Ethische vragen over machtsverwerving en -behoud
Dezer
Dagen
De ambitie van de
partijvoorzitter
Particratie versus de natie
![]() |
Prof. em. dr. Wilfried Dewachter |
Gisteren gaf ik al een
voorzet, op grond van de rare situatie op Radio 1, toen men twee
oud-voorzitters hun reactie lieten geven op het boek van Wilfried Dewachter,
zonder dat de luisteraar wist wat Prof. em. dr. Wilfried Dewachter aan de orde
stellen wilde: dat particratie niet zozeer over het fenomeen van politieke
partijen gaat en ook niet over de interne werking van die partijen, wel over
het verankeren in het beleid van wat men als gevestigde partijen aan macht en
invloed verworven heeft. De partijen zijn noodzakelijk, zelfs geen noodzakelijk
kwaad, maar de verleiding, de arrogantie van de macht en persoonlijke ambities
kunnen partijleiders over bepaalde grenzen trekken, die ze inderdaad niet
altijd zien. De boekvoorstelling in de Schelp van het Vlaams parlement ging
over de blik van de onderzoeker en de moeilijkheid van de politici om hun eigen
biotoop onder ogen te nemen. Drie politici, Carine Van Cauter, Kristof Calvo en
Kris Vandijck, die Jan Peumans verving, verhinderd wegens een overlijden in de
familie, gingen met elkaar en met de professor het gesprek aan.
Het nieuws van de dag was
natuurlijk dat net voor zeven uur in de avond de onderhandelende partijen de
stukken hadden afgeklopt en zich met een programma konden verenigen. De
dramatiek van de gebeurtenissen zal nog wat blijven hangen, de harde
confrontatie met vooral de Franstalige oppositie zal ervoor zorgen dat deze
regering altijd op scherp zal moeten staan om allerlei aanvallen af te slaan,
maar ook zal wellicht blijken dat sommige maatregelen van deze rechtse regering de Waalse en Brusselse
regering goed zullen uitkomen.
De uiteenzetting van prof. em.
dr. Wilfried Dewachter die vroeger al schreef over de weeffouten in het
democratische bestel, bracht een ander verhaal dan wat we in de ochtend hadden
gehoord en dat was ook wat ik zonder meer had voorzien. De hoogleraar in ruste
legde uit, met enige bevlogenheid waarom hij het boek schreef, namelijk dat de
wijze waarop in België het politieke bedrijf georganiseerd is geworden niet
meer aan de criteria van een goed democratisch bestel kan beantwoorden, want
zowel binnen de partijen als in het partijlandschap is de rek eruit en
enkelingen binnen de meerderheid kunnen nog onmogelijk, als ze er zich na rijp
beraad toe geroepen voelen een andere keuze te maken dan de eigen fractie wenst
of de partijleiding oplegt. In een ver vervlogen tijd maakte ik het mee dat
fractieleden van de VU naar het fractiesecretariaat gingen om hun
kiesinstructies op te halen. Doorgaans was dat niet zo belangrijk omdat de
posities duidelijk waren, maar toch, ik vond het wel bevreemdend. Nu moet een
meerderheid wel stabiel zijn, erkent de politieke wetenschapper, maar de
individuele vertegenwoordigers van het volk - zeker die van de meerderheid -
hebben weinig ruimte tot handelen, al kan ik mij voorstellen dat niet iedereen
zonder reden de chef wil mishagen.
Particratie, aldus Wilfried
Dewachter is evenwel nu ingeschreven in de zesde staatshervorming, omdat er
zowel in het kiessysteem is ingebroken op zo een manier dat bijvoorbeeld de leidende
figuren met de grootste achterban zich niet meer zomaar op die stemmenscore
kunnen beroepen. De afschaffing van de Senaat ware beter geweest, maar het
vormt voor partijleiders een ventiel om een aantal mensen daar te parkeren die
wel nuttig kunnen zijn, maar niet direct zomaar ingeschakeld kunnen worden. De
afschaffing van de rechtstreekse verkiezingen voor de senaat betekende dat in
Vlaanderen geen enkele zetel gewonnen moet worden over de ene kieskring
Vlaanderen, wat minder frustrerend zou zijn voor de verliezende partijen.
Ook de opkomstplicht bij
verkiezingen zou moeten afgeschaft worden, want waar kiezers zelf kunnen
beslissen niet te gaan, zijn de stemmen die uitgebracht worden een positieve
keuze. De Europese verkiezingen laten zien, aldus de hoogleraar dat we ons
belachelijk maken, want er zijn weinig landen waar het aantal kiezers voor het
EU-parlement de 50 % haalt als ze vrij mogen besluiten. Misschien zal dat
veranderen, maar dat hangt van Europa af.
Ik moet het boek nog lezen en
refereer aan de toespraak van gisteren, dinsdag 7 oktober, maar ik denk dat het
belangrijkste van wat de auteur te melden had, in het gesprek met de
parlementsleden aan de orde kwam. Vissen kunnen niet veel zeggen over het water
waar ze in zwemmen, zoals antropologen als Han Fortman het al betoogden: de
biotoop waarin men beweegt heeft zowel iets geruststellend vanzelfsprekends als
een dwingend karakter de ongegeschreven gebruiken te respecteren. Nu denk ik
dat Kris Vandijck had kunnen melden dat zijn partij voor de gouverneur van
Oost-Vlaanderen een buitenstaander koos en niet iemand van de reservebank heeft
geplukt. Ook voor een senaatszetel kwam de partij met een verrassing, want
niemand minder dan Jan Becaus werd aangezocht en bereid gevonden, of was het
omgekeerd... In elk geval, de gewezen journalist had nooit blijk gegeven op het
scherm van zijn voorkeur, geurloos als hij wilde zijn. Alsof partijpolitiek een
ranzig geurtje zou verspreiden. Let wel, ik refereer niet aan de voorstelling
alsof alleen rechts een zekere ranzigheid zou afgeven, wat in democratisch
opzicht niet geheel terecht is, want men kan niet anders erkennen dat er altijd
ook wel andere opinies mogelijk zijn, al kan men dat dan zelf wel dom vinden. Het
eigen gelijk niet meer bevragen, zo lijkt het, maakt ook deel uit van het
plaatje al gaat het particratie over structuren, mandaten en systemen,
procedures die best democratisch ogen, maar toch ertoe bijdragen dat burgers en
vooral nieuwkomers er niet veel meer tegenin kunnen brengen, noch op basis van
argumenten noch op basis van een bij verkiezingen verworven legitimiteit.
Het politieke debat over de
vraag of er vandaag partijen zijn die men kan relateren aan de ellende van de
jaren 1930, krijgt altijd een eenduidig antwoord, terwijl men dan vergeet dat
de hele toestand in Duitsland, maar ook in Oostenrijk, Frankrijk, ten onzent,
maar mogelijk was omdat er niet alleen die ene partij was, die we verafschuwen,
maar ook de omstandigheden en de tegenstanders die zelf niet uitblonken in
gematigd denken en handelen, maar nog, er was geen partij die niet probeerde
extreme consequenties van eigen denken en van de tegenstander voorop te stellen
als propagandamiddelen. Of nog, de gematigden werden geplet, niet enkel
politiek maar ook maatschappelijk. We verwijzen hiernaar omdat de afgelopen
jaren politici een partij, eerst het Vlaams belang en dat met recht, verwijten
hebben gemaakt over xenofobie, islamofobie, al ging het dan net om meer dan om
fobieën, maar toen er een "new kid in town" kwam, werd het plots
menens en ging men zelfs zover de ideologie van die partij te onderzoeken,
zoals Ico Maly deed, maar helaas voor de doctor, zijn analyse klopte niet geheel,
noch wat de uitgangspunten aangaat, want Burke mag dan conservatief zijn,
reactionair optreden kan men hem niet verwijten want hij handelde in een
parlementair bestel dat ver voorlag op andere regimes op het continent. Of
Herder, die door Maly werd weg gezet als de ideoloog van het nationalisme,
terwijl de man inderdaad nadacht hoe dat lappendeken van vorstendommetjes en
vrijsteden, de Duitse ruimte dus, ooit iets meer kon zijn om zich teweer te
kunnen stellen tegen de Franse agressie, van Napoleon. Zijn nationalisme wilde
bewust ook niet gericht zijn op gekoesterde superioriteit en een sterke
militaire arm. Eerder bepleitte hij naties die naast elkaar konden bestaan,
zelfbewust maar zonder drift de andere aan te vallen, laat staan te veroveren.
Al deze aanvallen, van buiten
de politiek, werden ook in de politiek gehanteerd en hadden ongetwijfeld tot
gevolg dat kiezers de charme van de belaagde maagd wel inzagen. Intussen is de
partij een bestuurspartij geworden, die soms ambten mag uitdelen en dan zal
blijken of ze een particratische logica zal volgen of integendeel de discipline
aan de dag zal leggen er omzichtig mee om te springen, ook als mensen uit de
achterban er geen vrede mee kunnen hebben dat een besluit niet in hun voordeel
uitpakt.
Maar, bedacht ik me in het
rijtuig op weg naar Brugge, bestuurspartijen hebben inderdaad veel gedaan om
hun positie te bevestigen en dat gebeurde soms met goede argumenten, maar vaker
bleken we er blind voor. Het probleem is immers dat TINA ingeroepen wordt, om
een bepaald voorstel erdoor te krijgen. De argumentatie mag dan kan kaduuk
blijken voor het publiek, vaak blijken politici zo gericht op het vinden van
een compromis, dat ze vergeten na te gaan of het wel werkbaar is, laat staan of
het aanvaardbaar is.
Wilfried Dewachter richt onze
aandacht op het feit dat de traditionele partijen, door de senaat niet af te
schaffen, door te morrelen aan kieskringen en door bijvoorbeeld een vorm van
plebiciteren van een kandidaat onmogelijk te maken, een vorm van verzekering
inbouwen dat ze hoe dan ook aan de macht blijven en de voordelen van die
machtspositie kunnen exploiteren naar eigen inzichten. De aanwezige politici
leken niet gevoelig voor deze benadering, wat aangeeft dat hij wel een punt
heeft.
De vraag is evenwel hoe we de
perfecte weerspiegeling in de volksvertegenwoordiging kunnen krijgen en of de
afwijkingen, die voortkomen uit bijvoorbeeld de confederale dan wel onfederale
structuur van dit land grote schade aanrichten. Ja, klinkt het en dan gaat het
over het feit dat grondwetsherzieningen op sommige punten, een quorum van 87 %
in de kamer en dat 13 % elke verandering kan tegengaan. Wie dit plaatje bekijkt
dat de stelling van de auteur ons wel moet aanbelangen. Sommigen zullen menen
dat de grendelgrondwet, met de ingewikkelde vereiste quota voor hervormingen en
bovendien het installeren van de alarmbelprocedure ertoe kan bijdragen tot
stabilisering van het land en tot bescherming van de minderheden, maar men kon
vernemen dat deze hoogleraar in ruste, kijkend naar andere landen de balans van
minderheden en meerderheden minder schokkerend bevonden heeft, zodat de
bescherming in de grondwet overdreven moet heten, gewoon omdat, meende ik te
mogen begrijpen, de meerderheid niet a priori alle macht zal afschermen voor de
buitenstaander. In feite valt het moeilijk te bewijzen omdat de meerderheid -
waar ze politiek ook als meerderheid kan functioneren, ook van binnenuit, van
binnen de meerderheidsgroep aangezet kan en zal worden de rol van interessante figuren om net die
sociologische en demografische minderheid aan boord te houden, aandacht te
schenken.
Niet voor niets heeft onder
anderen Jean-Pierre Rondas de afgelopen jaren de aandacht gevestigd op het feit
dat de grondwet zoveel bescherming biedt aan de minderheid in dit land, formeel
gestipuleerd in de grondwet, dat men er wel aandacht voor moeten hebben. In
wezen heeft de stabilisatie overigens haar grenzen bereikt, want waarom zou men
anders met de zesde staatshervorming zo een lange regeringsformatie hebben
mogen meemaken? Omdat de N-VA haar agenda wilde opleggen? Gedeeltelijk ook,
maar ook omdat de anderen en vooral de PS net haar eigen positie wilde
verankeren. Overigens blijkt hieruit ook dat er tussen woorden en daden wel
eens een verschil kan zitten: men wilde met de zesde staatshervorming ook de
democratie versterken. Heb ik professor Wilfried Dewachter goed beluisterd, dan
heeft men de bedrijfszekerheid van het model versterkt, dat wil zeggen, dat
nieuwkomers niet zomaar het bestel kunnen inpalmen. Anders gezegd. de spreker
waarschuwde zowel de aanwezige politici als ons ervoor dat de partijen
wenselijk, nuttig en noodzakelijk zijn om een massademocratie te laten
functioneren, maar dat de neiging vanwege de gevestigde partijen het systeem
helemaal in hun voordeel in te richten, niet weerstaan werd. De democratische
instellingen blijven bestaan en functioneren op het oog zoals het hoort, maar
toch, moeten we bedenken, het systeem hoort meer aan de gezamenlijkheid van de
partijen en minder aan de natie.
Wir sind das Volk! Ergens
klonk het tijdens de toespraken en de gesprekken en als ik goed luisterde naar
het jonge Kamerlid van Groen en naar de dame met blauwe inzichten, dan leken
zij niet goed te zien dat hun dagelijkse handelen voor hen een zaak van eigen
inzet, aanpak en durf behelst en dat ze niet zomaar aan het handje van de
partijchef lopen. Nu, dat willen we wel geloven, want anders zouden ze
misschien moeten nadenken over de ambtsverplichtingen ten aanzien van de natie
en niet van de partij alleen. De voorbeelden van mevrouw Van Cauter konden niet
overtuigen omdat zij niet raakten aan het systeem dat de hoogleraar had
geschetst en bovendien best dienstig kan zijn voor de partij. Kris Vandijck had
het er dan weer over dat politici best wel nadenken over hun functioneren,
sterker nog, dat ze best de gevaren die uitgaan van de arrogantie van de macht
erkennen en er voldoende voor beducht zijn. Enfin, de boodschap uit een grijs
verleden, toen Hans van Mierlo op de Amsterdamse gracht kwam vertellen dat hij
ongerust is over het systeem dat de politiek en politici aan banden heeft
gelegd. Men kan nu weer gaan beweren dat uw dienaar voor de WIJ heeft
geschreven, het partijblad van de VU, maar ook daar kon ik wel eens tegen de
haren van de chefs inwrijven, als me dat nodig leek. Vaak was dat impliciet, in
die zin dat ik schreef over aangelegenheden die men niet graag onderzocht zag.
Ook nu kijk ik doorgaans naar de politiek als buitenstaander, die probeert uit
te vinden hoe het werkt.
Want dat, zo bleek gisteren
toen ik op weg was naar het Centraal Station, dat de gedachten van de
hoogleraar in ruste ons wel moeten bezig houden, omdat ze gaan over de
kwaliteit van de democratie en de vraag of politici niet meer en vaker uitgedaagd
mogen worden hun handelen te verantwoorden. Net als men uitgaat van
pragmatisme, als men ethische valkuilen bewust niet zien wil, komen inzichten
als deze van prof. em. dr. Wilfried Dewachter, van pas. Nu komt het er dus op
aan ook het boek eens te lezen, wat niet lang op zich zal laten wachten. Want
het was, zo leek, meer dan de hartekreet van een ouder wordende politieke
wetenschapper. Het punt is dat hij de vinger op een tere plek van de democratie
heeft gelegd: de neiging van partijen om samen nieuwkomers uit te sluiten. We
vernamen dat de Liberaal-democraten er niet in geslaagd zijn de feitelijke
tweedeling van de Britse politiek te doorbreken - er zijn in het UK meer
partijen dan Labour en conservatieven, deels door eigen zwakte, maar ook omdat
de positie van deze partij bijna altijd, hoewel ze 20 % van de stemmen halen,
gezien het meerderheidsstelsel, nauwelijks zeteltjes verzamelden. En dat mag
dan ook als slotakkoord klinken: Het evenredigheidssysteem heeft zeker
voordelen en steekt gunstig af bij het meerderheidssysteem, maar in België, zo
blijkt, werden enkele sterke punten vanuit particratische overwegingen
ondergraven en dat blijkt voor de auteur een bedenkelijke zaak.
Bart Haers
PS Karl Drabbe speelde als uitgever uiteraard de rol van gastheer en Jan de Meulemeester van Actua TV modereerde het gesprek.
Reacties
Een reactie posten