Over wat voor liefde spreken we
Kleinbeeld
Boekpresentatie
Een soort van liefde
![]() |
Alicja Gescinska. Een soort van Liefde. De Bezige Bij 2016. 240 pp. € 18,90 |
De
Minard was eens de tempel van de gulle lach, van deurencomedies en andere
variaties op de tragedies in menselijke levens, op flessen getrokken. Het was
niet enkel een oord van gulle lach, het was ook daar dat velen een moment
vertier vonden, zonder eens te moeten denken aan goed fatsoen of braaf applaudisseren.
Waardering was er direct en soms net ietwat laattijdig. Bij de voorstelling van
een boek is de rolverdeling anders: wie het (nieuwe) boek kent, zit vooraan,
wie het wil kennen zit achter de vierde wand. Het ritueel van luide
loftuitingen mag men niet over het hoofd zien, wel zal de gedachte dat een
auteur soms wel iets bijzonders doet, gepresteerd heeft... nog geen antwoord
krijgen.
Uitgeverij
en auteur verzorgen de publiciteit en was er een tijd dat mij dat zou geërgerd
hebben, nu is me duidelijk dat het voor sommige werken een goede zaak is. In de
krant, in programma Touché, waar het gesprek wel vaart kreeg en bij De
Afspraak, waar een onthulling over paus Johannes Paulus II een mooi gesprek had
kunnen opleveren, kwam de tafelheer niet verder dan te vissen naar smeuiigheid,
terwijl Alicja Gescinska daarop net niet wilde ingaan, omdat voor haar de
filosoof Karol Wojtyla primeert die in zijn tijd tot 1978 toch wel mee gedacht
heeft over de staat van de wereld, de dingen en de mens. In Touché kwam die
interesse van Gescinska voor Poolse intellectuelen mooi tot zijn recht, wat mij
als West-Europeaan wel moet boeien. Net omdat het denken in het voormalige
Midden-Europa, DDR, Polen, Tsjecho-Slowakije wel heel erg onder controle stond
en uitingen van kritiek, maar ook van onafhankelijk denken niet geduld werd,
was het voor deze intellectuelen echt een uitdaging om hun gedachten toch te
kunnen verspreiden. De afwezigheid van vrijheid belet het denken niet, wel de
communicatie over wat men denkt, maar de techniek hielp een handje en ook de
mogelijkheid wellicht om te kunnen reizen die de hogere clerus wel kreeg. Maar
de kern is dat men op die manier het bredere publiek de kans ontneemt kennis te
maken, hoe terloops ook met denken dat ons niet direct komt aangewaaid. Nu
merkt men dat in onze wereld ook het denken en verhalen over denken niet direct
de core business van de brede media mag heten.
Oh, het was maar de paus die dacht te kunnen filosoferen? Tja, er is
zoveel dat men lezen wil, van Cees Verhoeven, van Karol Wojtyla en Sam IJseling en zovele anderen dat het onbegonnen
werk lijkt, toch elke stap is een trede beklimmen op weg naar wijsheid. Maar de
gedachte dat filosofen met elkaar van gedachten wisselen, lijkt in de brede
media nog het moeilijkste om te bevatten, terwijl net dat de betekenis is van
een boek dat een nadenken in het licht wil stellen en dus wel iets kan bieden,
aan ingewijden maar ook leken iets van die inzichten mee te geven. Soms gebeurt
er iets mee.
Zaterdag
dus naar de Minard, een schouwburg op mensenmaat waar het volkstoneel, de revue
hoogtij vierde en waar nu toch een paar honderd mensen elkaar troffen om mee de
blijde intrede van een nieuw boek te vieren. De auteur, de filosofe Alicja
Gescinska kregen we pas na een mooi voorprogramma te zien en te horen, eerst
was er de psychiater die ons zijn ontmoeting met deze roman, een soort van
Liefde, kwam spreken, waarbij hij voortdurend aangaf dat hij niets te zeggen
had, behalve zijn bewondering uit over het talent van de auteur en zijn eigen
onbeholpenheid iets over de liefde te zeggen. Zelf heeft die psy het ook graag
over de liefde.
Nu
ja, de titel, een soort van liefde veronderstelt al dat de auteur ons iets
anders wil vertellen, niet de hemelse liefde, lijkt haar te interesseren. Gaf
de inleider ons de indruk dat hij overwerkt was, dat hij nauwelijks tijd had
gehad het boek goed te lezen, dan merkte je gaandeweg dat hij ons wel iets
duidelijk maken wilde: lees dit. Tegelijk kwam hij met zijn klungelig naast
elkaar leggen van collegenota's en de tekst van Gescinska tot het inzicht dat
over een boek spreken niet altijd zo gemakkelijk is, als het publiek het niet
gelezen heeft.
Het
valt overigens nog zelden voor, tenzij in leesclubs waar lezer en auteur, met
commentatoren op gelijke hoogte staan, want over gelezen boeken spreekt men
zelden. Behalve filosofen en echte literatuurfans. Dus, moest het niet zijn dat
zo een boekvoorstelling in deze haastige tijden echt goed in de markt gezet mag
en moet worden, men zou het betreuren dat boeken naderhand niet meer aan de
orde komen.
Bovendien
heb ik een aantal columns gelezen van Alicja Gescinska, had ik "De
verovering van de vrijheid" gelezen en ook de artikelen in het boek over
Leszek Kolakowski - ik zou hier de Poolse spelling eer aan moeten doen -
waardoor ik met enkele inzichten van de auteur vertrouwd ben, maar toch, ze
neemt voor zichzelf de vrijheid eigen onderzoek te verrichten, wetende dat in
de academische wereld dezer dagen dit voor een postdoctoraal onderzoeker
misschien zuur kan opbreken, helaas. Helaas, omdat de zo geroemde academische
vrijheid, zeker van mensen met een doctorsbul daarmee wel erg ingeperkt wordt.
Dirk
De Wachter, de psy van dienst maakt het ons mogelijk te begrijpen dat het boek
wel ergens over gaan moet, want filosofen die over zoiets efemeer als de liefde
schrijven, die vallen op de vingers van een hand te tellen, al zijn er altijd
wel teksten te vinden bij de onsterflijken, die het ook over liefde hebben
willen, maar dan meestal over de liefde van het subject, zelden over wat er
tussen mensen kan gebeuren, zomaar, geleidelijk uitdiepend en dan botsend op de
vraag van Stef Bos: is dit nu later? Is dit echt de ware?
De
psychiater weet als geen ander dat de Liefde zeer gegeerd is, maar dat zijn
omgang met patiënten hem leerde dat men wel over de gevolg van gemis aan liefde
bij een patiënt kan spreken, over het onbehagen dat de ander niet de ridder op
het zwarte paard is of omdat de persoon in kwestie zich dan toch maar niet
binden wil. Wat hij laat verstaan, meen ik, is dat hij ervaren heeft dat de
liefde wellicht datgene is wat tussen mensen kan ontstaan, enfin, die
exclusieve liefde, die lijfelijke liefde, terwijl we het iets als "van
ons" willen voorstellen. In die zin zal men het boek van Alicja Gescinska
wel begrijpen als een poging het contingente ervan op de voorgrond te schuiven,
iets met een begin, een middenstuk en een einde, al dan niet in de dood.
Ik
zal eerst het boek lezen voor ik mij aan verdere uitspraken waag, maar het is
wel zo goed, denk ik, dat ik mijzelf ook nog eens laat verrassen door het boek
zelf en ik hoop voor u hetzelfde. In elk geval, nadat we de derde beweging van
de Mondscheinsonate van von Beethoven hoorden vertolken door Stephanie Proot,
kwam de auteur in beeld, samen met een journaliste, Lisbet Imbo die haar zou
ondervragen over het boek, zonder er teveel van prijs te geven. Meestal heeft
men de indruk dat men een boek maagdelijk moet ontvangen, zonder veel
voorkennis, maar waarom moet men dan een boek voorstellen? Ik vond het een
leuke verrassing achteraf te horen dat het de bedoeling was wel over wat de
auteur ertoe had gebracht de paden van het filosofische discours te verlaten,
om over het leven zelf te schrijven en een onzer diepste motieven voor ons
handelen, de liefde dus.
Een
jongedame horen vertellen dat men veel kan verwachten van de liefde die nog
komen moet, maar tegelijk te weten dat eens die liefde er is, dit meer dan
rozengeur en maneschijn, meer dan leven van de hemelse dauw zal zijn, zeker als
die liefde vruchtbaar blijkt, in kinderen, maar ook in iets dat niet zomaar te
benoemen valt, komen de mooie momenten er nog wel maar niet zonder een
bijzondere inzet. Het is geen illusieloze liefde waar zij van gewagen wil, net
zomin als Lisa Appignanesi die uitgebreid op zoek ging naar wat liefde vermag
en waarom we best niet te zeer ons laten verblinden door Hollywood of
Bollywood. Maar die liefde, die niet in de hemel gemaakt werd, niet ideaal is,
doch des mensen, zegt Gescinska, kan best voldoening geven. De zin voor perfectionisme,
leek ik te horen, was en is voor haar meer dan de media laten verstaan van
Platoonse makelij. Het zal me dan ook boeien of zij spreekt over.. platoonse
liefdesrelaties. Nu, veel mensen geloven er niet in, in zielsverwantschappen
ofte wel Wahlverwandschaften. Het
domein van de liefde, het spreken over liefde zelf is dezer dagen, lijkt mij
soms verrassend eenduidig en vooral het avontuur van de liefde, zo hoorde ik,
nog in de wagen, huiswaarts rijdend, blijkt voor de schrijfster eerder
levensvervullend, waarbij het banale ook een plaats heeft, het dagelijkse leven
en de routines van het dagelijkse.
Van
Liszt ben ik pas geleidelijk gaan houden, van zijn muziek, naarmate ik er de
bijzondere creativiteit van leerde kennen. Want Liszt was een pianist en ster
in alle steden van Europa, maar ook iemand die graag muziek van anderen en voor
andere bezettingen omzette voor de piano, zodat hij er zijn publiek mee kon
verblijden. Sei mir gegrüst, sei mir geküβt ! Stephanie Proot, die al heel wat
sporen verdiende op het klavier, de transcriptie die Liszt maakte van een der
Rückertlieder die Schubert toonzette, het maakte ons blij. Transcripties zijn
niet origineel? Zo leerden we dat op school en de media lieten ons ook geloven
dat alleen het origineel van tel kan zijn, maar Franz Liszt bewees zo eer aan
grote werken, zelfs de Eroïca van Ludwig van Beethoven... enfin, het diende een
doel en het publiek vroeg erom. Men kon op een pianola overigens heel wat
stukken laten afspelen en Liszt heeft er een aantal ingespeeld. Dit mag dan
verschrikkelijk erudiet klinken, laat duidelijk zijn dat een uitvoering in een
zaal bijwonen, altijd toch weer iets anders is dan de mechanische reproductie,
hoe ver ook de techniek intussen gevorderd is.
Boekvoorstellingen
kunnen bijzonder aangenaam wezen, maar ook wel eens een aangelegenheid tot
netwerken maar wat zou ertegen zijn in te brengen? Pratende, met een glaasje
kan men mensen opnieuw ontmoeten, nieuwe mensen ontmoeten en aan de weet komen
hoe het reilt en zeilt in boekenland. Zo merkte ik prof. em. Vermeersch op in
de foyer naast prof. dr. Ignaas Devisch en andere sympatisanten. Ook een
uitgever als Karl Drabbe was komen opdagen en dat liet ons toe even in kort
bestek het uitgeverslandschap in Vlaanderen te overzien. Maar ook het belang
van boekenfestijnen als deze. Wat ik wel zo bijzonder blijf vinden is dat
obligate signeren. We mogen een nieuw boek lezen van een belangwekkend auteur
en mevrouw Gescinska zat daar op een verhoogje aan een tafeltje te signeren. Ik
doe het zelden, een auteur voor een signatuur aanspreken. Als het even kan ga
ik liever zeuren over zijn of haar werk en hoe het iets voor mij betekende.
Soms wordt dat een goed gesprek, niet altijd. Heb ik veel geduld moeten
opbrengen om even de schrijfster-filosofe, een jonge Hypatia van Alexandria,
een zus van Emilie de Chatelêt te ontmoeten? Het was een aangename stonde met
verschillende ontmoetingen en gesprekken en paar glaasjes wijn - niet meer dan
twee en dan cola - waarbij het me opviel dat vele aanwezigen zich net zo min
als ik zich bekocht voelden, maar eerder
een lichte euforie aan de avond overhielden. De wijn, dat zal het niet alleen
geweest zijn.
Zoals
gezegd, hoorde, las ik en zag ik Alicja op televisie, de radio en in kranten en
kwam het me voor dat ze net als vele anderen door die media fijngemalen leek te
zullen worden, maar ze stond haar steke, haar vrouwtje - dat is toch wat melig,
maar alla -, om te zeggen dat er meer te zeggen valt over een leven dat van
liefde vervuld is, dan "ze leefden nog lang en gelukkig".
Onderweg
naar huis, een heerlijk moment voor een eenzaat als uw dienaar, dacht ik na
over hoe zo een feest van liefde er voor mij uit zou kunnen zien, waarvan ik u
de details wel bespaar, maar toch, het omgaan met emoties waarbij de
wederkerigheid belang heeft, waarbij de onuitspreekbaarheid het andere, het ik
overstijgende niet verbrandt, niet verdorren doet, lijkt mij dezer dagen wel
mogelijk, als ik om me heen kijk, maar net mensen die menen dat ze investeren
moeten in de liefde, vergeten hoezeer het liefhebben de mantel van
Sint-Nikolaas wel lijkt, je krijgt die om de schouder en snijdt die desnoods in
stukken om een ander ook wat warmte in de koude te geven.
Thuis
gekomen zag ik dat Bernard Henri Levy in het roemruchte programma "On
n'est pas couché", die zich mocht verontschuldigen voor zijn foute aanpak
van de Libische burgeroorlog, terwijl hij hoogstens had aangedrongen op
passende actie. Een koude douche, die man, die bekend staat om zijn
uitgesproken meningen, maar vooral om zijn zelfvoldaanheid. Het is zelfs de
zelfvoldaanheid niet die stoort,wel de onverstoorbaarheid voor argumenten die
niet passen in het schema, die ertoe bijdragen dat men tot begrijpen komt,
zodat het verhaal over het Judaïsme er niet helder op worden wil.
Kwam
er nog weemoed om de hoek kijken? Een soort van liefde? Wat zou het. Maar ik
hoorde Alicja Gescinska alweer zeggen dat als mensen zich onderscheiden van
andere dieren, dat onder meer in de bewuste liefde tot uiting komt, ook wel in de
verbeelding van het mooie en het goede die daarbij de kroon spannen, taal,
huisdieren en het vuur domestificeren, dat is ook van belang, maar die vorm van
liefde is echt wel menselijk, zelfs de bonobo niet gegeven. De liefde werd niet
gerelativeerd wel de overtrokken verwachtingen en de gedachte dat een ridder op
een wit paard niet ook maar een mens zou wezen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten