Vormen tot burgerschap
Kritiek
Vormen tot burgerschap en -zin
Vele wegen naar het doel
Patrick Loobuyck onderneemt interessante initiatieven om
jongeren met burgerschap in contact te brengen. Toch kan men zich afvragen hoe dat succesvol zal verlopen en dan nog, wat heet succes in deze?
Wie het over burgerschap en
burgerzin wil hebben, moet zichzelf af en toe wel eens in de spiegel kijken,
want is men zelf wel zuiver op de graat? Dat mag anderzijds niet verhinderen
dat er een grondige reflectie over burgerschap en burgerzin gevoerd wordt en
wie zich ertoe uitgenodigd weet, neme de pen ter hand. Tegelijk neemt de
ideologische verwarring toe, zodat we niet altijd goed weten wat burgerzin zou
zijn.
Kan men geen sluitende
definitie geven van wat men bedoelt met "burgerzin", duidelijk is wel
dat het gaat over hoe we anderen willen zien opereren in de samenleving en ten
aanzien van het publieke belang door wetten na te leven. Het blijft een hele
uitdaging aan te geven hoe in het huidige bestel, met soms nog of soms nieuwe
betuttelende wetgeving de zin ervan in te zien. Maar burgerschap gaat over
meer, over contracten, over verplichtingen en over rechten, maar hoe dat alles
zich tot elkaar verhoudt, blijft maar de vraag.
Daarover kan men dus wel
lessen geven, maar zal men dan niet uitgebreid in de lessen geschiedenis of
maatschappijleer precies de ontwikkelingen van het recht zelf aan de orde
moeten stellen, van het debat over negatieve en positieve rechten? Zal men dan
niet proberen jonge mensen duidelijk te maken hoe de zaken zich tot elkaar
verhouden, rechten en plichten? Dat vergt grondig nadenken en werken met
begrippen als verantwoordelijkheid en eventueel schuld? Men merkt in het debat
dat men voorbij de termen van woorden, c.q. burgerschap, niet dat men het hele
spectrum van inzichten en mogelijkheden toekomt, zodat het allemaal abstract
wordt.
Het valt me dan wel op hoezeer
men in de media de zaak van die farmers in Oregon, die op sleeptouw worden
genomen, omdat ze het niet eens zijn met de overheid die natuurreservaten in stand
wil houden en soms met elkaar wil verbinden, niet als een wezenlijke kwestie
heeft behandeld, net zo trouwens kan men de discussie over het Second Amendment
bij de grondwet onder ogen nemen, waar het gaat om het gratuite verdedigen van
wapenbezit in een nieuwe context. Nieuw is het woord niet, want Amerika is al
goed een eeuw sterk verstedelijkt en vooral daar dreigt onbezonnen geweld of
dreigen frustraties tot zinloos geweld aanleiding te geven.
Opvoeden tot burgerschap
gebeurt trouwens ook en doorgaans in de eerste plaats via de opvoeding, waarbij
voorbeelden strekken, zoals dat heet. Sinds onheugelijke tijden vinden jongeren
die regels vaak geen spek voor hun bek en vinden ze dat er regels en normen er
zijn om ze te overschrijden. Maar ook volwassenen, die vroeger minstens deden
alsof ze in orde waren met de regels, de normen en verplichtingen, lijken nu
graag wel eens de grenzen op te zoeken of zelfs botweg te overschrijden. Zo is
het leven nu eenmaal. Tegelijk wil men in dat licht maar niet vatten hoezeer die
wetten en decreten ook voorzien in rechten én vooral dus mogelijkheden om onze
individuele weg naar welbevinden te vinden.
Want daar gaat het dan toch om
als we het over de moderne rechtsstaat hebben. Decennialang heeft men de
repressieve aspecten op de agenda gezet, heeft men de staat gezien als
regelneef - waar veel voor te zeggen valt, overigens - terwijl veel van de wet-
en regelgeving ook gericht was op het organiseren en verlenen van positieve
rechten. Dat gaat dan gepaard met duidelijke begrenzingen om misbruiken te
voorkomen. Terecht dus, maar ook zorgt dat voor veel administratie en controlemechanismen.
Maar zoals Alicja Gescinska in het essay "De verovering van de
vrijheid" betoogde, zal men begrijpen dat het debat over negatieve en
positieve rechten nog niet helemaal beslecht is en dat wellicht ook nooit zal
worden.
Burgerschap kan men ook men
ook begrijpen als een positie innemen in de samenleving, waarbij men inderdaad
vooral de eigen zaken zoals het hoort, behartigt, maar ook, zoals Fernando
Savater het stelde, over het goede samenleven. Hij pleit niet tegen
individualisme, wel integendeel, want het behoort de mens zich van zichzelf en
zijn behoeften, noden en wensen bewust te zijn. Evengoed weet eenieder dat
samenleven zonder een zekere ruggengraat niet goed mogelijk is. Wie meedraait
met elke wind, wie op elke verleiding ingaat of wie meent koste wat het kost
altijd denkt te krijgen wat hij of zij wil, zal merken dat het een tijd lang
goed kan gaan, maar ook dat er op enig ogenblik toch een zekere prijs zal
vergen.
De andere pool is uiteraard het
systeem, het bestel dat men in stand wil en moet houden. De vraag is of men dat
van individuen kan verwachten en in welke mate dat ook zo is. Het
institutionele systeem, het bestel waarin de staat haar plaats heeft en
functies vervult, kan niet als zodanig het geheel van de samenleving &
cultuur heten, omdat de staat over niet alles heeft te besturen en maatregelen
uit te vaardigen. Maar als we vaker wezen op de kennis en zelfs wijsheid van
burgers, waarbij ze hun belangen beter kennen dan men graag wil aannemen van
overheidswege, dan moet men vaststellen dat ook de bereidheid bijvoorbeeld het
vreedzaam samenleven en zelfs zorg voor de buurt, de omgeving op zich te nemen,
zonder zich op de stoel van de professionele verantwoordelijken te zetten, wel
te observeren valt.
Besluiten we dus - zonder dat
we hier exhaustief alle facetten hebben overlopen, laat staan onderzocht - dat
burgerschap een cultureel gegeven vormt, waar we ook in zekere mate fier over
mogen zijn, trots op moeten zijn. In die zin kan men ook gewagen van een
relatie tussen burgerschap en beschaving, van burgerschap en patriottisme ook,
net omdat zorgzaam samenleven er ook een deel van is. Tegelijk moet men het
individuele, c.q. autonome leven niet negeren, uit het oog verliezen. Hoewel
men niet zonder meer kan stellen dat mensen minder dan vroeger met die zorg
voor de gemeenschap bezig zijn, kan men ook niet zeggen dat hun allemaal
rozengeur en maneschijn zou wezen: er is veel hypocrisie weggesijpeld,
weggespoeld, wat duidelijk maakt dat er wel degelijk gevoeligheid voor bestaat.
Overigens zal men toch ook opmerken dat we doorgaans vele regels vanzelf
aanvaarden omdat we weten daar ook zelf voordeel bij te hebben. Maar niet enkel
voordeel in directe zin, want het geeft ons rust en stabiliteit, die ons
toelaten onze wegen in vrede te bewandelen.
Als dit alles inderdaad in hoge
mate het geval mag heten, dan zou men zich op het eerste zicht niet te veel
zorgen hoeven te maken over de mate waarin mensen zich burgers weten en er zich
ook daar naar gedragen. Maar kijken naar wat goed gaat, vormt onze sterkte niet
en dus gaat men er voor het gemak vanuit dat men dringend jongeren burgerschap
moet bijbrengen en hopelijk ook wat burgerzin. Men moet dat sowieso doen, omdat
we toch niet als perfecte mensen geboren worden. Het moet dus wel eens
duidelijk gemaakt worden dat men van goed onderwijs mag verwachten, niet enkel
expliciet en al helemaal niet exhaustief over burgerschap wordt gesproken, maar
dat er vooral aan burgerschap wordt gedaan. Jeugdbewegingen en
sportverenigingen nemen daar doorgaans ook hun verantwoordelijk op zich: spelen
en pret maken, maar niet ten koste van anderen, al zal men wel eens kattenkwaad
uithalen, dat men dan met de glimlach zal bestraffen.
Aandacht voor burgerzin en
burgerschap in het onderwijs bespreken, kan men alleen maar bevorderen, maar zo
te zien is dat al langer het geval, meer nog, het was altijd al de opzet om
jongeren op te voeden tot oplettende jongelieden. Dat dit onderwijs lang ook
repressief bleek, zal niemand verhelen, maar als men kijkt naar de samenleving,
hoe die in hoge mate zorgde en zorgt voor veiligheid en stabiliteit, die velen
buiten onze (ruime) grenzen ons benijden, zal men toch ook niet elk verhaal
over strafstudies voor een verkeerd woord ernstig nemen.
Of men denkt ermee te volstaan
cartesiaans met deze begrippen om te gaan, wil men jongeren echt doordringen
van de waarde van burgerschap, valt te betwijfelen, maar het kan, in de visie
van Leo Apostel ook tot vormen van atheïstische spirituele oefeningen
aanleiding geven. Anders gezegd: kennis van het begrip burgerschap, dat dus
veel in petto heeft, kan men zeker aandragen, maar burgerschap impliceert een
gedrag, niet altijd ernstig en zuurpruimerig, net omdat het toelaat dat mensen
weten hoe ze goed kunnen leven en ook anderen die ruimte te geven.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten