betalen aan de staat en in New York vond
burgemeester Bloomberg er niets beter op dan grote drankbekers te verbieden -
maar dat lijkt rationeel gefundeerd te zijn en dan zou het mogen.
De
uitdaging voor onder meer vrijzinnig humanisten hun eigen vooronderstellingen
te onderzoeken, lijkt zelden opgenomen te worden. Integendeel, men blijft
hangen in een aantal inzichten die als dogma's gelden - jammer maar helaas - al
wil een vrijzinnige natuurlijk van dogma en gebod niet weten. Maar als we
kijken naar het lawaai dat gemaakt wordt als iemand een verkeerd woord zegt
over nieuwe medeburgers, als men xenofobie, homofobie al wil aanpakken als net
niet strafbaar, dan is er iets mis met die benaderingen. Want een fobie kan men
maar afleggen of van zich afduwen, als men er zich bewust van is, dat er
misschien geen reden tot angst is. Maar hoe komt men ertoe?
Zonder
vrienden geen filosofie, maar hoe komt men tot vriendschappelijke verhoudingen
als men niet in staat blijkt, andere mensen, die er niet dezelfde visies op na
houden, met respect te bejegenen. Michel Foucault heeft in zijn laatste reeks
lezingen in het collège de France, over de moed tot waarheid (spreken) op
gewezen dat wat de antieken voor hadden op latere tijden, de zelfzorg mocht
heten, terwijl later de zielenzorg of pastorale zorg die zelfzorg weg heeft
gedrukt. Toch kan men die zelfzorg, psychische zelfzorg niet zomaar bewerken,
is er gesprek nodig, spiegeling van inzichten om te begrijpen wat goed is voor
het eigen ik. Maar dit doende, kan men ook anderen bijstaan, zonder in
gezagsverhoudingen terecht te komen. Natuurlijk, men weet sinds de jaren 1960
dat kinderen ook niet autoritair bejegend mogen worden, maar als ze het zelf
moeten uitzoeken, dan wordt het wel lastig.
Die
diaken, die reeds van 1980 af zijn praktijk als engelenmaker zou hebben
aangevat, kan volgens de heer Boudry niet gehandeld hebben in het licht van de
euthanasiewet, want, tja, 1980, dat waren de middeleeuwen, toen sprak men nog
niet over euthanasie. Graag help ik hem even uit de nood, want tijdens mijn
humanioratijd was de vraag omtrent de genadige dood, euthanasie wel degelijk al
aan de orde. De geneeskunde was toen al lang het piskijken voorbij, maar toch
lijkt de jonge filosoof de mening toegedaan dat dit ethische probleem zich niet
stelde: wat te doen als de geneeskunde, als de arts niets meer vermag tenzij
het leed te verzachten en de pijn te beheersen? Toen ging de vraag nog over het
dilemma tussen actieve en passieve euthanasie, maar pas toen ik mijn grootvader
vaarwel wenste, want hij was zwaar ziek en uitbehandeld, begreep ik dat de
theorie en praktijk nogal eens ver uit elkaar kunnen liggen. Het greep aan,
zijn overlijden, maar hij had er een stoïcijnse ongeroerdheid bij aan de dag
gelegd. Nu, hij had zijn portie leed bij leven al beleefd, een dochter van 17
die stierf omdat het hart niet geheel naar wens was gevormd, een zoontje van
een paar dagen moeten afgaan en dan nog een ander na enkele maanden, dat alles
lang voor mijn tijd, maar we kenden de verhalen. Zelf had hij een zwaar
arbeidsongeval gehad in zijn eigen onderneming: een hand verloren. Mijn
grootmoeder was tijdens het ruimen van dieselvoorraden slachtoffer geworden van
een ander arbeidsongeval maar had dan wel haar been verloren, maar niet haar
zin in en voor het leven.
Nu
weet ik wel dat sommige filosofen de mening toegedaan zijn dat een filosofische
uitspraak geen zin heeft als ze niet algemeen geldig is en voor iedereen op
dezelfde manier kan begrepen worden. Er zijn ook andere filosofen voor wie het
denken van belang is, niet in een min of meer comfortabel ingericht
koekoeksnest in de wolken, maar juist als het erop aan komt, als er zich
dilemma's stellen. Want het zelfbeschikkingsrecht van de persoon kunnen we
natuurlijk wel ondersteunen, we hechten er belang aan, maar we hechten net zo
goed aan de modaliteiten en dan komt het erop aan te begrijpen dat het
vrijheidsbegrip echt wel van belang is. Of ik naar de hoeren ga of niet, dat is
dan een persoonlijke zaak en een kwestie van hormonen - al kan men die ook op
een andere manier tegemoet komen -, maar als ik moet beslissen een vaste
relatie aan te gaan, zou daar echt geen vrije wil aan te pas komen, laat staan
een derde? Uiteraard, zal de heer Maarten Boudry stellen en hij zal eraan
toevoegen dat we de vrije wil en het zelfbeschikkingsrecht van de ander moeten
respecteren. Geen probleem, het gaat er immers om dat we die keuze niet alleen
kunnen maken. Overigens, kan een vrouw voor zichzelf bepalen of ze een kind
wil, dan zal ze toch liever niet alleen voor die keuze staan en de gevolgen
ervan, de zorg over een kind.
Laten
we dus maar eens de discussie over de betekenis van zelfbeschikking in het
persoonlijke leven voeren. Geen autoriteit die bepaalt wat moet, daar kan men
het over eens zijn. Maar verder durf ik de heer Bou dry toe te wensen dat hij
niet elke grote en levensbepalende beslissing helemaal alleen en zonder overleg
hoeft te nemen, zelfs niet die over de exit. Ach, Torfs lezen vergt blijkbaar
enige vaardigheid in het hele scala aan mogelijkheden waar mensen zich van
kunnen bedienen om een gedachte op tafel te krijgen, van understatement tot
hyperbool. Maar soms lijken zelfs filosofen niet meer bij machte de
mogelijkheden van een tekst goed te vatten.
Opvallend
is hoe men ons tegelijk bombardeert met aanwijzingen tot gezond leven, niet tot
gelukkig leven. Natuurlijk kan dat laatste maar moeilijk, want wie zal de
gelukservaring van de ander meten? Toch zien we dat we niet voor onszelf goed
moeten leven, maar tot nut van 't algemeen. Als dat geen inbreuk is op het
zelfbeschikkingsrecht. Soms denk ik met weemoed terug aan mijn eerste
kennismaking met Diogenes in zijn ton. De eerste verhalen waren nog braaf, want
zeggen tegen Alexander dat hij opzij moet gaan, want hij staat in het zonlicht
dat Diogenes wil voelen; het kon hem zijn kop kosten, maar verder had Alexander
er de grap van ingezien. Pas als blijkt dat Diogenes openlijk op het plein zijn
lid bespeelt, wordt het ernstig, of toch niet. Hij heeft lak aan de
maatschappelijke normen. Het zou vandaag niet goed meer denkbaar zijn dat een
man, of een vrouw het lef zou hebben op de Burg dergelijke lichaamsoefeningen
zou bedrijven, want de goegemeente zou er schande van spreken en de psychiatrie
zou wenken. En toch is dit niets meer dan een voltrekken van de eigen
autonomie, toch?
Met
Nadia Sels moet ik dan tot slot ook nog eens vaststellen dat we gezond moeten
zijn, dat we de stilte van de organen niet als een zegening kunnen ervaren.
Neen, alles moet gemonitored en elke indicatie van een probleem moet ernstig
genomen worden. Ik weet het niet, maar ook hier zal wel gelden dat het
rationeel goed onderbouwd kan worden dat we goed op onszelf moeten passen. Les
grandes horizontales? Heinrich Heine die jaren aan kwalen leidt en toch
behoorlijk levenslustig op de voorgrond treedt, Voltaire met zijn darmklachten,
ze stierven niet zo jong. Oh ja, Amy Winehouse is een heldin, maar een slecht
voorbeeld voor jonge meisjes.
Goed
leven, mijnheer Boudry, het zal u verbazen, hangt niet af van wat we rationeel
juist vinden, maar hoe we met de dingen die ons pad kruisen omgaan, de goede
dingen, maar soms ook minder leuke dingen. Wansmakelijk is het, denk ik, elk
lijden zin- en uitzichtloos te noemen, zeker als het over anderen gaat. Iemand
die een zware levensreddende ingreep overleeft en de zegeningen van een
onvolkomen leven kan tellen, meer nog, die hoeft ze niet te tellen omdat het
allemaal zo vanzelfsprekend goed ervaren wordt, omdat men nog het leven delen
mag.
Conclusie?
Wie er niet voor staat, voor levensbepalende keuzes, wie niet voor dilemma's
komt te staan, kan best theorietjes verkopen, zelfbeschikking blijft iets dat
men in de eigen kring realiseert, maar niet per se alleen. Helaas wantrouwen we
de nabestaanden, omdat die de keuze in de verkeerde richting kan duwen: de enen
wil de dood vroeger te hulp roepen, de anderen later, maar de patiënt?
Acceptatie van het leven? Misschien is het allemaal absurd, zoals ook Albert
Camus vaststelde, maar, zo vond hij, de enige oplossing is het leven te leven
en zoals Sisyphus de rots met liefde telkens weer de berg op rollen. Het is
niet echt een eigen keuze, maar genegenheid opvatten voor de steen en het
rollen, dat wel, dat kan wel.
Bart
Haers
Het staat iedereen vrij een weblogje te maken en daarop zijn eigen overtuigingen te debiteren.
BeantwoordenVerwijderenEr zijn ook mensen zonder weblogje (ze zijn meestal minder ijdel) met eigen overtuigingen die niet stroken met de deze van de pedante webeigenaar.
Alweer wordt hier allerlei onzin verkondigd met betrekking tot het zelfbeschikkingsrecht.
De auteur van deze blog, die ik omschrijf als typisch bourgeois, conservatief, rechts en pseudokatholiek, niet verstoken van betweterij en pedanterie,, zet hier onzin neer.
Ik beperk me tot enkele punten.
- Citaat : Maar verder durf ik de heer Boudry toe te wensen dat hij niet elke grote en levensbepalende beslissing helemaal alleen en zonder overleg hoeft te nemen, zelfs niet die over de exit.
Waarmee bemoeit de heer Haers zich met welk recht ??
-Citaat: Wansmakelijk is het, denk ik, elk lijden zin- en uitzichtloos te noemen, zeker als het over anderen gaat.
Welnu, geachte heer Haers, wansmakelijk is het denk ik, welk lijden dan ook van een levend organisme in te passen in een menselijke constructie van zinvolheid van enig lijden. De natuur kent geen goed of kwaad en evenmin zin of onzin van wat wij (mensen) lijden noemen. Lijden is een menselijke appreciatie die de natuur niet kent.
-Citaat: wie niet voor dilemma's komt te staan, kan best theorietjes verkopen, zelfbeschikking blijft iets dat men in de eigen kring realiseert, maar niet per se alleen.
De woordkeuze theorietjes verkopen is niet ernstig en getuigt van vooringenomenheid. Zelfbeschikkingsrecht is niet te verwateren tot beslissingsrecht van de nabestaanden (de meerderheid beslist?) . Het betekent wel degelijk zelf-beschikkingsrecht.
Ach ik stop hier maar
De verstandige lezer zal zelf wel de onzin inzien die hier wordt uitgestort.
U bent het niet metmijn inzichten eens en dus hoeft u het allemaal niet te lezen. Ik weet mij dus vereerd dat u dit alles ertegenin te brengen heeft. Vooral uw slotzin, mijn waarde anonymus, doet me sterk denken aan de commentaren die ooit tegen onder meer Gerard Walschap werden ingebracht.
VerwijderenIk denk ik niet dat ik de mening zou toegedaan zijn dat lijden een deugd is of dat het lijden niet inderdaad iets zeer menselijk zou zijn, al zal u dat aan de mensen van de partij van de dieren moeten uitleggen. Wie leeft, mijn beste, kan inderdaad maar hopen dat er niet teveel tegenslag onderweg tegen het lijf gelopen wordt, maar helemaal zonder lijden zal het niet gaan, valt te vrezen. Maar verder is het zo dat omgaan met tegenslag voor de Stoïcijnen van geen betekenis want daar stonden ze boven. En andere mensen verdienen onze waardering omdat ze zware tegenspoed met gelijkmoedigheid te boven komen.
Tot slot, overleg, goed overleg met nabestaanden betekent niet dat men finaal tot een stemming overgaat, maar dat beslissingen in eer en geweten kunnen genomen worden. Nu goed, de inbreng van anderen neemt de eigen verantwoordelijkheid en het recht zelf te kiezen niet weg. Maar u lijkt het probleem niet te zien dat in complexe omstandigheden, zoals zware ziekte die niet meer goed te behandelen valt, er meer aan de hand is, dan alleen leven of niet leven. Zelfs het leven met beperkingen kan voor de betrokkene aanvaardbaar zijn, of voor de nabestaanden. Zelfbeschikkingsrecht laten verwateren door het over te laten aan gezagsinstanties zoals verzekeringsbedrijven dan wel expertgroepen van kenniscentra die een arts zouden verbiednen een patiënt nog passend te helpen. Maar ik vrees dat u daar minder graten in ziet. althans, ik hoor van het HVV en andere organisaties zelden kritiek op de aanpak van experten in de gezondheidszorg, laat staan over de sturende invloed van verzekeringsmaatschappijen in de gezondheidszorg. De verstandige lezer zal misschien die zorg beter begrijpen dan u laat uitschijnen.