Vooruit vallen in de moderniteit
Kleinbeeld
Het goede leven en weemoed
Klacht en vreugde van een jongedame
Het
weer kan beter, maar de lente zit in de lucht en ik wandelde naar de vesten bij
de Smedenpoort, waar ik me even op een bankje neervlijde, uitkijken over het
water en de bomen die opnieuw vol leven blijken. Soms lijk je, glimlachend dat
nieuwe leven, het jaarlijkse hernemen van het leven de aandacht te trekken van
voorbijgangers. Ik had het boek bij de hand waar ik dringend iets over zou
willen schrijven en dat trok ook al aandacht, want ik zat nog geen tien minuten
op het bankje en het was al de tweede voorbijganger die even halt hield voor
een babbeltje. De derde vroeg of ze ook op het bankje mocht plaats nemen en
aangezien het om publiek meubilair gaat, nodigde ik haar uit het zich
gemakkelijk te nemen. Nu had ik haar al wel eens ontmoet als ik naar het
Centrum wandel, meestal is ze dan strak in het sportpak gehesen en liet ze zien
wat fraaie kuiten vermogen, maar nu was ze gewoon casual gekleed en ik vroeg me
af of het afgelopen was met lopen, maar vond dat een verkeerde vraag.
Ze
hielp me snel uit mijn verlegenheid, want je kan wel een bankje in het park
delen, je hoeft je daarom nog niet op te dringen. Maar zij vroeg me op de man
af of ik echt die man van dat blog was, de Verwondering? Het gaat meestal zo
dat ik moet uitleggen dat ik een blog heb en regelmatig aanvul, maar deze keer
dus vroeg iemand of ik het werkelijk was. Ze vertelde me dat ze dat gedicht
"Zalige Valentijn" heerlijk had gevonden en zegde dat ze na die
toevallige vondst verder was gaan kijken en veel had gevonden dat ze weliswaar
niet zocht, maar wel de moeite waard had gevonden.
Je
kan natuurlijk gaan blozen, wat ik blijkbaar ook wel deed, maar ik vond het wel
zo prettig dat iemand toevallig die ene tekst gevonden had en vervolgens over
de bronnen van verwondering begon te praten. Zij vroeg me wat APM nu wel moet
betekenen en haar klaterlach deed me goed. Ars Poetica minor? Dat bedenkt geen
mens, tenzij je echt wel weet wat voor pretentie dichters wel eens aan de dag
leggen. Dat ze die verbondenheid zoals in "Zalige Valentijn" had te
zien gegeven zelf ook wel zalig vond, hielp wel, de afwezigheid van haar vroegere
geliefde droeg ook bij tot de waardering.
Ik
vertelde haar hoezeer dit gedicht actualiteit en herinnering met elkaar
verbond, waarbij ik ook meegaf dat het een stille jammerklacht was over het
feit dat het erotische zo platvloers verbeeld wordt. Uitzonderingen zijn er
wel, maar hoe intimiteit, seksuele prikkeling nu weldadig zijn als we vooral
horen dat het bron van ongerief en conflict lijkt of blijkt. Zat die deerne
eerst nog op respectvolle afstand, opeens zat ze vlak naast mij en keek ze me
aan alsof ik haar iets te bieden had. Maar omdat ze niet de schijn wou wekken,
vroeg ze me naar dat boek, Sloterdijk, "de verschrikkelijke kinderen van
de Nieuwe Tijd", want ze had gelezen dat Sloterdijk er weer zo een
verschrikkelijk negatief mensbeeld in schetste. Nu, om mij op de praatstoel te
krijgen, had ze geen betere intro kunnen vinden. Na lectuur van de eerste 4
hoofdstukken, moet ik dat formeel tegenspreken. Sloterdijk benadert de zaken niet
vanuit een alledaags standpunt, daarvoor is hij te zeer filosoof, maar wat hij
uitleggen wil betreft de vraag hoe we de vooruitgang, het vooruitgangsgeloof
best zouden evalueren. Als de Franse Revolutie het "Hiaat" in de
geschiedenis vormt, dan is wat erna volgde een eeuwig vooruit vallen in de
tijd. Vooruitgang is dan geen willekeurige beweging, maar een vallen, alle
richtingen of zonder richting, maar vooral vooruit. "De vrolijke
Wetenschap"? Het is altijd leuk als mensen elkaar begrijpen, maar de gedachte
dat we telkens zeggen dat god wel dood moet zijn, maar niet meer weten hoe het
zit, hoe Nietzsche dit verbond met een opstand van de mens tegen het lot, tegen
de vastgestelde verhoudingen ook, draagt evengoed bij tot enig begrip. Maar had
Sloterdijk, zegde ze, niet geschreven over de kwestie hoe we ons dienen te
oefenen in het mens zijn? Het vallen vooruit lijkt aan te geven dat we het niet
in de hand hebben ons mens zijn en het leren meer mens te zijn.
Ik
keek haar aan, want je komt zo nu en dan wel eens mensen tegen die met
Nietzsche bezig zijn, veel minder vaak valt het voor dat mensen zich met
Sloterdijk inlaten. Ze had de proeve van recensie ook wel gezien. Maar ze had
gemeend het boek niet te hoeven lezen; voor mij, gaf ik mee, zijn die recensies
bewijzen dat recensenten toch de moeite moeten nemen goed te lezen. Vooral het
feit dat hij van de sociaaldemocratie de maat heeft genomen en ontgoocheld was
over de uitkomsten, zeker na 1989 kan ik wel onderschrijven. Dat hij in een
moeite door wel aangeeft dat ook het neoliberalisme ontspoord is en ons geen
tijd of kansen meer geeft onze eigen positie te bepalen, kan ik ook wel
onderschrijven. Maar of het lezen van deze bladzijden van Sloterdijk nergens
toe zou leiden, mij neerslachtig maken? Ik dacht het niet, net omdat het een aanleiding vormt na te denken over de
mogelijkheid van een wormgat, zoals dat sinds Einstein - en Rosen - als
hypothese werd bedacht, waardoor het theoretisch mogelijk zou zijn sneller dan
het dicht licht naar een verafgelegen plaats in het heelal te reizen. Hoezeer
ook hypothetisch, hoezeer ook in een kinderlijke vorm in films en
televisiereeksen verteld, lijkt Sloterdijk erop aan te sturen dat we ons niet
laten verblinden door de schijnbare onontkoombaarheid van de Nieuwe, van de
Postmoderne Tijd.
Ze
vond mijn poging Sloterdijk in bescherming te nemen wel fijn, maar begreep ook
dat ik goedkope kritiek niet ernstig kon, kan nemen. Het werd al frisser en het
licht nam af, waarna we besloten op te stappen. Zij woont niet veraf, zegde ze
en nodigde me uit verder te praten, want zelden slechts krijgt ze de kans te
praten over de dingen des daags op een niet alledaagse manier. Het genoegen
valt mij toe, maar dat wil ze slechts onder protest aannemen.
Haar
appartement ligt op een doodlopende weg naast de vest en laat zien hoe fraai
het modernisme in Brugge mogelijk is gebleken. Elementen van Art Nouveau en al
wat pogingen tot nieuwe zakelijkheid laten zich aflezen en als we eenmaal op de
tweede verdieping in haar woonkamer staan, blijkt ze aardig uit te kijken over
de daken. Zo een gesprek verderzetten terwijl ze in de keuken een eenvoudige
pasta met gerookte zalm en room plus bieslook bereidt, gaat gemakkelijker dan
ik dacht.
De
fles wijn raakt leeg en we hebben over veel gesproken, hebben een band gesmeed
en ik weet niet goed hoe het nu verder moet. Ze helpt me zelf over het dode
punt heen, laat me begrijpen dat ze een fijne verderzetting van de avond wel
ziet zitten. Wat haar die vrijheid geeft, legt ze me uit aan de hand van een
foto, die in het gangetje tussen de woon- en de slaapkamer te zien is. Met haar
vriendinnen poseert ze in vol ornaat ergens op een strand, terwijl ze elkaar
net niet kussen. Drie gratiën? Zoiets zegt ze, maar geleidelijk kwam de klad in
de vriendinnenclub. Een is er getrouwd met een gemeenschappelijke jeugdvriend,
de andere is met een vriendin gaan samenwonen en zijzelf wist niet of ze nu van
mannen houden zou of van vrouwen. Biseksueel? Neen, dat lijkt haar te uitgesproken,
maar ze heeft geleerd, zegt ze, van het moment te houden en dat de liefde
bedrijven kan zonder misbruik te maken of achteraf claims te leggen. "Eens
in het bed gestegen, voor immer het recht verkregen". Zoiets, glimlacht
ze, maar ze vertelt me wel dat ze stilaan kinderen zou willen en dan er niet
alleen voor staan. Redelijk paradoxaal,
herkende ze wel, maar nu wilde ze me wel meer dan nachtzoentje geven, voor ik
huiswaarts keren zou. Ik ben later die nacht rustig naar huis gewandeld,
wetende dat het goed is het leven te leven en kansen te geven, zonder spijt
achteraf, maar ook zonder de gedachte dat er nu een recht opgeëist kon worden.
Nu ja, we kunnen mailen, bellen en nog meer om elkaar te horen en te zien.
De
nieuwe tijd biedt vele mogelijkheden en daar moeten we blij om zijn, maar we
gedragen ons al te vaak als verschrikkelijke kinderen en dat kan pijn doen. Een
beetje afstand nemen en toch volop in het leven staan, dat kan het leven meer
kleuren dan een avond televisie.
Bart
Haers
Peter Sloterdijk, De Verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd. Boom Filosofie 2015. 352 pp. 34,90 euro. Vertaling Hans Driessen
Reacties
Een reactie posten