Ruiters van de Apocalyps
Dezer
Dagen
Wie angst zaait
Over terreurbestrijding en de fatale straat
Terreur en angst, het gaat
samen natuurlijk, maar waarom mensen angst aanjagen? Om de samenleving te
ontwrichten, om het strafgericht namens een (boze) god uit te voeren? Het kan
wezen, maar in het scala van maatschappelijke emoties die we individueel
ervaren en vaak ook via opvoeding geïnterioriseerd hebben gekregen, speelt
angst een opvallende maar vooral diffuse rol. Damiaan Denys, psychiater in
Amsterdam, schreef in De Standaard (30 juli 2016) over de angst in deze tijd en
stelt vast dat we in wezen angstig zijn omdat we de controle over onze omgeving
en de werkelijkheid kwijt zijn, omdat we die werkelijkheid niet meer overzien.
Er valt iets voor te zeggen, maar de vader van Etty Briest moet dat gevoel ook
gehad hebben, want hij schortte graag zijn oordeel op. Angstige mensen, lijkt
ook Denys te suggereren, schorten evenwel hun oordeel niet op, gaan wel eens
overhaast te werk en bestrijden dan de verkeerde demonen.
Om wat voor werkelijkheid gaat
het dan? Damiaan Denys geeft aan dat de vigerende vorm van individualisme
daartoe heeft bijgedragen, want we hebben de levenslijnen met onze omgeving
(deels) doorgeknipt. Zelf ben ik er toe geneigd tot de gedachte dat we dat
individualisme niet altijd vorm hebben gegeven, onder meer de relatie tot de
externe wetmatigheden die ons leven vorm geven uit het oog hebben verloren. Men
heeft autonomie vertaald als autonomie, wars van elke vorm van heteronomie en
dat breekt ons zuur op. Uiteraard bestaat het avontuur van de verlichting
hierin dat we ons niet meer onderworpen achten aan autoriteiten, aan een verre,
machteloze god en aan de wetten van de natuur. Maar sinds de jaren van
contestatie, 1945 - 1985 hebben we zo ongeveer alle vormen van sociale controle
over boord gegooid - nadien begon iets anders, waarbij men opnieuw begon met
het introduceren van autoriteit, van experten in de gezondheid, de
seksbeleving, het juiste interieur en wat al niet meer en ontstond een nieuw
conformisme - ook al omdat altijd non-conformistisch opspelen ook maar saai is
en leidt tot meer van hetzelfde. De angst voor existentiële eenzaamheid nam
evenzeer toe.
Nu Europa met terreur af te
rekenen heeft, gaan er stemmen op om verworvenheden onder het tapijt te vegen. Over
de doodstraf heb ik nooit een goed oordeel kunnen vormen: de wraakgedachte is
terecht uit de geordende rechtspleging geweerd, maar soms kan men bedenken dat
er misdaden zijn die geen nieuwe kans mag geven aan de daders. Aan de andere
kant, zal die doodstraf ooit mensen afschrikken die niets meer te verliezen
denken te hebben of die er een vorm van roem en eer in zien, iemand te zijn? In
die zin kan men de positiebepaling van de Franse krant Le Monde wel duiden: we
geven die (gedode) terroristen zo weinig mogelijk een gezicht en een naam, om
hen geen postume eerbewijzen te geven. Maar huiveren we van deze daden, het
doden van een bejaarde priester in zijn kerkje bij Rouen,
Saint-Etienne-le-Rouvray, dan moeten we beseffen, denk ik, dat we deze daden
moeilijk kunnen voorkomen. Denken we aan Raskolnikov in Schuld en Boete - ik
blijf kiezen voor deze vertaling in plaats van Misdaad en Straf, omdat er bij
Raskolnikov op enig moment niet enkel schuldinzicht groeit, ondanks zijn
beleden nihilisme, maar ook dat hij de schuld op zich nemen wil en dus bewust
boete wil én kan doen - dan zal men erkennen dat het doden van de oude hospita
een daad van zinloos geweld moet heten en ook de tweede moord rationeel gezien
overbodig mocht heten. Zinloos geweld? Ik blijf de term zinloos vinden, maar als
men bedoelt dat de dader doelen voor
ogen heeft staan die hij niet rationeel kan duiden, dan valt het wel op, denk
ik, dat de terreurmisdadigers van heden wel zoiets als een sluitend verhaal
hebben, al weigeren we dat verhaal uiteraard te aanvaarden. De man met zijn
truck op de Promenade des Anglais reed er bewust op de massa in en doodde onschuldige slachtoffers aan het feest,
mensen die zich van geen dreiging bewust waren.
Daar gaat het natuurlijk om,
we hebben zoveel bronnen van onveiligheid afgesloten... dat we denken dat we
veilig zijn, maar we laten daardoor ook kansen voorbij gaan, ook op een groots
en meeslepend leven. Veroorzaakt dat geen paradox, dan toch een spanningsveld
tussen onze drang naar individualisme en autonomie, terwijl het verder het
conformisme bevordert. Contracten zijn juridisch dichtgespijkerd, waarbij nu
eens die partij dan weer een andere oververzekerd blijkt en aan de andere kant
kunnen sommige mensen in zwaar weer terecht komen.
Onze angsten overigens gaan
vaker precies over wat maatschappelijke instituties met ons kunnen aanvangen,
waarvoor we ons verzekeren door meer transparantie te eisen van de overheid, zonder
goed te begrijpen dat de eigen verantwoordelijkheid groter wordt. Een zekere
zorgeloosheid kunnen we wel afkopen, maar veiligheid en geborgenheid komen in
het gedrang doordat het wantrouwen tegenover instituties toeneemt en niet
altijd geheel onterecht. Machtige partijen en minder bescherming door de wet,
zegt men, zorgt voor cruciale spanningen, voor een ervaren van machteloosheid
en voor de wens eraan tegemoet te komen. Kan het dat men de bescherming van de wet niet
meer als heilzaam zien zou? Of zou die bescherming te dwingend zijn geworden,
zodat we er niet de vrijheid uit putten, die men ervan verwacht had.
"Als de bom
valt...", het was een slagzinnetje waarmee we ons dertig jaar geleden
lieten verleiden tot fantasieën over hoe het de wereld zou vergaan, hoe het ons
zou vergaan. Maar er is niet enkel de bom, er waren vliegtuigkapingen,
treinkapingen, vele doden en gewonden op de weg en toch voelde de samenleving
veilig aan, waren we blind voor risico's en kenden we alleen angst op een
roetsjbaan of het spookkasteel op de foor. Angst voor de ondergang van de
wereld, onze leefwereld begon te knagen met het rapport van Rome, met de zure
regen en het ozongat... maar dat was alles vrij abstract en we hadden de
stevige indruk dat het niet zo hard zou gaan. Nu herhaalt men, excusez le mot,
de truuk met het einde der dingen in verband met de klimaatagenda. De
zeespiegel zal rijzen en Vlaanderen, de Sechellen en NY onder water lopen. De
schuld is ons, krijgen we te horen, want we wonen verkeerd, reizen verkeerd,
sjoemelen verkeerd
Je hebt angst iets of veel te
verliezen, maar je kan ook angstig zijn voor de eigen vrijheid, de eigen
mogelijkheid en geremdheden. Angst te leven en angst fouten te maken en er is
nog wel meer, maar van de gevaren van een koude winter of het omgaan met dieren
op de savanne hebben we geen weet meer. Maatschappelijke angsten kennen we des
te meer maar hoewel onze strijd voor lijfsbehoud en tegen immer aanwezig gevaar
voor ons onbestaande blijkt, lijken we dezer dagen angsthazen die zonder kop
rond kakelen. Natuurlijk vormt het terrorisme een bedreiging, maar of we nu
echt angstig in ons holletje kruipen, blijkt toch niet uit de feiten, wel?
Alleen, het blijkt alles
minder overzichtelijk dan voorheen, al klaagt men graag over de Loden Jaren
1980, toen de Muur er nog was en in Bologna, Homs en Shabra en Shatila doden
vielen door blind geweld, met specifieke doelen, politieke doelen. Maar
daarnaast was er Solidarnosc en waren er ook elders bewegingen op gang gekomen die
op zo nodig krachtige wijze de bestaande (Sovjet-)orde onderuit haalden. Om
maar te zeggen, de omstandigheden zijn nu anders, maar geweld nam volgens onder
meer Hans Achterhuis wel af en ook nu blijkt het moeilijk aan te tonen dat
iedereen zich daadwerkelijk bedreigd weet. Het gaat om de gedachte dat die
jonge desperado's inderdaad onze maatschappelijke orde ook weer onderuit willen
halen, vrijheden afwijzen en een toekomst van onderwerping aan die ene God als
oplossing voorspiegelen. Problematisch is het wel, dat streven, maar het roept
wel krachten in het leven die de terreur viseren maar wel meer angstwekkend
moeten heten dan die terreur zelf. De vergissingen van de administratie van
G.W. Busch heeft onvoorstelbare fouten begaan, die mede de actuele situatie
hebben bevorderd, maar men kan niet ontkennen dat er tegelijk ook visies ontstonden, eerder intuïties die
gemakkelijk opgepikt werden en erop uitliepen dat jongeren hun onvrede met onze
samenleving met geweld wilden uitdrukken. Moeten we daar bezorgd om zijn?
Zeker, maar toch, het schept een klimaat waarin het redelijke het onderspit
moet delven en dat behelst onder meer dat onze samenleving oude discussies verder
blijft zetten, zonder enig perspectief op een begin van acceptatie evenwel.
De angst voor het ongeregelde
geweld is reëel, net omdat het onvoorspelbaar blijkt en nu eens veel
slachtoffers maakt, dan weer gericht iconen, zoals een priester, van onze cultuur
doodt. Maar hoe machteloos dan de geheime diensten en inlichtingendiensten ook
lijken, men weet en hoeft niet per se te weten hoe vaak die aanslagen
mislukken. Toch hoort men het tuiten der hoornen, want men zegt de Islam te
moeten bestrijden, terwijl religies bestrijden altijd nog moeilijker uitpakt
dan men durft te bedenken, ook al lijkt die religie slechts een schaamlapje
voor het geweld.
We vrezen veel dezer dagen,
zoals ongewenst aangesproken worden of ook wel een wat opdringerig gedrag in de
publieke ruimte. Maar we kijken naar wat anderen doen, vergeten dat we zelf
niet altijd zo geruststellend optreden, want we denken te weten wie we zijn en
wat we willen. Geen erg, zal u zeggen, maar het zit toch wel enigszins anders,
valt te vrezen, want hoe anderen ons ervaren, kunnen we niet altijd
onmiddellijk weten. Moeten we dan met onze ogen naar de grond gericht rondlopen
en voortdurend sorry prevelen? Niet dus, maar het gaat om een samenleving
waarin anonimiteit groot is en de manier waarop dat doorbroken wordt van toeval
en omstandigheden afhangt. Maar tegelijk zijn de mogelijkheden er, maar vaak
lijkt het erop dat overdreven aandacht voor wat zogenaamd niet werkt, zoals het
feit dat scoutsgroepen doorgaans eenkleurig zijn de werkelijkheid wel eens geweld
doet, maar omdat de volmaakte mix niet bereikt werd, krijgt men scherpe
discussies over het behoud van witte groepen enerzijds en de feitelijke - soms
te langzame - vermenging anderzijds. Over Metissage spreken ook progressieve
lieden m/v zelden, alsof dat niet een trend wordt?
Moet de overheid mensen
verplichten zich aan zedelijke normen te houden opdat anderen niet verontrust
zouden worden? Het is een heel erg oude vraag, die ook vandaag weer concrete
vormen krijgt, onder meer in het domein van de vrijheden, waarbij men zich moet
afvragen of de belangrijke Four Freedoms speech van Franklin Delano Roosevelt
nog wel inspirerend kan werken. Zeker is dat we mensen geen onnodige angst
moeten aanjagen, maar net zo goed kan men stellen dat mensen vele
omstandigheden kennen waarin ze angst zullen zoeken of negeren en daar kan de
overheid weinig aan doen.
Oproepen tot Jihad vinden wij
maar niks, maar we kunnen de draagwijdte alleen bekijken vanuit de gedachte dat
we er zelf slachtoffer van worden, direct of indirect. Al dan niet begrepen
vanuit een Europese, christelijke achtergrond, zal men merken - al komt het nog
zelden aan bod in media of onderwijs - dat het stichten van vrede in roerige
tijden een taak is geweest die monniken uit Cluny in de tiende en elfde eeuw op
zich hebben genomen, waarna edelen dan maar naar Palestina trokken op vraag van
de paus, om daar wat te gaan vechten, enfin de heilige plaatsen te heroveren.
Die kruistochten zullen christenen en moslims niet objectief bekijken, want
vele ex-katholieken en vrijzinnigen geven erop af, zonder het hele verhaal
binnen de Europese politieke, economische en sociale maar ook religieuze
samenhang te begrijpen. Evengoed vergeten we net zo goed de oorlogen in
Midden-Europa tussen Turken en Habsburg, maar ook andere vorsten in het gebied
hadden met de succesvolle strijdmethodes van Suleiman de prachtlievende te
maken.
We zullen altijd we redenen vinden om de ander
kwade intenties toe te lichten, maar tegelijk zoeken we daarin gronden voor het
eigen onbehagen. Men vreest dat we onze cultuur laten verdringen, maar ik
geloof daar niets van. Maar we kunnen die niet aantrekkelijk maken als we het
terrein zelf beperken tot enkele slogans. Angst voor het vreemde, zegt men dan,
maar na vijftig, zestig jaar massamedia met toenemende mogelijkheden tot reizen
naar exotische gebieden, zal dat vreemde wel wat minder geworden mogen zijn.
Mannen op sextoerisme naar Zuidoost-Azië, vrouwen naar Gabon en de Afrikaanse
Westkust, het is toch geen nieuws meer.
Angst is des mensen, wat men
er ook van denkt en er zijn aangename vormen van angst ervaren, er zijn er ook
die ons in paniek laten slaan. Dat verschil mag men niet onder het tapijt
vegen. Bovendien zal men toch al gemerkt hebben dat zogenaamde objectieve
analyses veeleer hysterisch ogen. Donald Trump die de VS opnieuw groot wil
maken, slaat nu eenmaal op het aanvoelen van mensen die door het economische
bestel waarin hij aardig meefluit en dus door ook zijn economische handelen
feitelijk uitgesloten worden, stemmen net voor hem. Over onderwijs hebben we
hem nog gehoord en cultuur, dat betekent voor hem die van bunny's, terwijl een
deel van zijn volgelingen er een vrij rudimentaire visie op seksuele vrijheid
op na houden. En waarom zijn die lui dan niet bang een "bad boy with a
gun" tegen te komen? Omdat ze good boy zijn, uiteraard en bang zijn te
twijfelen aan zin voor onderscheid van goed en kwaad. Hiermee, valt mij op,
verschillen ze weinig van de jonge jihadi's, behalve dat ze deel lijken uit te
maken van een meerderheidscultuur.
Nadenken over angst in de
samenleving herleiden tot angst voor gevaar of voor onverwachte, onbeheersbare
gebeurtenissen, waarbij men de eigen machteloosheid ervaren moet. Als men het
over autonomie wil hebben, zou men dus ook in een moeite de emotionele
reikwijdte ervan onder ogen nemen en onderkennen dat autonomie een vermogen
meegeeft niet voor het minste en geringste in een angstkramp te schieten. Maar
het kan ook de ruimte scheppen het tragische levensgevoel en zelfs een vorm van
thymos opnieuw te onderkennen. Peter Sloterdijk verbond het verdwijnen van
Thymos met het toenemen van het ressentiment en het kapitaliseren daarvan in
een bijzondere bank, zoals voorheen vakbonden, nu islamistische groepen, die
het westen zeggen te haten. We kunnen dat betreuren, maar we hebben er
vooralsnog geen antwoord op gevonden. Wel hopen we door strak beleid, tegen
syriëgangers bijvoorbeeld, de angst te activeren uit de pas te lopen, maar dat
lijkt voldoende vaak niet te lukken. Thymos kan wel ook samengaan met
weerbaarheid en zelfbewustzijn, zonder dat het op arrogantie hoeft uit te
lopen. Om maar te zeggen, elk menselijk individu is een mengvat van emoties,
motieven en denkbeelden, ook geweldfantasieën bijvoorbeeld, die niet altijd zo
vlot te beheersen vallen.
Het is om die reden dat we
onze cultuur sinds de 12de eeuw met vallen en opstaan, met hoogtepunten en
onmiskenbare dieptepunten hebben weten om te vormen, waarbij geweld steeds
minder - maar niet gestaag noch cummulatief - hebben weten af te bouwen en te
domesticeren. Geweld hebben we ook wel eens aangewend voor goede doelen,
structureel geweld hebben we aanvaard om bijvoorbeeld rokers uit onze omgeving
te verdrijven, maar tegenover drugsgebruik valt de houding eerder ambivalent
uit.
Ontkomen we nooit aan angst en
ervaringen van angst, dan weten we ook hoe we metterdaad hoe dat in een goed
geordende samenleving beheersbaar blijft. Met de bange blanke man aan te wijzen
als schuldige komt men dus niet ver, maar tegelijk eist men een harde hand
tegen verkeersinbreuken en ongetwijfeld terecht, eist men het einde van het
onverdoofd slachten zonder te begrijpen dat dit mensen tot existientiële angst
drijven. Nog eens, we zullen het optimale midden niet zo gauw vinden, maar
Aristoteles indachtig kunnen we dat maar beter blijven proberen. Ook inzake de
angsthuishouding in onze samenleving moeten we ons wel eens bezinnen over doel
en middelen. Tot slot, als racisme een
ideologie zou zijn, wat te betwijfelen valt, dan nog blijft onbesproken waarom
mensen voor de minder herkenbare vreemde angst hebben dan voor mensen die men
evenmin kent, maar die wel herkenbaar lijken. De massademocratische samenleving
blijft een raadsel en moeilijk te beheersen. Maar wat steevast opvalt is dat
men voortdurend de ruiters van de apocalyps oproept, voortdurend over angst
spreekt, zelf zegt immuun te zijn ervoor maar anderen bij voortduring aanwrijft
irrationeel angstig te wezen. Of het wel zo is, veel van die bange blanke
mannen zijn van de den duvel en zijn moer niet bang, wel van... het onbekende.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten