Emma Posman betovert met Lieder


Kleinbeeld




Hoeveel men kan kunnen
  ontplooiing op het concertpodium




Ricarda Huch, Bruanschweig 1864 - Kronberg
in Taunus 1947. schreef de gedichten, die
Victor Ullmann in vijf liederen verwerkte
en die Emma Posman op het podium
uitvoerde.
Cultuur? Je krijgt het mee, vanzelf, maar als het om de kunsten gaat, ligt het wel even anders, want zonder oefening en studie, beredenerend leren hoe iets dat voorgeschreven is, een tekst, een partituur vorm moet krijgen. Maar ook in de beeldende kunst is het blijkbaar niet (altijd) voldoende om inspiratie te hebben, om iets tot stand te brengen, want men moet iets hebben met het materiaal waar men mee werkt, weten hoe het zich zet en hoe het naderhand zal ogen.

Kunst was in Europa al betrekkelijk vroeg meer dan alleen maar een religieuze aangelegenheid, want al hebben we pas vanaf de vroege renaissance en de gotiek zicht op een kunst die voor zichzelf kon spreken, maar altijd nog wel verbonden aan religieuze praktijken en rituelen. Van zang tot gedichten en via de beeldende werken leerden we leven met een verbeeldingswereld die ons ook weer op nieuwe gedachten kon brengen. De 18de eeuw maakt het mogelijk kunst te bedenken die los staat van religieuze thema’s, zelfs van de oudheid. De Romantiek zal het referentiekader nog verder uitbreiden. Een avond in het conservatorium van Gent, in de Karel Miryzaal, waar ik wel al menige schone stonden mocht beleven. Zondagavond 24 maart stonden Emma Posman met Bert Derycke aan de piano op het podium. De jonge sopraan maakte vorige zomer haar intrede op de operascène toen ze onverwacht een andere sopraan diende te vervangen om de Godin van de Nacht te zingen in de Toverfluit van Mozart. In december hoorde ik haar in het Paleis der wetenschappen te Brussel in een compositie van Lucien Posman voor sopraan, koor en harp ‘The songs of innocence”. Het was dus vol verwachting dat ik zondag naar Gent ging om de avond mee te maken. Het blijft fascinerend dat onze conservatoria toch nog steeds goede musici weten te vormen, waarbij dan wel eens geklaagd wordt dat het vroeger beter was. Waarom zou het? Wel is het zo dat klassieke muziek voor influencers niet per se een hot topic is. Lang genoeg heb ik mensen horen zeggen op radio en televisie dat het allemaal zo elitair zou zijn.

Lieder zingen van Hugo Wolf die aan het einde van de 19de eeuw zijn muziek schreef, lijkt wel een zeer onwereldse bezigheid, maar toen ik Emma Posman ‘Auch Kleine Dinge’ aanhief, waarbij de pianist zijn eigen rol niet vergat, waardoor de eigenheid van lied al van begin af aan de oppervlakte trad. In het lied zingt de zangstem niet wat de piano of het orkest speelt, maar komen beide lijnen bij elkaar en stoten elkaar af. Het blijft een wonderlijk iets en als liefhebber, als leek toch, klinkt het altijd weer zo veelvoudig, maar het gaat om het lied en dus om de zang, maar zonder steengoede pianist wordt het ook niets. Wat hebben we nog met Hugo Wolf, zo een man uit Stiermarken, die in Wenen een carrière had en ons een aantal bundels schitterende muziek naliet. Voor Emma Posman, gekleed in een goudgeel kleed, was het blijkbaar mogelijk om ontspannen daar die liederen brengen, uiteraard zonder tekst bij de hand te hebben, zonder partituur, gewoon het gehele programma alsof ze het had ingeademd.

Victor Ullmann? Moet men die kennen? Omwille van zijn muziek, zeer zeker, maar toch, ook omwille van zijn lot, de dood in Auschwitz-Birkenau in 1944. De vijf liefdesliederen kende ik niet, al had ik wel al over Ullmann gehoord, via werken van en over Alicja Herz-Sommer, een Praagse pianiste die met haar man en zoon ook in Theresiënstadt terecht was gekomen, waar zij overleefde, onder meer door haar verdienstelijke optredens en door een sterke levenswil, maar dat, besefte ze ook, was niet echt voldoende. Maar ze overleefde, terwijl haar man en Victor Ullmann naar Auschwitz en andere kampen werden gesleept.

De teksten van de vijf liefdesliederen waren van de hand van een Duitse schrijfster en historica, Ricarda Huch, (Braunschweig 1864 - Frankfurt 1947) een historica die zich bezig hield met de ontwikkeling van de ‘Romantik’, zoals Rudiger Safranski betoogde, een Duitse aangelegenheid, waarin overigens meer vrouwen aanwezig waren dan we ons vandaag voor ogen kunnen halen. De romantiek ontaarde volgens haar van een sublieme balans tussen het rationele en het mythische naar de versimpelde folklore waar het menselijke niet meer tot bloei komen kan of inspireren. Dat zij dan ook, zoals vaker voorkomt, ook gedichten ging schrijven,  die Ullmann dan in 1939 op muziek zette, het is een aspect van onze cultuur, waar we gemakzuchtig meewarig over doen. Wat er “Entartet” aan de muziek was? Het valt niet te schatten en had wel te maken met de Joodse afkomst van Ullmann, maar wellicht kan men ook bedenken dat Ricarda Huch zelf ook niet in de gratie stond van de top van Nazi-Duitsland. Het maakt de muziek er niet minder mooi om, wel integendeel.

De Franse Liederen van Gabriël Faure en Claude Debussy brachten dan weer andere facetten van het stem, van Emma Posman aan het licht, maar het viel me achteraf op dat ze je als luisteraar wel kan betoveren, los van de technische aspecten, al blijken die nauwelijks op te vallen, dat wil zeggen dat de stem door oefening en overweging met de eisen van de partituren uit de voeten kan. Men denkt wel eens talent er vanzelf staat, maar de weg is lang; zo bleek dat zowel Bert Derijcke als Emma Posman een masterclass Udo Reinemann, bij gerenommeerde uitvoerders, wat hen de kracht en de moed geeft om op het podium zelfzeker op te treden en niet te bescheiden te blijken. Maar dan begint het werk elke keer weer, het publiek meenemen in een sentimentele reis. Die benaming kan misleidend blijken, maar het is niet zomaar een vertaling van een “sentimental journey”, maar goed, “sentimenteel” betekent in deze vooral het onderzoeken van de emoties die de muziek te bieden heeft. Dat vergt meer dan geaffecteerd optreden, maar wel het overbrengen over het voetlicht heen van de emoties die zo een Hugo Wolf of Claude Debussy in gedachten had. Dan komt het niet enkel aan op het juist zingen, hoort men dan wel eens, maar ook om het palet van de stem aan te spreken, wat zondag ook wel zeker trof, zeker mezelf. Het optreden voor publiek bleek beiden goed te bevallen en dat mag ook een verdienste heten.

Goed veertien dagen vroeger hoorde ik de jonge Pauline Van der Rest naar aanleiding van een proclamatie van het Concours International Arthur Grumiaux, waar zij vorig jaar de Grote Prijs Arthur Grumiaux behaalde en dit jaar daarom nog eens optrad. Intussen had ze het Hondacncours gewonnen. En u moet zich inbeelden dat deze Pauline Van der Rest en vervolgens de jonge, zeer jonge laureaten het publiek, enfin, mij overdonderen met Paganini, Liszt en andere prestaties. Het is niet onbelangrijk te weten dat deze kinderen inderdaad zeer intensief en langdurig met hun viool bezig waren, zoals Emma Posman met de stem, want het hoge niveau wat u en ik verwachten in de concertzaal, dat krijgen ze niet mee, wel het talent en de bereidheid ervoor te gaan. Ook de steun van de familie zal wel van gewicht zijn, al hoort men dat niet graag, want dat zou erop kunnen wijzen dat niet elk kind zulke kansen heeft. Dat is inderdaad niet zo, maar anderen excelleren in de sport, zoals een Nina Derwael en anderen in de wetenschappen. Het bereiken van grote kundigheid en inzicht kan men niet zonder inspanningen bereiken en dat is inderdaad elitair,  maar goed, de hervormingen van het DKO hebben de toegang tot klassieke muziek op een behoorlijk niveau geen goed gedaan.  Steun van de familie die ver kan gaan, onder meer reizen naar allerlei concours, dat vergt wel iets en wie zich afvraagt of de jongeren en kinderen er plezier aan beleven, dan kan zo een concert met verbluffende prestaties wel een en ander duidelijk maken; tja, dat moet  men hen vragen, maar de indruk is blijven hangen dat Emma Posman genoot van haar optreden, ook vraagt het opperste concentratie tekst en muziek goed en paraat in het geheugen te hebben. In het onderwijs levert men daar nog weinig inspanningen toe, in de muziek, het theater heeft men wel dat geheugen nodig en ook het vertrouwen op het geheugen. Dan komt de stem en ben je als luisteraar in de ban. De verwachtingen werden dan ook ingelost, bedacht ik me achteraf met een biertje in de hand.

Sommige liederen hou je ergens in een hoekje bij, omdat het overstroomt van onwezenlijkheid, want hoe smaakt nu ambrozijn en hoe kan het de straling van vrouwenogen overtreffen? Romantiek, natuurlijk, maar de muziek van Reynaldo Hahn, die lijkt wel ambrozijn. A Chloris, verwijzing naar de mythologie… een mooi encore om het recital af te ronden.

Bart Haers

Reacties

Populaire posts